Filosofie. - Vrijheid. George van Laarhoven.

Essay persoonlijke vrijheid.

Inhoud.

Inleiding:
‘Ik ben vrij om te worden wie ik wil zijn’ is een stelling die vele kanten en meningen heeft. Maar hoe
kan je worden wie je wilt zijn? In mijn ogen is het belangrijk om intellectuele vrijheid te hebben. Het
kunnen denken wat je wilt zonder dat iets dat tegenhoudt en jezelf daarmee verder kunnen
ontwikkelen. Er is de laatste tijd veel aandacht geweest voor intellectuele vrijheid, met name
academische vrijheid. Over meningsuiting en woordkeuze. Universiteiten zouden mensen
tegenwerken die niet meezingen in het woke-koor van klimaatverandering, gelijke kansen en
antiracisme.

In mijn ogen is intellectuele vrijheid: een gedachtegang hebben zonder gestoord te worden, en jouw
eigen waarheid daarmee vinden.

Maar op welke plek kan je het beste jouw intellectuele vrijheid ontwikkelen? Op scholen. Ik heb
gemerkt dat sinds ik in de derde klas zit veel meer te weten ben gekomen over de wereld en over
mezelf. Hierbij ontwikkel ik als mens en kom ik verder met mijn leven. Dit geeft mij een gevoel van
vrijheid doordat ik bewuster van mezelf wordt en allemaal mogelijkheden zie voor de toekomst en
het nu.

Maar in hoeverre heb ik die intellectuele vrijheid? En in hoeverre kan ik mijn intellectuele vrijheid
ontwikkelen? Wordt mijn intellectuele vrijheid misschien niet gehinderd? Dat zijn vragen die komen
kijken bij de stelling: Ik ben vrij om te worden wie ik wil zijn.

Alinea 1:
Het is voor mij van belang om intellectuele vrijheid te hebben. Het helpt je om goeie keuzes te
maken en het helpt je onderweg tijdens het leven. Maar ben ik vrij genoeg om mijn intellectuele
vrijheid te vergroten en te verbeteren? Ik vind van wel.

Op school hebben we de meeste kans om onze intellectuele vrijheid te ontwikkelen. Zoals ik eerder
al zei ben ik meer te weten gekomen over de wereld en over mezelf sinds ik in de derde zit. Ik ben er
dan ook achter gekomen dat wat wij leren veel mogelijkheden biedt voor het vrije denken.

Dat komt doordat wij de basis van het vak leren. Noem bijvoorbeeld met natuurkunde de
verschillende natuurwetten die wij krijgen geleerd met de reden daarvan en wat er precies gebeurt.
Of dat we met scheikunde de basis leren van waaruit stoffen bestaan en waarom ze veranderen.
Maar aangezien dat de basis is, is er veel kans voor het nadenken over andere dingen. Ik heb altijd
gedacht dat er meer bij komt kijken dan wat uitleg over leerstof. Docenten leggen het natuurlijk uit
voor de toekomst van een leerling. Maar ik blijf altijd verder denken dan wat de docent uitlegt en
wat er in het boek staat. Dus wanneer ik de mogelijkheid heb om verder na te kunnen denken en dat
ik mezelf daarmee verwonder, dat geeft mij een gevoel van vrijheid.

Alinea 2:
Alhoewel je de basis leert van de vakken. Wat gebeurt er als je meer verdieping krijgt in het vak? En
meer informatie krijgt? Zou dat de denkwijze niet beperken doordat er al heel veel wordt verteld, en
dus niet meer mogelijkheden zijn voor andere scenario's of/en het vrije denken?

Stel je voor dat je een populaire muziekschrijver bent. En je hebt heel veel ideeën voor liedjes en
beats, je hebt er helemaal over nagedacht en je wilt het gaan maken. Totdat je liedjes van andere
mensen luistert, en dat je erachter komt dat ze een liedje hebben die lijkt op wat jij hebt bedacht.
Dan stop je met wat je doet en je gaat er niet meer mee verder, doordat zij het al hebben bedacht.

Oftewel wanneer je meer informatie over iets krijgt, dan wat je hebt bedacht. Dan is er geen kans
meer om zelf erover na te denken want het bestaat al. Je wordt gehinderd door de verdere
informatie die je krijgt.

