Professional Documents
Culture Documents
Siemens Elmo2BE1153
Siemens Elmo2BE1153
Compressoren
Gebruiksaanwijzing 2BE1 10. tot 25.
6 Gebruik ........................................................ 24
9 Bijlage .......................................................... 40
6.1 Ingebruikneming voorbereiden ..................... 24
9.1 Tekeningen ................................................... 40
6.1.1 Machineuitvoering vaststellen ....................... 24
9.1.1 Onderdeelnr. en benaming ........................... 40
6.1.2 Conservering verwijderen ............................. 24
9.1.2 Opengewerkte tekeningen ............................ 41
6.1.3 Lagers smeren .............................................. 24
9.1.3 Doorsnede montage-hulpschijf ..................... 44
6.1.4 Hulpsystemen voorbereiden (indien aanwezig)
9.1.4 Schakelvoorbeelden ..................................... 45
...................................................................... 24
9.2 Technische gegevens ................................... 47
6.1.5 Bedrijfsvloeistof bijvullen ............................... 24
9.2.1 Omgevingsvoorwaarden ............................... 47
6.1.6 Bedrijfsvloeistofstand voor het opstarten
instellen......................................................... 24 9.2.2 Geluidsdrukniveau ........................................ 47
6.4 Opnieuw in gebruik nemen ........................... 28 9.2.10 Spervloeistof van de asafdichtingen bij
uitvoering met externe toevoer...................... 53
7 Onderhoud en instandhouding ................. 29
9.2.11 Smeermiddelen ............................................. 54
7.1 Controleren ................................................... 29
9.2.12 Ontkalkingsoplossingen ................................ 54
7.1.1 Inspectie ....................................................... 29
9.2.13 Conserveringsmiddelen ................................ 54
7.1.2 Revisie .......................................................... 30
9.2.14 Belastingen op aansluitingen conform
7.1.3 Wentellagers met vetsmering ....................... 30 ISO 5199 ....................................................... 55
1.1 Doelgroepen
Doelgroep Taak
Exploitant Deze handleiding beschikbaar houden op de
plaats waar de machine wordt gebruikt, ook voor
later gebruik.
Medewerkers aansporen tot het lezen en in acht
nemen van deze handleiding en de eveneens
geldende documenten, vooral van de
veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen.
Aanvullende bepalingen en voorschriften die
betrekking hebben op de installatie, in acht nemen.
Alleen vakkundig personeel werkzaamheden aan
de machine laten uitvoeren.
Symbool Betekenis
Veiligheidsteken
Tref alle maatregelen die met het veiligheidsteken zijn
gemarkeerd om lichamelijk letsel of de dood te voorkomen.
Instructie
1. , 2. , … Gedetailleerdere instructie
Voorwaarde
Kruisverwijzing
Informatie, aanwijzing
– Machine niet met gesloten afsluiter aan de Elke werkwijze achterwege laten die het
drukzijde laten werken. personeel of niet-betrokken derden in gevaar
brengt.
Motorschade vermijden:
Bij een veiligheidsrelevante storing de machine
– Neem het aantal toegestane onmiddellijk stilzetten en de storing door een
motorinschakelingen per uur in acht bevoegde persoon laten verhelpen.
( Gegevens fabrikant).
In aanvulling op de volledige documentatie de
Elk ander gebruik met de fabrikant overleggen. wettelijke of andere voorschriften m.b.t.
Bij levering van de machines zonder motor moet veiligheid en ongevallenpreventie evenals de
de samenstelling tot een machineset conform de geldende normen en richtlijnen van het land
bepalingen van machinerichtlijn 2006/42/EG waarin het systeem wordt gebruikt, in acht
plaatsvinden. nemen.
Pos: 16 /626-Gardner Denver/Allgemeingültige Module/02 Sicherheit/Pflichten des Betreibers @ 8\mod_1344239041960_3929.doc @ 64071 @ 3 @ 1
Zorg ervoor dat personeel dat met – Niet als afleg voor papier en dergelijke
werkzaamheden aan de machine is belast voor gebruiken.
het begin van de werkzaamheden deze – Hete onderdelen van pomp of motor niet als
gebruiksaanwijzing en alle eveneens geldende kookplaat gebruiken.
documenten gelezen en begrepen heeft, in het – Niet ontdooien met gasbranders of
bijzonder de informatie m.b.t. veiligheid, soortgelijke gereedschappen.
onderhoud en reparatie.
Contactbeveiliging voor hete, koude en
Verantwoordelijkheden, bevoegdheden en bewegende onderdelen tijdens het gebruik niet
toezicht van het personeel regelen. verwijderen.
