Stage Verslag APK 2022

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 39

APK/DIERVERZORGING STAGE

Algemeen verslag + opdrachten


gezondheidsleer en huisvesting.
Niveau 4

2021 / 2022

StbNIV4_21
APK STAGE STBNIV4_21
2
BPV ASIEL, PENSION, KENNEL, DIERVERZORGING.

RICHTLIJNEN VERSLAG BPV

In het algemene verslag is het de bedoeling dat je een algemeen beeld schetst
van het bedrijf waar je stage loopt. Aanvullend volgen dan de opdrachten. Als
je deze periode naar 2 bedrijven gaat moet je ook 2 verslagen inleveren,
inclusief lijsten. De opdrachten maak je één keer. Lever je verslag
digitaal in.

- Zorg voor de juiste spelling en woordgebruik, dus geen spreektaal


- Denk aan komma’s punten enz.
- Maak de zinnen volledig, dus geen telegramstijl.
- Laat iemand anders het verslag (kladversie) vooraf doorlezen
- Het gebruik van bronnen zoals boeken, internet en tijdschriften is
toegestaan, maar gebruik die tekst als informatie en schrijf daarmee je
eigen tekst, geef daarbij de bron aan die je hebt gebruikt. Anders spreken
we van plagiaat en wordt het verslag afgekeurd.
- Gebruik foto’s/illustraties die passen bij de tekst en waarmee je iets
duidelijk wilt maken.
- Niet-zelfgemaakt materiaal hoort in de bijlagen.
- Iedere student schrijft haar/zijn eigen verslag, ook als je op hetzelfde
bedrijf zit en van de praktijkopleider dezelfde informatie ontvangt. De
mentor kan het verslag checken op plagiaat.
- Controleer aan het eind aan de hand van de checklist of je verslag
compleet is: voorblad, titelpagina, inhoudsopgave, bijlagen, bladzijde
nummering enz. Hieronder worden deze onderwerpen toegelicht.
- Laat je verslag op inhoud controleren door de praktijkopleider en
ondertekenen.

APK STAGE STBNIV4_21


3
Stel je algemene verslag op met de volgende onderdelen:

1. Voorblad: Zet hierop de titel, je naam, je klas, de naam van je bezoeker.


Maak er iets origineels van!!!

2. Titelpagina: Titel, je naam en de klas, bezoeker, plaats en datum,


stageperiode.

3. Voorwoord: Geef hierin aan waarom je een verslag hebt geschreven.


Daarnaast kun je de mensen bedanken voor de begeleiding tijdens jouw
stage.

4. Inhoudsopgave: Geef aan uit welke onderdelen dit verslag bestaat. Geef
de nummering van de bladzijden aan. De bijlage(n) geef je een aparte
nummering, in Romeinse cijfers (I, II, III, etc.)

5. Inleiding: Geef in dit onderdeel aan:

a. Waarom je op dit bedrijf wil(de) stagelopen, en


b. Wat je op dit bedrijf wil(de) leren.
c. Vertel ook - kort - wat de lezer in het verslag kan vinden.

6. Kern: In dit onderdeel zit het ‘echte’ verslag: per onderwerp begin je een
nieuwe pagina. Bespreek in je algemene verslag de volgende
onderwerpen:
 De ontstaansgeschiedenis van het bedrijf.
 Een beschrijving van het dierenbestand met daarbij het
ras/kruising. Als je dierenbestand veel wisselt, beschrijf dan het
bestand op een bepaalde dag.
 Beschrijf per diersoort de voeding: voersoorten, hoeveelheden en
hoe vaak enz. Licht de verschillende keuzes toe.
 Beschrijf ook de watervoorziening van de dieren: hoe, hoe vaak,
hoe vaak ververst, hoe schoongemaakt enz. Licht de
verschillende keuzes toe.

APK STAGE STBNIV4_21


4
 Waar let je op bij de dagelijkse controle van de dieren? Welke
bijzonderheden ben je tegengekomen? Welke acties heb je
ondernomen?
 Een lijst met medewerkers, waarbij je vermeldt hoeveel uren per
week ze werken, wat hun taken/specialismen zijn, welke opleiding
ze hebben gedaan.
 De dagelijkse werkzaamheden en jouw werk daarbij.
 De periodieke werkzaamheden
 Welke PR activiteiten onderneemt dit bedrijf?
 Voeg de uitwerking van de opdracht huisvesting en gezondheidsleer
toe.

7. Conclusie/slot/samenvatting: In dit onderdeel vertel je hoe deze


stageperiode je bevallen is, en geef je aan welke leerdoelen je wel en niet
bereikt hebt. Misschien heb je ook aanbevelingen hoe dingen beter
kunnen.

8. Bijlagen: In dit onderdeel zet je de volgende zaken (in Romeinse cijfers


nummeren, zie boven):
o De gespreksopdrachten. (3 voor een korte, en 4 voor een langere
stageperiode)
o Je burgerschapscompetentielijst.
o Je beroepsvaardighedenlijst.

9. Checklist: Pak nu je checklist erbij, controleer je verslag door de lijst


vooraan af te vinken. Voeg de afgevinkte lijst toe aan je verslag.

10. Gespreksopdrachten

11. Beroepsvaardigheden lijst, Burgerschapscompetenties lijst,


Urenlijst met beoordeling POL: Lever ze apart in op Its learning.

APK STAGE STBNIV4_21


5
Schrijven verslag – checklist
protocol schrijven rapport deelnemer en groep: opdracht:
docent: datum:

B2 Kan vanuit een vraagstelling een werkstuk of rapport schrijven waarbij een argument wordt
uitgewerkt en daarbij redenen aangeven voor of tegen een bepaalde mening, en de voor- en
nadelen van verschillende keuzes uitleggen.
Kan informatie uit een aantal bronnen samenvatten.

