Professional Documents
Culture Documents
Basisboek Activerende Didactiek en Samenwerkend Leren - Carel V
Basisboek Activerende Didactiek en Samenwerkend Leren - Carel V
Basisboek Activerende Didactiek en Samenwerkend Leren - Carel V
van Leraren
Concept Strategisch
Beleidsplan
1
Inleiding
Aanleiding
Een goede sturing staat en valt met een goed beleid. Het beleid bepaald het reilen en
zeilen binnen de organisatie. Een goede beleidsformulering geeft dus aan wat de
organisatie heeft bereikt en wat de organisatie nog moet bereiken. Vanwege het
belang van een goede beleidsformulering en beleidsvoering wordt het strategisch
beleid van het IOL in dit document beschreven.
Dit document is het strategisch beleidsplan van het IOL. In het strategisch
beleidsplan wordt het beleid voor de komende vijf jaren geformuleerd.
Met behulp van het strategisch beleidsplan wordt de organisatie aangestuurd. Het
strategisch beleid richt zich op de volgende beleidsgebieden:
Onderwijsbeleid
Kwaliteitsbeleid
Personeelsbeleid
Professionaliseringsbeleid
Toetsbeleid
Facilitair en Veiligheidsbeleid
Doel
Het doel van het strategisch beleid is om duidelijk te maken op welke manier de
bovengenoemde beleidsgebieden ontwikkeld en uitgevoerd zullen worden. Een
effectieve en efficiënte ontwikkeling en uitvoering van de beleidsgebieden leidt
uiteindelijk tot realisatie van de visie, missie en doelen van de organisatie.
Het is van belang dat elke belanghebbende van de organisatie kennis en begrip heeft
van het strategisch beleid. Het is tevens van belang dat het strategisch beleid
gedragen, wordt door elke belanghebbende van de organisatie.
Dit document is daarom bestemd voor elke belanghebbende van de organisatie.
Het document wordt verder opgebouwd uit een:
Beschrijving van de context van de organisatie
Beschrijving van de structuur van de organisatie
Beschrijving van het onderwijsbeleid
Beschrijving van het kwaliteitsbeleid
Beschrijving van het personeelsbeleid
Beschrijving van het professionaliseringsbeleid
Beschrijving van het toetsbeleid
Beschrijving van het facilitair - en veiligheidsbeleid
Slot
2
Het Instituut voor de Opleiding van leraren
Het Instituut voor de opleiding van leraren is een onderwijsinstelling dat hoger
beroeps onderwijs aanbied. Het IOL kenmerkt zicht door het volgende:
Het IOL is een leraren opleiding.
Aanbieden van HBO onderwijs
Ontwikkelen van leraren competenties bij studenten
Afleveren van start bekwame leraren die volledig bevoegd zijn om les te geven
op het voortgezet onderwijs op junioren niveau (voj) en beperkt bevoegd zijn in
de onderbouw van het voortgezet onderwijs op senioren niveau (vos).
Locatie en Informatie
Het IOL is gevestigd op het Universiteitscomplex aan de Leysweg 86 te Paramaribo.
Een deel van de onderwijsactiviteiten vindt, wegens ruimtegebrek, plaats op andere
locaties.
Het IOL is bereikbaar op de volgende telefoonnummers: (+597)437788.
Appnummer: (+597) 8422767. Het faxnummer is (+597) 437796.
Website: www.edu-iol.sr (onder constructie)
Verder is het IOL ook te vinden op sociale media, met name Facebook onder de
naam: www.facebook.com/iolsuriname
Praktische informatie per opleiding zoals, jaarroosters, lesdagen, lestijden,
bijzondere dagen varieert en is te vinden in de specifieke studiegidsen.
Het IOL is een openbare instelling op Hoger Beroepsonderwijs (HBO niveau. Het
respecteert alle levensbeschouwelijke overtuigingen en stromingen die passen bij
een democratische rechtsorde en is dus toegankelijk voor studenten van iedere
godsdienst of levensbeschouwing die zich verenigt met de democratische
rechtsorde.
