Professional Documents
Culture Documents
Beeldtaal Boek Jaar 1 Vormgeving
Beeldtaal Boek Jaar 1 Vormgeving
Beeldtaal Boek Jaar 1 Vormgeving
Perspectieven voor
makers en gebruikers
Beeldtaal
Perspectieven voor
makers en gebruikers
Voorwoord. Omdat het er nog niet was 8 4 Gestalt. Handig hulpje maker én gebruiker 46
Context Gestalt van een Marsmannetje 48
Deel 1. Stop! Eerst kijken! Dan lezen! 4.1 Gestalt = eenvoud 49
Dan interpreteren! 10 Context Gestaltwetten als sorteerregels 50
4.2 Wet van voorgrond en achtergrond 52
1 Inleiding. 4.3 Wet van eenvoud 53
Een boek over kijken 12 4.4 Wet van nabijheid 54
1.1 Wat dit boek is 13 4.5 Wet van overeenkomst 55
1.2 Wat bedoelen we met beeld? 14 Context Worstelen met de Wet van nabijheid 56
1.3 Beeld en vorm 14 4.6 Wet van symmetrie 58
1.4 Beeld en tekst 15 Context Gestalt en semiotiek in Rotterdam 59
1.5 Beeld en dimensie 16 4.7 Wet van gelijke achtergrond 60
1.6 De kracht van beeld met tekst 16 4.8 Wet van gelijke bestemming 61
1.7 Communicatief-retorisch 18 4.9 Wet van geslotenheid 62
1.8 Drie theoretische scholen 19 4.10 Wet van ingeslotenheid 62
4.11 Wet van het ingevulde hiaat 63
2 Beeldgeletterdheid. 4.12 Wet van continuïteit 64
Kennis van beeld maakt beeldwijs 20 4.13 Wet van ervaring 65
2.1 Definities genoeg 22 Context Kennis van Gestalt zorgt voor focus 66
2.2 Twee perspectieven 22 4.14 Gestalt als totaalbeleving 66
2.3 Vaardigheden en kennis 23 Context Gestalt-checklist 67
Context Beeldgeletterdheid-lijstje 24
2.4 Gestalt, semiotiek en retorica 25 5 Semiotiek. De betekenis van wat we zien 70
2.5 Interpretatie is een iteratief proces 27 5.1 Tekens om ons heen 71
Context Beeldclichés als buitenkans 28 5.2 Drie soorten tekens volgens Peirce 73
Context Magritte en de dino’s van Burian 30 5.3 Betekenislagen: de theorie van Barthes 77
Context Connotatie wordt denotatie 78
3 Waarom beeldtaal? 5.4 Wie heeft gelijk: Barthes of Peirce? 80
De functies van beeld 32 Context United Colors of Benetton revisited 81
3.1 Doet complexiteit recht 34 5.5 Is er één betekenis van een teken? 83
3.2 Vertelt een universele boodschap 34 5.6 Het belang van doelgroepen 83
3.3 Vertelt, bewijst en overtuigt 35 5.7 Wat hebben we aan deze wetenschap? 84
3.4 Maakt vergelijken mogelijk 36 Context Recept voor een semiotische analyse 87
3.5 Prikkelt, emotioneert, kwetst en vermaakt 38
Context Beelden trekken meer aandacht dan tekst 40 6 Visuele retorica. Beelden die overtuigen 88
6.1 Klassieke retorica: overtuigingskunst 91
6.2 Moderne retorica 93
6.3 Retorica en het beeld 93
6 INHOUD
auteurs 334
Nawoord 336
8 VOORWOORD
Voorwoord
Omdat het er
nog niet was
VOORWOORD 9
E
r was maar één goede reden om een nieuw boek te schrijven:
omdat het nog niet eerder was geschreven. Er bestonden talloze
boeken over beeldtaal, maar niet één – ook niet in de internatio-
nale literatuur – dat de diverse manieren van kijken omvat die wij voor
ogen hadden. De brede en onconventionele kijk ligt ongetwijfeld aan de
gemêleerde samenstelling van ons schrijversteam: een voormalig bla-
denmaker en wetenschapsjournalist met een grote belangstelling voor
infographics; twee neerlandici gespecialiseerd in argumentatietheorie en
retorica en tot slot een kunsthistorica. Allemaal met grote belangstelling
voor beeldtaal, en fervente amateurfotografen. Drie van ons zijn dage-
lijks bezig met onderwijs en onderzoek op het gebied van journalistiek,
nieuwe media en communicatie aan de Universiteit Leiden.
Tijdens de eerste brainstormsessie was de eyeopener dat we bij het
verwerken van beeld drie stappen doorlopen: kijken, begrijpen en over-
tuigd worden. Drie theorieën bleken daarbij te passen: Gestalt, semio-
tiek en visuele retorica. Een ‘allesomvattende’ studieboek, dat beeld
vanuit deze drie theorieën én de praktijk belicht, hebben we tijdens onze
schuimtochten door de literatuur niet kunnen vinden. We hebben de
handschoen opgepakt en beseften al snel dat zo’n onderneming alleen
lukt met een team dat breed genoeg is om zo’n lastig onderwerp te be-
lichten, dat elkaar door en door kent en niet bang is om kritiek te geven
en te ontvangen.