Alle werkzaamheden alleen door technisch Indien noodzakelijk, persoonlijke
geschoold personeel laten uitvoeren: beschermingsmiddelen gebruiken.
– montage-, reparatie-, Werkzaamheden aan de machine alleen bij
onderhoudswerkzaamheden stilstand uitvoeren.
– werkzaamheden aan het elektrische Bij alle montage- en
systeem onderhoudswerkzaamheden de motor
Personeel dat geschoold moet worden, alleen spanningsvrij schakelen en vergrendelen
onder toezicht van technisch geschoold Na alle werkzaamheden aan de machine de
personeel werkzaamheden aan de machine veiligheidsinrichtingen weer volgens de
laten uitvoeren. voorschriften monteren.
Veiligheidsinrichtingen Pos: 18 /626-Gardner Denver/Allgemeingültige Module/02 Sicherheit/Spezielle Gefahren @ 8\mod_1344239238308_3929.doc @ 64109 @ 233 @ 1
3 Opbouw en werking
3.1 Markering
3.1.1 Typeplaatje
Afb. 2 ATEX-plaatje
1 Bouwjaar
2 Gebruik – vacuümpomp of compressor
3 Serienummer
Afb. 1 Typeplaatje 4 Type
1 Bouwjaar 5 Toegestane ATEX-bereik
2 Gebruik – vacuümpomp of compressor Pos: 20 /626-Gardner Denver/zz_Layoutmodule/Formatwechsel - ab hier EINspaltig @ 8\mod_1344002103554_0.doc @ 63876 @ @ 1
3 Serienummer
4 Type
Pos: 21 /626-Gardner Denver/Produktspezifische Module/03 Aufbau und Funktion/2BE1 10.-25. Aufbau @ 8\mod_1344242200166_3929.doc @ 64147 @ 2 @ 1
Enkelwerkende glijringafdichting
Dubbelwerkende glijringafdichting
Pos: 25 /626-Gardner Denver/Allgemeingültige Module/03 Aufbau und Funktion/Stopfbuchsen @ 8\mod_1344243233678_3929.doc @ 64204 @ 3 @ 1
3.3.2 Stopbussen
3.5.1 Bedrijfsvloeistof
Te gebruiken bedrijfsvloeistoffen
( Hoofdstuk 9.2.9, bladzijde 49).
GEVAAR
Pos: 34 /626-Gardner Denver/Allgemeingültige Module/04 Transport, Lagerung und Entsorgung/Konservieren vorübergehend - Einleitung @ 8\mod_1344246382131_3929.doc @ 64337 @ 2 @ 1
om restvloeistof af te tappen.
3. Aftapstop inschroeven.
4.6 Afvoeren
4. Machine door de flens en inspectieopeningen Kunststof onderdelen kunnen door giftige of
voor een derde (systemen tot de helft) met radioactieve media en bedrijfsvloeistof zo
conserveringsmiddel vullen vervuild worden, dat een reiniging niet volstaat.
( Hoofdstuk 9.2.13, bladzijde 54).
5. As handmatig 5-10 keer doordraaien.
6. Voor de opslag flensafdekkingen aanbrengen en WAARSCHUWING
met tape afdichten.
7. Alle vrijliggende, bewerkte metalen Gevaar voor vergiftiging en milieuvervuiling door
media en bedrijfsvloeistof!
oppervlakken (bijv. flens- en asoppervlakken)
met geschikte corrosieremmer (bijv. Houthon’s Bij alle werkzaamheden aan de machine
Rust Veto #342 of Cortec VCI 369) instrijken of beschermingsmiddelen gebruiken.
besproeien. Droogtijd in acht nemen.
Voor afvoeren van de machine:
– Bij machines met stopbuspakkingen:
– Uitlopende media, bedrijfsvloeistof, olie en uit
Stopbusbril afschroeven en pakkingsringen
het lager ontsnapt vet opvangen en
verwijderen.
gescheiden volgens de plaatselijk geldende
– Overtollig water verwijderen. voorschriften afvoeren.
– Geschikte corrosieremmer (bijv. Houthon’s – Resten media en bedrijfsvloeistof in machine
Rust Veto #342) op de asoppervlakken in neutraliseren.
het pakkingbereik aanbrengen.
– Conservering verwijderen ( Hoofdstuk 4.5,
– Nieuwe pakkingringen inzetten en stopbus bladzijde 16).
weer monteren.
Kunststof onderdelen demonteren en volgens
8. Waaiers om de 2 weken 5 tot 10 keer plaatselijk geldende voorschriften afvoeren.
doordraaien. Daarbij om de vier keer
conserveringsmiddel toevoegen.
