Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 13

Internationale Week 3

Studiewijzer 2023-2024
In de ECTS-fiche van het OLOD ‘Internationale week 3’, die je op intranet vindt, wordt
technisch beschreven wat het opleidingsonderdeel inhoudt: de hoeveelheid vereiste
studie- en werktijd, de algemene en specifieke leerdoelen, de vereiste
begincompetenties, de leerinhouden, het studiemateriaal, de werkvormen en de
evaluatie.

Deze studiewijzer is ondersteunend. In dit document wordt uitgelegd wat dit


opleidingsonderdeel te bieden heeft en wat er van jou wordt verwacht.

1 Situering van de leerinhoud

Dit opleidingsonderdeel is gebundeld in één week (van 6 t.e.m. 10november 2023).


Tijdens deze internationale week overstijg je de landsgrenzen om de opleiding, jouw
beroep en de sector in een internationale context te exploreren.

Vanuit (ortho)(ped)agogische thema’s kijk je, samen met studenten van andere
Europese hogescholen, kritisch naar de ondersteunings-, begeleidings-,
hulpverleningspraktijk elders en laat je je inspireren door internationale voorbeelden.

Aan de hand van internationale gastcolleges/workshops worden diverse


(ortho)(ped)agogische thema’s met een Europese en mondiale bril bekeken.

1.1 Leerinhouden
Basisconcepten en werking van Europese (en mondiale) instellingen en organisaties,
(gast)colleges en workshops uit binnen- en buitenland over de (ortho)(ped)agogische
praktijk, opleiding en beroep en de organisatie, zowel mondiaal als Europees.

In de colleges en workshops kunnen volgende inhouden aan bod komen:


• info over de inhoud van de opleiding en jouw beroep in andere landen.
• kennismaking met nieuwe methodieken uit andere landen
• kennismaking met het brede socio-culturele en maatschappelijke veld in Europa en de
wereld

p 1 / 12
• belangrijke Europese en mondiale instituten en overheden die invloed hebben op het
werkterrein
• ontwikkelingssamenwerking, vrijwilligerswerk, …
• info over hoe op maatschappelijk vlak wordt omgegaan met hulpverlening & zorg
• info over buitenlandse stage (Stage 2 – trajectschijf 3)

1 Situering van de leerinhoud .................................................................................. 1

1.1 Leerinhouden ................................................................................................ 1

2 Doelstellingen en beoogde competenties ............................................................. 2

2.1 Leerdoelen .................................................................................................... 3

3 Opzet van het opleidingsonderdeel en hoe we te werk gaan ............................... 5

3.1 Hoe ziet de internationale week er uit?.......................................................... 5

4 Materiaal ............................................................................................................... 6

4.1 Verplicht leermateriaal en functie hiervan in de leeromgeving ...................... 6

4.2 Aanvullend en ondersteunend leermateriaal en functie hiervan in de


leeromgeving ........................................................................................................... 7

5 Taken en opdrachten ............................................................................................ 7

5.1 Inhoudelijke vereisten .................................................................................... 7

5.2 Vormvereisten ............................................................................................... 9

6 Evaluatie ............................................................................................................. 10

6.1 Toelichting bij de evaluatie (beoordelingswijze, puntenverdeling,


evaluatiecriteria, voorbeeldvragen,… ) .................................................................. 10

7 Studietips ............................................................................................................ 11

8 Contactgegevens ................................................................................................ 12

2 Doelstellingen en beoogde competenties


Zie ook ECTS-fiche 22-23

Het competentiemodel is de visuele weergave van de competenties waarover een


student bachelor in de orthopedagogie dient te beschikken aan het einde van deze

p 2 / 12
opleiding. Het vertelt wat je als praktijkgerichte orthopedagoog moet kennen en
kunnen. Het model is de basis voor de organisatorische en inhoudelijke uitwerking van
ons curriculum. Het competentiemodel is cirkelvormig en heeft geen vast begin- of
eindpunt. Alle competenties zijn belangrijk en kunnen flexibel ingezet worden wanneer
nodig.

Onze opleiding vormt praktijkgerichte orthopedagogen die deskundig zijn in het


organiseren of ondersteunen van kwaliteit van leven in het dagelijks leven. Centraal
staat het inclusief werken in en met de context in een diverse samenleving.
Om een deskundige praktijkgerichte orthopedagoog te worden, werken we aan een
aantal competenties die je flexibel leert inzetten. In het competentiemodel staan de
specifieke orthopedagogische competenties in het blauw. Deze specifieke
competenties en de competentie “Deskundig in het dagelijks leven” vormen samen de
zeven deskundigheidsdomeinen waarin de praktijkgerichte orthopedagoog uitblinkt.
Daarnaast heb je nog een aantal algemene vaardigheden of competenties nodig.
Deze vaardigheden vind je in de buitenste cirkel van ons competentiemodel.

