Beeldtaal Boek Jaar 1 Vormgeving

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 17

Beeldtaal

Perspectieven voor
makers en gebruikers
Beeldtaal
Perspectieven voor
makers en gebruikers

Tweede herziene uitgave

Jos van den Broek


Willem Koetsenruijter
Jaap de Jong
Laetitia Smit

Boom Lemma Uitgevers


Amsterdam
2015
INHOUD 5

Inhoud 5 Deel 2. Theorie. Drie visies op beeld 44

Voorwoord. Omdat het er nog niet was 8 4 Gestalt. Handig hulpje maker én gebruiker 46
Context Gestalt van een Marsmannetje 48
Deel 1. Stop! Eerst kijken! Dan lezen! 4.1 Gestalt = eenvoud 49
Dan interpreteren! 10 Context Gestaltwetten als sorteerregels 50
4.2 Wet van voorgrond en achtergrond 52
1 Inleiding. 4.3 Wet van eenvoud 53
Een boek over kijken 12 4.4 Wet van nabijheid 54
1.1 Wat dit boek is 13 4.5 Wet van overeenkomst 55
1.2 Wat bedoelen we met beeld? 14 Context Worstelen met de Wet van nabijheid 56
1.3 Beeld en vorm 14 4.6 Wet van symmetrie 58
1.4 Beeld en tekst 15 Context Gestalt en semiotiek in Rotterdam 59
1.5 Beeld en dimensie 16 4.7 Wet van gelijke achtergrond 60
1.6 De kracht van beeld met tekst 16 4.8 Wet van gelijke bestemming 61
1.7 Communicatief-retorisch 18 4.9 Wet van geslotenheid 62
1.8 Drie theoretische scholen 19 4.10 Wet van ingeslotenheid 62
4.11 Wet van het ingevulde hiaat 63
2 Beeldgeletterdheid. 4.12 Wet van continuïteit 64
Kennis van beeld maakt beeldwijs 20 4.13 Wet van ervaring 65
2.1 Definities genoeg 22 Context Kennis van Gestalt zorgt voor focus 66
2.2 Twee perspectieven 22 4.14 Gestalt als totaalbeleving 66
2.3 Vaardigheden en kennis 23 Context Gestalt-checklist 67
Context Beeldgeletterdheid-lijstje 24
2.4 Gestalt, semiotiek en retorica 25 5 Semiotiek. De betekenis van wat we zien 70
2.5 Interpretatie is een iteratief proces 27 5.1 Tekens om ons heen 71
Context Beeldclichés als buitenkans 28 5.2 Drie soorten tekens volgens Peirce 73
Context Magritte en de dino’s van Burian 30 5.3 Betekenislagen: de theorie van Barthes 77
Context Connotatie wordt denotatie 78
3 Waarom beeldtaal? 5.4 Wie heeft gelijk: Barthes of Peirce? 80
De functies van beeld 32 Context United Colors of Benetton revisited 81
3.1 Doet complexiteit recht 34 5.5 Is er één betekenis van een teken? 83
3.2 Vertelt een universele boodschap 34 5.6 Het belang van doelgroepen 83
3.3 Vertelt, bewijst en overtuigt 35 5.7 Wat hebben we aan deze wetenschap? 84
3.4 Maakt vergelijken mogelijk 36 Context Recept voor een semiotische analyse 87
3.5 Prikkelt, emotioneert, kwetst en vermaakt 38
Context Beelden trekken meer aandacht dan tekst 40 6 Visuele retorica. Beelden die overtuigen 88
6.1 Klassieke retorica: overtuigingskunst 91
6.2 Moderne retorica 93
6.3 Retorica en het beeld 93
6 INHOUD

