Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 3

1.

Deze week heb ik minimaal 1x gekeken en geluisterd naar een


Nederlandstalig programma/film/liedje/video:
https://www.youtube.com/watch?v=ZeRmxoJcpUc
Deze video legt uit over hoe kerst in Nederland wordt gevierd. Ze noemen
December “de feestmaand”. Die begint met Sinterklaas op 5 december. Vooral
voor geziennen met kleine kinderen is dat het belangrijkste feest van het maand.
Daarna begint de kerstperiode. De dag na Sinterklaas gaan veel Nederlanders
op zoek naar een kerstboom. In de kerstboom hangen ze kerstballen en
kerstverlichting. Wat Nederlanders vooral doen in deze periode is kaartjes
schrijven. Die kaartjes heten kerstkaartjes. Voor de post is dit de drukste periode
van het jaar. Ze hebben dan ook aparte postzegels die heten decemberzegels.
En die zijn iets goedkoper dan normale postzegels. De avond voor Kerst 24
december noemen ze kerstavond. Dit is wel een gewone werkdag behalve als
die dag in het weekend valt. Op 25 december vieren ze Kerst met familie. Ze
geven niet zoveel cadeaus als bij Sinterklaas. Het belangrijkste is veel eten. 26
december heet de tweede kerstmis en dat is een feestdag, veel winkels zijn
gesloten. Wat er op de kerstkaart komt te staan zijn "Prettig Kerstfeest”, “ Prettige
Kerst”, “Zalig Kerstfeest”, “Prettige Feestdagen”, “Prettig Kerst & Gelukkig
Nieuwjaar”, “Het beste voor...”

2. Deze week heb ik minimaal 1 stuk gelezen:


https://www.nu.nl/binnenland/6236667/drukste-ochtendspits-van-het-jaar-door-
regen-en-ongelukken.html
Op de A27 van Breda naar Utrecht vond een ongeluk met twee auto's plaats bij
Werkendam. Dat leverde een vertraging van anderhalf uur op. Ook op de A8 bij
knooppunt Coenplein richting Amsterdam was er vertraging door een ongeluk.
Een auto belandde daar achterstevoren op de vangrail door een aanrijding met
een vrachtwagen. Op de A2 bij Zaltbommel richting Utrecht stond ook een file
van ruim een uur. Rijkswaterstaat adviseert mensen om indien mogelijk thuis te
werken of buiten de spits de weg op te gaan. Vanwege het slechte weer wordt
ook een drukke avondspits verwacht.

3. Deze week heb ik in het Nederlands een gesprek gevoerd met: mijn vrienden
van groep 14
Het ging goed want we hebben het gehad over onze favoriete film of serie. We
hebben wat over de film of serie uitgelegd. We hebben ook verteld waarom we
de film of serie goed vinden. Sommige van de films of series die mijn vrienden
leuk vinden, zijn Alice in Borderland, Jumanji, Avengers End Game, One Piece
en Enola Holmes. De mijne is een serie genaamd Manifest. Serie die het verhaal
vertelt van een gezin dat na een vakantie naar huis wil. Ze gingen aan boord van
een vliegtuig, maar toen ze in New York aankwamen, werd aangenomen dat ze
vijf en een half jaar dood waren.
Ik heb gelet op: Soms ken ik een woord in het Nederlands niet, dan moet ik het
opzoeken in het woordenboek. Maar mijn grammatica klopt.

4. Deze week heb ik nieuwe woorden opgezocht en geleerd:


aanzienlijk = groot
capituleren = opgeven; niet langer weerstand bieden
efficiënt = doelmatig; nuttig effect hebbend
graadmeter = middel om de mate van iets te bepalen; maatstaf
ideologie = de ideeën achter een politiek systeem
kansarm = weinig kansen krijgend
miskennen = onderwaarderen; niet op de juiste waarde schatten

5. Deze week was dit een eye-opener 👀 voor mij:

Ik heb over “wel” geleerd.


Wel is het positieve deel van een contrast. Het staat altijd tegenover iets
negatiefs.

Voorbeelden:
Ik geloof niet in de kerstman, maar wel in Sinterklaas.
Ze eet geen fruit, maar neemt wel vitaminepillen.
Hou je niet van honden? - Nee, maar wel van katten.
Heb je niet gekookt vandaag? - Wat? Ik heb wel gekookt!
Ik wil wel trouwen, maar geen kinderen.
Ik weet niet waar dat café is. - Ik wel.
Ik ben bang voor muizen, maar ik hou wel van hamsters.
Het kan niet. - Het kan wel!
Veel van deze zinnen zijn ook mogelijk zonder wel...
maar de zinnen worden vaak langer omdat het positieve deel een werkwoord
(verbum) nodig heeft:
Voorbeelden:
Ik geloof niet in de kerstman, maar wel ik geloof in Sinterklaas.
Ze eet geen fruit, maar neemt wel vitaminepillen.
Hou je niet van honden? - Nee, maar wel ik hou van katten.
Ik wil wel trouwen, maar geen kinderen.
Ik ben bang voor muizen, maar ik hou wel van hamsters.
Met wel is het contrast groter.

Bij grote contrasten of korte zinnen moet je wel gebruiken:


Voorbeelden:
Heb je niet gekookt vandaag? - Wat? Ik heb wel gekookt!
Het kan niet. - Het kan wel!
Ik weet niet waar dat café is. - Ik wel.

You might also like