! Checklist moet zelf door student worden ingevuld (afgevinkt) en bij het verslag worden gevoegd.
Géén formulier is géén beoordeling.

! Onderdelen met een * aangegeven mogen niet onvoldoende zijn!. Het verslag moet op alle
onvoldoende onderdelen worden verbeterd en opnieuw met oude versie worden ingeleverd.

O V
1. Verslag/rapport
0 * is ingebonden

2. Voorblad
0 aantrekkelijke layout (foto, illustratie)
0 auteur(s) (alfabetisch

3. Titelpagina
0 titel is specifiek
0 ondertitel is duidelijk
0 auteur(s) (alfabetisch)
0 plaats, datum
0 opdrachtgever

4. Voorwoord
0 bevat aanleiding tot het schrijven van het verslag
0 bedankjes

5. Inhoudsopgave
0 *alle onderdelen van het verslag (paragrafen, subparagrafen)
zijn vermeld en genummerd
0 *paginaverwijzing is correct
0 inhoudsopgave is overzichtelijk

6. Samenvatting (indien van toepassing)


0 samenvatting is verkorte versie van gehele verslag/opdracht
0 samenvatting is gestructureerd (inleiding, kern, slot, alinea-
indeling, subkopjes, signaalwoorden)
0 samenvatting is zakelijk geschreven

7. Inleiding
0 *inleiding nodigt uit tot lezen (blikvanger)
0 *probleemstelling/ onderzoeksvraag is duidelijk en specifiek

APK STAGE STBNIV4_21


6
0 *doelstelling is duidelijk en specifiek
0 *methode informatievergaring/ aanpak onderzoek is vermeld
0 *opbouw verslag (korte inhoud per hoofdstuk) wordt
aangegeven

8. Kern: opbouw hoofdstukken, paragrafen


0 *hoofdstukken, paragrafen en subparagrafen zijn
genummerd en duidelijk verschillend in opmaak
0 hoofdstukken en (sub)paragrafen hebben passende titel
0 hoofdstuk beslaat minimaal 2 pagina’s
0 nieuw hoofdstuk begint op nieuwe pagina
0 *hoofdstukken worden duidelijk ingeleid
0 nieuwe alinea wordt duidelijk weergeven met witregel
0 zinnen lopen door (geen enter binnen alinea)
0 *figuren en tabellen zijn (door)genummerd
0 *figuren en tabellen hebben passende titel
0 *in tekst wordt verwezen naar figuren/tabellen
0 *pagina’s zijn genummerd en hebben aantrekkelijke opmaak
0 *hoofdstukken bevatten geen plagiaat (zie toelichting
verderop)

9. Nederlands taalgebruik
0 *grammatica/spelling volgens criterium
0 geschikt vocabulaire is gebruikt (geen jargon)
0 juiste interpunctie is toegepast
0 *verslag bevat geen spreektaal, is zakelijk geschreven
0 *hoofdstukken (de kern) bevatten WEINIG TOT GEEN
persoonlijke voornaamwoorden
0 *zinnen zijn volledig, geen telegramstijl

10.Conclusie/Advies
0 *conclusie/advies is gebaseerd op argumentatie uit
hoofdstukken
0 kort en bondig
0 bevat geen nieuwe informatie

11. Literatuurlijst
0 *literatuurlijst is opgesteld volgens officiële richtlijnen
0 *literatuurlijst is volledig (alle bronnen worden vermeld)

12. Bijlagen
0 *bijlagen zijn genummerd
0 *bijlagen hebben passende titel
0 *in de kern wordt naar elke bijlage specifiek verwezen
0 bijlage bevat geen eigen analyse (eigen woorden)

13. Bronnen
0 *alle bronnen die in literatuurlijst zijn opgenomen, worden in
tekst vermeld d.m.v. noten, citaten en voetnoten
0 *citaten zijn niet langer dan 3 zinnen

APK STAGE STBNIV4_21


7
Beroepsvaardigheden niveau 3/4
Asiel, pension, kennel.

Toelichting

1) Aan een eerlijke beoordeling heeft de stagiair(e) het meest. Hij/zij leert daardoor
beter de sterke en zwakke punten bij zichzelf onderkennen. De komende tijd kan dan
bewust gewerkt worden aan verbeteringen. De stagiair(e) komt door een eerlijke
beoordeling altijd sterker uit de stageperiode.

2) Plan samen met de POL (praktijkopleider) voor iedere week een aantal
beroepsvaardigheden die je in die week gaat oefenen.

3) Plan voor iedere week nieuwe beroepsvaardigheden. Beroepsvaardigheden die nog


moeten worden verbeterd, kun je ook opnieuw plannen. In dat geval kunnen er 2
nummers onder ‘weeknr’. ingevuld worden.

4) Bespreek aan het eind van de week met de POL de beroepsvaardigheden en laat de
beroepsvaardigheden aftekenen met een paraaf onder het kopje ‘beheersniveau’; dit
wil zeggen niet met een kruisje.
Als je een handeling wel gedaan hebt, maar nog niet beheerst, komt de paraaf onder
‘Niet’ te staan. Later in de stage kan de betreffende handeling wellicht wel op het
gewenste beheersniveau afgetekend worden. Beroepsvaardigheden die nog niet zijn
gedaan, hoeven dus nog niet te worden afgetekend.
Vaardigheden welke niet uitgevoerd kunnen worden op het bedrijf, dienen
geparafeerd te worden onder N.V.T.! Leerlingen die in een dierenpension werken,
scoren minder punten omdat bepaalde werkzaamheden nooit voorkomen. (o.a.
voortplanting en geboortezorg).