6.4 Ethos, pathos en logos 95 9 De derde dimensie. Licht op perspectief 166


Context Is Osama dood? Logos versus pathos 101 9.1 De kracht van licht 167
6.5 Kairos: het juiste moment 102 9.2 Van plat naar perspectief 167
Context Kairos op Iwo Jima 104 9.3 Hulpmiddelen voor perspectief en diepte 170
6.6 Klassieke stijlfiguren 106 9.4 Gezichten in een wolkenlucht 171
6.7 Schema’s: regelmatigheden 106 9.5 Lineair perspectief 172
6.8 Tropen: onregelmatigheden 108 9.6 Standpunt als retorisch middel 174
Context Metaforen: onverwachte elementen 112 Context Het is maar hoe je tegen Darwin aankijkt 176
Context Framing: selectie, salience en spin 114 Context Licht op aangetaste aders 178
6.9 Model voor een retorische beeldanalyse 116
Context Gestalt, semiotiek én retorica in samenhang 118 10 Kleur. Kleurloos, smakeloos 180
Context De stijlfiguren van Gorilla 120 10.1 Kleurenleer 181
10.2 Kleursystemen 182
10.3 Perceptie van kleur 185
Deel 3. Praktijk. Basiselementen van beeldtaal 122 10.4 Welke kleuren kiezen we? 186
Context Twintig kleuren voor Beatrix 188
7 Compositie. Ordening en hiërarchie 124 Context Focus en de kracht van wit 190
7.1 Welke factoren bepalen een compositie? 125 10.5 Soms liever zwart-wit 192
7.2 Begrenzing 132 10.6 Semiotici over kleur 192
7.3 Compositie en Gestalt 133 10.7 Kleur en betekenis 193
7.4 Beweging 134 Context Tips voor het gebruik van kleur 196
7.5 Semiotiek over compositievormen 136 10.8 Kleur als retorisch middel 196
Context Stamboom groeit alle kanten op 140
7.6 De afbeelding als een ontmoeting 142
Context Vectoren wijzen de weg 144 Deel 4. Praktijk. Goed gebruik van beeldtaal 198
Context Eigenwijze pijl wijst niet altijd de weg 146
7.7 Compositie als een retorisch middel 148 11 Fotografie. Focus op foto’s 200
11.1 Iedereen fotograaf 203
8 Typografie. Letters met karakter 150 11.2 De ethiek van Photoshop 205
8.1 Kiezen voor een letter 152 Context Beroemde gemanipuleerde beelden 206
8.2 Lettertypes en auteursrecht 153 11.3 Informatief of illustratief? 208
8.3 Geschreefd of schreefloos? 153 11.4 Retorische effecten 208
8.4 Typemachineletters en afspatiëren 154 Context Hoe maak je een retorisch portret 215
8.5 Kapitalen of onderkast 155 11.5 Foto en bijschrift vormen een eenheid 216
8.6 Typografische retorica 156 11.6 Iconische foto’s 218
8.7 Typografie en Gestalt: types en families 157 Context De geheime stad van Rob Overmeer 220
8.8 Typografie en semiotiek 158 Context Focus in een fotoreportage 224
8.9 Uitvullen en witruimtes 159 11.7 Waar haal ik mijn beeld? 226
8.10 Voorbeelden van lettertypes 161 Context Foto of illustratie? 227
Context Tips voor typografie 165 11.8 De stockfoto-industrie 228
INHOUD 7

Context Thumbnail visibility 229 14 Webpagina’s. Websites die werken 278


Context Briefing van de fotograaf 230 14.1 Ontwerpprincipes 279
Context Spelregels nieuwsfotografie anp 232 14.2 Gestalt en webdesign 281
14.3 Webdesign en semiotiek 282
12 Grafieken en tabellen. Context Wildgroei in webicoontjes 283
Breng getallen beter in beeld 234 14.4 Webethos in woord en beeld 284
12.1 Wel of geen grafiek? 235 Context Maak het de bezoeker gemakkelijker 287
Context Retorica met weinig data 236 14.5 Iets nieuws? Maak een mood board! 288
12.2 Lijngrafiek 238 14.6 User-generated content: foto’s van lezers 290
Context Semiotiek en lijngrafiek 239
12.3 Staafdiagram 240 15 Tijdschriftpagina’s.
12.4 Cirkeldiagram 242 Pak mij! Lees mij! En tot straks! 292
12.5 Kaartdiagram 243 15.1 Semiotiek: bladen met een smoel 293
12.6 Multidimensionale grafiek 243 15.2 Gestalt en opmaak: het stramien 294
12.7 Puntenwolk 243 Context Tien tips voor eenheid op de pagina 296
12.8 Radargrafiek 244 15.3 Tijdschriftpagina’s en compositie 298
12.9 Retorische manipulatie met grafieken 244 Context Strooi goed! 299
12.10 Het soberheidsprincipe 247 Context Tips voor de opmaak van tijdschriften 301
Context Kleine veelvouden besparen ruimte 248
Context De Amerikaanse verkiezingen verbeeld 250 16 Beeld in presentaties.
Context Chart junk (1): De strengheid van Tufte 252 Stekkers en stropdassen 302
Context Chart junk (2): De retorica van Holmes 254 16.1 Presenteren met PowerPoint en Prezi 303
12.11 Tabellen 256 Context Pechakucha: 20 x 20 304
12.12 Vormgeving van een tabel 258 16.2 Filmpjes in je presentaties 306
Context Tips voor tabellen en grafieken 260 16.3 Visuele props 308

13 Infographics. 17 Copyrights. Van wie is het beeld? 312


Illustraties die tekst en beeld integreren 262 17.1 Beeld- en portretrecht is auteursrecht 313
13.1 Volwassen en verdiepend 265 17.2 Eigen werk en andermans werk 314
Context Anatomie van een goede infographic 266 17.3 Beeldcitaatrecht 317
13.2 Niet versimpelen, maar verhelderen 268 17.4 Bewerken van beeld 318
13.3 Meer dan zo maar een grafiek 268 17.5 Beeldbanken en fotosites 320
13.4 Gestalt: beter met dezelfde info 271 17.6 FlickR en Creative Commons 320
13.5 Semiotiek 272 Context Fotograferen in semi-openbare gebouwen 322
Context De gelaagde rijkdom van Google Maps 273
Context Stijlboeken zorgen voor eenheid 274 Index 324

auteurs 334

Nawoord 336
8 VOORWOORD

Voorwoord
Omdat het er
nog niet was
VOORWOORD 9

E
r was maar één goede reden om een nieuw boek te schrijven:
omdat het nog niet eerder was geschreven. Er bestonden talloze
boeken over beeldtaal, maar niet één – ook niet in de internatio-
nale literatuur – dat de diverse manieren van kijken omvat die wij voor
ogen hadden. De brede en onconventionele kijk ligt ongetwijfeld aan de
gemêleerde samenstelling van ons schrijversteam: een voormalig bla-
denmaker en wetenschapsjournalist met een grote belangstelling voor
infographics; twee neerlandici gespecialiseerd in argumentatietheorie en
retorica en tot slot een kunsthistorica. Allemaal met grote belangstelling
voor beeldtaal, en fervente amateurfotografen. Drie van ons zijn dage-
lijks bezig met onderwijs en onderzoek op het gebied van journalistiek,
nieuwe media en communicatie aan de Universiteit Leiden.
Tijdens de eerste brainstormsessie was de eyeopener dat we bij het
verwerken van beeld drie stappen doorlopen: kijken, begrijpen en over-
tuigd worden. Drie theorieën bleken daarbij te passen: Gestalt, semio-
tiek en visuele retorica. Een ‘allesomvattende’ studieboek, dat beeld
vanuit deze drie theorieën én de praktijk belicht, hebben we tijdens onze
schuimtochten door de literatuur niet kunnen vinden. We hebben de
handschoen opgepakt en beseften al snel dat zo’n onderneming alleen
lukt met een team dat breed genoeg is om zo’n lastig onderwerp te be-
lichten, dat elkaar door en door kent en niet bang is om kritiek te geven
en te ontvangen.
Als doelgroep hadden we iedereen voor ogen die beroepsmatig met
de publicatie van beeld te maken heeft: journalisten, tekst- en beeldre-
dacteuren, infographics-, reclame-, tentoonstellings- en bladenmakers,
museummedewerkers, communicatie-adviseurs, fotografen, illustrato-
f Licht zorgt voor aan- ren, typografen en webdesigners. De multidisciplinaire aanpak maakt
dacht en perspectief. Alleen dat iedereen voldoende aangrijpingspunten zal vinden op of net over de
al vanwege het stralende grenzen van zijn of haar discipline. De theoretische én praktische aanpak
wit komt dit hekje extra maakt het boek geschikt voor universiteiten én hbo-opleidingen.
op de voorgrond in het Inmiddels heeft het boek zijn nut bewezen in de praktijk: de commen-
gedempte avondlicht, zelfs taren van docenten – en niet onbelangrijk – van talloze studenten zijn
al is de achtergrond span- overwegend erg positief geweest. Veel opleidingen hebben Beeldtaal
nender. De foto toont een opgenomen in hun curriculum. Een kleine vijf jaar na de eerste druk ligt
uitzicht vanaf de Cap Griz er nu een – stevig geüpdate – tweede versie in een ruimer jasje, met veel
Nez in Noord-Frankrijk, nieuwe voorbeelden, en een extra hoofdstuk over beeld en visuele props
waar veel gedachten over in presentaties. En het hoofdstuk over fotografie is geheel herzien.
dit boek zijn ontstaan.
Leiden, maart 2015
JvdB

Jos van den Broek, Willem Koetsenruijter, Jaap de Jong en Laetitia Smit
12 HOOFDSTUK 1

Hoofdstuk 1: Inleiding

Een boek over kijken


Dit boek gaat over kijken. Het is bestemd
voor iedereen die beroepsmatig met de
publicatie van beeld te maken heeft of krijgt.
INLEIDING 13

E
enieder die wel eens een pagina voor een tijdschrift bedenkt,
een PowerPoint-presentatie maakt, een brochure schrijft, voor
een presentatie een poster moet maken of een idee voor een
infographic moet verzinnen, komt vergelijkbare vragen tegen:

• Waarom zou ik deze foto juist hier zetten en niet daar?


• Moet ik misschien zelfs een heel andere foto (laten) maken?
• Welke achtergrondkleur gebruik ik voor mijn presentatie?
• Wat is het verschil tussen het opmaken van een tijdschriftpagina en
het inrichten van een internetpagina?
• Welke foto illustreert dit artikel het beste?
• Wat is duidelijker: een schreefloos lettertype of een mét schreef?
• Maakt het uit of ik die foto zo bijsnijd of anders?
• Wat is een goede kleur voor deze grafiek?
• Kan ik voor deze getallen beter een tabel gebruiken of een grafiek?
• Is het effectiever om deze informatie te visualiseren in de vorm van
een infographic?
• Hoe ver kan ik gaan met photoshoppen en hoe kan ik dat verant-
woorden?

Op dit soort vragen – en nog veel meer – wil dit boek een antwoord
geven. Tegelijk is het boek behalve voor de makers van beeld ook be-
doeld voor de gebruikers ervan. Onze samenleving wordt overspoeld
met beelden, mede door de computer en de digitale camera. Dit boek
wil de gebruiker bij de interpretatie van beeld een handje helpen: be-
grijp je wat de maker ermee wil zeggen?

1.1 Wat dit boek is


Beeldtaal. Perspectieven voor makers en gebruikers wil de lezer in de
eerste plaats leren kijken: opmerkzaam maken op verschillen in beel-
den, kleuren en vormen. Wie het doorgewerkt heeft, zal – zo hopen
f Onderdeel van de ten- wij – anders tegen beeld in publicaties gaan aankijken en kan meer
toonstelling Conversations beredeneerde keuzes maken voor de ene afbeelding boven de ande-
in Naturalis in Leiden. Met re, of de ene opmaak boven de andere.
behulp van spiegels waarop Het is in de tweede plaats een praktisch boek over het gebruik van
filmbeelden worden gepro- beeld in verschillende oude en nieuwe media. Het reikt ideeën aan en
jecteerd, wordt een diepte- praktische tips, gelardeerd met weetjes en handigheidjes. Voor wie
effect bereikt. (Fig. 1.1) verder wil in de studie van beeldtaal, geven we een eerste aanzet met
een drietal hoofdstukken over de achterliggende theorie en een biblio-
JvdB

grafie die je verder op weg kan helpen.