En dat brengt mij bij mij volgende punt. Hoe weet je zeker dat je niet gehinderd wordt met jouw
intellectuele vrijheid door de docent? Hoe weet je of zij de waarheid vertellen? Als docenten jou de
basis uitleggen voor een vak, dan is er toch ook niet meer veel kans voor het vrije denken erover? Zij
vertellen al wat er gebeurt en hoe het werkt. En wat ook belangrijk is om te weten, is dat de docent
jou alleen de stof leert voor de toets. Het enige wat ze je leren is dus nodig om de toets te maken. Al
die informatie die je hebt geleerd wordt gebruikt voor toetsen. Oftewel je wordt in een soort tunnel
gezet met alleen de benodigde informatie en wat daarnaast komt kijken is niet nodig.

Alinea 3:
Wanneer ik de basis krijg geleerd van een vak, dan zijn er zoveel dingen om over na te denken. Maar
ook wanneer ik verdieping krijg in een vak en er meer informatie van krijg, dan juist zijn er heel veel
dingen om over na te denken. Wanneer ik verdieping krijg van een vak wordt mijn kennis verbreed.
Ik zie gelijk meer mogelijkheden en kansen om over dingen na te kunnen denken. Laat ik even een
voorbeeld pakken van wiskunde. We hebben de basis geleerd van het oplossen van kwadratische
formules. Maar na verloop van tijd kregen wij meer verbreding en verdieping erover. We hebben
meer formules en manieren gekregen om kwadratische formules op te lossen. Daardoor kan ik over
meer dingen nadenken en zit er een verband tussen de kennis die ik heb.

En of ik niet gehinderd word door mijn docenten is ook weer te weerleggen. Doordat docenten de
basis uitleggen van een vak, word ik juist geholpen om erover na te denken. Als zij mij niks vertelde,
dan kon ik er ook niet over nadenken. En doordat zij vertellen wat er gebeurt en hoe het werkt, kan
ik die informatie weer gebruiken voor andere denkstappen en mogelijkheden voor het nadenken.

En ook al leggen ze alleen de stof uit voor een toets en word je geleid om de toets te kunnen maken.
Ik stop daar niet. Ik blijf verder denken dan wat zij uitleggen. Juist doordat docenten de stof zo
uitleggen dat het alleen nuttig is voor een toets, kan ik verder denken dan dat er verteld wordt. En
zijn er veel mogelijkheden voor mij voor het vrije denken.

Conclusie:
In dit essay heb ik gesproken over mijn mening over de stelling: Ik ben vrij om te worden wie ik wil
zijn. Mijn mening heb ik gebaseerd op de intellectuele vrijheid. Of ik vrij genoeg ben om te denken
wat ik wil zonder dat ik gehinderd word. Ik heb vooral argumenten en situaties gepakt over het
school leven. Zoals ik in de inleiding zei, heb ik gemerkt dat sinds ik in de derde klas zit veel meer te
weten ben gekomen over het leven. Door alle informatie die ik heb gekregen dit jaar kan ik over
meer dingen nadenken. Het is natuurlijk belangrijk dat je juist op scholen jouw intellectuele vrijheid
kan vergroten. Toch zijn er wellichte situaties die jouw intellectuele vrijheid kan hinderen. Zoals het
meer krijgen van informatie dat er weinig kans is om over nieuwe en andere dingen na te kunnen
denken. Of dat juist de docenten die jou de informatie geven, jouw intellectuele vrijheid hinderen.
Doordat ze alleen de stof uitleggen die voor een toets nuttig is.

Maar voor mij geldt dat niet, juist doordat ik nieuwe informatie krijg en dat de docenten het beperkt
houden kan ik over heel veel dingen nadenken. Wat nou als dit gebeurt? Of wat is het gevolg
daarvan? Dat geeft mij een gevoel van vrijheid op het intellectuele gebied.

Dus even kort samengevat. Ik vind dat ik vrij genoeg ben om te worden wie ik wil zijn op intellectueel
gebied. Er zijn heel veel kansen en mogelijkheden voor mij om vrij na te denken over wat ik heb
geleerd en wat er nog moet komen. Juist doordat er soms beperkingen bij komen kijken kan ik
verder nadenken.

En wie weet. Misschien doordat ik het zo interessant vind wat ik krijg te weten, ga ik verder met mijn
profiel keuzevakken in plaats van dat ik filosofie kies. (Wat niet slecht is hoor.)