3
Missie
1. Als IOL staan we voor het opleiden van deskundige, creatieve en bekwame
leraren voor het voortgezet onderwijs op junioren- en seniorenniveau; leraren
die beschikken over gedegen kennis en over een onderzoekende
beroepshouding. Een leraar die is afgestudeerd aan het IOL, streeft naar
kwaliteit, is betrokken bij de ontwikkeling van de leerlingen en wil zichzelf blijven
ontwikkelen.
2. Als IOL leiden we deskundigen op die de ondersteunende functies die
noodzakelijk zijn voor het welslagen van een schoolorganisatie of het
onderwijsmanagement in zijn totaliteit kunnen invullen.
Visie
Het IOL streeft ernaar een toonaangevend, geaccrediteerd HBO- instituut te zijn dat
opleidt tot startbekwame en competente leraren en aanverwante
beroepsbeoefenaars voor een multiculturele samenleving.
4
Bekwaamheidseis leraar
Het IOL gaat uit van negen (9) competenties waarover een bekwame leraar moet
beschikken, te weten:
1. Interpersoonlijke competentie: het vermogen een sfeer van samengaan en
samenwerken met leerlingen te realiseren.
2. Pedagogische competentie: het vermogen te zorgen voor een veilige leeromgeving.
3. Vakinhoudelijke en -didactische competentie: het vermogen een krachtige leeromgeving
voor leerlingen te verwezenlijken op basis van vakspecifieke kennis en leerpsychologische
achtergronden
4. Organisatorische competentie: het vermogen te zorgen voor een leef- en leerklimaat dat
overzichtelijk ordelijk en taakgericht is.
5. Competentie in samenwerken met collega’s: het vermogen samen te werken in een
team of organisatie.
6. Competentie in het samenwerken met de omgeving: het vermogen de relatie met ouders,
buurt en instellingen te realiseren en te versterken.
7. Competentie in reflectie en ontwikkeling: het vermogen om eigen opvattingen en
competenties te onderzoeken en te ontwikkelen.
8. Competentie in het manifesteren van een onderzoekende houding naar het
onderwijswerkveld toe.
9. Competentie Vernieuwen: aansluiten op de sociaal-maatschappelijke/
pedagogisch-didactische behoeften binnen het onderwijswerkveld.
De student doet vanaf het propedeusejaar kennis op over deze competenties bij het vak
Studieloopbaanbegeleiding (SLB).
Leerlijnen
Elke opleiding kent nu vijf (5) leerlijnen te weten:
1. Persoonlijke Algemene Vorming: Studievaardigheden, Studieloopbaanbegeleiding,
Logopedie, Algemene Vaardigheid in het Nederlands (AVN) en ICT die
de student voorbereiden op zijn toekomstige werkzaamheden.
2. Vakvorming: de vakken, die behoren tot het domein
van de opleiding worden hierbij verzorgd. Bijvoorbeeld
bij Spaans horen Literatuur, Grammatica, etc.
3. Vakdidactiek: leerstrategieën om te leren leren.
4. Beroepsvorming inclusief stage: Deze vakken
bereiden de student voor op het beroep van leerkracht:
o.a. Algemene Didactiek en Lesgeven
5. Onderzoek: onderzoek doen van de waarneembare
verschijnselen in de klas/ school/ sectie, etc.
5
Structuur van de organisatie
Het IOL staat onder leiding van een directeur, die door het MINOWC is benoemd en hij/zij
wordt bijgestaan door één of meerdere onderdirecteuren, eveneens door het MINOWC
benoemd. Verder bestaat het IOL uit een aantal afdelingen. De structuur van de organisatie
wordt in een oogopslag weergeven in een organogram. Naast de organogram wordt er ook
toelichting gegeven op de verschillende onderdelen van de organisatiestructuur.