5) De vetgedrukte beroepsvaardigheden zijn verplicht en moeten zoveel mogelijk


zelfstandig worden uitgevoerd, tenzij ze niet kunnen worden uitgevoerd of niet
van toepassing zijn.

6) De lijst bevat 100 vaardigheden. De parafen leveren punten op: Niet=0 punten;
Onder begeleiding=1 punt; Zelfstandig=2 punten.

7) Voor een voldoende moet je minimaal 90 punten scoren.

Naam stagiair(e): Klas:

Naam praktijkopleider: Periode: t/m

Naam bedrijf: Paraaf praktijkopleider:

(Dient ter controle van het aftekenen van de vaardigheden)

OPMERKINGEN PRAKTIJKOPLEIDER Datum Handtekening

APK STAGE STBNIV4_21


8
Handeling Weeknr Beheersniveau
Niet Onder Zelfstan
N.V.T begelei- -dig
. ding

Kerntaak
Voert dagelijkse zorg uit
Werkproces: draagt zorg voor water- en voedselvoorziening dieren

Voerschema’s lezen

Juiste voerhoeveelheden afmeten

Juiste voerhoeveelheden verstrekken

Voeropname controleren

Aanwezige voersoorten herkennen

Water verstrekken

Wateropname controleren

Afwijkingen aan voer herkennen

Afwijkingen als gevolg van voeropname


vaststellen

Rantsoenen samenstellen

Informatie over voeding verstrekken

Werkproces: draagt zorg voor stalling en vervoer van dieren

Dierenverblijven schoonmaken en ontsmetten

Dierenverblijven inrichten

Dieren afzonderen

Dieren in quarantaine plaatsen

Ongedierte signaleren

Maatregelen nemen om ongedierte te


voorkomen

Assisteren bij ongediertebestrijding

Assisteren bij transport van dieren

Werkproces: draagt zorg voor gezondheid en welzijn van dieren

Aanwezige soorten en rassen herkennen

Verzorgingswerkzaamheden volgens aanwijzing


uitvoeren

Een verzorgingslijst lezen en uitvoeren

Verzorgingswerkzaamheden vaststellen

Gezondheid van dieren beschrijven en


afwijkingen in de gezondheid signaleren

Eenvoudige gezondheidshandelingen uitvoeren

Observeren gedrag, urinelozing, ontlasting,


eetlust

APK STAGE STBNIV4_21


9
Handeling Weeknr Beheersniveau
Niet Onder Zelfstan
N.V.T begelei- -dig
. ding

Onderzoeken van slijmvliezen, pols, ademhaling,


reflexen

Temperatuur opnemen

Urine opvangen

Kap of kraag omdoen


Welzijn van aanwezige dieren beoordelen

Gedragsverrijking bij dieren stimuleren

Zieke dieren signaleren

Zieke dieren volgens aanwijzing verzorgen

Vacht en huid van aanwezige dieren verzorgen

Klauwen en nagels van aanwezige dieren verzorgen

Langharige kat of hond correct ontklitten

Oren reinigen en behandelen

Specialist of deskundige assisteren

Medicijnen volgens voorschriften ingeven

Klanten voorlichten over verzorging

Werkproces: hanteert dieren

De aanwezige dieren hanteren

Aanwezige dieren intern verplaatsen

Dieren afdoende fixeren voor het inbrengen van


medicijnen

Dwangmiddelen op de juiste manier gebruiken

Werkproces: registreert en rapporteert

Verzorgingswerkzaamheden registreren

Bijhouden gegevens dierenbestand

Productie gegevens bijhouden

Stamboek gegevens bijhouden

Reserveringen inschrijven

Klantgegevens inschrijven

Voorraadadministratie bijhouden

Kasgegevens administratief verwerken

Klachten aanhoren en rapporteren

APK STAGE STBNIV4_21


10
Handeling Weeknr Beheersniveau
Niet Onder Zelfstan
N.V.T begelei- -dig
. ding

Werkproces: reinigt en ontsmet

Dierenruimten, materialen, apparatuur en


vervoermiddelen reinigen

Dierenruimten, materialen, apparatuur en


vervoermiddelen ontsmetten

Door derden uitgevoerde reiniging en ontsmetting


controleren

Regels voor persoonlijke hygiëne naleven

Klanten over hygiënische maatregelen informeren

Dode dieren op de juiste manier afvoeren

Kerntaak
Begeleid voortplanting
Werkproces: organiseert en bewaakt fokprogramma

Geslacht bepalen

Krolsheid en/of loopsheid herkennen

Dekkingstijdstip vaststellen

Fokmateriaal selecteren

Dekplanning regelen en maatregelen nemen

Natuurlijke dekking begeleiden

Drachtigheid vaststellen

Werkproces: organiseert en bewaakt productiecondities

Geboorteomgeving inrichten

Een specialist inschakelen

Bij geboorte assisteren

Moeder en jong verzorgen

Kerntaak
Werkprocessen vastgesteld door Aeres MBO Barneveld
Werkproces: goederenbeheer

Voorraad controleren op hoeveelheid en


kwaliteit

Voorraad vaststellen voor een bepaalde periode

Voorraad bestellen

Binnenkomende goederen controleren op


gebreken en manco’s

APK STAGE STBNIV4_21


11
Handeling Weeknr Beheersniveau
Niet Onder Zelfstan
N.V.T begelei- -dig
. ding

Werkproces: arbo

Gevaarlijke situaties voor klanten en personeel


onderkennen en voorkomen

Lasten goed optillen (gebogen knieën en rechte


rug, dicht tegen het lichaam aan enz.)

