Formatieve Toetsing Deel 1 Acjr2122

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 23

Formatieve toets 1

De PO en HAIO hebben een leergesprek over de standaard Acuut Hoesten. In deze standaard staat
dat zonder CRP-test 68% van de mensen met acute hoest een antibioticum krijgt. Na een CRP-test is
dit 39%. De PO vraagt de HAIO naar het number needed to treat (NNT), in dit geval: hoeveel mensen
moeten met een CRP-test onderzocht worden om 1 behandeling met antibiotica te voorkomen. Wat
is hier het NNT?

1. 1/ (0,68-0,39)= 3,4

2. 0,68/ (0,68-0,39)= 2,3

3. 1/ (1-0,39)=1, 6

4. 0,68/ (1-0,39)= 1,1

Mevrouw Hendrickx, 47 jaar, komt op consultatie omdat zij de laatste maanden steeds terugkerende
ontstekingen in haar rechter oksel heeft. De huisarts stelt na onderzoek van de oksel de diagnose
hidradenitis. Zij legt aan mevrouw Hendrickx uit dat deze huidaandoening vaker bij vrouwen voorkomt
en vooral vanaf de puberteit tot het veertigste levensjaar. Mevrouw Hendrickxs vraagt aan de huisarts
wat ze kan doen om van de ontstekingen af te komen. Als preventieve maatregelen adviseert zij het
lichaam dagelijks te wassen met zeep. Bijkomend schrijft de huisarts magistraal een topisch medicijn
voor tegen overmatig zweten op basis van aluminiumhydroxychloride. Dit voorschrift is correct voor
de indicatie hidradenitis.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De opleider en de HAIO bespreken in een leergesprek hoe zinvol het is om de grote groep patiënten
met matig verhoogde tensie op te gaan sporen en te gaan behandelen. Volgens de HAIO geeft dit
een belangrijke reductie in hart- en vaatziekten op het niveau van de populatie. Volgens de opleider
heeft het voor de individuele patiënt meer zin om ernstige hypertensie te gaan behandelen. Hij geeft
toe dat, omdat dit maar een kleine groep is, er op populatieniveau weinig reductie van hart- en
vaatziekten te zien zal zijn. De opleider en HAIO bespreken hier de preventieparadox.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info
Mevrouw De Wit, 65 jaar, is bekend met urgency-incontinentie. Ze heeft de afgelopen drie maanden
blaastraining gedaan, maar dit heeft de klachten niet doen afnemen. De huisarts wil, in overleg met
mevrouw De Wit, starten met medicamenteuze behandeling. Wat is het eerst aangewezen middel?

1. Oxybutynine (Ditropan)

2. Solifenacine (Vesicare)

3. Tolterodine (Detrusitol)

De heer Jaspers, 27 jaar, werkt sinds enkele maanden in een bakkerij. Hij heeft sinds kort last van
rode, jeukende handpalmen en vingers (zie foto). De overige huid en de nagels zijn intact. De
huisarts maakt een KOH-preparaat en stelt de diagnose tinea manus. Wat is, naast uitleg en
adviezen voor de werksituatie, de aangewezen medicamenteuze behandeling?

1. Lokale behandeling met corticosteroïd

2. Lokale behandeling met een imidazolpreparaat of terbinafine

3. Orale behandeling met itraconazol

4. Orale behandeling met terbinafine

De huisarts wordt geroepen bij de 63-jarige heer Quirynen. Deze man is plotseling 'niet goed'
geworden, terwijl hij in de tuin bezig was. Hij is duizelig en heeft het gevoel dat zijn hart heel snel
klopt. Hij heeft geen pijn. De huisarts vindt bij onderzoek een regulaire hartfrequentie van 130/min. en
een wisselende tensie (systolisch tussen 80 en 120). Hij overweegt een ventriculaire tachycardie. De
huisarts voert lege artis carotis-massage uit. Dit heeft geen effect op het hartritme. Het toepassen
van carotis-massage is bij een ventriculaire tachycardie geïndiceerd.
1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De huisarts bezoekt mevrouw Van Put, 82 jaar, omdat ze drie uur geleden plotseling last heeft
gekregen van hartkloppingen. Dit heeft ze nog niet eerder gehad. Zij is bekend met diabetes mellitus
type 2. De huisarts vindt bij onderzoek een onregelmatige hartslag met een frequentie van 70-
100/min en een polsdeficit. Er zijn geen tekenen van hartfalen. Het ECG bevestigt de diagnose
atriumfibrilleren. De huisarts besluit mevrouw Van Put vandaag nog te laten starten met
antitrombotische medicijnen.