Het IOL kent diverse opleidingen welke gegroepeerd zijn in vijf clusters te weten:
- Cluster Taal en Expressie welke de opleidingen Nederlands, Engels, Spaans, Tekenen,
Handenarbeid en Textiel omvat.
- Cluster Exact welke de opleidingen Wiskunde, Natuurkunde, Scheikunde,
Biologie en ICT in Education omvat.
- Cluster Mens en Maatschappij welke de opleidingen Algemene Economie,
Bedrijfseconomie, Aardrijkskunde en Geschiedenis omvat.
- Cluster Beweging en Opvoeding welke de opleidingen Lichamelijke
Opvoeding en Pedagogiek inclusief Beroepsvorming en PG-extern omvat.
- Cluster Post-HBO welke de opleidingen schoolmaatschappelijk werker,
schoolmanager, onderwijsinspecteur, faciliteitsbeheerder, en curriculumontwikkelaar
aanbiedt. Deze cluster biedt alleen toelating aan degenen die reeds in het bezit zijn van
minimaal een bachelorgraad behaald aan een erkende onderwijsinstelling. Met het
aanbod van deze opleidingen probeert het IOL in te spelen op de behoeften binnen een
schoolorganisatie.
- Cluster Niet-Reguliere Opleidingen welke incidentele cursussen aan kan bieden al dan
niet op aanvraag van instanties buiten het IOL. Hieronder vallen PG-extern.
De raad van toezicht bestaat uit drie personen. De leden worden door de Minister van
Onderwijs Wetenschap en Cultuur benoemd. De drie voornaamste taken van de RvT
zijn:
Directie
De directie is verantwoordelijk voor het realiseren van de organisatie doelstellingen,
strategie, onderwijsvisie en kwaliteitshandhaving van het onderwijs van het IOL én voor
de daaruit voortvloeiende resultaatontwikkeling. De Directie bestaat uit vier leden.
1. Algemeen Directeur
2. Onderdirecteur Faciliteitbeheer
3. Onderdirecteur Onderwijszaken
4. Onderdirecteur Personeel en Financieel Beheer
Internationale betrekkingen
6
De afdeling internationale betrekkingen is voornamelijk belast met de internationale
aangelegenheden van de organisatie. Dit bestaat grotendeels uit het:
Voorbereiden/adviseren/coördineren/participeren in projecten). Het aangaan en
onderhouden van samenwerkingsverbanden (MOU’s) en benchmarking behoren ook
tot een van de voornaamste taken van de afdeling. Hiervoor staat de afdeling in nauw
samenwerking met verschillende nationale en internationale organisaties
Bureau Kwaliteitszorg
Het BKZ is de stafafdeling binnen het IOL die ervoor moet zorgdragen dat de
kwaliteit van de processen en producten van het onderwijs gegarandeerd blijven. In dit
streven beperkt het BKZ zich niet slechts tot het onderwijs, maar richt zich op het
optimaal functioneren van het totaal instituut, waarbij directie, personeel en studenten,
de juiste aandacht krijgen. Verder zal het BKZ zowel de interne als de externe
kwaliteitszorg aanpakken.
Administratie
De administratie is de afdeling die belast is met het beheer van de gegevens van de
organisatie. Hierbij valt te denken aan:
Beheren van studenten dossiers, cijferadministratie, beheren van studenten gegevens,
archivering, administratieve voorbereiding van tentamenwerken, lokalen beheer etc.…
De afdeling administratie kent drie subafdelingen:
1. Studenten administratie
2. Reproductie Unit
3. Cijfer administratie
Secretariaat
Het secretariaat bestaat voornamelijk uit het verrichten van uiteenlopende
administratieve taken: ondersteunen, voorbereiden en organiseren van het werk van
de directeur. beantwoorden van vragen van de directeur over organisatorische punten
en bijhouden van de afsprakenagenda.