Zoveel mogelijk hulpmiddelen gebruiken, op de


juiste manier hanteren

Taken waarbij veel getild moet worden afwisselen met


andere taken

Veiligheids- en gezondheidsmaatregelen
toepassen

Schoonmaakmiddelen en ontsmettingsmiddelen
op de juiste manier gebruiken

Voorlichting geven over arbeidsomstandigheden

Werkproces: kassa

De artikelen/diensten op de juiste wijze aanslaan

(Elektronische) betaalmogelijkheden aannemen en


controleren

Wisselgeld (zuinig!) teruggeven

De klanten voorlichten over betalingsmogelijkheden

Gebruiksklaar maken van de kassa

De geldlade tellen

De betaalmiddelen afromen

De dagopbrengst controleren

De kas opmaken

BTW-bon uitschrijven

Werkproces: overig

Föhnen

Trimmen

Dieren trainen

Bijwonen plaatsingsgesprekken

Bijwonen afstandsgesprekken

Klanten correct te woord staan aan de telefoon

Klanten ontvangen en doorverwijzen

Klachten afhandelen

APK STAGE STBNIV4_21


12
Burgerschapscompetenties
opleiding dierverzorging

Naam: Klas:

BPV periode van: Tot:

Tussentijdse Eind
Beoordeel ieder onderdeel met een cijfer 1 t/m 10
evaluatie evaluatie
Datum: Datum:
1. Beslissen en activiteiten initiëren

De student neemt initiatief, pakt werk aan

De student neemt op tijd de nodige beslissingen omtrent de


verzorging van de dieren
2. Aandacht en begrip tonen

De student toont betrokkenheid bij de klant

De student heeft oog voor het welzijn van de dieren


3. Samenwerken en overleggen

De student overlegt tijdig en regelmatig over zijn/haar


werkzaamheden

De student werkt goed samen met anderen, is collegiaal

De student werkt goed samen met leidinggevenden,


neemt opdrachten aan en aanvaardt gezag
4. Ethisch en integer handelen

De student werkt in lijn met de geldende ethische normen en


waarden
5. Relaties opbouwen en netwerken

De student is beleefd en attent

De student is flexibel, past zich gemakkelijk aan


6. Presenteren

De student benadert klanten / bezoekers respectvol

De student houdt rekening met de geldende voorschriften


voor kleding en uiterlijke verzorging

APK STAGE STBNIV4_21


13
Burgerschapscompetenties
opleiding dierverzorging

Tussentijdse Eind
Beoordeel ieder onderdeel met een cijfer 1 t/m 10
evaluatie evaluatie
Datum: Datum:
7. Formuleren en rapporteren

De student rapporteert volledig en nauwkeurig

De student registreert werkzaamheden nauwkeurig


8. Vakdeskundigheid toepassen

De student toont inzicht

De student is in staat (indien nodig) dieren vaardig te


hanteren
9. Materialen en middelen inzetten

De student gebruikt de juiste materialen en middelen

De student verspilt geen materialen en middelen

De student voert restmateriaal veilig af


10. Analyseren

De student trekt conclusies uit gegevens


11. Plannen en organiseren

De student kan prioriteiten stellen met betrekking tot


werkzaamheden
12. Leren

De student is leergierig
13. Klantgerichtheid

De student is klant / bezoekers vriendelijk


14. Zelfmanagement

De student werkt ordelijk en systematisch

De student werkt zorgvuldig

APK STAGE STBNIV4_21


14
Burgerschapscompetenties
opleiding dierverzorging

Tussentijdse Eind
Beoordeel ieder onderdeel met een cijfer 1 t/m 10
evaluatie evaluatie
Datum: Datum:
15. Instructies en procedures opvolgen

De student werkt volgens de huisregels van het bedrijf

De student volgt instructies op

De student werkt volgens voorgeschreven procedures,


veiligheidsvoorschriften en wettelijke richtlijnen
16. Bedrijfsmatig handelen

De student blijft rustig bij onvoorziene omstandigheden

Opmerkingen van de praktijkopleider

APK STAGE STBNIV4_21


15
APK STAGE STBNIV4_21
16
Naam: Klas:

Presentie en Beoordeling Stage


opleiding dierverzorging
per week een handtekening voor gemaakte uren (*
Wee Datum Aantal Handtekening Handtekening
k (van / tot) uren deelnemer praktijkopleider
nr.
…. / …. / 20….
1 t/m
…. / …. / 20….
…. / …. / 20….
2 t/m
…. / …. / 20….
…. / …. / 20….
3 t/m
…. / …. / 20….
…. / …. / 20….
4 t/m
…. / …. / 20….
…. / …. / 20….
5 t/m
…. / …. / 20….
…. / …. / 20….
6 t/m
…. / …. / 20….
…. / …. / 20….
7 t/m
…. / …. / 20….
…. / …. / 20….
8 t/m
…. / …. / 20….
Totaal aantal uren:
(* Bij meer weken dit extra toevoegen en bij totaal optellen
Beoordeling stage:
Naam
Bedrijf:
praktijkopleider:

Eind
O V G
beoordeling: Opmerkingen:
Onvol- Vol- Goed
(omcirkelen)
doende doende

Handtekening
Datum:
POL.:
APK STAGE STBNIV4_21
17
APK STAGE STBNIV4_21
18
Gespreksopdrachten

Het is de bedoeling dat je tijdens iedere BPV–periode minimaal 3 of 4


gesprekken hebt met je Praktijkopleider, meer mag natuurlijk ook.
Voorafgaand aan elk gesprek stel je in overleg met je Praktijkopleider een
agenda op. Zorg dat je deze in tweevoud getypt meeneemt naar de gesprekken.
Deze gesprekken duren ca. 30 minuten.

Van elk gesprek maak je een getypt verslag (één A4). Dit verslag laat je dateren
en ondertekenen door je Praktijkopleider.
Het gesprek werk je steeds volgens het aangegeven model uit (zie hiervoor de
volgende bladzijden).

De uitgewerkte gesprekken moet je samen met het verslag, de


burgerschapscompetentie- en beroepsvaardighedenlijst inleveren, dus
na afloop van iedere BPV-periode.

APK STAGE STBNIV4_21


19
Gespreksopdracht 1

Tijdstip: Eerste week van de BPV (bij voorkeur de eerste werkdag)

Je bent nu net op je BPV adres en je wilt misschien nog wel het één en ander
weten van het bedrijf waar je de komende weken gaat werken en leren. Dit
gesprek is een goed moment om jouw vragen te stellen. Het is daarom
belangrijk dat je het goed voorbereidt. Behandel in ieder geval de vragen die in
het protocol zijn gegeven. Vergeet daarbij niet de vragen die je zelf ook nog
hebt.

Om alles goed te laten verlopen is het belangrijk dat je een afspraak maakt met
je Praktijkopleider. Je kunt de agenda met de gespreksonderwerpen vooraf
geven. De duur van dit gesprek is circa 30 minuten.
Maak een verslag naar aanleiding van onderstaand protocol. Laat het getypte
verslag -maximaal 3 dagen na het gesprek - dateren en ondertekenen door je
Praktijkopleider. Zorg in ieder geval dat dit eerste verslag klaar is als de
BPV docent op bezoek komt.

VOORBEELD
Datum :
Aanwezigen :
Agendapunten:
 huisregels (werktijden, kleding, afwezigheid door ziekte, etc.)
 werkzaamheden gedurende de eerste weken en verantwoordelijkheden
 begeleider tijdens de werkzaamheden
 doornemen Burgerschapscompetentielijst (2 competenties uitkiezen waar je
de komende weken aan gaat werken)
 doornemen Beroepsvaardighedenlijst (prioriteiten stellen)
 post vanuit school (die je aan de Praktijkopleider moet geven)
 .................
 Wanneer is het volgende gesprek?

Weergave van het gesprek


 wat is er besproken?
 welke afspraken zijn gemaakt?

Leerdoelen
 aan welke twee Burgerschapscompetenties wil je de komende weken in ieder
geval aandacht besteden?
 aan welke vier Beroepsvaardigheden wil je de komende weken in ieder geval
werken?

Ondertekening
Datum
Handtekening student

Handtekening Praktijkopleider

APK STAGE STBNIV4_21


20
APK STAGE STBNIV4_21
21
Gespreksopdracht 2

Tijdstip: Eind derde week van de BPV- periode

Je bent nu drie weken op je BPV-adres. Bereid dit gesprek goed voor en maak
weer een getypte agenda. Geef de agenda tijdig aan je Praktijkopleider. Dit geeft
hem ook de gelegenheid om over de onderwerpen na te denken. Mogelijk heeft
hij zelf ook nog punten die hij wil bespreken. Je kan dan de agenda nog
bijstellen.

Laat het getypte verslag -maximaal 3 dagen na het gesprek - dateren en


ondertekenen door je Praktijkopleider.

VOORBEELD
Datum :
Aanwezigen :

Agendapunten:
 terugblik op de eerste weken, wat ging goed, wat kan beter
 welke Beroepsvaardigheden beheers je al en op welk niveau
 bespreek de Beroepsvaardigheden (nog niet aftekenen)
 aftekenen Burgerschapscompetentielijst (tussentijdse evaluatie 1);
 leerdoelen die je naar aanleiding van het eerste gesprek hebt geformuleerd,
bespreken (was het voor je Praktijkopleider merkbaar dat je er aan hebt
gewerkt, welke gingen goed, welke kunnen nog beter?)
 .................
 volgend gesprek afspreken

Weergave van het gesprek


 wat is er besproken?
 welke afspraken zijn gemaakt?

Leerdoelen
 aan welke twee Burgerschapscompetenties wil je de komende weken in ieder
geval aandacht besteden?
 aan welke vier Beroepsvaardigheden wil je de komende weken in ieder geval
werken?

Volgende gesprek
Wanneer is het volgende gesprek?

Ondertekening
Datum
Handtekening student

Handtekening Praktijkopleider

APK STAGE STBNIV4_21


22
APK STAGE STBNIV4_21
23
Gespreksopdracht 3

Tijdstip: zesde week van de BPV

Je bent nu ruim vijf weken op je BPV adres. Tijd om alvast enige


Beroepsvaardigheden af te laten tekenen. Kijk ook nog eens naar de
Burgerschapscompetentielijst (nog niet aftekenen). Vraag om tips om bepaalde
zaken te verbeteren.
Maak een agenda en neem in ieder geval weer 30 minuten de tijd voor dit
gesprek.

VOORBEELD
Datum :
Aanwezigen :

Agendapunten:

 terugblik op de eerste weken, wat ging goed, wat kan beter


 welke Beroepsvaardigheden beheers je al en op welk niveau
 bespreek de vaardigheden (nog niet aftekenen)
 leerdoelen die je naar aanleiding van het eerste gesprek hebt geformuleerd
bespreken (was het voor je Praktijkopleider merkbaar dat je er aan hebt
gewerkt, welke gingen goed, welke kunnen nog beter?)
 .................
 volgende gesprek afspreken

Weergave van het gesprek

 wat is er besproken?
 welke afspraken zijn gemaakt?