1. onjuist

2. onvoldoende info

3. juist

De huisarts heeft bij de heer De Weert, 47 jaar en kok in een grootkeuken, erysipelas aan zijn been
geconstateerd. De heer De Weert heeft sinds één dag klachten aan het been, en hij heeft een lichte
verhoging, 37.9 ºC. De huisarts zegt tegen de heer De Weert dat hij ook materiaal van de huid gaat
afnemen voor een kweek omdat hij een verhoogd risico heeft op een door MSRA veroorzaakte
huidinfectie. Deze bewering over de huidinfectie bij heer De Weert is correct.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mijnheer De Boer, 78 jaar, komt op spreekuur op advies van zijn vrouw. Hij laat de laatste tijd
regelmatig dingen uit zijn rechterhand vallen. Verder klaagt hij over tintelingen in deze hand, die
vooral 's nachts optreden. 's Ochtends heeft hij het gevoel dat de hand opgezet is. De hele dag heeft
hij een doof gevoel in de handpalm. Bij navraag blijkt hij ook een doof gevoel in de vingertoppen van
de vierde en vijfde vinger te hebben. Bij onderzoek ziet de huisarts atrofie van de duimmuis. De
huisarts denkt aan een Carpal Tunnel Syndroom. Bij deze diagnose past het nachtelijk optreden van
de tintelingen.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info
Mevrouw Minnebach, 27 jaar, is twee dagen geleden bevallen van een gezonde zoon. Haar
echtgenoot belt zondagochtend de huisartsen wachtpost, omdat zijn vrouw koorts heeft (38,5°C). De
dienstdoende huisarts gaat op huisbezoek. Mevrouw Minnebach heeft veel vaginaal bloedverlies en
de lochia ruiken vies. De huisarts stelt de diagnose endometritis en schrijft amoxicilline driemaal
daags 500 mg voor in combinatie met metronidazol tweemaal daags 500 mg. Metronidazol is in dit
geval geïndiceerd.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mevrouw Van Laer, 70 jaar, is bekend met matig ernstig COPD (Gold III). Zij gebruikt aan medicatie:
salbutamol 2dd 100 mcg (Ventolin ® ) en fluticason 2 dd 500 mcg (Flixotide®). Ze belt de huisarts
met de vraag of hij langs wil komen, omdat ze sinds één dag weer heel erg kortademig is en slijm
hoest. Ze heeft geen koorts. Bij aankomst ziet de huisarts een niet-cyanotische dame met dyspnoe in
rust, een sterk verlengd expirium en een ademfrequentie van 32 per minuut. De huisarts, die een
ernstige exacerbatie constateert, is van plan medicatie toe te dienen. Een effectieve interventie is in
dit geval het voorschrijven van een antibioticum.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De heer Van de Vijver komt op consultatie en vertelt onwel te zijn geworden op straat. Na anamnese
en onderzoek komt de huisarts tot de conclusie dat er sprake is van een paniekaanval. Dit blijkt hij al
meerdere malen te hebben gehad. Ook vertelt de heer Van de Vijver dat hij de metro niet meer in
durft. Hij vraagt de huisarts of hij medicatie kan krijgen tegen de angst. Hij wil liever niet naar een
psycholoog. De huisarts schrijft een selectieve serotonineheropname remmer (SSRI) voor en vertelt
dat het effectiever is om hierbij ook cognitieve gedragstherapie te starten.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mijnheer Braet, 61 jaar, belt naar de praktijk. Hij vertelt de huisarts dat hij bij het wakker worden
bemerkte dat hij een deel van het gezichtsveld van het linkeroog mist. Hij heeft geen andere
uitvalsverschijnselen. Met het rechteroog ziet hij goed. De huisarts denkt dat dit beeld past bij een
netvliesloslating.
1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Wendy, 8 jaar, heeft sinds twee weken klachten van haar oogleden. Ze zijn rood en schilferig. De
huisarts diagnosticeert een blefaritis. Hij schrijft haar fucidinezuur ooggel voor. Dit is in dit geval het
middel van eerste keus.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mevrouw Poelman, 56 jaar, heeft de huisarts 's middags laten komen omdat ze in bed ligt met hevige
duizeligheid. Het is die morgen begonnen. Ze kan niet meer opstaan omdat ze dan omvalt. Ze durft
haar hoofd nauwelijks te bewegen. Als ze roerloos blijft liggen, heeft ze geen last. Ze had de laatste
dagen griep. Oorsuizen en gehoorsuitval heeft ze niet. Ze is verder kerngezond. Overig lichamelijk
onderzoek levert geen afwijkingen op. Snel draaien van het hoofd en rechtop gaan zitten luxeert de
duizeligheid en lokt een nystagmus uit. De diagnose neuritis vestibularis is in dit geval
waarschijnlijker dan de diagnose benigne paroxysmale positievertigo (BPPV).

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Bij mevrouw Dieltjens, 62 jaar, heeft de huisarts onderzoek laten doen naar het functioneren van haar
schildklier. Het TSH blijkt verhoogd te zijn en het vrije T4 verlaagd. De huisarts legt mevrouw
Dieltjens uit dat zij een te traag werkende schildklier heeft. De huisarts beweert dat dit meestal
veroorzaakt wordt door de ziekte van Hashimoto (thyreoïditis).

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mijnheer Bongers, 62 jaar, komt naar de praktijk met pijnklachten van de rechterknie. Hij vertelt dat
de klachten ontstaan zijn tijdens een wandelvakantie in de bergen. Hij heeft geen klachten van
blokkering. Bij lichamelijk onderzoek vindt de huisarts onder andere hydrops, en met name
pijnklachten aan de distale zijde van de patella. De huisarts denkt aan de diagnose tractus iliotibialis
frictie syndroom (lopersknie). Voor deze diagnose pleit de aanwezigheid van hydrops.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De HAIO en de PO bespreken de laboratoriumuitslagen van mevrouw De Haen, 33 jaar. Sinds drie


weken is zij bij de HAIO bekend met hypertensie. De gemiddelde bloeddrukwaarde is 190/90 mmHg.
De laboratoriumuitslagen laten een normaal serumcreatinine en een normale creatinineklaring zien.
De HAIO en huisarts overwegen de mogelijkheid van onderliggende pathologie, zoals een
secundaire hypertensie. De huisarts stelt voor om ongeacht de oorzaak van de hypertensie de urine
te onderzoeken op microalbuminurie, om beginnende nierschade op te sporen. De HAIO zegt dat dit
onderzoek bij deze patiënte gezien haar leeftijd niet zinvol is.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De heer Ramdani, een obese man van 57 jaar, komt bij de huisarts met klachten van moeheid,
hoesten en kortademigheid. Bij onderzoek vindt de huisarts een bloeddruk van 150/80 mmHg, en een
regulaire pols van 92 slagen/min. Over de longen hoort hij beiderzijds basaal weghoestbare
crepitaties en een verlengd expirium. De huisarts overweegt de diagnose hartfalen en laat aanvullend
onderzoek verrichten. Het ECG is niet afwijkend. De spiegel natriuretisch peptide (BNP) is niet
verhoogd en de thoraxfoto laat geen afwijkingen zien. Op basis van deze gegevens acht de huisarts
de diagnose hartfalen erg onwaarschijnlijk. Deze conclusie is gerechtvaardigd op basis van het
normale ECG.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Tijdens het leergesprek hebben de praktijkopleider en de HAIO het over mevrouw Roussard, 61 jaar.
Bij mevrouw Roussard denkt de HAIO op grond van de anamnese aan dementie. De HAIO vraagt
aan de praktijkopleider welk (aanvullend) onderzoek bij mevrouw Roussard nodig is. Volgens de
huisartsopleider hoort tot dit onderzoek onder andere laboratoriumonderzoek.
1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De huisarts heeft een gesprek met mevrouw Verhoeven, 45 jaar. Mevrouw Verhoeven heeft een
angststoornis en de huisarts wil haar uitnodigen om meer over haar klachten te vertellen. In dit kader
is de vraag: "kunt u zeggen waarvoor u bang bent" waarschijnlijk effectiever dan "ik begrijp dat u
bang bent".

