Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 4

Hoofdstuk 6: allergie, HIV en AIDS

HIV is het virus en AIDS is de ziekte

HIV = humaan immunodefficiëntie virus

AIDS = aquired immunodefficiency syndrome

HIV

HIV is een retrovirus. Dit betekent dat het genetisch materiaal op een RNA molecule ligt. Voor te
vermenigvuldigen heeft het virus een belangrijk enzyme nodig, het reverse transcriptase. Dit zet het
RNA om in DNA. Dit is essentieel om te vermenigvuldigen. Dit DNA wordt overgeschreven naar pre-
mRNA, waar de introns worden uitgeknipt. Het mRNA kan dan worden vertaald in proteïnen die
geknipt moeten worden naar virionen -> mbv protease. De nieuwe virionen bevatten nu: 2
enkelstrengige RNA moleculen, meerdere kopieën van integrase, protease en reverse transcriptase
enzymen, een capside en een mantel/enveloppe.

Op de mantel van het virus zijn vele glycoproteïnen aanwezig die het virus helpen de gastheercel
binnen te gaan. HIV gaat zich gaan vermenigvuldigen in de witte bloedcellen van ons lichaam,
waardoor het ons immuunsysteem plat legt. Meer specifiek in de T-helpercellen. De gp123
(glycoproteïne) gaat binden aan de CD4 moleculen (co-receptoren) en dringt zo binnen in de cel.

Naast een retrovirus is HIV ook een lentivirus. Dit betekent dat het heel traag gaat repliceren in de
cellen. Nadat het virus in de cel zit ben je ongeneeslijk en zal je voor altijd drager zijn.

AIDS

Wanneer je geïnfecteerd bent met HIV heb je nog niet meteen AIDS. Dit kan lang duren, waar je geen
symptomen hebt. Tijdens deze periode kan je het virus wel doorgeven. Naarmate de T-cellen slechter
worden en er meer worden geïnfecteerd, ga je gevoeliger beginnen worden voor opportunistische
MO en tumoren. Je zal uiteindelijk sterven aan een secundaire infectie, zoals verkoudheid dat erger
wordt naar bv longontsteking of TBC, griep, ... Het proces van kanker wordt ook versnelt.

Verloop van de ziekte

Eerste fase: asymptomatisch

Nadat je geïnfecteerd bent met HIV wordt je licht grieperig. Er zullen veel virussen aanwezig zijn in de
bloedbaan (waar de T-cellen rondhangen). Het aantal T-helpercellen (CD4+) gaat dalen doordat de
cytotoxische T-cellen (CD8+) de geïnfecteerde cellen gaan kapot maken.

Latente fase

Deze fase kan tientallen jaren duren, waar je je niet ziek voelt, maar wel besmet bent. Er gebeurt wel
replicatie van het virus in de lymfeknopen. Een belangrijk reservoir voor het virus zijn de macrofagen
en de dendritische cellen. Hier vermenigvuldigd het virus zich. De latente fase is over, wanneer de T-
cellen worden geactiveerd. Hiermee wordt het virus ook geactiveerd.
De CD4 cellen blijven dalen = AIDS gerelateerd complex (ARC)

Wanneer het aantal cellen onder de 200/µl is heb je AIDS

-> fataal door infecties, TBC, kanker,...

Hoe binnendringen

Het virus gaat binden mbv de gp120 aan een CD4 co-receptor van de cel(bevindt zich vooral op T-
cellen, maar ook op macrofagen en dendrieten). Naast deze glycoproteïne is er een een cytokine-
receptor nodig voor de binding, nl. RANTES en MIP (deze 2 zijn voorbeelden van CCR5) op
dendritische cellen, macrofagen en T-cellen.

RANTES is een cytokine, gesecreteerd door CD4 cellen, die monocyten gaat lokken.

MIP is een inflammatoire proteïne die de respons van macrofagen en monocyten regelen.

Naast CCR5 is ook CXCR4 nodig. Dit is een receptor op T-cellen voor een bepaald cytokine.

Mensen die bv een defect CCR5 gen hebben zijn resistent tegen HIV -> co-receptoren zijn nodig voor
infectie. Of mensen met een overproductie van RANTES en MIP -> ook resistent, want het blokkeert
de CCR5 co-receptoren. -> nieuwe therapieën mogelijk, waar een ligand bindt op de receptoren,
waardoor HIV niet kan infecteren.

Wanneer het virus is gebonden aan de cel, versmelt de mantel met de membraan van de cel. Hierbij
speelt gp41 een grote rol.

Genoom HIV

Er bevinden zich 9 genen in 3 zones op het RNA molecule. Dit is typische voor retrovirussen. De 3
regio's zijn: GAG (group antigens), POL (polymerase) en ENV (enveloppe).

GAG codeert voor de necleocapside eiwitten rond het RNA

POL codeert voor enzymen, zoals het RNA polymerase, reverse transcriptase (zet RNA om naar DNA),
integrase (integreert het virus DNA in het cel DNA) en protease (klipt kleine stukjes om nieuwe
virionen te maken)

ENV codeert voor de enveloppe, dus de mantelproteïnen zoals gp120, gp41,...