14 HOOFDSTUK 1

Beeldtaal

V V
B B
g Bij visuele communicatie denk je vanzelfspre-
kend het eerst aan beelden (B). Zonder integratie
met vormen (V) en woorden (W) ontstaat echter
beeldende kunst of zomaar een plaatje, en is er
(vaak) geen sprake van visuele communicatie.
Woorden geven conceptueel vorm aan communi-
catie. Ze verschaffen de mogelijkheid om beeldele-
menten en abstracties te benoemen, te definiëren
en te classificeren. Vormen (punten, lijnen, regel-
matige of onregelmatige vormen en tussenvor-
men) verschillen van beelden: ze zijn abstracter.
Ze worden al eeuwen gebruikt om met woorden te 1. Vormen (V) 2. Beelden (B) 3. Combinatie van beeld
combineren tot diagrammen. De verbo-picturale (B) en vormen (V)
elementen van par. 6.7 zijn boeiende tussenvormen
tussen woord en beeld. (Fig. 1.2) Dit is dus geen technische handleiding voor vormgevers of fotogra-
fen, geen handleiding voor Adobe Photoshop, InDesign of Illustrator,
of een technisch boek over drukprocessen en resoluties (al besteden
we daar zijdelings wel aandacht aan). Het is ook geen theoretische
verhandeling over beeldtaal, geen studie over de actuele stand van
zaken in het wetenschappelijk onderzoek ernaar, ook al besteden we
wel aandacht aan die achterliggende theorie.

1.2 Wat bedoelen we met beeld?


In een boek over beeldtaal mag een definitie over wat wij bedoelen
Beeldtaal met beeld niet ontbreken. We bedoelen met de term ‘beeld’ in dit
boek alle communicatieve middelen die niet primair tekst zijn, door
Verbale Visuele middel van een tweedimensionaal medium tot ons komen (waaron-
elementen elementen
der we dus bijvoorbeeld ook film kunnen rekenen, maar niet architec-
tuur of beeldhouwwerk), en primair een communicatief-retorische
Vormen
Woorden (V) functie hebben.
(W) Dit boek gaat dus niet over verbale taal (gesproken of geschreven
taal), maar over beeldtaal. Al zijn er natuurlijk talloze verschijnselen
Beelden die tussen tekst en beeld inhangen, zoals bepaalde pictogrammen
(B) (tabel 5.1). Ook grafieken en tabellen (hfdst. 12) en infographics
(hfdst. 13) maken gebruik van zowel tekst als beeld.

k Beeldtaal houdt de integratie in van beeld en 1.3 Beeld en vorm


vormen (visuele elementen) en woord (verbale Om de communicatie via beelden goed te laten overkomen, wordt
elementen) tot één enkele communicatie-eenheid. deze vormgegeven. Zo wordt het totaal van een tekst ook een beeld.
(Fig. 1.3) Met het begrip ‘vorm’ moet je overigens wel een beetje uitkijken. On-
INLEIDING 15

Beeldtaal Beeldtaal Beeldtaal

W V W W V
B B

E !
YCL
REC
JvdB

RECYCLE! RECYCLE!
4. Woorden (W) en 5. Woorden (W) en 6. Woorden (W), beel-
vormen (V) beelden (B) den (B) en vormen (V)

