Professional Documents
Culture Documents
Tentamen Zwemmen
Tentamen Zwemmen
Tentamen Zwemmen
De inademing bij de borstcrawl, als men rechts ademhaalt, begint op het moment dat
a) de bovenbenen en onderbenen
b) de onderbenen en de voeten
c) scheenbenen, mediale kant kuiten en de binnenkant van de voeten
d) de bovenbenen, scheenbenen en buitenkant van de kuiten
5. Een onderwaterzwemslag is het minst effectief als hij gezwommen wordt met:
8. Bij het plankspringen moet in de aanloop voor de 2-benige afzet een hoge opsprong gemaakt
worden om:
9. Het nadelige slingeren bij borstcrawlzwemmen kan niet worden veroorzaakt door:
13. Een veel voorkomende fout bij het zwemmen van de borst-en rugcrawl beenslag is het ''fietsen''
Dit is:
A Bij de rugcrawl verloopt de beenslag in vergelijking met die van de borstcrawl uitsluitend in een
verticaal vlak.
B De voornaamste stuwing bij de rugcrawl beenslag wordt verkregen door de neerslag.
a) A is juist, B is onjuist
b) A is onjuist, B is juist
c) A en B zijn juist
d) A en B zijn onjuist
15. Een versnelling tijdens de stuwfase van de schoolslag als beenslag is:
18. Een veel voorkomende fout bij het zwemmen van de samengestelde rugslag is:
21. De armbeweging van de rugcrawl verloopt in een aantal stadia. Die zijn als volgt te verdelen:
25. Een fout bij de schoolslag is een 'wreefslag'. Dit is het beste te omschrijvven als een uitvoering
waarbij:
a) de wreef als stuwvlak wordt gebruikt.
b) Een te sterke draai om de lengteas wordt gemaakt.
c) Een te sterkte draai om de breedteas wordt gemaakt.
d) De handpalmen te diep worden ingezet bij de stuwfase.
26. Als je vanuit een achterwaartse afzet op de duikplank een sprong om de breedte-as voorover
springt dan noemen we dat:
a) Een schroefsprong.
b) Een contra sprong.
c) Een binnenwaartse sprong.
d) Een achterwaartse sprong.
27. Stellingen
A. Bij het snorkelduiken kan de snorkel leeg geblazen worden door een krachtige lucht uitstoot als de
snorkel boven water is.
B. Bij het snorkelduiken kan de snorkel leeg geblazen worden door langzaam onderwater uit te
blazen en hiermee doorgaan tot de snorkel boven water is.
a) Stelling A is juist.
b) Stelling B is juist.
c) Beide stellingen zijn juist.
d) Beide stellingen zijn onjuist.
28.Voor het springen van eeen goede hoekduik vanaf de 1 meter plank heb je niet nodig:
29. Het borstcrawl zwemmen van iemand is het minst effectief als;
a) Hij een gunstige verhouding heeft tussen zijn armslagfrequentie en zijn zwemsnelheid.
b) Hij de stuwbeweging van de armen uitvoert met een lage elleboog t.o.v de hand.
c) Als hij om de 3 armslagen adem haalt.
d) Als hij de beenslag uitvoert vanuit de heupen met een losse voet.
30. Bij het zwemmen van de vlinderslag is het belangrijk de wisselende bol-hol ligging goed aan te
voelen. Van belang daarbij is dat het lichaam de volgende beweging goed volgt:
a) het omhoog brengen van de schouder aan de kant van de 'buggy whip'.
b) het omlaag brengen van de schouder aan de kant van de 'buggy whip'.
c) het vergemakkelijken van de doorhaal aan de kant van de 'buggy whip'.
d) het vergemakkelijken van de ademhaling.
a) De vlinderslag is ontstaan uit de schoolslag en dat zie je vooral nog in de uitvoering van de
beenslag.
b) De vlinderslag is ontstaan uit de schoolslag en dat zie je vooral nog in de stuwfase van de
armbeweging.
c) De vlinderslag is ontstaan uit de schoolslag en dat zie je vooral nog in de contrafase van de
armbeweging.
d) De vlinderslag is ontstaan uit de borstcrawl en dat zie je vooral nog in de armdoorhaal.
a) rondgaande armtrek- en duwfase tot aan de heupen, gevolg door armstrekking naar voren.
b) rondgaande armtrek- en duwfase naar de borst, gevolg door armstrekking naar voren.
c) een zo breed mogelijke armtrek en duwfase tot onder de kin.
d) een niet te brede rondgaande armtrek en duwfase die voor de schouders blijft.
37. De ademhaling bij rugcrawl kan het best op de volgende manier gebeuren
a) inademing tijdens de overhaal van een arm, uitademing tijdens de doorhaal van diezelfde arm.
b) inademing tijdens de overhaal van een arm, uitademing tijdens de doorhaal van de andere arm.
c) inademing tijdens de hele armcyclus van een arm en uitademing tijdens de volgende armcyclus van
diezelfde arm.
d) bij rugcrawl is de ademhaling niet belangrijk omdat de ademwegen altijd vrij zijn.
38. Over de afstemming van de beenslag van de vlinderslag kun je zeggen dat:
39. Het maken van een goed keerpunt is van belang voor:
open vragen:
Niveau II
a) Beschrijf het bewegingsverloop van de borstcrawl. Maak in de beschrijving gebruik van LABCA
(ligging, arm-en beenbewegingen, combinatie en ademhaling)
b) Leg uit waarom dit bewegingsverloop de borstcrawl tot de snelste zwemslag maakt.
Niveau III