Het competentiemodel brengt de samenhang tussen de opleidingsonderdelen en


leerdoelen in beeld.
In het opleidingsonderdeel Internationale week focussen we op een aantal leerdoelen
die behoren tot de ingekleurde competenties. Deze leerdoelen zijn deelstapjes om
uiteindelijk aan het einde van de opleiding de competentie te behalen.

2.1 Leerdoelen

p 3 / 12
Het competentiemodel van de opleiding Het competentiemodel voor het olod
Internationale week

p 4 / 12
3 Opzet van het opleidingsonderdeel en hoe we te werk gaan

3.1 Hoe ziet de internationale week er uit?

We bieden een divers programma met workshops, (gast)colleges,


casusbespreking, uitwisselingsmomenten en andere leeractiviteiten aan. Het
exacte programma van jouw klasgroep zal je op Digitap vinden. De voertaal van dit
OLOD is Engels. De groepen bestaan zowel uit studenten van AP als buitenlandse
studenten uit verschillende hogescholen in Europa.

- Openingscollege: in het openingscollege wordt het programma van de internationale


week gesitueerd en de verwachtingen wat betreft de paper geschetst. Daarnaast wordt er
ook ingegaan op de plaats van het OLOD binnen de opleiding en de bredere
maatschappelijke context.

- Workshops: gastlectoren uit verschillende Europese partnerhogescholen gaan met jullie


op een interactieve manier aan de slag in kleine groepen en elk vanuit hun specifieke
expertise. Jullie worden ondergedompeld in innovatieve methodieken en denkkaders
vanuit een internationaal perspectief.

- (Gast)colleges: naast het openingscollege en workshops, krijg je in de loop van de week


onder andere informatie over studeren in het buitenland, persoonlijke verhalen met een
internationale insteek en komen er sprekers van verschillende NGO’s en organisaties hun
project uit de doeken doen.

- Dialoogtafels: een internationale week draait niet enkel over kennisoverdracht, maar
nodigt ook uit tot van rond jouw toekomstige beroep en werkveld met studenten van
verschillende landen van gedachten te wisselen. Op donderdag zal je samen aan een
casus werken, waar je gaandeweg meer over te weten komt. Ook enkele ethische thema’s
worden binnengebracht.

- Gemeenschappelijke afsluiter & afscheid: We sluiten samen de week af met een


uitwisseling tussen alle groepen. Tijdens de week zullen jullie allerlei indrukken opdoen,
over het werkveld bijleren en over jullie beroep zoals het er uit ziet in binnen- en
buitenland reflecteren. Op het einde van de week gieten jullie de belangrijkste ‘lessons
learned’ in een filmpje dat je aan elkaar presenteert tijdens de ‘closing session’.

p 5 / 12
Meer informatie over al deze leeractiviteiten en opdrachten zal gegeven
worden tijdens het openingscollege.

Al deze werkvormen en momenten kunnen inspiratie geven voor je paper.


Gebruik ze dus ten volle om jouw leerproces vorm te geven.

Uiteraard zal je na de Internationale Week geen volledig beeld hebben van hoe het
beroep en de (ortho)(ped)agogische praktijk er in de wereld uitziet. Dat is ook geen
doel op zich. In het opleidingsonderdeel beogen we vooral een aanzet te geven om
via enkele voorbeelden en ervaringen buiten de grenzen van je eigen context en land
te kijken, kritisch te leren omgaan met wat er in de wereld op vlak van jouw opleiding
en praktijk te ontdekken valt en de reflex te kweken om op een gestructureerde,
kritische en onderzoekende manier informatie te zoeken en te verzamelen die bijdraagt
tot je eigen leerproces. Aan jou om op ontdekking te gaan!

De planning is onder voorbehoud, aangezien ze afhankelijk is van de programmatie


van de buitenlandse gastcolleges. Verschuivingen in de planning worden zo snel als
kan meegedeeld via Digitap.

Deelname is aan alle leeractiviteiten is verplicht: we verwijzen voor de


afspraken bij afwezigheid naar de ECTS-fiche.

Per contactmoment wordt er voldoende tijd voorzien voor het stellen van vragen door
de studenten, gezien dit een essentieel onderdeel van de taak is. Actieve deelname
tijdens de contactmomenten wordt verwacht.

4 Materiaal

4.1 Verplicht leermateriaal en functie hiervan in de leeromgeving

o Studiewijzer: te vinden op Digitap.

o De presentaties en het materiaal van het college en workshops zijn te


vinden op Digitap

p 6 / 12
o Eigen opgezochte literatuur: jullie leggen een eigen literatuurlijst aan van
artikels, boeken, … die jullie geraadpleegd hebben om tot een breder
beeld van het beroep van praktijkgerichte orthopedagoog te komen. Deze
literatuurlijst is onderdeel van je paper (zie verder punt 5. Taken en
opdrachten).