Decanaat
Het decanaat is een afdeling binnen het IOL die zich voornamelijk bezig houdt met het
welzijn en welbevinden van studenten. Met de bedoeling dat de student diens
studieloopbaan zonder stagnaties kan doorlopen. Aan het decanaat zijn twee decanen
verbonden.
7
Onderwijsbeleid
Het onderwijsproces is een van de belangrijkste processen binnen de organisatie. Het
onderwijs staat en valt met een goed onderwijsproces. Met het onderwijsproces wordt een van
de voornaamste doelen van de organisatie gerealiseerd: nl het opleiden van studenten tot
start bekwame leraren.
Onderwijsprogrammering (wat)
Om de vereiste competenties te ontwikkelen bij de studenten is het onderwijs ingedeeld in de
onderstaande 5 leerlijnen of einddoelen.
1. Vakvorming
2. Persoonlijke en Algemene Vorming
3. Vakdidactiek
4. Beroepsvorming
5. Onderzoek
Onderwijsconcept/Onderwijsvorm (hoe)
De leraren competenties worden met behulp van het competentiegericht onderwijs ontwikkeld
bij de studenten. Het competentiegericht onderwijs richt zich op het ontwikkelen van kennis,
inzicht, vaardigheden en attitude. Met behulp van activerende didactiek en een
constructivistische benadering wordt het onderwijs op een resultaatgerichte manier verzorgd.
Tijdens het onderwijsproces worden studenten gestimuleerd om zelfstandig en op een actieve
manier te leren. De verantwoordelijkheid voor het leerproces wordt zoveel als mogelijk bij
student gelegd. Het onderwijs wordt zodanig geprogrammeerd en verzorgd dat de een en
twintigeeuwse vaardigheden (communicatie, kritisch denken, samenwerken en creativiteit)
worden ontwikkeld bij studenten. Het onderwijs wordt op een blended learning (combinatie
van fysiek en online onderwijs) manier verzorgd. Bij het online en digitaal onderwijs wordt er
gebruik gemaakt van google classroom.
Naast het wat en hoe van het onderwijsproces worden de onderstaande eenheden binnen het
onderwijsbeleid ook ontwikkeld:
1. Instroom van studenten
2. Docent professionalisering
3. Cijferregistratie en beheer
4. Periode evaluatie
5. Evaluatie Collegejaar
6. Afstuderen en diplomering
7. Studentenzorg
8. Roosterbeheer
9. Lokalen beheer
De komende vijf jaren wordt de focus gelegd op het:
1. Accrediteren van tenminste 10 opleidingen.
2. Uitschrijven van de procedures van de verschillende processen.
3. Interne kwaliteitsborging, bewaking en verbeteren van het onderwsijproces
8
Kwaliteitsbeleid
De uiteindelijke visie van kwaliteitszorg is het hebben van een goed functionerende
kwaliteitszorg systeem, waar de interne en externe kwaliteit optimaal wordt verbeterd. Het
kwaliteitszorgsysteem wordt uitgevoerd op vier niveaus n.l:
Interne:
1. Institutioneel niveau: de hulpmiddelen welke worden toegepast om de kwaliteitszorg op
institutioneel niveau te meten zijn de student tevredenheid onderzoek en de docent
tevredenheid onderzoek.
2. Opleidingsniveau: de hulpmiddelen welke worden toegepast om de kwaliteitszorg op
opleidingsniveau te meten is docenttevredenheid onderzoek, studenttevredenheid
onderzoek en curriculumevaluatie ondersteund door de resultaten van module
evaluatie.
3. Vak niveau: de hulpmiddelen welke worden toegepast om de kwaliteitszorg op vak
niveau te meten zijn:
Module evaluatie door studenten
Module evaluatie en zelfreflectie door de docent
Extern:
4. Accreditatie: bij de accreditatie wordt de kwaliteit van de opleidingen door een externe
instantie getoetst.
Om dit doel te bereiken worden er drie hoofddoelen nagestreefd.