Leerdoelen

 aan welke twee Burgerschapscompetenties wil je de komende weken in ieder


geval aandacht besteden?
 aan welke vier Beroepsvaardigheden wil je de komende weken in ieder geval
werken?

Volgende gesprek

Wanneer is het volgende gesprek?

Ondertekening
Datum
Handtekening student

Handtekening Praktijkopleider

APK STAGE STBNIV4_21


24
APK STAGE STBNIV4_21
25
Gespreksopdracht 4

Tijdstip: Laatste week van de BPV

Je bent nu aan het eind van je BPV periode. Tijd om de balans op te maken. Laat
de Eindevaluatie van de Burgerschapscompetentielijst aftekenen. Vraag om een
toelichting en tips voor verbetering. Laat ook je Beroepsvaardighedenlijst
aftekenen. Verder is het natuurlijk belangrijk dat je terugblikt op de afgelopen
periode.

Maak vooraf weer een getypte agenda, eventueel in overleg met je


Praktijkopleider. Neem voor dit gesprek in ieder geval 45 minuten de tijd,
mogelijk duurt het door het aftekenen van de lijsten iets langer.

Laat het getypte verslag -maximaal 3 dagen na het gesprek - dateren en


ondertekenen door je Praktijkopleider.

VOORBEELD
Datum :
Aanwezigen :
Agendapunten:
 terugblik op de afgelopen weken, wat ging goed, wat kan beter
 terugblik op de gehele periode
 aftekenen Beroepsvaardighedenlijst
 aftekenen Burgerschapscompetentielijst
 leerdoelen die je n.a.v. het derde gesprek hebt geformuleerd
 Burgerschapscompetenties waar je een volgende BPV-periode aan wil gaan
werken
 Beroepsvaardigheden waar je in een andere BPV-periode nog aan zou
kunnen werken
 .................
Weergave van het gesprek

 wat is er besproken?
 welke afspraken zijn gemaakt?

Leerdoelen

 aan welke Burgerschapscompetenties wil je een volgende BPV-periode in


ieder geval aandacht besteden?
 aan welke Beroepsvaardigheden wil je een volgende BPV-periode in ieder
geval gaan werken?

Ondertekening
Datum
Handtekening student

Handtekening Praktijkopleider

APK STAGE STBNIV4_21


26
APK STAGE STBNIV4_21
27
APK/DIERVERZORGING STAGE

Opdracht Gezondheidsleer
Niveau 4
2021 / 2022

APK STAGE STBNIV4_21


28
Gezondheidsleer

OPDRACHT 1 DE ERNST VAN VERWONDINGEN INSCHATTEN

Uitwerking opdracht 1
Op elk bedrijf waar met dieren wordt gewerkt, komen af en toe verwondingen
voor.
 Maak een overzicht van 2 verwondingen die je tijdens je BPV-periode tegen
komt. Beschrijf hierbij de diersoort en de oorzaak van de verwonding. Geef
vervolgens aan of je de verwonding ernstig vindt en omschrijf duidelijk
waarom je de verwonding zo inschat.
 Beschrijf uitgebreid of en hoe deze verwonding wordt behandeld en waarom
er voor deze behandeling wordt gekozen.
 Maak duidelijke foto’s van de 2 hierboven genoemde verwondingen en voeg
deze toe aan je verslag.
 Als je tijdens je stage geen verwondingen bij een dier hebt gezien, overleg
dan met je praktijkopleider welke verwondingen er regelmatig voorkomen en
beschrijf deze.

OPDRACHT 2 VERGIFTIGINGEN

Uitwerking opdracht 2 (+/- 1 A-4)


Ieder dier kan te maken krijgen met vergiftigingen.
 Bedenk twee (reële) manieren waarop een dier op jouw BPV-bedrijf een
vergiftiging zou kunnen oplopen. Denk hierbij aan mogelijke vergiftigingen via
voedsel, water, huisvesting enz. Noem de giftige stof.
 Beschrijf vervolgens alle maatregelen die je zou kunnen nemen (of die al
genomen zijn) om vergiftigingen te voorkomen.

APK STAGE STBNIV4_21


29
OPDRACHT 3 ZIEKTEN HERKENNEN

Uitwerking opdracht 3
 Noem de top 3 van ziektesymptomen op jouw BPV-bedrijf (bijvoorbeeld
hoesten).
 Beschrijf van deze symptomen de oorzaak, het ziekteverloop en de
behandeling. Welke preventieve maatregelen neemt jouw BPV-bedrijf om te
voorkomen dat meerdere dieren ziek worden.

OPDRACHT 4 VACCINATIES

Uitwerking opdracht 4
 Beschrijf de eisen van jouw BPV-bedrijf omtrent vaccinaties bij de dieren.
Tegen welke ziekten worden ze gevaccineerd? Hoeveel dagen voordat de
dieren op het BPV-bedrijf komen moet dit gebeuren?
 Inventariseer de vaccinaties(boekjes) van 4 dieren. Geef allereerst een
beschrijving van het dier. Bekijk vervolgens welke vaccinaties ze hebben
gekregen.
 Noteer op welke leeftijd de vaccinaties zijn gegeven en hoeveel tijd er tussen
de vaccinaties heeft gezeten.
 Geef je eigen mening over het vaccinatiebeleid op jouw BPV-bedrijf.

