Professional Documents
Culture Documents
CKV Opdracht Normandië
CKV Opdracht Normandië
CKV Opdracht Normandië
Binnenkant:
Kleine halfronde ramen:
In de romaanse architectuur waren de gewelven heel zwaar, ze waren namelijk van steen
gemaakt. De dikke muren moesten dit grote gewicht opvangen. Het was erg lastig om grote
ramen in de muren te zetten. Je ziet daardoor geen grote ramen in de romaanse
architectuur.
Tongewelf:
De ruimte wordt overwelfd in de vorm van een doormidden
gesneden cilinder.
Buitenkant:
Dikke muren:
Het gewelf is door het steen
zeer zwaar, hierdoor zijn er
dikke muren nodig om het
enorme gewicht van het
plafond te dragen. Dit is ook de
reden waarom er maar kleine
ramen zijn.
Korte torens:
Door de dikken muren lijken de torens in verhouding niet lang.
Van binnenuit:
Grote glas-in-lood ramen
In de romaanse stijl zie je vooral kleine ramen terug, maar in de
gotische stijl kom je grote glas-in-loodramen tegen. Onze gids
heeft ons verteld dat dit mogelijk was door het kruisrib gewelf,
steunberen en luchtbogen. Deze verplaatsten en verdeelden
namelijk het gewicht van het dak naar de muren.
Kruis-rib gewelven
Spitsbogen
Hoge torens
In tegenstelling tot de korte torens in de romaanse tijd, zijn de torens in de gotische stijl juist
erg lang en spits.
Opdracht 1b
Hieronder heb ik schetsen gemaakt van deze architecturale elementen:
Opdracht 2
Op de heenweg van onze reis, zijn we gestopt in het gezellige Rouen. We liepen eerst en
stukje door de stad en kwamen daarna aan bij een prachtige kathedraal, de bekendste
gotische kathedraal van heel Frankrijk die midden in het centrum van Rouen staat.
Deze kathedraal was in eerste instantie romaans, aangezien de bouw van de kathedraal in
de 12e eeuw begon. In de 13e eeuw stond de kathedraal echter in brand, waarna men de
hele kerk opnieuw moest bouwen (voltooid in de 16e eeuw). Alleen onder het koor zijn
overblijfselen van de romaanse architectuur te vinden.
Het timpaan:
Een timpaan is een driehoekig gevelveld tussen de
kroonlijst en de oplopende daklijsten. Het timpaan van de
gotische architectuur loopt in een spits. Het timpaan van de
romaanse architectuur loopt echter rond. De timpanen zijn
meestal uitbundig versierd. Dit waren de stripverhalen in de
middeleeuwen aangezien niemand kon lezen, behalve de
geestelijken.
De narthex:
Het transept
Het transept staat loodrecht op het middenschip
van de kerk. Ze bevinden zich meestal voor het
koor. Het plafond is even hoog als die van de
middenbeuk.
De zijbeuk:
Een zijbeuk is een beuk die evenwijdig loopt aan het middenschip. Een
zijbeuk is meestal smaller dan het middenschip. Als je door de zijbeuken
naar het altaar loopt zie je overal beelden over het leven van Christus.
Het altaar
Kruis-rib gewelf
Het kruisribgewelf maakte een lichtere constructie mogelijk. Door deze constructie werden
kerken hoger en ramen groter. In de Gotiek werd dit gewelf bijna overal gebruikt.
Het koor
Steunberen
Opdracht 2c
Het tapijt van Bayeux is in 1068 gemaakt, waarschijnlijk in Engeland. Het tapijt is 70(!) meter
lang en een halve meter breed. Dit tapijt maakte veel indruk, er zitten veel achterliggende
verhalen in die je alleen te weten komt als je je in het verhaal verdiept. Op het tapijt is de
Slag bij Hastings te zien. Bij deze slag vochten de Engelse koning Harold en Willem I tegen
elkaar voor de troon. De Normandiërs wonnen de strijd nadat koning Harold in zijn oog was
geraakt door een pijl.
Het verhaal bestaat uit 58 scenes die de voorgeschiedenis, de slag zelf en de nasleep
beschrijven. Waarschijnlijk ontbreekt er iets aan het eind, want het verhaal houdt heel
abrupt op.
Het tapijt heeft heftige omstandigheden meegemaakt. In de Franse Revolutie werd het tapijt
bijvoorbeeld gebruikt om wapens te verstoppen. En in de Tweede Wereldoorlog hebben de
nazi’s het tapijt overal mee naartoe genomen. Ook hebben de nazi’s het tapijt verstopt,
omdat ze hoopten dat dit het bewijsstuk zou worden van hun overwinning op Engeland, wat
echter nooit is uitgekomen. Uiteindelijk heeft het Franse verzet het tapijt ‘teruggestolen’ en
kwam het terug in Bayeux (via het Louvre).
1. Dit tapijt laat mij denken aan de Barokke stijl. Alles aan dit tapijt is dramatisch. Er
worden leugens verteld, er overlijden mensen enzovoort. Dit tapijt is niet heel
realistisch, eerder gestileerd.
2. Eén fabel ging over een vos en een kraai. Ik heb deze fabel wel 3 keer op het tapijt
gezien. De vos vraagt aan de kraai in de boom of hij een liedje kan zingen. De kraai
doet het, maar laat hierbij wel zijn vlees uit zijn mond vallen. De slimme vos gaat er
nu met de kraai zijn vlees ervandoor. Dit gebeurt ook in het verhaal. Harold van
Engeland verliest de troon aan Willem van Normandië, die Harold een eed laat
afleggen. Willem is de slimme vos en Harold de ijdele kraai.
3. Dit tapijt kan gezien worden als een ouderwets stripverhaal. De beelden in een film
volgen elkaar aansluitend op. Bij een strip zijn het andere verschillende beelden, die
elkaar niet (per se) opvolgen.
4. Stripverhaal: