Professional Documents
Culture Documents
Filosofie Samenvatting
Filosofie Samenvatting
“Het bewegend gedragen is persoonlijk van aard. Het is mijn persoonlijke bemiddeling tussen mijzelf
en mijn eigen gestructureerde wereld. Ik stel mij daarbij tegenover, ik ga op de buitenwereld in, ik
selecteer en creëer nieuwe vormen. Bewegen is tegenwoordig zijn, het is een wijze waarop ik ben.
Deze zijnswijze is voor mijzelf en voor de medemens waarneembaar. Bewegen is daarmee het beeld
van ‘zijn’.”
Motorische sociale sensitiviteit = de manier waarop de mens zich presenteert en adequaat beweeg
ten opzichte van de medemens.
Motorische instrumentele sensitiviteit = de manier waarop de mens zich presenteert en adequaat
beweegt ten opzichte van de wereld en de dingen.
Wijsgerige antropologie
Wijsgerige antropologie houdt zich bezig met de vraag wat mens-zijn is;
- Wat is het wezen van de mens?
- Zijn wij wezens met een vrije wil?
- Wat is de mens?
De mens heeft een bewustzijn. Daardoor zijn wij mensen in staat om over onszelf na te denken.
Zelfbewustzijn. Dat maakt dat wij van nature geïnteresseerd zijn in wie en wat wij zijn.
Waarom antropologie
Als PMT’er maak je voortdurend keuzes. Hoe jij denkt over de mens, bepaalt welke keuzes jij maakt
wanneer je andere mensen wilt aanzetten tot bewegen. Door na te denken over jou visie op de mens
en visie op bewegen kun je de keuzes die je maakt onderbouwen vanuit de antropologie.
Mensbeelden
1. Dualisme (plato, descartes)
Dit mensbeeld gaat uit van een absolute scheiding tussen lichaam en geest
2. Monisme
Wanneer je één van de twee onderdelen uit het dualisme wegredeneert krijg je monisme.
- Materialistisch monisme; de geest wordt weggedacht
- Idealistisch monisme; het lichaam wordt weggedacht
3. Relationeel
Je ‘hebt’ geen lichaam, je ‘bent’ je lichaam. Binnen dit mensbeeld gaan we er van uit dat je
onlosmakelijk verbonden bent met de wereld.
Veel denkers vatten wijsgerige antropologie op een reflexieve of transcendentale discipline: de mens
buigt zich over zichzelf als mens terug, op zoek naar fundamentele structuren waarin of waarbinnen
hij altijd al verkeert. Zij vraagt terug naar wat in de zelfervaring van de mens altijd al voorondersteld
is.
Uitgaande van de vele ervaringen die de mens opdoet en van zichzelf heeft, vraagt deze wijsgerige
antropologen dus terug naar de mogelijkheidsvoorwaarden van al die ervaringen (dit wordt
transcendentale vraagstelling genoemd). Zodoende willen zij de betekenis van ons leven begrijpen en
iets zeggen over aard en bestemming van de mens.
Les 2
Film gordijn
Les 3
Gordijn en de existentiële fenomenologie
existentiële fenomenologie (=een betekenis geven aan iets (bijv. een voorwerp))
bestudeerd relatie van mens en wereld waarin gekeken wordt naar de structuur van die ervaring
Existentiële crisis; (midlifecrisis) wat betekend mijn leven? Wat heb ik allemaal gedaan met
mijn leven?
Existentialisme; mijn handelen, de keuzes die ik maak, maken mij tot wie ik ben. Wie ik ben
(mijn essentie) bepaalt niet mijn handelen.
Essentie Existentie
Existentie Essentie
Fenomenologie; bestudeerd de structuur van ervaringen (waarnemen, denken, ect.)
Centrale begrippen:
Intentionaliteit : mentale handelingen zijn altijd ergens op gericht. Je bent je altijd ergens
bewust van.
Betekenis (al doende en lerende breiden wij onze betekeniswereld uit) Bijvoorbeeld: je krijgt
betekenis in een kippenhok je denkt dat je een kip bent. Je leert Nederlands je gaat in het
Nederlands denken, etc.
Mens-Wereld-verbondenheid: wij staan altijd relatie met de omgeving/wereld
Taal en symbolen
Nadruk op onze alledaagse leefwereld
Les 4
Meervoudige betekenis van lichaam en ziekte
Dimensies van het menselijke lichaam;
Eerste dimensie: het gepasseerde lichaam
Dit houd in dat je zo gefascineerd ben door iets wat je doet (bv een boek lezen). Dat je niet
bezig bent met hoe je zit en hoe je doet. Je doet het uit een soort vanzelfsprekendheid.
Gordijn noemt dit het intentionele lichaam.
Tweede dimensie: het lichaam als object
Dat je het lichaam gaat zien als een ‘ding’. Je kunt het lichaam objectiveren als je er afstand
van neemt. Dit door je door niet bij de persoonlijke kwesties stil te staan.
Voorbeelden:
- Je geblesseerde voet
- Je ontstoken kies
- Het ‘ding-lichaam’ op de operatietafel
Derde dimensie; ‘het lichaam onder de blik van de ander’ waarvan je weet hebt
Dat er naar je gekeken wordt en dat je je daar heel bewust van bent.
Deze drie vormen van het lichaam met de uitleg over ‘de kamers’:
Je ziet een kamer je kijkt door het sleutelgat. Je staat super onhandig maar dat merk je niet want het
is interessant waar je naar kijkt.(het gepasseerde lichaam) Dan wordt je betrapt. Je hele lichaam
verstijfd, je hebt dus je lichaam als object. De ander kijkt naar je en oordeelt over jou, dus je lichaam
is onder de blik van de ander.
Aanvulling
De blik van de ander is een blik die je nodig hebt om de groeien. Bv door een liefdevolle blik van je
ouders. Of supporters bij een voetbalwedstrijd
Les 5
Het wetende lichaam (Maurice Merleau Ponty)
Embedded= gesitueerd
Embodied= belichaamd
Dit zijn 2 mensbeelden
Filosofie van de ambiguïteit= de dubbelzinnigheid; doordat je jezelf leert kennen, verander je ook.
Het lichaam is de bron van zingeving= ik kan; op voorbewuste en onpersoonlijke wijze wordt de
waargenomen omgeving georganiseerd en gestructureerd middels zintuigen en ledenmaten (het
wetende lichaam)
Bv; leren door te ontdekken
Het lichaam in zijn gerichtheid op de sociale wereld: ‘gebarend lichaam’. Een geïsoleerd
gebaar is zinloos, een gebaar vindt altijd plaats in de relatie tot de wereld en de ander.
Gebarend lichaam; door gebaren proberen wij in contact te komen met andere mensen
Tijdens een ontmoeting antwoorden onze gebaren op elkaar waardoor een innerlijk gevoelde
relatie ontstaat ‘waarin de ander een voltooiing is van mijn eigen lichaam’
De kracht van lichaamstaal voor therapeuten.
Non-verbale communicatie: kracht zit in het voorbewuste verloop. (je denkt er niet bewust
over na wat je precies doet)
Een gebarend lichaam is actief aanwezig
Om een gebarend lichaam te versterken voor passende bejegening (juiste omgang)
gebruiken we versieringen (kleding, make-up etc)
Lichaam hebben= lichaam als een object zien
Lichaam zijn= samenvallen met het lichaam
Lichaamsbeeld= het beeld wat iemand van zijn heeft. Bestaat uit een systeem van waarnemingen,
houdingen en overtuigingen met betrekking tot je eigen lichaam.
Lichaamsschema= het gene wat in het systeem is gaan zitten/ wat je doet zonder er bewust over na
te hoeven denken.
Lichaamsschema en lichaamsbeeld kunnen elkaar beïnvloeden. Bv: als je in 1 jaar 15 kilo aankomt.
Schema Kolb
Eerst ben je onbewust onbekwaam, je probeert als klein kind op een fiets te zitten maar valt om.
Daarna bewust onbekwaam, je probeert echt te leren te fietsen maar het lukt nog niet. Daarna
bewust bekwaam, je moet je best doen maar het lukt. Daarna kom je in onbewust bekwaam, je fietst
zonder na te denken en kunt tijdens het fietsen andere dingen doen etc.
Les 6
De fenomenologie van de lichaamservaring (Sanneke de Haan)
Het lichaam is niet allen biologische (locatie van neurotransmitters, receptoren en hormonen), het
gaat ook om het ervaren lichaam= wat is de lichaamservaringen van mensen met psychiatrische
problematiek.
Fenomenologie= Proberen te begrijpen wat de persoon ervaart.