OPDRACHT 5 ONTWORMEN

Uitwerking opdracht 5
Vanwege de gezondheid van mens en dier is het belangrijk om dieren regelmatig
te ontwormen.
 Inventariseer welke dieren er worden ontwormd op jouw BPV-bedrijf, en met
welke regelmaat dit gebeurt.
 Zoek uit welke ontwormingsmiddelen hiervoor gebruikt worden:
productnaam, actieve stof en dosering en waarom het BPV bedrijf voor dit
middel heeft gekozen.
 Tegen welke wormen zijn deze middelen werkzaam?
 Geef je eigen mening over het ontwormingsbeleid op jouw BPV-bedrijf.

APK STAGE STBNIV4_21


30
OPDRACHT 6 ECTOPARASIETEN

Uitwerking opdracht 6
Vrijwel elk dier krijgt wel eens te maken met ectoparasieten.
 Huidschimmel, vlooien en teken etc. komen regelmatig voor bij dieren.
 Beschrijf van alle drie aandoeningen de oorzaak, de besmettingsweg,
symptomen, behandeling en preventieve maatregelen.
 Inventariseer met welke ectoparasieten jouw BPV-bedrijf te maken heeft, of
te maken heeft gehad in het verleden. Beschrijf ook met welk middel ze de
dieren dan behandelen en waarom ze voor dit middel kiezen.

OPDRACHT 7 ZOÖNOSES

Uitwerking opdracht 7
Hieronder volgt een (niet volledige) lijst van bekende zoönoses.
 Geef van elke zoönose aan of het kan voorkomen op jouw BPV-bedrijf. Geef
ook uitleg van de ziekte als het niet op jouw bedrijf kan voorkomen. Maak
gebruik van je lesbundel Verzorgen, maar schrijf je antwoord wel in eigen
woorden.
 Beschrijf bij spoelworm en tetanus de oorzaak, besmettingsweg en
symptomen. Geef bovendien duidelijk aan met welke preventieve
maatregelen je het risico op besmetting van jezelf zoveel mogelijk kunt
verkleinen.
 Wormen (spoel, lint) eitjes/larven
 Tetanus

Evaluatie-opdracht

Schrijf kort op wat je van deze opdrachten vond. Welke opdrachten leverden
moeilijkheden op? Welke problemen? Welke opdrachten waren te makkelijk? Hoe
kunnen de opdrachten worden verbeterd?

APK STAGE STBNIV4_21


31
APK/DIERVERZORGING STAGE

Opdracht Huisvesting
Niveau 4
2021 / 2022

APK STAGE STBNIV4_21


32
Huisvesting

Inleiding
In deze opdracht ga je op je stagebedrijf kijken naar het gebouw waarin de
dierenverblijven gevestigd zijn. Je kijkt onder andere naar de zwakke en sterke
punten van het gebouw. Probeer te achterhalen met welke zaken bij de bouw
van deze gebouwen allemaal is rekening gehouden. Ook let je op het welzijn van
de dieren en let je op je werkhouding via ergonomie.

ZORG DAT JE OVERAL TOELICHTING EN UITLEG GEEFT!

Let op: de vragen die gearceerd zijn (zoals deze zin) moet je met je
praktijkopleider bespreken!

Doelen
Na het doorwerken van deze opdracht weet je:
 welke eisen aan een dierenverblijf zijn gesteld;
 of de inrichting van het dierenverblijf volgens richtlijnen is gebouwd;
 voor welke vorm van ventilatie en isolatie men heeft gekozen;
 hoe de verblijven worden verwarmd en verlicht;
 welke materialen men voor de verblijven heeft gebruikt;
 of het welzijn van de dieren voldoende aandacht krijgt;
 hoe het met de ergonomische omstandigheden op jouw stagebedrijf
gesteld is.

APK STAGE STBNIV4_21


33
OPDRACHT 1 EISEN AAN HET VERBLIJF

Inleiding
De wijze waarop dieren gehuisvest worden is van veel situaties afhankelijk,
hierbij kun je denken aan de volgende zaken:

1. Welke eisen stel je als eigenaar?


- hygiëne
- overzicht
- arbeid
- kosten enz.
- enz.

2. Welke eisen stelt het dier?


- ruimte/beweging
- temperatuur
- licht
- gezelschap
- enz.

3. Welke eisen stelt de verzorger?


- het werk moet niet te tijdrovend zijn
- het werk moet niet te ingewikkeld zijn
- het werk mag niet te zwaar zijn voor de rug en de knieën
- het werk mag niet onveilig zijn
- enz.

4. Welke eisen stelt het publiek?


- kan ik de dieren goed zien?
- kan ik de dieren aanraken?
- stinkt het niet?
- is het veilig, ook voor kinderen?
- enz.

APK STAGE STBNIV4_21


34
Uitwerking
 Ga nu voor jouw bedrijf eens na hoe het met de bovenstaande zaken
geregeld is. Probeer op al deze vragen een antwoord te krijgen en werk
deze uit met voorbeelden.
 Achtergrondinformatie kun je terugvinden in de lesbundel huisvesting van
het vak zoötechniek.

OPDRACHT 2 VENTILATIE EN ISOLATIE

Inleiding ventilatie
Ventilatie in een verblijf is van groot belang. Er moet namelijk genoeg frisse lucht
zijn voor de dieren. Ook vieze geurtjes verdwijnen op die manier voor een groot
deel. Op deze manier blijft ook warmte niet te lang hangen. Er moet wel goed op
gelet worden dat er geen tocht in de verblijven ontstaat.

Uitwerking ventilatie
 Ga voor jouw stagebedrijf na hoe de ventilatie in zijn werk gaat. Is er
sprake van natuurlijke of mechanische ventilatie?
 Werk dit uit voor de verschillende verblijven zoals de:
o dierverblijven
o quarantaine afdeling
o dierenartsenkamer (indien aanwezig)
o voeropslag
o voerkeuken
o kantine etc.
 Gebruik duidelijke foto’s als toelichting.