derdelen van beelden zijn namelijk vormen: wie zich oefent in ana-
tomisch tekenen of een cartoonfilm maakt, verdeelt een menselijke
figuur in ovalen of blokken. Maar ook een heel beeld heeft een vorm,
bijvoorbeeld de menselijke vorm, de vorm van een schip of een man
op een paard (zie ook hfdst. 7). Bovendien kan tekst in een bepaalde
vorm zijn opgemaakt (fig. 1.4).
Wanneer het belangrijk is het onderscheid helder te houden wor-
den lijnen, vierkanten, rechthoeken, driehoeken en dergelijke ‘vor-
men’ genoemd, de mensen, bomen, huizen die daaruit zijn samenge-
steld ‘beeldelementen’, en het totaal van een voorstelling heet ‘het Om de
beeld’. communicatie via beelden
goed te laten overkomen, wordt deze
vormgegeven. Zo wordt het totaal van een tekst
1.4 Beeld en tekst ook een beeld. Met het begrip vorm moet je overigens
wel een beetje uitkijken. Onderdelen van beelden zijn na-
De nadruk op beeld betekent dus niet dat tekst niet in dit boek ter
melijk vormen: wie zich oefent in anatomisch tekenen of een
sprake komt. Dat komt het wel, maar dan steeds in samenhang met cartoonfilm maakt, verdeelt een menselijke figuur in ovalen of
beeld. Bijvoorbeeld: hoe verhoudt het beeld zich tot de tekst (par. blokken. Maar ook een heel beeld heeft een vorm, bijvoorbeeld de
menselijke vorm, de vorm van een schip of een man op een paard
1.6)? En hoe zien tekst en bladspiegel er als beeld uit. (zie ook hfdst. 7). Bovendien kan tekst in een bepaalde vorm zijn
Als wij het over beeld hebben, bedoelen we beeld in de media: foto’s opgemaakt. Wanneer het belangrijk is het onderscheid helder
te houden worden vierkanten, rechthoeken, driehoeken
en andere afbeeldingen op webpagina’s, in kranten en tijdschriften, en dergelijke vormen genoemd, de mensen, bomen,
op reclameborden, in musea en tentoonstellingen, op tv, in Power- huizen die daaruit zijn samengesteld beeldele-
Point-presentaties, enzovoort. Al die beelden hebben gemeen dat menten, en het totaal van een voorstel-
ling heet het beeld.
ze via een tweedimensionaal medium tot ons komen: papier, beeld-
scherm, beamer, billboard, enzovoort. Met beeld doelen we dus niet k Tekst kan in een bepaalde vorm zijn opgemaakt.
op ruimtelijke beelden, wel op driedimensionale voorstellingen die (Fig. 1.4)
via het platte vlak tot ons komen. Moderne media – zoals holografie –
zullen het onderscheid tussen 2D en 3D wel doen vervagen.
16 HOOFDSTUK 1

1.5 Beeld en dimensie


In de tweedimensionale media die in dit boek ter sprake komen, kun-
nen vormen de suggestie van een derde dimensie krijgen. Ze krijgen
een virtueel volume door toevoeging van schaduwen en glimlichten
(zie de afbeeldingen op deze pagina’s en hfdst. 9).
Onderschat ook niet het effect van vormen die een perspectivische
variatie lijken op andere vormen. Neem bijvoorbeeld de blauwe pot
links op deze pagina. De opening is een ovaal, maar je denkt te kijken
naar een cirkel die in perspectief staat: je kijkt er van opzij tegenaan,
wat een zogenoemde verkorting van de cirkel oplevert (zie hfdst. 4).
Adobe.com

Geon rendering is het op digitale wijze visuele eigenschappen (kleur,


structuur, textuur, glans, tint) toekennen aan geonen. Hieronder een
h Een voorbeeld van rendering in Adobe Illustrator. gerenderde afbeelding (fig. 1.6). Ook tekenprogramma’s zoals Adobe
De suggestie van volume wordt veroorzaakt door Illustrator maken van rendering gebruik, zoals in bovenstaande illus-
licht en schaduw en de verkorting van vormen. traties is te zien.
(Fig. 1.5)
1.6 De kracht van beeld met tekst
Het is een misverstand dat beeldtaal alleen maar over beelden gaat.
Een grafiek is onleesbaar zonder verklarende teksten en cijfers bij de
assen. Vrijwel elke infographic heeft behoefte aan verklarende woor-
den, zinnen en tekstblokken om de ‘kijker’ de weg te wijzen. Zonder
een bijschrift wordt een foto veelal niet meer dan zomaar een plaatje.
Visuele communicatie is volgens Horn (1999) daarom de integratie
van beelden en vormen (visuele elementen) én woorden (verbale ele-
menten) tot één communicatie-eenheid.
Tekst kan beelden een andere betekenis geven. Bij pastiches en pa-
rodieën (pag. 110) wordt dit gegeven bewust toegepast. Mooie voor-
beelden van tekst die beeld beïnvloedt – ook vormen van pastiche –
kom je tegen tijdens de periodes voor verkiezingen. Beoogd president
Barack Obama – in 2008 de eerste ‘zwarte’ president – verscheen des-
tijds op schitterende posters met de woorden ‘hope’ of ‘change’ (fig.
1.8). Variaties lieten niet lang op zich wachten: Obama werd op een
vergelijkbare poster afgebeeld als communist. Onder een andere vari-
ant verscheen in grote letters het woord ‘nope’.
Ook het omgekeerde is het geval: beelden kunnen tekst een heel
www.artoolkit.org