4.2 Aanvullend en ondersteunend leermateriaal en functie hiervan in de


leeromgeving

Een lijst met interessante sites, artikels en ander tekstmateriaal is te vinden op Digitap.

5 Taken en opdrachten

Voor het opleidingsonderdeel Internationale week is er een individuele opdracht in


de vorm van een paper. De vormelijke en inhoudelijke vereisten vind je hieronder. Tip:
gebruik de verbetersleutel om na te gaan of je elk van de leerdoelen voldoende
hebt aangetoond in je paper.

5.1 Inhoudelijke vereisten


Uit de (gast)colleges/workshops kies je 3 eyeopeners. Dit kan een idee zijn die je
ergens oppikte tijdens een workshop, een stelling uit een dilemma, een bepaalde
vernieuwende methodiek die jou getriggerd heeft, … Kortom iets wat jou raakte,
bijgebleven is, je ogen geopend heeft, iets bijgeleerd heeft… en waar je meer over te
weten wilt komen en in je papier op onderzoek wilt gaan.

In de inleiding beschrijf je voor elke eyeopener kort (enkele zinnen) waarom dit voor
jou een eyeopener was, wat het met je deed, welke vragen dit moment voor je
oproept.
Let op: bij deze korte schets van de eyeopeners is het niet de bedoeling gans
het moment na te vertellen, maar wel kernachtig en genuanceerd het moment
te situeren.

p 7 / 12
Op het einde van de inleiding kies je 1 eyeopener waar je dieper op in wil gaan in je
paper.

In deze paper ga je:

• de gekozen eyeopener vanuit de bril van je opleiding/beroep


onderzoeken
• beschrijven welke inhoudelijke kennisvragen je jezelf stelt bij wat je ziet,
hoorde … en verkent de welzijnssituatie waarin de eyeopener zich afspeelt
en je kennisvragen in literatuur
• je paper onderbouwen en je inhoudelijke kennisvragen beantwoorden
aan de hand van relevante (internationale) literatuur.
• op zoek naar mogelijke verschillen en gelijkenissen die je ontdekt
tussen binnen-en buitenland: waar zitten verschillen, waar raakvlakken
(hou rekening met de context en wees genuanceerd).
• zicht proberen krijgen op de (welzijns)situatie (sociaal, politiek,
maatschappelijk, (ortho)(ped)agogisch) van dat land. Ga hier actief naar op
zoek en stel er vragen over tijdens de workshops. Laat blijken dat je hier
rekening mee houdt in je paper als je verschillende situaties met
elkaar vergelijkt. Verwijs hierbij naar de opgezochte literatuur.
• bespreken wat je uit de eyeopener geleerd hebt (als toekomstige
sociale professional, over de opleiding, het beroep, …),
▪ wat je nog meer zou willen weten, waar sluit het onderwerp aan
bij jouw interesses, ervaring, …?
▪ Wat is voor jou vernieuwend of gewoon nieuw …?
▪ Waar kun je mee akkoord gaan, waarmee niet en waarom?
• concreet maken op welke manier wat je leerde uit het
(gast)college/workshop mee zult nemen naar de praktijk: welke
methode, techniek, theorie, tool is bruikbaar voor je latere praktijk en hoe
zou je dit concreet inzetten?

Tijdens de Internationale Week en ter voorbereiding van de paper, neem je dus


het initiatief om na te denken over de aangereikte thema’s en inhouden en op
zoek te gaan naar antwoorden op de kennisvragen die je bezig houden. Vaak
helpt een gesprek met iemand anders. Gebruik hiervoor de reflectiemomenten. Om de
antwoorden op je inhoudelijke kennisvragen te vinden ga je op zoek in de
(internationale) literatuur zodat je meer zicht krijgt op de praktijk in een internationale
context (o.m. vragen m.b.t. de maatschappelijke, culturele en politieke context, maar

p 8 / 12
vooral ook meer inhoudelijk naar de (ortho)(ped)agogische kaders en
methodieken).

De inhoudelijke kennisvragen die je jezelf stelt, helpen je om:


• kritisch te kunnen kijken naar de praktijk, vanuit verschillende kaders en
contexten.
• zicht te krijgen op de praktijk om eruit te kunnen leren (via (theoretische)
reflectie).
• met de praktijk te kunnen omgaan, in die praktijk te kunnen handelen (bv. bij
een internationale stage).
• te kunnen inschatten wat die praktijk voor jou kan betekenen in het kader van
optimaliseren van het eigen handelen en/of innovatie.
• een genuanceerde vergelijking te kunnen maken tussen systemen, kaders,
methodieken in binnen- en buitenland.
• het is niet de bedoeling dat je wat in het (gast)college of de workshops
hebt gezien, herhaald in je paper.