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De HAIO en PO hebben een leergesprek over het aantonen van chlamydiainfecties naar aanleiding
van het consult van Eline Rosiers, 19 jaar. Ze kwam na onbeschermd seksueel contact op het
spreekuur vanwege vaginale afscheiding. De PO stelt dat, voor het aantonen van Chlamydia bij een
vrouw met klachten, de PCR-test van eerstestraalsurine gevoeliger is dan de PCR-test van de cervix.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De heer Pieters, 23 jaar, komt op consultatie omdat hij al meer dan een week een brandend gevoel
heeft bij het plassen. Sinds twee dagen zitten er ook wat rode plekjes op zijn penis, die erg gevoelig
zijn. Hij heeft geen buitenechtelijke seksuele contacten. Bij onderzoek vindt de huisarts op de penis
enkele rode plekjes met blaasjes met helder vocht. De huisarts stelt de diagnose herpes genitalis
(primo-infectie). Hij legt de heer Pieters uit dat hier sprake is van een seksueel overdraagbare
aandoening. De heer Pieters vraagt de huisarts wanneer hij deze infectie heeft gekregen. De huisarts
legt hem uit dat de incubatietijd van herpes genitalis drie tot zes weken is.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

PO en HAIO hebben een leergesprek over hormonale anticonceptie. Daarbij komt het verschil in
risico op veneuze trombo- embolieën tussen tweede- en derde generatie anticonceptiepillen aan bod.
De PO haalt een artikel aan waarin de volgende incidentiecijfers van veneuze tromo- embolieën
worden genoemd: tweede generatie 5 per 100.000 piljaren, derde generatie 25 per 100.000 piljaren.
Om inzicht te krijgen in het dilemma of het verantwoord is derde generatie pillen voor te schrijven,
vraagt de HAIO zich af wat op basis van deze cijfers het number needed to harm (NNH) van de
derde generatie ten opzichte van de tweede generatie pillen is. Wat is het correcte antwoord?

1. 5

2. 20

3. 4000

4. 5000

De heer Elen, 56 jaar, is stratenmaker. Hij komt bij de huisarts op consult omdat hij sinds een dag
een dropvoet rechts heeft. Hij heeft behoudens licht zurende rugpijn geen pijnklachten. Wel heeft hij
een verdoofd gevoel in het gebied tussen zijn grote teen en de teen ernaast. Bij lichamelijk
onderzoek ziet de huisarts uitwendig geen afwijkingen. De kracht van de voetheffers is aan de
rechtervoet duidelijk verminderd, de kniepees- en achillespeesreflexen zijn symmetrisch
opwekbaar. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?

1. Beroerte

2. Distale spierdystrofie

3. Lumbosacraal radiculair syndroom

4. Peroneus neuropathie

De zusjes Vera, 5 jaar en Anouk, 8 maanden, komen samen met hun vader op het spreekuur. Op de
school van Vera heerst roodvonk (scarlatina). Vera heeft sinds twee dagen hoge koorts en sinds
vanochtend rode vlekjes op haar borst. Ouders van zieke klasgenootjes vertelden, dat de huisarts
geen medicatie had voorgeschreven. "Zeker omdat antibiotica niet helpen tegen een virus, hè
dokter?" De huisarts legt uit dat roodvonk niet door een virus, maar door een bacterie wordt
veroorzaakt, en wel een stafylokok. Deze informatie is correct.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mevrouw Daman komt met haar zoon Bert, 6 maanden, terug op consultatie bij de HAIO omdat de
huiduitslag niet afneemt. De HAIO schreef Bert twee weken geleden hydrocortisonzalf (klasse 1)
voor constitutioneel eczeem met huiduitslag op de wangen en polsen. De HAIO schrijft hem nu
triamcinolonzalf (klasse 2) voor. In het leergesprek stelt de PO dat een klasse 2 corticosteroïd (zoals
triamcinolon), op deze leeftijd niet op de wangen gebruikt mag worden.
1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De heer Smits, 50 jaar en roker, komt op het spreekuur van de huisarts vanwege een zweertje op de
linkerzijkant van zijn tong. Hij heeft het zweertje drie weken geleden ontdekt en het is sindsdien niet
groter geworden. Hij heeft er geen last van. Bij inspectie ziet de huisarts een ulcus met scherpe
begrenzing; bij palpatie voelt het ulcus hard aan. De huisarts twijfelt of hij de heer Smits kan
geruststellen. In dit geval pleit de induratie voor een benigne aandoening.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De heer Vermeer, 50 jaar, komt als nieuwe patiënt voor het eerst bij de huisarts. De probleemlijst in
zijn oude dossier vermeldt dat hij sinds een half jaar bekend is met perifeer arterieel vaatlijden,
stadium 2. Na 500 meter lopen, krijgt hij claudicatioklachten. De heer Vermeer rookt. De huisarts
adviseert de heer Vermeer het roken te staken. Hij voegt eraan toe dat stoppen met roken de
loopafstand zal verbeteren.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De heer Wouters, 32 jaar, komt op consultatie; omdat hij geleidelijk slechter is gaan horen met zijn
rechteroor. Ook heeft hij last van oorsuizen en is hij onvast ter been. Bij onderzoek ziet de huisarts
een normaal trommelvlies, stemvorkproeven wijzen op perceptiedoofheid rechts. De sensibiliteit van
de rechterwang is gestoord. De heer Wouters is niet blootgesteld aan lawaai en heeft geen
ototoxische geneesmiddelen gebruikt. Voor welk van onderstaande diagnoses is het beschreven
beeld kenmerkend?