Bespreek deze opdracht met je praktijkopleider.

Inleiding isolatie
Temperatuurverschillen zijn bij dieren niet zo van invloed op de gezondheid van
de dieren. Wel kan tocht en vocht ziektes veroorzaken. Hiertegen kan geïsoleerd
worden. Ook is isolatie van belang in verband met geluidsoverlast.

APK STAGE STBNIV4_21


35
Uitwerking isolatie
 Bekijk op jouw stagebedrijf hoe de verblijven geïsoleerd zijn.
 Werk dit uit voor de verschillende verblijven.

Bespreek deze opdracht met je praktijkopleider.

OPDRACHT 3 VERWARMING EN VERLICHTING

Inleiding verwarming
Dieren moeten bij de juiste temperatuur gehouden worden. Welke temperatuur
dat is hangt af van verschillende factoren.

Uitwerking verwarming
Bekijk hoe het is gesteld met de verwarming op je stagebedrijf en bespreek de
volgende onderdelen:
 Wordt er verwarmd?
 Wanneer wordt er verwarmd?
 Waar wordt er verwarmd?
 Hoe wordt er verwarmd?
 Etc.

Inleiding verlichting
De verlichting in een dierenverblijf is erg belangrijk. Dit geldt zowel voor de
dieren die er in gehouden worden, als voor de verzorger.

Uitwerking verlichting
Bekijk hoe het is gesteld met de verlichting op je stagebedrijf en bespreek de
volgende onderdelen:
 Hoe worden de dierverblijven verlicht?
 Welke lampen worden hiervoor gebruikt?
 Waar zijn de lampen gemonteerd, waarom precies op die plaatsen?
 Welke onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd om eventueel
aanwezige lichtdoorlatende platen, de ramen en de lichtpunten (bijv. t.l.-
buizen) schoon te houden. Hoe vaak gebeurt dit?

APK STAGE STBNIV4_21


36
OPDRACHT 4 MATERIALEN

Inleiding
De verblijven van de dieren kunnen van verschillende materialen gemaakt zijn.
Elk materiaal heeft zijn eigen voor- en nadelen.

Uitwerking
Bekijk de verblijven van de dieren eens goed.
 Van welke materialen zijn deze verblijven gemaakt? Probeer dit zo
duidelijk mogelijk uit te leggen.
 Noem de voor- en nadelen van deze gebruikte materialen.
 Gebruik duidelijke illustraties/foto’ als toelichting.

OPDRACHT 5 WELZIJN VAN DIEREN

Inleiding
Bij alle dieren in gevangenschap kunnen welzijnsproblemen ontstaan. De Farm
Animal Welfare Council (FAWC) heeft gesteld dat een dier tenminste vijf
vrijheden moet hebben om het welzijn te waarborgen.

Uitwerking
 Beoordeel het welzijn van de dieren op jouw bedrijf aan de hand van de
vijf vrijheden van de FAWC.
 Uitleg over de vijf vrijheden kun je terugvinden in de lesbundel welzijn.

Bespreek deze opdracht met je praktijkopleider.

OPDRACHT 6 ERGONOMIE

Inleiding
Je werkt in de dierverzorging. Dit is over het algemeen zwaar lichamelijk werk.
Er komen dan ook veel lichamelijke klachten voor. Met name rug, knieën en
schouders hebben het zwaar te verduren. Als je bewust wordt van een verkeerde
werkhouding of van een verkeerd ingerichte werkplek, dán pas kun je wat aan de
lichamelijke risico’s doen. Dit lukt als je eens kritisch kijkt naar hoe jij werkt. Zo
kun je zonder al te veel risico jouw pensioen halen. Daarvoor is deze opdracht.
APK STAGE STBNIV4_21
37
Uitwerking
 Gedurende een hele dag houd je in het tijdschema bij welke
werkzaamheden je hebt uitgevoerd, hoe lang je erover gedaan hebt, of
het werk zwaar of niet zwaar was en welke lichaamsdelen je daarbij
misschien gevoeld hebt. Vul dit in op het schema (er is een voorbeeld
bijgevoegd).
WERKSOORT/ TIJDEN LICHAAMS MOGELIJKE HOE TE
HULPMIDDELEN HOUDING BELASTING VERLICHTEN?
Voeren met de 9.00- Bukken, tillen, Lage Recht voor de last,
hooivork 10.00 draaien wervelkolom dus niet draaien
en evt. ander werk
tussendoor of…
Enz.

Enz.

 Hoe kun je de werkzaamheden uit het schema verlichten? Denk daarbij


eens terug aan de instructies bij de lessen over ergonomie bij DMZOO1:
tiltechniek, hulpmiddelen, etc.
 Hoe denkt de praktijkopleider over de “ergonomische” situatie?
 Wat zijn sterke- en wat zijn zwakke punten op de werkplek? Waarom?
 Wat zou jij willen veranderen?
 Waar liggen volgens jullie de beperkingen in dit bedrijf. Denk aan welzijn
van de dieren, wetgeving, financiën, ...
 Voeg een foto toe van een goede en een minder goede
werksituatie in dit bedrijf

Bespreek deze opdracht met je praktijkopleider.

APK STAGE STBNIV4_21


38
EVALUATIE-OPDRACHT
Schrijf kort op wat je van deze opdracht vond. Welke opdrachten leverden
moeilijkheden op? Welke problemen? Welke opdrachten waren te makkelijk? Hoe
kunnen de opdrachten worden verbeterd?

APK STAGE STBNIV4_21


39

You might also like