1.Ten eerste wordt er gestreefd naar kwaliteitsverbetering op drie niveaus:
1. Vak
2. Opleiding
3. Instituut
Bij de interne kwaliteitsverbetering zal er met behulp van meetinstrumenten de nodige
informatie worden verzameld, verwerkt en geanalyseerd. Op basis van de resultaten van de
evaluaties worden verbeteracties ondernomen en bewaakt.
2. Ten tweede wordt er gestreefd naar externe kwaliteitsverbetering, waar alle dertien
opleidingen worden geaccrediteerd. Beoogd wordt om vanaf 2024 elk jaar 2 opleidingen te
accrediteren.
De bovenstaande doelen kunnen moeilijk bereikt worden zonder de ondersteuning van de
afdeling Kwaliteitszorg. Om deze afdeling instaat te stellen, de bovenstaande doelen te helpen
realiseren, zal er gewerkt worden aan het versterken van het bureau kwaliteitszorg.
3.Het derde hoofddoel is het versterken van het bureau kwaliteitszorg. Om het derde
hoofddoel te realiseren zal er gestreefd worden naar de onderstaande subdoelen:
1. Aanstellen van een afdelingshoofd voor het bureau kwaliteitszorg
2. Aantrekken van medewerkers voor het bureau kwaliteitszorg
3. Herstructurering van het bureau kwaliteitszorg.
4. Samenstellen van een duidelijke plan van aanpak in afstemming met de directie en de
kmo’s (kwaliteit medewerker opleidingen) van de verschillende opleidingen.
9
Voor het bereiken van de boven beschreven visie zal er een bottom-up aanpak worden
ingezet. Hierbij wordt kwaliteitszorg op vak niveau en op opleidingsniveau binnen de
opleidingen worden gestimuleerd. Onderstaand wordt de uitvoering van kwaliteitsverbetering
beschreven. De beschrijving is verwerkt in een schema.
Fase Activiteit Maand/Period Hoe Verantwoor
Wat wordt gemeten e delijke
Wanneer
De eerste activiteit is het verzamelen Het meten zal BKZ.
van informatie. Door het verzamelen van geschieden met Opleiding
informatie ontstaat er een duidelijk beeld behulp van een scoördina
over de verschillende processen en enquête toren.
activiteiten binnen de organisatie. onderzoek. Afdelings
Meten: het verzamelen van informatie Dataverzameling hoofden.
geschied met behulp van Om de nodige Hoofd
meetinstrumenten. De volgende data te van de
meetinstrumenten worden gebruikt om verzamelen commissi
de nodige informatie te verzamelen worden es.
vragenlijsten Met behulp
Verzamelen
10
Onderzoeksrapport samenstellen en Nadat de De resultaten van Bureau
Communicatie respondenten
11
Personeelsbeleid
Het personeel zijn de actoren binnen de organisatie die de taken moeten uitvoeren om
uiteindelijk de doelen te realiseren. Zonder het personeel kan de kwaliteit van het onderwijs
niet gerealiseerd worden. Het is van immens belang dat het personeel de taken efficiënt en
effectief uitvoert. Om dit te realiseren zal binnen de komende vijf jaren de focus worden
gelegd op de onderstaande aandachtgebieden:
1. Werving en Selectie: het ontwikkelen van werving en selectieprocedures
2. Inwerking van nieuwe collega’s
Opvang en begeleiding van nieuwe docenten en nieuwe collega’s is van belang voor
het goed kunnen functioneren. Een opvang en begeleidingstraject voor nieuwe
docenten en nieuwe medewerkers kan invulling geven aan deze noodzaak.
3. Scholing en professionalisering
Deskundigheidsbevordering is een ongoing proces. Om de medewerkers te stimuleren
om de taken goed uit te voeren, is training en begeleiding noodzakelijk. Binnen de
komende vijf jaren zal er gestreefd worden naar het trainen en professionaliseren van
het onderwijsgevend personeel als het niet onderwijsgevend personeel. Hiervoor zal er
een deskundigheidsbevorderingstraject worden ontwikkeld. Het voeren van
functionering - en beoordelingsgesprekken hoort bij het
deskundigheidsbevorderingstraject.