1. Acousticusneurinoom

2. Cholesteatoom

3. De ziekte van Ménière

4. Otosclerose
De heer Van Laerhoven, 94 jaar, heeft een gemetastaseerd prostaatcarcinoom en een geschatte
levensduur van minder dan twee weken. Hij heeft moeite met slikken en eet nog maar weinig. De
medicijnen die hij gebruikt zijn: orale antidiabetica, antiarrhythmicum en bloedverdunners. In overleg
met de patiënt en de familie besluit de huisarts de medicijnen te staken. Tot de medicijnen die in
deze situatie

op een veilige manier (dat wil zeggen zonder veel kans op vervelende bijwerkingen) direct gestaakt
mogen worden behoort het antiarrhythmicum.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mevrouw Vermeulen, 73 jaar, heeft sinds 15 jaar diabetes mellitus type 2. Ze kreeg dieetadviezen en
ze gebruikt metformine en gliclazide, beide in maximale dosering. Haar laatste HbA1c was 60
mmol/mol (7,6%). De huisarts bespreekt deze uitslag met haar en geeft advies ten aanzien van de
verdere behandeling. Welk beleid is in dit geval correct?

1. Aan de behandeling moet insuline worden toegevoegd.

2. De huidige behandeling wordt gecontinueerd.

3. Onvoldoende info

De heer Demirel, 53 jaar, komt op consulatie omdat hij vier weken geleden een urinesteen-aanval
heeft gehad. Hij heeft nu geen pijn meer. Bij urineonderzoek is er sprake van hematurie, de nitriettest
is negatief. Op een RX abdomen en echo die drie weken geleden zijn gemaakt, waren geen steen en
geen dilatatie zichtbaar. Wat is op dit moment het aangewezen beleid?

1. Spontane lozing van de steen nog vier weken afwachten

2. Echo en buikoverzicht herhalen

3. CT-scan (zo nodig via uroloog)

Moeder komt met haar zoon Johannes, 13 jaar, op consultatie en vertelt dat de leerlingenbegeleider
op school denkt dat Johannes ADHD heeft. Johannes is erg druk in de klas, hij kan zijn aandacht
moeilijk bij zijn werk houden. De schoolprestaties lijden eronder. Afspraken die de
leerlingenbegeleider met hem maakt worden door Johannes vergeten. De huisarts vraagt aan
moeder of ze zich herkent in het beeld dat de leerlingenbegeleider schetst van Johannes. Moeder
zegt dat Johannes in het lager onderwijs wel een impulsief kind was, maar dat dit sinds de
middelbare school juist is afgenomen. Moeder vraagt aan de huisarts of hij ook denkt aan ADHD. Bij
de diagnose ADHD past in dit geval de vergeetachtigheid.
1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Jeroen Goris, 18 jaar, komt op consultatie omdat hij merkt dat hij moeite heeft met het lezen van
verkeersborden bij zijn rijlessen. Anamnestisch zijn er verder geen bijzonderheden. De huisarts
vermoedt een refractieafwijking. Om dit adequaat te onderbouwen dient de huisarts onder andere het
onderzoek van het perifere gezichtsveld te verrichten.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De vader van Hendrik, 8 jaar belt naar de huisarts. Hij is geschrokken, want Hendrik had vanochtend
een 15 cm lange witte worm bij zijn ontlasting. Na verder onderzoek stelt de huisarts vast dat het hier
om een spoelworminfectie gaat. Ze zegt dat ze een voorschrift voor mebendazol (Vermox) zal maken
voor Hendrik. Mebendazol (Vermox) is in dit geval het middel van voorkeur.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De heer Timmers, 42 jaar, heeft sinds drie weken een brandende pijn in zijn bovenbuik na het eten.
Hij heeft hier nooit eerder last van gehad. Hij braakt niet en zijn stoelgang is normaal. Hij gebruikt
geen medicatie. Hij werkt als accountant en het is erg druk op zijn werk. Hij wijt zijn klachten zelf aan
stress. De huisarts vindt geen afwijkingen bij lichamelijk onderzoek en concludeert dat er sprake is
van maagklachten. Wat is in dit geval het aangewezen beleid ten aanzien van de maagklachten?

1. Antacidum adviseren

2. H2- receptorantagonist voorschrijven

3. Protonpompremmer (PPI) voorschrijven

4. Diagnostiek naar H. Pylori

Mijnheer De Vries komt met zijn dochtertje Lara, 6 jaar, op consultatie. De afgelopen drie dagen heeft
Lara hoge koorts gehad zonder dat duidelijk was waardoor dit kwam. Vandaag is de koorts weg maar
heeft ze huiduitslag. Bij onderzoek vindt de huisarts een fijnvlekkig exantheem in het gelaat en op
romp en billen. De huisarts denkt aan exanthema subitum (zesde ziekte). Hierbij past vooral het
ontbreken van andere symptomen als verklaring voor de koorts.

1. onvoldoende info

2. juist

3. onjuist

De PO en de HAIO bespreken de richtlijn acute middenoorontsteking bij kinderen. In deze richtlijn


staat dat antibiotica worden overwogen bij kinderen jonger dan 2 jaar met een dubbelzijdige OMA en
ook bij kinderen die bij eerste presentatie een loopoor hebben. De HAIO beweert dat aangetoond is
dat behandeling van OMA met antibiotica bij deze groepen een snellere afname van pijn geeft.