Als doelgroep hadden we iedereen voor ogen die beroepsmatig met
de publicatie van beeld te maken heeft: journalisten, tekst- en beeldre-
dacteuren, infographics-, reclame-, tentoonstellings- en bladenmakers,
museummedewerkers, communicatie-adviseurs, fotografen, illustrato-
f Licht zorgt voor aan- ren, typografen en webdesigners. De multidisciplinaire aanpak maakt
dacht en perspectief. Alleen dat iedereen voldoende aangrijpingspunten zal vinden op of net over de
al vanwege het stralende grenzen van zijn of haar discipline. De theoretische én praktische aanpak
wit komt dit hekje extra maakt het boek geschikt voor universiteiten én hbo-opleidingen.
op de voorgrond in het Inmiddels heeft het boek zijn nut bewezen in de praktijk: de commen-
gedempte avondlicht, zelfs taren van docenten – en niet onbelangrijk – van talloze studenten zijn
al is de achtergrond span- overwegend erg positief geweest. Veel opleidingen hebben Beeldtaal
nender. De foto toont een opgenomen in hun curriculum. Een kleine vijf jaar na de eerste druk ligt
uitzicht vanaf de Cap Griz er nu een – stevig geüpdate – tweede versie in een ruimer jasje, met veel
Nez in Noord-Frankrijk, nieuwe voorbeelden, en een extra hoofdstuk over beeld en visuele props
waar veel gedachten over in presentaties. En het hoofdstuk over fotografie is geheel herzien.
dit boek zijn ontstaan.
Leiden, maart 2015
JvdB
Jos van den Broek, Willem Koetsenruijter, Jaap de Jong en Laetitia Smit
12 HOOFDSTUK 1
Hoofdstuk 1: Inleiding
E
enieder die wel eens een pagina voor een tijdschrift bedenkt,
een PowerPoint-presentatie maakt, een brochure schrijft, voor
een presentatie een poster moet maken of een idee voor een
infographic moet verzinnen, komt vergelijkbare vragen tegen:
Op dit soort vragen – en nog veel meer – wil dit boek een antwoord
geven. Tegelijk is het boek behalve voor de makers van beeld ook be-
doeld voor de gebruikers ervan. Onze samenleving wordt overspoeld
met beelden, mede door de computer en de digitale camera. Dit boek
wil de gebruiker bij de interpretatie van beeld een handje helpen: be-
grijp je wat de maker ermee wil zeggen?
Beeldtaal
V V
B B
g Bij visuele communicatie denk je vanzelfspre-
kend het eerst aan beelden (B). Zonder integratie
met vormen (V) en woorden (W) ontstaat echter
beeldende kunst of zomaar een plaatje, en is er
(vaak) geen sprake van visuele communicatie.
Woorden geven conceptueel vorm aan communi-
catie. Ze verschaffen de mogelijkheid om beeldele-
menten en abstracties te benoemen, te definiëren
en te classificeren. Vormen (punten, lijnen, regel-
matige of onregelmatige vormen en tussenvor-
men) verschillen van beelden: ze zijn abstracter.
Ze worden al eeuwen gebruikt om met woorden te 1. Vormen (V) 2. Beelden (B) 3. Combinatie van beeld
combineren tot diagrammen. De verbo-picturale (B) en vormen (V)
elementen van par. 6.7 zijn boeiende tussenvormen
tussen woord en beeld. (Fig. 1.2) Dit is dus geen technische handleiding voor vormgevers of fotogra-
fen, geen handleiding voor Adobe Photoshop, InDesign of Illustrator,
of een technisch boek over drukprocessen en resoluties (al besteden
we daar zijdelings wel aandacht aan). Het is ook geen theoretische
verhandeling over beeldtaal, geen studie over de actuele stand van
zaken in het wetenschappelijk onderzoek ernaar, ook al besteden we
wel aandacht aan die achterliggende theorie.
W V W W V
B B
E !
YCL
REC
JvdB
RECYCLE! RECYCLE!
4. Woorden (W) en 5. Woorden (W) en 6. Woorden (W), beel-
vormen (V) beelden (B) den (B) en vormen (V)
derdelen van beelden zijn namelijk vormen: wie zich oefent in ana-
tomisch tekenen of een cartoonfilm maakt, verdeelt een menselijke
figuur in ovalen of blokken. Maar ook een heel beeld heeft een vorm,
bijvoorbeeld de menselijke vorm, de vorm van een schip of een man
op een paard (zie ook hfdst. 7). Bovendien kan tekst in een bepaalde
vorm zijn opgemaakt (fig. 1.4).
