Correctiesleutel Humor

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 3

2.

2 Humor
(voor het leerstofonderdeel cabaret baseerde ik me op www.wikepedia.be, laatst geraadpleegd op
11 augustus 2016)

Humor is volgens Wikipedia het vermogen om iets dat grappig, amusant of geestig is aan te
voelen, te waarderen of tot uitdrukking te brengen. Er bestaan meerdere vormen van humor, maar
correct en volledig rubriceren kun je nooit. Afhankelijk van de leermethodes wordt humor op veel
verschillende manieren onderverdeeld. Wij maken het onderscheid tussen verbale, non-verbale en
andere vormen van humor, maar dit onderscheid is absoluut niet zaligmakend.
Om de verschillende soorten te definiëren en/of voorbeelden te zoeken, werken we met stam- en
expertgroepen. (RO)
Studenten van het afstandsonderwijs zoeken zelf de definities op of krijgen desgewenst een
correctiesleutel.

1.1 Verbaal

- Understatement : het verkleinen van zaken of gebeurtenissen, het tegenovergestelde van


een hyperbool.
- Woordspeling: het (vaak: bewuste) gebruik van een woord of van meerdere woorden in
verschillende betekenissen tegelijkertijd. Vaak wordt er een komisch effect mee beoogd.
Bv. Hij was dun van haar, zij dik van hem.
Ik studeerde in een vrij technisch instituut in Aalst. (Raf Coppens)
- Parodie: het hergebruik van een bestaand gedicht, lied, film, toneelstuk of verhaal. Het
verhaal (de tekst) wordt op een ironische manier nagedaan. Dit kan zowel op een onschuldige
als op een agressieve wijze gebeuren. Oorspronkelijk had deze term een volledig neutrale
betekenis.
- Ironie: (uit het Grieks: = geveinsde onwetendheid). Een stijlfiguur om je spottend uit te
drukken. Deze vorm geldt daarbij als de 'milde', subtiele vorm: de dubbele bodem, die enige
geoefendheid van een lezer vergt om haar te herkennen. In het Frans noemt men deze vorm
van humor wel eens "l'arme du faible" (het wapen van de zwakke).
- Sarcasme: (uit het Grieks: = ergens vlees vanaf scheuren) wordt bijtende spot verstaan. Deze
stijlfiguur is scherper en harder dan ironie, maar milder dan cynisme.
Bv. Beul tegen een ter dood veroordeelde: "Pas op dat je je nek niet breekt op dat trapje".
- Cynisme: Hieronder wordt hondse ironie verstaan (uit het Grieks: = als een hond). Dit is de
meest schaamteloze vorm van ironie.
Bv. Verdraagzaamheid - het inzicht dat de ander toch te stom is tot een beter inzicht te
komen.

- Satire: Een gedicht of verhaal waarin de spot wordt gedreven met, of verontwaardiging wordt
geuit over, personen of misstanden. Als het een gedicht betreft wordt ook de term hekeldicht
gebruikt. Meer in het algemeen gebruiken we dit begrip om elke kunstuiting aan te duiden die
wantoestanden op spottende wijze aan de kaak wil stellen.
- Galgenhumor: een vorm van humor gebaseerd op het leed van anderen met als doel te
spotten en te amuseren. Vaak wordt deze, vaak overdreven, vorm van humor gebruikt om het
leed te relativeren of een reactie te ondernemen.
Het onderwerp van dit soort humor is vaak andermans leed, zoals de Holocaust, de Tweede
Wereldoorlog, ziektes, rampen of recente sterfgevallen. Na rampen en schokkende
gebeurtenissen komt het vaak voor dat na verloop van tijd grappen en moppen gaan
circuleren.
- Zelfspot: het vermogen om de spot met zichzelf te drijven. Deze vorm van humor wordt wel
de beste vorm van zelfkennis genoemd. Tegen deze vorm van spot is geen argument in te
brengen dan: "Het valt wel mee, zo erg is het niet." Het neemt de wind uit de zeilen van hen
die kritiek willen uitoefenen.
- Running gag: een grap, een handeling of gebeurtenis die pas grappig wordt doordat de
handeling of gebeurtenis wordt herhaald. Het is een Engelse term met letterlijk de betekenis
van lopende (herhaalde) grap. Het kunnen steeds terugkerende uitspraken zijn, de
zogenaamde catch phrases, maar ook bepaalde verwijzingen of situaties.