1. onvoldoende info

2. juist

3. onjuist

Mieke de Bakker, 19 jaar, komt op spreekuur. Al een aantal malen is het zwart voor haar ogen
geworden, elke keer gebeurde dit nadat ze ging staan. Eénmaal is ze flauwgevallen. Haar moeder,
die bedrijfsarts is, heeft laatst haar pols gemeten tijdens zo'n gebeurtenis en deze was (1) 120/min en
regelmatig. De huisarts denkt aan orthostatische hypotensie. Om dit te staven laat zij haar op de
onderzoekstafel liggen en meet de bloeddruk liggend. Vervolgens laat zij haar staan en meet na 60
seconden haar bloeddruk opnieuw. Liggend was de tensie 130/70 en staand 110/55. Bij de
genoemde diagnose van de huisarts past de bevinding genoemd na 1.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De huisarts is net op huisbezoek geweest bij mevrouw Vanbuiten, 76 jaar. Ze is terminaal ziek door
een gemetastaseerd coloncarcinoom. Ze heeft een euthanasieverzoek gedaan. Haar dochter is hier
principieel op tegen. De huisarts wil hierover met mevrouw Vanbuiten en haar dochter in gesprek
gaan. Mag de huisarts de euthanasie toch uitvoeren wanneer haar dochter hierop tegen blijft?

1. Ja

2. Nee

3. Onvoldoende info
Bij de heer Pattinama, 43 jaar, heeft de huisarts de diagnose allergisch contacteczeem aan de hand
gesteld. De heer Pattinama is metaalbewerker. De huisarts vermoedt dat beroepsmatige
contactallergenen de oorzaak zijn van het eczeem. Welk aanvullend onderzoek is het meest
aangewezen in dit geval?

1. Eliminatie- provocatie testen

2. Huidplakproef (epicutaan allergologisch onderzoek)

3. Specifieke IgE- bepalingen in bloed

De heer Verdickt, 52 jaar, meldt zich bij de wachtpost omdat hij tijdens een fietstocht flauwviel toen hij
plotseling moest stoppen voor een stoplicht. Hij voelde het flauwvallen niet aankomen. Een kwartier
tevoren had hij gepauzeerd, waarbij hij twee glazen bier had gedronken. Volgens omstanders duurde
het bewustzijnsverlies enkele seconden, waarna het bewustzijn zich direct herstelde. Hierna liep hij
rood aan. De heer Verdickt heeft de tocht vervolgens zonder problemen uitgefietst. Hij is altijd gezond
geweest. De huisarts denkt aan een vasovagale collaps of aan een syncope door een cardiale
oorzaak. Voor een vasovagale collaps pleit de roodheid na het flauwvallen.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mevrouw Joostens, 59 jaar, is sinds één jaar bekend met diabetes mellitus type 2. Zij gebruikt
hiervoor metformine 3 maal daags 500 mg. Tijdens de controle blijkt dat haar diabetes nog steeds
niet goed gereguleerd is. Mevrouw Joosten heeft fors overgewicht (G105 kg, L160 cm), haar
bloeddruk bedraagt bij herhaling 155/95 mm Hg. Er is sprake van microalbuminurie, het HbA1c is
9,0% (74 mmol/mol) en de nuchtere glucose is 166 mg/dL (= 9,2 mmol/l). Cholesterol en triglyceriden
parameters zijn normaal. De huisarts besluit de metformine stapsgewijs te verhogen naar 3 maal
daags 850 mg. De huisarts zegt dat hiermee haar HbA1c normaliseert. Dit is correct.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De huisarts en de HAIO gaan op bezoek bij mevrouw Devroye, 33 jaar, omdat zij de laatste dagen in
toenemende mate pijn in haar rechterborst heeft. Mevrouw Devroye is drie weken geleden thuis
bevallen. Zij is direct gestart met borstvoeding. Mevrouw Devroye voelt zich ziek en is rillerig. Bij
onderzoek ziet de huisarts een rode plek in de rechterborst. De plek is warm en pijnlijk bij palpatie.
De huisarts zegt tegen mevrouw Devroye dat zij borstontsteking heeft en dat zij daarvoor behandeld
moet worden met antibiotica. De termijn van 3 weken postpartaal past bij mastitis puerperalis.
1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Marianne Peleman, 20 jaar, komt samen met haar moeder op consultatie. Ze is drie dagen geleden
begonnen met klassieke antipsychotica omwille van een nieuwe diagnose schizotypische
persoonlijkheidsstoornis. Ze had al langere tijd hallucinaties en wanen (positieve symptomen) en
klaagt ook over een laag energieniveau (negatief symptoom). Moeder vraagt of Marianne ooit van
haar klachten afkomt en of de medicijnen dan gestopt kunnen worden. In het gesprek dat volgt legt
de HAIO uit dat de negatieve symptomen eerder zullen verdwijnen dan de positieve.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Tijdens een avondconsultatie ziet de huisarts mijnheer Van Sandt, 46 jaar, met acute pijn in de
bovenbuik. De pijn is continu aanwezig en gelokaliseerd in het epigastrium. Na het eten neemt de
pijn af. De huisarts overweegt de diagnose acute pancreatitis. Kenmerkend voor deze diagnose is het
afnemen van de pijn na het eten.

1. onvoldoende info

2. juist

3. onjuist

De moeder van Lucas belt naar de huisartspraktijk. Lucas, 3 jaar, is op zijn buik van de glijbaan
gegleden met zijn hoofd naar beneden, en daarbij geland op zijn kin. Hij heeft een bloedende lip, een
wond onder zijn kin en mist een snijtand. De huisarts nodigt moeder uit om met Lucas naar de
praktijk te komen. Wat moet moeder intussen met de melktand doen?