Wanneer het belangrijk is het onderscheid helder te houden wor-
den lijnen, vierkanten, rechthoeken, driehoeken en dergelijke ‘vor-
men’ genoemd, de mensen, bomen, huizen die daaruit zijn samenge-
steld ‘beeldelementen’, en het totaal van een voorstelling heet ‘het Om de
beeld’. communicatie via beelden
goed te laten overkomen, wordt deze
vormgegeven. Zo wordt het totaal van een tekst
1.4 Beeld en tekst ook een beeld. Met het begrip vorm moet je overigens
wel een beetje uitkijken. Onderdelen van beelden zijn na-
De nadruk op beeld betekent dus niet dat tekst niet in dit boek ter
melijk vormen: wie zich oefent in anatomisch tekenen of een
sprake komt. Dat komt het wel, maar dan steeds in samenhang met cartoonfilm maakt, verdeelt een menselijke figuur in ovalen of
beeld. Bijvoorbeeld: hoe verhoudt het beeld zich tot de tekst (par. blokken. Maar ook een heel beeld heeft een vorm, bijvoorbeeld de
menselijke vorm, de vorm van een schip of een man op een paard
1.6)? En hoe zien tekst en bladspiegel er als beeld uit. (zie ook hfdst. 7). Bovendien kan tekst in een bepaalde vorm zijn
Als wij het over beeld hebben, bedoelen we beeld in de media: foto’s opgemaakt. Wanneer het belangrijk is het onderscheid helder
te houden worden vierkanten, rechthoeken, driehoeken
en andere afbeeldingen op webpagina’s, in kranten en tijdschriften, en dergelijke vormen genoemd, de mensen, bomen,
op reclameborden, in musea en tentoonstellingen, op tv, in Power- huizen die daaruit zijn samengesteld beeldele-
Point-presentaties, enzovoort. Al die beelden hebben gemeen dat menten, en het totaal van een voorstel-
ling heet het beeld.
ze via een tweedimensionaal medium tot ons komen: papier, beeld-
scherm, beamer, billboard, enzovoort. Met beeld doelen we dus niet k Tekst kan in een bepaalde vorm zijn opgemaakt.
op ruimtelijke beelden, wel op driedimensionale voorstellingen die (Fig. 1.4)
via het platte vlak tot ons komen. Moderne media – zoals holografie –
zullen het onderscheid tussen 2D en 3D wel doen vervagen.
16 HOOFDSTUK 1
andere betekenis geven. Foto van een lachende wethouder bij een
artikel in de lokale krant waarin stevige kritiek op de betreffende func-
tionaris wordt geleverd, geeft het artikel een heel andere lading dan
g Geon rendering: bol, kegel, cilinder, torus een afbeelding waarop de wethouder met een serieus gezicht achter
(‘zwemband’) en platte doos. (Fig. 1.6) zijn bureau zit. De foto van Ruslands sterkste man Vladimir Poetin met
INLEIDING 17
EPA
levisienetwerk gedwongen de site te vereenvoudigen.
Een ander kras voorbeeld vormt een Wisebit van Bas Haring. In een h Pas op, buitenlandse mogendheden: deze
filmpje van 90 seconden (zie ook par. 16.2) vertelt hij op het strand een Russische beer-van-een-vent staat zijn mannetje!
verhaaltje over geheime verleidingswapens. Tijdens het verhaaltje is (Fig. 1.7)
naast de verteller een oogverblindend mooie vrouw in bikini in beeld.
Het effect van verteller en beeld pakt buitengewoon nadelig uit voor
de tekst uit. De slotzin van Bas Haring tot zijn kijkers is dan ook niet i ‘hope’, ‘nope’ of ‘communist’? Amerikaanse
voor niks: ‘Heb je niet alles van dit verhaaltje kunnen volgen, bekijk dit verkiezingsaffiches uit 2008 waarop vooral tekst
filmpje dan gerust nog een keer.’ het verschil maakt. (Fig. 1.8)
obamamedia.wordpress.com
Americana83.com
blogtopus.com
18 HOOFDSTUK 1
1.7 Communicatief-retorisch
Vanzelfsprekend worden er aan esthetische beelden – beeld om het
mooie, kunst – heel andere eisen gesteld dan aan beeld dat bedoeld is
om te communiceren of te overtuigen. De beelden van Henry Moore,
de schilderijen van Rembrandt en de versieringen in de Moorse tem-
pels laten we daarom in principe buiten beschouwing, hoewel we wel
sommige kunstwerken zullen laten zien als aansprekende voorbeel-
den van retorica en semiotiek, zoals het schilderij links (fig. 1.9).
De communicatief-retorische functie verschaft ons tevens een
normatief kader. Bij ieder beeld kun je je afvragen: is het duidelijk en
overtuigt het? Het eerste lijkt een voorwaarde voor het tweede: wat
je niet begrijpt, kan minder makkelijk overtuigen. Is je doel te infor-
meren, dan is duidelijkheid een noodzakelijke voorwaarde. Is je doel
te overtuigen, dan kun je soms ook overtuigend zijn zonder volslagen
duidelijkheid.