Spelling De opdracht De opdracht bevat De opdracht De opdracht bevat (correcte bevat vijf of drie à vier bevat één à twee geen spellingsfouten. schrijfwijze, meer spellingsfouten. spellingsfouten. (3) hoofdletters, spellingsfouten. (1) (2) leestekens…) (0) Zinsbouw Je hebt geen Je hebt aandacht De zinnen zijn aandacht geschonken aan steeds correct geschonken de zinsbouw. Af en opgebouwd. aan de toe zijn er nog (2) zinsbouw. Er fouten. zijn heel veel (1) fouten. (0) Informatie selecteren uit een tekst. (LPD 1) __/6 Vragen op Er werden Er werden meer Er werden 5 Er werden 5 zinvolle basis van minder dan dan drie of vier vragen vragen opgesteld. Er informatie drie vragen vragen opgesteld. opgesteld. Niet staat telkens vermeld opgesteld. De Niet elke vraag is elke vraag is aan wie deze gesteld vragen zijn iet zinvol. Er staat zinvol. Er staat kunnen worden. zinvol. Er staat telkens vermeld telkens vermeld (3) niet vermeld aan wie deze aan wie deze aan wie deze gesteld kunnen gesteld kunnen gesteld kunnen worden. worden. worden. (1) (2) (0) Op basis van de Op basis van de Op basis van de Op basis van de vragen kunnen vragen kunnen we vragen kunnen vragen kunnen we we afleiden dat afleiden dat je de we afleiden dat afleiden dat je de je de aangeboden je de aangeboden aangeboden informatie slechts aangeboden informatie informatie gedeeltelijk hebt informatie gedetailleerd hebt nauwelijks hebt doorgenomen. voldoende hebt doorgenomen. doorgenomen. (1) doorgenomen. (3) (0) (2) Een planning opstellen en uitvoeren. (LPD 22) __/1 Deadline halen Je hebt de Je hebt de deadline niet deadline gehaald. gehaald. (1) (0)