1. De tand voorzichtig schoonspoelen en zo snel mogelijk terugzetten.

2. De tand meenemen in een glas melk voor terugplaatsing door een professional.

3. De tand droog meenemen voor inspectie, de tand wordt niet teruggeplaatst.

Mijnheer Van Dijck, 58 jaar en bekend met matig ernstig COPD (Gold II), komt voor controle op
consultatie bij de HAIO, na een exacerbatie van zijn COPD. Hij heeft een methylprednisolon
stootkuur gehad en voelt zich weer beter. De heer Van Dijck gebruikt salmeterol (Serevent) 2 dd 50
mcg inhalatiepoeder. De HAIO overweegt het toevoegen van inhalatiecorticosteroïden aan deze
medicatie, omdat dit de tweede exacerbatie binnen een jaar was. De PO geeft aan dat
inhalatiecorticosteroïden op dit moment niet geïndiceerd zijn.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De heer Pieters, 70 jaar, komt op consultatie. Hij heeft pijnlijke voeten en problemen met lopen. Hij is
sinds 15 jaar bekend met diabetes mellitus type 2 en spuit sinds 10 jaar insuline. Zijn HbA1c
bedraagt 7,3% (= 56 mmol/mol) en de nuchtere glucose 114 mg/dL. De huisarts denkt aan
polyneuropathie als oorzaak van de klachten. Ze verhoogt de insulinedosering en zegt tegen de heer
Pieters dat een scherpere instelling van zijn diabetes leidt tot afname van de polyneuropathie
klachten.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mevrouw Visser, 64 jaar, komt voor de derde keer in twee maanden op consulltatie. Zij heeft al zo'n
drie maanden pijnklachten en stijfheid in de nek en beide schouders en moet 's morgens echt op
gang komen. Na anderhalf uur gaat het beter. Daarnaast voelt zij zich moe en heeft weinig eetlust.
Verdere anamnese geeft geen afwijkingen. Het lijkt alsof de klachten toenemen. De huisarts vindt bij
lichamelijk onderzoek drukpijn in de weke delen van schouders en bovenarmen. Het
laboratoriumonderzoek laat behalve een verhoogde sedimentatie (80 mm) geen afwijkingen zien. De
huisarts overweegt een Polymyalgia rheumatica. Hierbij past de verhoogde sedimentatie.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De huisarts heeft bij mevrouw Irmak, 76 jaar, de diagnose polymyalgia rheumatica gesteld. De
huisarts start behandeling met methylprednisolon, maakt een controle afspraak en geeft mevrouw
Irmak instructies. Bij welke klachten moet mevrouw Irmak direct contact opnemen met de
huisartspraktijk of de wachtpost?
1. Bloedneus

2. Keelpijn

3. Pijn bij kauwen

4. Pijn in hand- of voetgewrichten

Mevrouw Pichot, 26 jaar, werkt in een beenhouwerij. Zij komt bij de huisarts omdat zij, zoals zo vaak
's winters, last heeft van roodblauwe, gloeiende, jeukende, tintelende en branderige zwellingen op de
tenen en de hielen. Soms ontstaat er op een van de tenen een blaartje of een zweertje. Het
jeukende, pijnlijke gevoel neemt toe bij opwarming. De plekken gaan meestal vanzelf binnen enkele
weken weer over. De huisarts stelt de diagnose syndroom van Raynaud (wintertenen). De
aanwezigheid van ulceraties past bij deze diagnose.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mevrouw Delaet komt met haar zoontje Alex, 5 jaar en gezond, op consultatie omdat ze de indruk
heeft dat Alex slecht hoort. De juffrouw op school heeft dit ook opgemerkt. De huisarts stelt na
otoscopie de diagnose otitis media met effusie. Ze schrijft een intranasaal decongestivum voor. Ze
vertelt dat dit een positief effect heeft op het gehoor.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De PO en haar HAIO leggen samen een bezoek af op de palliatieve afdeling bij de heer Vinken, 78
jaar. Hij heeft longcarcinoom in een terminaal stadium. Omwille van de bedlegerigheid heeft de
verpleegkundige gisteren een verblijfssonde ingebracht. Er is een huisbezoek aangevraagd omdat er
urine langs de sonde lekt. De huisarts zegt dat vergroting van het ballonvolume van de sonde,
lekkage langs de sonde kan voorkomen.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info
De huisarts heeft een brief ontvangen van een verzekeringsmaatschappij over de heer Pieters, 74
jaar, die recent overleden is. De verzekeringsmaatschappij vraagt bij hoofde van de raadgevende
arts aan de huisarts naar de doodsoorzaak, om te kunnen beoordelen of de levensverzekering van
de heer Pieters uitbetaald moet gaan worden. Mag de huisarts in dit geval de doodsoorzaak aan de
verzekeringsmaatschappij doorgeven?

1. Nee, dat mag niet.

2. Ja, dat mag in dit geval.

3. Onvoldoende info

De HAIO bespreekt met de PO de consultatie van mevrouw Maes, 36 jaar. Mevrouw Maes is 10
weken zwanger en kwam op consultatie vanwege misselijkheid en frequent braken. In een eerdere
zwangerschap was sprake van zwangerschapsdiabetes. Ze is bekend met obesitas (BMI 39/kg/m2).
De PO zegt tegen de HAIO dat er bij mevrouw Maes een risicofactor voor pre-eclampsie aanwezig
is. Welke risicofactor is dat?

1. Haar leeftijd

2. Het braken

3. De BMI-waarde

4. De diabetes gravidarum in de vorige zwangerschap

De huisarts en de HAIO bezoeken samen mijnheer Van Der Smissen, 56 jaar, vanwege pijn op de
borst, kortademigheid en hevig transpireren. Als de huisarts binnenkomt raakt mijnheer Van Der
Smissen buiten bewustzijn en ademt hij niet meer. De huisarts vraagt de HAIO om het noodnummer
112 te bellen en te zeggen dat het om een reanimatie gaat. De huisarts begint onmiddellijk met
hartmassage. De frequentie van de hartmassage is 100/min en na 30 borstcompressies geeft hij
steeds 2 beademingen.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De moeder van Yannick, 5 jaar, vraagt of ze loperamide mag geven tegen de diarree. De huisarts
zegt dat loperamide bij kinderen op deze leeftijd wordt ontraden.
1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mevrouw Devillé, 93 jaar, is klaar met leven. Na afwijzing van haar euthanasieverzoek is zij bewust
gestopt met eten en drinken met als doel te sterven. Zij lijdt tijdens dit proces erg onder de dehydratie
en ontstane decubitus. De huisarts overweegt sedatie. Hij vraagt zich af of hij hierdoor hulp geeft bij
zelfdoding. Is er in dit geval juridisch sprake van hulp bij zelfdoding?