4. Evalueren van functioneren
Met het evalueren van het functioneren, wordt het duidelijk of de medewerker zijn taken
wel of niet naar behoren uitvoert. Zodoende kan er effectief worden ingespeeld op het
trainen en begeleiden van zowel het onderwijsgevend personeel als het niet
onderwijsgevend personeel.
12
Professionaliseringsbeleid
Verwijzend op de bovenstaande tekst waar de noodzaak van training en begeleiding wordt
beschreven, zal er bij dit onderdeel van het plan worden voortgeborduurd op het
deskundigheidsbevorderingstraject. Voor zowel het onderwijsgevend als het niet
onderwijsgevend personeel zal er een deskundigheidbevorderingstraject worden uitgezet.
Deskundigheidsbevorderingstraject niet onderwijsgevend personeel
Het deskundigheidbevorderingstraject van het niet onderwijsgevend personeel wordt
gebaseerd op de doelen van de organisatie en de ontwikkelingsbehoeften van het personeel.
Om de ontwikkelingsbehoeften in kaart te brengen, wordt er een inventarisatie uitgevoerd
onder het personeel.
13
Toetsbeleid
Om de competentieontwikkeling te volgen en te bewaken moet er worden getoetst. Daar de
organisatie voornamelijk streeft naar het ontwikkelen van leraren competenties bij studenten
zodat de studenten start bekwaam worden, moet het samenstellen en afnemen van toetsen
op een verantwoorde manier geschieden. Om de kwaliteit van de toetsen en de kwaliteit van
het onderwijs te waarborgen zal het toetsbeleid zich de komende vijf jaren richten op de
onderstaande aandachtsgebieden:
Ontwikkelen van een toetsbeleid
Met het ontwikkelen van het toetsbeleid op instituutsniveau, neemt het instituut de
verantwoordelijkheid op zich dat studenten worden opgeleid tot bekwame professionals en
kunnen werken als beginnend beroepsbeoefenaars. Omdat onderwijs, inclusief toetsing de
studenten hierop voorbereidt.
Het eerste doel van het toetsbeleid is het formuleren van visie (het hebben van een integrale
toetssysteem en optimale bewaking van de toets kwaliteit) op toetsing, een visie die nodig
is om de komende jaren richting te geven aan de ontwikkeling van toetsing op
opleidingsniveau. Een ontwikkeling die aansluit bij de doelen en innovatieplannen van het
instituut. Niet te vergeten ligt het ook in de bedoeling dat het toetsbeleid ontwikkeld wordt om de tijd
en energie die docenten en studenten aan toetsing besteden, zo effectief mogelijk te maken.
Naast het formuleren van een visie zal er met het toetsbeleid de procedures en regels rondom
toetsing inzichtelijk worden gemaakt.
Institutioneel toetssyteem
Een van de hoofddoelen van het toetsbeleleid is het realiseren van een integrale toetssysteem. Hierbij
gaat het om een samenhangend systeem waarbij het toetsbeleid welke door de directie is
samengesteld als richtlijn dient voor de opleidingen die op hun beurt een toetsplan (wijze waarop de
eindkwalificaties worden behaald en overzicht en ordening van toetsen) samenstellen. Het toetsplan
dat door de opleidingscoördinator wordt samengesteld dient als richtlijn voor de docenten van de
opleidingen bij het ontwerpen van de toetsschemas (de inhoud van de toetsen, wijze van toetsing,
wijze van beoordeling).