andere betekenis geven. Foto van een lachende wethouder bij een
artikel in de lokale krant waarin stevige kritiek op de betreffende func-
tionaris wordt geleverd, geeft het artikel een heel andere lading dan
g Geon rendering: bol, kegel, cilinder, torus een afbeelding waarop de wethouder met een serieus gezicht achter
(‘zwemband’) en platte doos. (Fig. 1.6) zijn bureau zit. De foto van Ruslands sterkste man Vladimir Poetin met
INLEIDING 17

ontbloot, afgetraind bovenlijf geeft een artikel over de buitenland-


politiek van het grootste land ter wereld een andere kleur: deze Rus-
sische beer-van-een-vent staat zijn mannetje (fig. 1.7).
De hersenen hebben overigens op één moment slechts aandacht
voor óf tekst óf beeld. Dat we snel kunnen overschakelen blijkt wel
uit het gemak waarmee we een ondertitelde speelfilm kijken. Maar de
concurrentieslag om onze aandacht is een factor om rekening mee te
houden. In 2001 lanceerde cnn een nieuwe site met interviews, beel-
den, een voice-over, pictogrammen om de weersvoorspellingen te ge-
ven, een lichtkrant met het actuele nieuws. En alle middelen werden
gelijktijdig ingezet. Information overload! De felle kritiek dat men al
deze verschillende informatie niet ineens kon opnemen heeft het te-

EPA
levisienetwerk gedwongen de site te vereenvoudigen.
Een ander kras voorbeeld vormt een Wisebit van Bas Haring. In een h Pas op, buitenlandse mogendheden: deze
filmpje van 90 seconden (zie ook par. 16.2) vertelt hij op het strand een Russische beer-van-een-vent staat zijn mannetje!
verhaaltje over geheime verleidingswapens. Tijdens het verhaaltje is (Fig. 1.7)
naast de verteller een oogverblindend mooie vrouw in bikini in beeld.
Het effect van verteller en beeld pakt buitengewoon nadelig uit voor
de tekst uit. De slotzin van Bas Haring tot zijn kijkers is dan ook niet i ‘hope’, ‘nope’ of ‘communist’? Amerikaanse
voor niks: ‘Heb je niet alles van dit verhaaltje kunnen volgen, bekijk dit verkiezingsaffiches uit 2008 waarop vooral tekst
filmpje dan gerust nog een keer.’ het verschil maakt. (Fig. 1.8)
obamamedia.wordpress.com

Americana83.com

blogtopus.com
18 HOOFDSTUK 1

1.7 Communicatief-retorisch
Vanzelfsprekend worden er aan esthetische beelden – beeld om het
mooie, kunst – heel andere eisen gesteld dan aan beeld dat bedoeld is
om te communiceren of te overtuigen. De beelden van Henry Moore,
de schilderijen van Rembrandt en de versieringen in de Moorse tem-
pels laten we daarom in principe buiten beschouwing, hoewel we wel
sommige kunstwerken zullen laten zien als aansprekende voorbeel-
den van retorica en semiotiek, zoals het schilderij links (fig. 1.9).
De communicatief-retorische functie verschaft ons tevens een
normatief kader. Bij ieder beeld kun je je afvragen: is het duidelijk en
overtuigt het? Het eerste lijkt een voorwaarde voor het tweede: wat
je niet begrijpt, kan minder makkelijk overtuigen. Is je doel te infor-
meren, dan is duidelijkheid een noodzakelijke voorwaarde. Is je doel
te overtuigen, dan kun je soms ook overtuigend zijn zonder volslagen
duidelijkheid.

g Een beeld kan een beroep


doen op je gevoel, om je van
een boodschap te overtui-
gen. Bijvoorbeeld dit schilde-
rij van Matthias Grünewald
(het middendeel van het
beroemde Isenheimer altaar)
Musée Unter der Linde, Colmar

dat de toeschouwer wil laten


zien hoe Jezus voor de mens-
heid heeft geleden. Meer
over beelden die overtuigen
in hfdst. 2. (Fig. 1.9)

You might also like