1. Ja

2. Nee

Mijnheer Van der Vloesem, 63 jaar, meldt zich op de huisartsenwachtpost (HWP). Bij het
tandenpoetsen zag hij in de spiegel dat zijn linker bovenooglid afhangt en zijn mond asymmetrisch is
als hij zijn tanden laat zien. Hij heeft al twee dagen forse oorpijn en wilde na het weekend naar zijn
eigen huisarts gaan. Hij is zo geschrokken van zijn scheve gezicht dat hij naar de HWP komt. De
huisarts onderzoekt hem en constateert dat er bij de heer Van der Vloesem sprake is van een
perifere facialis parese. Bij onderzoek van het linkeroor is dit erg gevoelig, maar zijn er geen
afwijkingen te zien. De huisarts overweegt een herpes zoster infectie als oorzaak van de facialis
parese. Deze klacht van forse oorpijn pleit in dit geval voor een herpes zoster infectie.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

PO en HAIO bespreken een onderzoek waarin gekeken wordt naar de voorspellende waarde van
anamnese en lichamelijk onderzoek voor ernstige infecties bij kinderen. Nadat de huisarts in het
onderzoek na anamnese en lichamelijk onderzoek een uitspraak heeft gedaan over de ernst van de
infectie, werden deze uitkomsten vergeleken met een referentiestandaard. Dat was in dit geval het
oordeel van een deskundigenpanel dat de diagnose stelde op basis van resultaten uit anamnese,
lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek. Uit dit onderzoek komen de volgende
resultaten. Hoe verhouden de positief en negatief voorspellende waarde zich in dit geval?

Tabel 1 Uit: Van den Bruel 2007

Ernstige infectie Geen ernstige infectie Aantal kinderen


volgens het panel volgens het panel
Ernstige infectie 17 293 310
volgens de huisarts
Geen ernstige infectie 14 3657 3671
volgens de huisarts
Totaal 31 3950 3981
1. De positief voorspellende waarde is groter dan de negatief voorspellende waarde.

2. De positief voorspellende waarde is gelijk aan de negatief voorspellende waarde.

3. De positief voorspellende waarde is kleiner dan de negatief voorspellende waarde.

Mevrouw El Azzouzi, 23 jaar, is vier dagen geleden thuis à terme bevallen van haar tweede kind. De
bevalling verliep ongecompliceerd. Zij klaagt bij het tweede bezoek van de vroedvrouw over
vermoeidheid. Verder klaagt zij over stinkende afscheiding. Ondanks haar klachten maakt Mevrouw
El Azzouzi verder geen erg zieke indruk. Bij het lichamelijk onderzoek blijkt de temperatuur 39,1°C, er
is geen hoogstand van de uterus, de bloeddruk is 120/80 mmHg met een pols van 92/min. In overleg
met de huisarts wordt de diagnose endometritis gesteld. Behandeling van mevrouw El Azzouzi hoort
plaats te vinden in het ziekenhuis.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mevrouw Verswijver komt op consultatie met haar 6 maanden oude zoon Bart. Nadat er zes weken
geleden bij Bart een allergie voor koemelkeiwit is vastgesteld door middel van een eliminatie-
provocatietest, heeft hij koemelkvrije voeding gekregen. Zijn constitutioneel eczeem is hierdoor flink
verbeterd. Mevrouw Verswijver vraagt hoe lang zij nu moet doorgaan met koemelkvrije voeding. De
huisarts vertelt haar dat ze koemelk moet vermijden tot Bart de leeftijd van 4 jaar bereikt heeft.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Wim Kloeck, 43 jaar, komt samen met zijn echtgenote Alice op het spreekuur met de klacht dat hun
relatie de laatste tijd zo verslechterd is. De oorzaak hiervoor is dat Wim "niets meer wil". Samen naar
het theater, een dagje winkelen in de stad, uit eten gaan, Wim wil niet meer meegaan. Vroeger
ondernamen ze dergelijke activiteiten juist regelmatig. Na een fikse ruzie heeft Wim aan Alice bekend
dat hij zich een aantal keren behoorlijk angstig heeft gevoeld. Onlangs in een warenhuis begon hij
onverwacht vreselijk te transpireren, kreeg hij hartkloppingen en werd misselijk en duizelig; dezelfde
klachten heeft hij dit jaar een aantal keren gehad zonder aanleiding. Deze aanvallen duren zeker een
uur. Wim vraagt of een kalmerend middel hem zou kunnen helpen. De huisarts denkt bij Wim aan
een paniekaanval. Bij de diagnose paniekaanval past in dit geval de leeftijd van Pim bij het
ontstaan van de klachten.
1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Myrthe Van Brabant, 27 jaar, is een week geleden bevallen van een gezonde dochter Sanne. Het is
haar eerste kind. Myrthe belt nu in paniek op omdat ze bij Sanne twee keer bloed in de luier heeft
gezien. De huisarts vraagt moeder met Sanne langs te komen en de luier met bloed mee te nemen.
Na onderzoek concludeert de huisarts dat er waarschijnlijk sprake is van fysiologisch vaginaal
bloedverlies. Hij stelt moeder gerust en vertelt haar dat fysiologisch vaginaal bloedverlies bij een
bepaald percentage van de pasgeboren meisjes voorkomt. Daarna legt hij uit hoe dit ontstaat en zegt
dat het gemiddeld twee weken duurt. Deze termijn is correct.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De huisarts gaat op huisbezoek bij mevrouw Van Hout, 49 jaar. Zij heeft sinds enkele uren last van
hevige draaiduizeligheid waardoor zij niet naar de praktijk kan komen. Tijdens het bezoek blijkt dat
mevrouw Van Hout misselijk is en overgeeft. Ook heeft ze last van oorsuizen en doofheid links. Bij
lichamelijk onderzoek vindt de huisarts geen afwijkingen. De huisarts twijfelt tussen de diagnose
ziekte van Menière en neuritis vestibularis. Het oorsuizen past bij neuritis vestibularis.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Maaike van Nieuwenhuyse, 26 jaar, komt op consultatie omdat zij nu voor de vierde keer dit jaar een
urineweginfectie heeft. Ze vraagt aan de huisarts hoe ze deze infecties kan voorkomen. Maaike heeft
sedert anderhalf jaar een nieuwe vriend. Zij vertelt dat ze tijdens het vrijen condooms gebruiken. De
huisarts antwoordt Maaike, in begrijpelijke bewoordingen, dat van de volgende maatregelen
preventief effect verwacht mag worden: snelle mictie na de coitus en overgaan op het gebruik van
condooms met spermadodende middelen. Het antwoord van de huisarts is correct.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info
De PO en de HAIO hebben een leergesprek over het beroepsgeheim. De PO zegt dat hij gewend is
op verzoek telefonisch informatie te verstrekken uit het dossier van een patiënt wanneer een
behandelend medisch specialist daarom vraagt. De HAIO zegt dat dit in het kader van het
beroepsgeheim verboden is.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De heer Claes, 36 jaar, heeft lage rugpijn met uitstraling in zijn rechterbeen. De huisarts wil de proef
van Lasègue uitvoeren. Daartoe laat de huisarts de heer Claes op zijn rug op de onderzoekstafel
liggen. De huisarts laat de patiënt het rechterbeen gestrekt optillen. Bij 45° is er sprake van een
uitstralende pijn. De huisarts laat het been 10° zakken en geeft dorsaalflexie van de rechtervoet.
Hierna verricht de huisarts een gekruiste Lasègue. De heer Claes geeft hierbij pijn aan in zijn
linkerbeen. In dit geval is de gekruiste Lasègue positief.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De heer Bosmans, 49 jaar, komt op consultatie omdat hij graag wil weten of hij behandeld moet
worden voor zijn hoge bloeddruk. De huisarts inventariseert zijn risicoprofiel. Hij rookt niet en drinkt
geen alcohol. Hij eet gezond, maar beweegt nauwelijks. De familieanamnese is negatief voor hart- en
vaatziekten. Zijn bloeddruk is bij herhaalde metingen 185/85 mmHg. De totaal cholesterol/HDL ratio
is 6.5, de nuchtere glucose is 101 mg/dL. Zijn 10-jaars-risico op sterfte aan hart- en vaatziekten komt
met de SCORE risicofunctie op 4%. De huisarts geeft aan de heer Bosmans wel bewegingsadviezen.
Hij legt uit dat wetenschappelijk onderzoek aantoont dat het bewegingsadvies volgens de huidige
norm (= 5 x per week, 30 minuten per dag) de tensie verlaagt en het totaal cholesterol verlaagt. Deze
laatste bewering is correct.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