14
Kwaliteitsbewaking toetsen
De bewaking van de toetskwaliteit is een onmisbaar aspect. Dit is daarom ook een van de
voornaamste doelen van het toetsbeleid. Om dit doel te realiseren wordt er een examencommissie
geïnstalleerd. De examencommissie is een onafhankelijk orgaan. Een van de taken van de
examencommissie is het bewaken van de toets kwaliteit binnen de opleidingen. De bewaking va de
toetskwaliteit zal er als volgt uitzien:
Vier ogenprincipe
De toets van een individuele docent wordt nagekeken door een
ander docent
Toetcoördinator De toet coördinator ziet erop dat de vier ogenprincipe wordt
toegepast binnen de opleiding. De toetcoördinator bewaakt de
toetskwaliteit binnen de opleiding.
Rapportage naar De toetscoördinator assisteert de examencommissie met de
examencommissie toetsbewaking binnen de opleiding en rapporteert naar de
examencommissie
15
Facilitair - en veiligheidsbeleid
Een van de doelen van het institutioneel beleid is het zorg dragen dat de voorzieningen en de
veiligheid aanwezig zijn zodat het onderwijsproces en de kwaliteit van het onderwijs optimaal
kunnen functioneren. Dit doel wordt bereikt door het facilitair - en veiligheidsbeleid. Voor de
komende vijf jaren ziet het facilitair - en veiligheidsbeleid schematisch als volgt uit:
16
Instituut voor de Opleiding van Leraren
(Advanced Teacher Training Institute)
Verlichting,
Wi-
-Fi bandbreedte ver
groten heeft hoogst
e prioriteit;;
Internetvoorzieningen zijn Ja ICT afd. ICT afd. ICT afd. Wi--Fi bandbreedte
toereikend dient spoedig te
worden verbreed
Beschrijving voorzieningen Ja ICT/Admin Lokaal ICT/Admin afd. ICT Elk lokaal heeft
onderwijsruimten, bijv. Beamer op D11 administratie meubilair (tafels/stoele
(white) bord, beamer, airco. aanvraag C1 C n) ter beschikking, een
12 B schoolbord aanwezig.
30
Beamer Niet alle ruimtes zijn vo
aanwezig orzien van airco. De lok
alen in de B/C/D vleug
el hebben plafondventil
ators
Airco’s aanwezig in de
lokalen: A13,14,15
A7, A9 (ICT)
B30
C1, C12
D1, D11
Opmerkingen:
Zie Plattegrond A--D vleugel Ja Secretariaat OD Facilitair Beheer Niet op schaal getekend.
Plattegrond E--vleugel
Beleidsgebied: Onderwijsbeleid
Doel Activiteit en maatregelen Proceseigenaar Ondersteuners Periode Status
Accrediteren van Elk jaar worden 2 opleidingen Betreffende OC
tenminste 10 geaccrediteerd van de opleiding,
opleidingen. BKZ en Directie
Beleidsgebied: Kwaliteitsbeleid
Het verder verbeteren Samenstellen van
van de kwaliteitszorg functiebeschrijvingen.
binnen de organisatie
en de opleidingen. Effectieve en transparante
Hierbij wordt de focus beheer en archivering van
gelegd op de volgende informatie en statistieken.
activiteiten Betrekking van de stakeholders.
Effectieve en transparante
beheer en verwerking van
evaluaties.
belanghebbende van de
organisatie. Het communiceren
en instrueren wordt versterkt
door training en begeleiding.
Versterken van het Aantrekken van kwaliteitszorg
bureau kwaliteitszorg medewerkers
Beleidsgebied: Personeelsbeleid
Werving en Selectie het ontwikkelen van werving en
selectieprocedures
Scholing en een
professionalisering deskundigheidsbevorderingstraj
ect worden ontwikkeld. Het
voeren van functionering - en
beoordelingsgesprekken hoort
bij het
Instituut voor de Opleiding van Leraren
(Advanced Teacher Training Institute)
deskundigheidsbevorderingstraj
ect.
Professionaliseringsbeleid
Deskundigheidsbevorde Om de ontwikkelingsbehoeften
ringstraject niet in kaart te brengen, wordt er een
onderwijsgevend inventarisatie uitgevoerd onder
personeel het personeel.