5.2 Vormvereisten

• Je paper telt maximum 3000 woorden en wordt opgesteld in lettertype Arial


11.
• De paper bevat een literatuurlijst met minstens 3 eigen bronnen. Je gebruikt
minstens 3 anderstalige internationale bronnen, waaronder minstens 1
Engelstalige. Deze literatuurlijst telt niet mee voor de max. aantal woorden
van je paper.
• Zorg voor een duidelijke opbouw en structuur in je paper: er is een
inleiding, middenstuk en conclusie aanwezig.
• Het correct gebruik van de APA-richtlijnen wordt verondersteld gekend
te zijn. Het niet verwijzen naar bronnen in de tekst (of in de literatuurlijst)
leidt tot een 0 op gans de paper!

p 9 / 12
6 Evaluatie
6.1 Toelichting bij de evaluatie (beoordelingswijze, puntenverdeling,
evaluatiecriteria, voorbeeldvragen,… )

Eerste examenperiode:

• Je maakt een individuele taak, met name een paper. Deze paper staat voor
100% van de punten voor het opleidingsonderdeel Internationale week.

• Er geldt een verplichte aanwezigheid tijdens alle leeractiviteiten van de


internationale week (ortho)(ped)agogische praktijk in een internationale
context. Voor de afspraken rond afwezigheden en vervangtaken, verwijzen we
naar de ECTS. Lees deze afspraken grondig door voor je aan de week
begint!

• De criteria voor de beoordeling van de paper kan je in de verbetersleutel


op Digitap vinden.

• Indienen paper:

De paper dien je in op Digitap ten laatste op vrijdag 08/12/2023 om 13u via


Turnitin. Het document met indienwijze kan je vinden op de Digitap.

p 10 / 12
Tweede examenperiode:

Voor de opdracht en deadline van de 2de examenperiode zie Digitap na de


eerste examenperiode.

De resultaten van de eerste examenperiode worden niet overgedragen naar de


tweede examenperiode. De paper is volledig herkansbaar.

In de tweede examenperiode herwerk je de paper aan de hand van de feedback


van de lector tijdens het inzagemoment. Je zoekt indien nodig nieuwe bronnen,
herwerkt je redenering, haalt nieuwe informatie aan… In de paper voor 2de zit zal je
duidelijk moeten weergeven welke aanpassingen je hebt gedaan.

7 Studietips
• Schrijf interessante ideeën meteen op tijdens het (gast)college/de
workshop. Zo kun je later kiezen van welke ideeën, momenten, enz. je
gebruik maakt voor je paper en vergeet je ze niet. Achteraf een moment, een
idee of stelling reconstrueren is veel moeilijker.

• Stel je (pro)actief op tijdens een (gast)college/workshop, wees nieuwsgierig


naar de inhoud, stel zelf ook vragen en stuur zo je eigen leerproces. Schrijf
goede vragen van andere studenten op, neem ze mee naar een volgend
(gast)college/workshop of gebruik ze voor je eigen paper. De workshops zijn
het ideale moment om veel over de situatie en een land uit eerste hand te
weten te komen.

• Gebruik de online vertaaltool Deepl.com om te helpen bij het vertalen,


opzoeken van woorden, … die je niet begrijpt.

p 11 / 12
• Gebruik het handboek ‘De APA-richtlijnen’ van Poelmans & Severijnen (2020)
voor het correct refereren, eventueel ook voor de structuur van je paper en het
opbouwen van je argumenten en theoretische reflecties.

• Gebruik het boek van Marie-José Geenen (2019) voor de reflectie rond de
onderwerpen die aan bod komen in je paper (vooral voor het theoretisch
reflecteren). (Geenen, M.J. (2019). Reflecteren. Leren van je ervaringen als
sociale professional. Coutinho).

• Wees niet bang om anderstalige literatuur te raadplegen. Zie dit als een
extra mogelijkheid om bij te leren en je grenzen te verleggen.

8 Contactgegevens

Inhoudelijke en praktische vragen m.b.t. het opleidingsonderdeel kun je rechtstreeks


stellen in het openingscollege of tijdens de week.
Voor dringende inhoudelijke vragen kan je een mail sturen naar
Gwendy.Moentjens@ap.be,
Emilie.Jonckheere@ap.be
Bart.Hofman@ap.be.

Veel plezier!

Bart Hofman, Emilie Jonckheere & Gwendy Moentjens

p 12 / 12

You might also like