John De Roy, 18 jaar komt op consultatie. Hij maakt zich zorgen over bultjes op zijn penis. Hij heeft
het idee dat ze er al een tijdje zitten en dat ze groter worden. Hij heeft er geen last van, maar vraagt
zich af of ze besmettelijk zijn. Hij weet niet of ze er gekomen zijn na onbeschermd seksueel contact.
Bij onderzoek ziet de huisarts op de rand van de eikel kleine huidkleurige papels met onregelmatig
oppervlak zonder ulceratief uitzicht. De huisarts legt John uit dat dit condylomata acuminata zijn.
1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

De huisarts maakt een huisbezoek bij Jan Talpe. Jan is 3 jaar oud en heeft sinds twee dagen koorts
(tussen de 38°C en 39°C) en keelpijn. Hij hoest niet. Hij heeft sinds gisteren niets gegeten en
nauwelijks gedronken. Bij onderzoek vindt de huisarts een rode keel, de tonsillen zijn wat opgezet, er
is geen pus te zien. In de nek is een opgezette lymfeklier palpabel. Op borst en rug is een exantheem
zichtbaar, dat bestaat uit puntvormige rode vlekjes, die hier en daar conflueren. De huisarts twijfelt
tussen een virale bovenste luchtweginfectie en roodvonk. De aard van het exantheem (puntvormig,
hier en daar confluerend) pleit voor de diagnose roodvonk.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Mevrouw Joosten komt op consultatie met haar dochter Bianca, 6 jaar. Bianca loopt mank. Sedert
twee dagen klaagt Bianca over pijn in haar linkerbovenbeen en vanmorgen wilde ze er niet meer op
staan. Ze is niet gevallen, is niet ziek geweest en heeft geen koorts. Bij lichamelijk onderzoek vindt
de huisarts een beperkte abductie van de linker heup en beperkte endorotatie. De huisarts denkt aan
een coxitis fugax of een ziekte van Perthes. Bij de diagnose Perthes past de beperkte abductie.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Dries Van Hout, 23 jaar en bekend met het syndroom van Down (trisomie 21) komt op consultatie
vanwege verschillende klachten. Dries lijdt aan een congenitale hartafwijking, heeft vaak last van
obstipatie en is gekend met geleidingsdoofheid. De opleider bespreekt de casus van Dries met zijn
HAIO en ook het Downsyndroom in het algemeen. Volgens de opleider komt onder andere de
volgende aandoening van Dries vaker voor bij mensen met het syndroom van Down: de
geleidingsdoofheid.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info
Bij mevrouw van Overmeire, 64 jaar, is osteoporose geconstateerd na een heupfractuur. Zij wil nu
graag meer weten over behandeling met bisfosfonaten. De huisarts zegt dat door deze medicijnen de
botdichtheid toeneemt en dat na 3 jaar gebruik de kans op het krijgen van een (nieuwe) fractuur
gehalveerd is. Deze informatie van de huisarts is correct.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

Bij mevrouw Dieltjens, 62 jaar, heeft de huisarts onderzoek laten doen naar het functioneren van haar
schildklier. Het TSH blijkt verhoogd te zijn en het vrije T4 verlaagd. De huisarts legt mevrouw
Dieltjens uit dat zij een te traag werkende schildklier heeft; dat dit in meer dan 90% van de gevallen
veroorzaakt wordt door de ziekte van Hashimoto (thyreoïditis). Tevens zegt de huisarts dat de ziekte
van Hashimoto vanzelf weer herstelt.

1. juist

2. onjuist

3. onvoldoende info

You might also like