Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 3

OEFENPROEFWERK VWO A/C HOOFDSTUK 5

HOOFDSTUK 5 BESCHRIJVENDE STATISTIEK

OPGAVE 1
Bij een schouwburg heeft men een week lang bijgehouden hoeveel telefoontjes
per uur binnenkwamen met vragen over de voorstellingen. Zie de tabel.

TELEFOONTJES SCHOUWBURG PER UUR


aantal 5 6 7 8 9 10 11 12
frequentie 4 5 8 19 18 12 6 4

2p a Hoeveel uur heeft men de telefoontjes bijgehouden?


3p b Geef de modus en bereken de mediaan. Licht toe.
2p c Verwerk de gegevens in een histogram.
4p d Teken bij de tabel een frequentiepolygoon met relatieve frequenties.
3p e Bereken in twee decimalen nauwkeurig het gemiddelde en de
standaardafwijking.

OPGAVE 2
In een restaurant is een week lang FOOIEN
bijgehouden hoeveel fooi de gasten
gaven. In totaal werden 400 fooien
gegeven. Zie de relatieve cumulatieve
frequentiepolygoon hiernaast.
2p a Hoeveel fooien tussen 9 en 15
euro werden er gegeven?
4p b Schat hoeveel euro fooi er in totaal
werd gegeven. Licht toe met een
berekening.
4p c Bereken de mediaan. Rond af op
een veelvoud van 5 cent.
4p d Teken de boxplot.

© NOORDHOFF 2016 OEFENPROEFWERK VWO A/C DEEL 2 HOOFDSTUK 5 1


OPGAVE 3
Supermarktketen Emté heeft BEDRAG AAN BOODSCHAPPEN BIJ FILIAAL A EN B
twee filialen in een stad. Op de
eerste zaterdag van september
heeft men zowel bij filiaal A als
bij filiaal B van de eerste 800
klanten bijgehouden voor
welke bedragen er aan
boodschappen werd gekocht.
Zie de figuur hiernaast.
3p a Met welke variabele heb je
hier te maken? Is deze
variabele discreet of
continu? Licht toe.
2p b Hoeveel klanten kochten bij
filiaal A voor minstens
60 euro aan boodschappen?
2p c Hoeveel klanten kochten
voor minstens 20 euro maar
minder dan 60 euro bij
filiaal B?
2p d Geef de modale klasse bij
filiaal A. Licht toe.
4p e Volgens Frank kocht 70%
van deze Emté-klanten voor
minder dan 80 euro.
Onderzoek met een
berekening of Frank gelijk
heeft.
7p f Volgens Maaike was de
omzet van de eerste 800 klanten bij filiaal B twee keer zo groot als bij filiaal A.
Toon met een berekening aan dat Maaike geen gelijk kan hebben.
2p g Bereken de relatieve frequentie van de klasse 60-< 80 bij de 1600 Emté-
klanten.

© NOORDHOFF 2016 OEFENPROEFWERK VWO A/C DEEL 2 HOOFDSTUK 5 2


OPGAVE 4
Onder de 2826 gasten die afgelopen seizoen in Hotel de Bergen hebben
geslapen wordt een steekproef gehouden. Van de gasten in deze
representatieve steekproef blijken er 66 de Duitse nationaliteit te hebben,
daarmee komt de steekproefproportie van het kenmerk ‘gast heeft Duitse
nationaliteit’ op precies 0,275.
1p a Geef het meetniveau van de variabele nationaliteit.
2p b Bereken de omvang van de steekproef.
1p c Hoeveel van de 2826 gasten, verwacht je, hebben de Duitse nationaliteit?

OPGAVE 5
Er zijn 393 gemeenten in Nederland. Niet elke gemeente is even groot. De qua
oppervlakte kleinste gemeente is Westervoort met een oppervlakte van 7 km2.
De grootste gemeente is Noordoostpolder met een oppervlakte van 460 km 2.
Zie verder de boxplot hieronder.

OPPERVLAKTE NEDERLANDSE GEMEENTEN

W = Westervoort, B = Baarn, G = Gilze en Rijen, O = Overbetuwe

Licht je antwoorden toe met een berekening.


2p a Hoeveel gemeenten hebben minder oppervlakte dan Overbetuwe?
4p b Schat het aantal gemeenten met een oppervlakte van meer dan 80 km 2.
3p c De gemeende Heumen heeft een oppervlakte van 40 km2.
Schat hoeveel gemeenten een oppervlakte hebben die minder is dan de
oppervlakte van de gemeente Heunen.
4p d Bekijk de gemeenten die de middelste 50% van de oppervlakte per gemeente
hebben.
Geef een schatting van de totale oppervlakte van deze gemeenten. Rond af
op honderden km2.

© NOORDHOFF 2016 OEFENPROEFWERK VWO A/C DEEL 2 HOOFDSTUK 5 3

You might also like