Morfo I. Oefening meervoud, telbaarheid: (Morfologie I, Iva Rezková PhD.

1. Regelamtige en onregelamtige vormen

neef neven pil zon zonnen proef proeven zee droom dromen

zoon zonen lepel lepels kok koks ui uien leerling leerlingen

staart starten

vader vaders mes messen chef chefs ei eieren boerin boerinnen brief brieven

zus zussen huis huizen baby baby’s tram trams boer broers straf straffen

Broer broers kamer kamers kind kinderen bus bussen milieu milieus klauw klauwen

Oom omen woning woningen biertje biertjes. vliegtuig vliegtuigen katoliek vlag vlaggen

Tante tanten flat flats paal palen auto auto’s leraar leraren slag slaggen

moeilijkheid zee zeeën dominee dominees schip schepen ski ski's klusje klusjes

deksel deksels heuvel heuvels bureau bureaus party party’s stad steden

Gat gaten Islamiet islamieten kamerlid kamerleden jongeman jongemannen

PC PC`s f

Lied liederen sneeuwman sneeuwmannen edelman edelmannen koopman koopmannen

hondenman hondenmannen knie

prijs prijzen plaats stof stoffen proef proeven glas glazen

moederschapsverlof moederschapersverloven

2. Wat is het enkelvoud?

vlooien vlo musici musicus de blinden blind dieven dief kleden kleed
leden leed

daken daak manen maan maanden maand krukken kruk lenzen lens
golven golf

3. Leenwoorden en andere bijzondere vormen meervoud:

dogma dogma ¨s dogmata personalia pronomen pronomina basis bases, bassisen specimen
specimens, specimina

gymnasium gymnasiums, gymnasia promovendus promovendi phd

criticus critici virus virussen opponent collega-nederlandicus bibliotheek fotograaf

fotografen

4. Kan je de volgende substantieven in het meervoud gebruiken? Welke zijn telbaar en welke
zijn niet-telbaar?

zand thee broek (kalhoty) bril (brýle)

waterpokken het slapen reden redenen (důvod) rede (rozum)

taal talen taalkunde kunst kunsten kosten

informatie informaties reactie reacties het nieuws de krant kranten

fruit groente groenten vrucht vruchten lunch

lunchen, lunches