LTR (long terminal repeats) regio's zijn gerepeteerde stukjes RNA die dienst doen als promotor.
Hierdoor worden de genen geactiveerd. Zoals al eerder besproken wordt het virus geactiveerd
wanneer de T-cel wordt geactiveerd. Wanneer een T-cel wordt geactiveerd, gaat een cytokine binden
op de LTR regio's, waardoor de genen in actie treden en het virus zijn werk doet.

Antivirale therapie

Deze therapieën zijn meestel gericht tegen de enzymen van het virus, omdat deze essentieel zijn
voor replicatie.
vb: een cocktail van reverse transcriptase en protease inhibitoren -> efficiënt, maar er blijven nog
altijd latente virussen aanwezig in de macrofagen, dendritische cellen en CD4+ cellen.

Ons polymerase enzym controleert op fouten tijdens de replicatie, maar een RNA-polymerase enzym
heeft dit niet. Dit maakt het mogelijk om veel fouten door te laten wat tot mutaties kan leiden.
Sommige mutaties zijn nutteloos, maar andere kunnen het virus verbeteren en dit kan voor
problemen zorgen bij medicatie. Elke patiënt heeft dus zijn eigen collectie van gemuteerde virussen
die zeer resistent kunnen zijn tegen bepaalde medicatie.

Waarom doet ons eigen IS er niets aan?

-Het virus infecteert onze CD4 cellen. Bij het openbarsten komen er meer vrij, waar ons IS op
reageert door nog meer CD4 cellen erop af te sturen. Hierdoor kan het virus nog meer cellen
infecteren, enzovoort. Terwijl maken de CD8 cellen de CD4 cellen die geïnfecteerd zijn kapot. Het IS
vernietigt dus zichzelf.

-Het IS herkent sommige mutanten ook niet, waardoor ze gewoon kunnen vermenigvuldigen.

-Er zijn ook mutatie waarbij het AG gepresenteerd op de MHC receptor niet als vreemd wordt
beschouwd.

Er is ook nog geen vaccin, door de mutaties die optreden. Er zijn oneindig varianten. Het virus is ook
heel lang latent aanwezig, waardoor het IS ze niet herkennen.

En hoe ga je immuniteit opwekken tegen het HIV virus? -> verzwakt of dood virus inspuiten? => het
dood virus wekt geen T-cel respons op en een verzwakt virus is nog altijd zeer gevaarlijk!

Vaccins tegen bepaalde peptiden of subeenheden van het virus -> succes bij proefdieren (resistent
tegen een bepaalde stam), maar nog onderzoek nodig + werkt even efficiënt als een dood virus

Preventie

-> het beste wat je kan doen

Homo's -> risico groep

Contact met lichaamsvocht vermijden, niet naar prostituees gaan, geen naalden delen bij injectie van
drugs, met vaste partner naar bed gaan + condoom,...

Gebruik van preventiemedicatie -> PrEP (truvada) -> medicatie dat niet geneest, maar de latente fase
verlengt
Immuuntherapie tegen kanker

Immuuntherapie-> Met betrekking tot het eigen IS dat vecht tegen de kankercellen

Kanker -> oneindig delende cellen (door mutaties, ziekte,...) die het IS als lichaamseigen beschouwen

Klassieke therapieën

-Operatie (verwijderen van tumorweefsel)

-Radiotherapie (straling)

-Chemotherapie

=> dit is niet specifiek, je maakt gezond weefsel ook kapot

=> nieuwe therapieën nodig zoals:

-Kanker stamcellen aanvallen waardoor de tumor kapot gaat

-Nanomedicijnen, nanobots -> specifieke GM tegen de tumor

-Immuuntherapie -> eigen IS inzetten om de kankercellen aan te vallen

Er zijn 4 strategieën

1. Non specific immune stimulation


Bijvoorbeeld door cytokines de APC cellen en T-cellen activeren die te vaccineren met
bacteriën
2. Adoptive cell transfer
Immuuncellen van de patiënt isoleren, genetisch manipuleren en opgroeien en weer in het
lichaam steken zodat ze de tumor aanvallen
3. Vaccination strategies
Kapotte/verzwakte virussen of tumorcellen inspuiten
4. Immune checkpoint inhibitors
Eerste signaal -> De T-cel bindt aan de MHC receptor, zodat het AG wordt herkent
Tweede signaal -> het signaal inhiberen
=> dit geeft een actiever immuunsysteem

Allergie

IgE bindt aan de mastcellen -> activeert ze en laat granules vrij die histamine en heparine bevatten.
De bloedstroom verhoogt, waardoor er meer AL en T-cellen naar de plek van infectie gaan

=> hoesten niezen, braken, ... om de pathogeen te verwijderen

Mastcellen zijn gelegen aan het lichaamsopp (rode huid bij allergische reactie, jeuk, pijn,..)

You might also like