1.2 Non-verbaal
- Slapstick: een soort komedie waarin lichamelijke acties de hoofdrol spelen. Een klassiek
voorbeeld is de onvermijdelijke glijpartij over een bananenschil.
Het woord is afkomstig van een houten hulpmiddel dat eruit zag als een slaghout, en dat bij
een daarmee gegeven slag veel geluid maakt, echter zonder dat daar veel kracht voor nodig
was, dus zonder dat de getroffenen pijn werd gedaan.
Bv. Laurel en Hardy, Buster Keaton, Charlie Chaplin, Rowan Atkinson.
- Absurdisme: een filosofische stroming waarin wordt gesteld dat het leven in essentie geen
betekenis heeft, het onmogelijk is rationeel te verklaren waarom er leven is en dat iedere
poging om de essentie van het heelal te ontrafelen gedoemd is te mislukken. Volgens deze
visie is het menselijk lijden het resultaat van vergeefse pogingen door individuen om reden of
betekenis in de absurde kloof van het bestaan te vinden. Het wordt weerspiegeld in diverse
kunstvormen. (bv. Monty Python of in Het Leugenpaleis/Het Peulengaleis).
- Practical joke Iemand met opzet in een grappige situatie lokken. Het is een is een grap
waarbij men iets doet of een ander iets laat doen. Kenmerkend is, dat er iemand is die als
'slachtoffer' fungeert.

1.3 Verbaal en/of non-verbaal

- Platte humor: Een vorm van humor die betrekking heeft op urine, uitwerpselen, braaksel,
winden en boeren; lichaamsfuncties die in het dagelijks leven met een taboe belast zijn.
Sommigen rekenen dit genre niet tot de humor, omdat het grappige niet zou berusten op
ingrijpen in het denkproces (geen pointe zou hebben). Veel hedendaagse cabaretiers
beoefenen het genre echter wel, met verschillende redenen. Freek de Jonge past het in milde
vorm toe om het meer serieuze gedeelte te onderbreken en de toeschouwers te ontspannen.
Een voorbeeld is het stuk over het raken van de vlieg in het urinoir, in een
oudejaarsconference.
- Onbedoelde humor: een soort humor gebaseerd op het verrassingseffect, het onverwachte,
het onbedoelde.
- Parodie: Een parodie of persiflage is een spottende nabootsing van een gedicht, lied, film,
toneelstuk, verhaal of andere uiting. Vaak worden hierbij herkenbare eigenschappen van het
origineel overdreven of uitvergroot.
- Imitatie: als de komiek bekende personen qua stem of mimiek nadoet, zodat zijn publiek
amper verschil hoort. Dit wordt meestal gedaan door komieken, met de bedoeling op het
gevoel van herkenning bij het publiek te spelen en hen zo aan het lachen te brengen.
- Karikatuur: een humoristische voorstelling van een persoon of zaak, waarbij de meest
kenmerkende trekken sterk overdreven worden. Ze kunnen zowel ter amusement of ter
belediging bedoeld zijn. Karikaturen worden vooral geassocieerd met cartoonisten ('karikatuur'
wordt ook wel als synoniem voor cartoon gebruikt), maar ook in het poppenspel, theater en
typetjes kan men karikaturale personen, situaties of gedragingen terugvinden.
- Typetjes: een fictief, komisch personage met sterk uitgesproken eigenschappen en
karaktertrekjes die meestal karikaturaal worden uitvergroot.
- Sketches: een kort komisch optreden met een of meer acteurs. Vaak zijn er meerdere
sketches achter elkaar. De sketch kan zich op het toneel afspelen, maar ook in een andere
omgeving.
- Spot: spreekt voor zich.
- Satire: cf. hierboven.
- Zwarte humor: Spotten met taboes: gebreken, ziektes, dood.
- Zelfspot: cf. hierboven.
- Geveinsde domheid: spreekt voor zich.
- Absurdisme (bijvoorbeeld The Marx Brothers, Monty Python)
- Antihumor: grappen zonder pointe (Monty Python)
- Onbedoelde humor: vaak lachwekkend overkomende zaken die echter door de makers zelf
niet zo bedoeld zijn (Alles kan beter, Mystery Science Theater 3000 ...)

You might also like