Machine volgens de plaatselijk geldende
Pos: 37 /626-Gardner Denver/Allgemeingültige Module/04 Transport, Lagerung und Entsorgung/Lagern @ 8\mod_1344246711300_3929.doc @ 64394 @ 2 @ 1
AANWIJZING
AANWIJZING
AANWIJZING
Vorstgevaar bij installatiewerkzaamheden bij lage
temperaturen!
Gevaar voor schade aan lagers!
Zorg ervoor dat zich geen water in de machine en
Handleiding in acht nemen. de reeds aangesloten leidingen bevindt.
Waaierhouderinrichting voor bescherming van de
cilinderrollagers (indien voorhanden) niet voortijdig
verwijderen. Zorg ervoor dat de opstellingsplaats aan de
volgende voorwaarden voldoet:
Geen kraankabels aan de lagers bevestigen.
– Machine aan alle kanten vrij toegankelijk
Anticorrosieverflaag van het asuiteinde
– Genoeg ruimte voor (de)montage van de
verwijderen met aceton. Niet schrapen of schuren.
Asuiteinde vervolgens invetten. leidingen alsmede onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden, in het bijzonder
voor (de)montage van de machine en de
motor
AANWIJZING
– Geen invloed door externe trillingen op de
Materiële schade door verontreinigingen! machine (schade aan de lagers)
– bescherming tegen vorst
Afdekkingen, transport- en afsluitdeksels pas
direct voor aansluiting van de leidingen op de – Aarding volgens de lokale voorschriften en
machine verwijderen. indien nodig volgens de voorschriften van de
exlplosiebeveiliging ( Hoofdstuk 1.2,
Pos: 41 /626-Gardner Denver/Allgemeingültige Module/05 Aufstellung und Anschluss/Aufstellung vorbereiten @ 8\mod_1344257750243_3929.doc @ 64470 @ 2333333 @ 1 bladzijde 5).
Pos: 42 /626-Gardner Denver/Allgemeingültige Module/05 Aufstellung und Anschluss/Mit Fundament/Stahlkonstruktion aufstellen @ 8\mod_1344342821608_3929.doc @ 64496 @ 2333 @ 1
4. Funderingsbeton laten binden en uitharden.
5. Basisframe met ankerbouten of steenbouten
bevestigen.
volstorten.
5.3 Met funderingsblokken 8. Funderingsbeton laten binden en uitharden.
opstellen 9. Uitlijnframe verwijderen.
10. Machine op de funderingsblokken zetten.
AANWIJZING
Aandrijving uitlijnen.
1 Uitlijnframe
2 Machinespie
3 Onderzetter van hout of staal
4 Ruwe fundering
5 Opening (met lappen, polystyreenschuim of
ander geschikt materiaal opvullen)
6 Funderingsblok
1. Fundering op passende afstanden van boringen
voorzien. Afmetingen in het maatbeeld
( Hoofdstuk 1.2, bladzijde 5).
2. Uitlijnframe vervaardigen.
De afmetingen en bevestigingspunten voor de
machine komen overeen met die van een
basisframe.
Pos: 52 /626-Gardner Denver/Allgemeingültige Module/05 Aufstellung und Anschluss/Berührungsschutz montieren @ 8\mod_1344346443045_3929.doc @ 64686 @ 2 @ 1
Machines met wentellagers met vetsmering zijn Het bedrijfsvloeistofpeil van de machine mag bij
na levering bedrijfsklaar. starten niet hoger zijn dan het asmidden.
Als de machine voor de inbedrijfstelling langer Bij machines met automatisch proces
dan 2 jaar werd opgeslagen: Lagers opnieuw
smeren ( Hoofdstuk 3.3, bladzijde 12). 1. Afsluitarmatuur voor bedrijfsvloeistof openen.
De werkruimte van de machine wordt tot de
6.1.4 Hulpsystemen voorbereiden (indien overloophoogte bij de drukaansluiting of bij de
aanwezig) voorasflens gevuld.
2. Zodra bij de aansluiting voor het legen van de
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade
onderdelen (voorlasflens) geen vloeistof meer
die door de montage of het gebruik van een
vreemd of niet-vrijgegeven hulpsysteem uitstroomt, machine starten.
ontstaat.
Afdichtingstoevoersystemen
De stopbus moet altijd een beetje lekkage voor Machine correct voorbereid
de afvoer van wrijvingswarmte en voor de
smering hebben.
Machine tot midden van de as met
bedrijfsvloeistof gevuld
Eventuele grotere lekkages in de eerste
bedrijfsuren nemen na de inlooptijd af. Asafdichting met vloeistof bedekt
Controleer of er voldoende lekvloeistof uit komt: GEVAAR
– Vacuümpompen: 1-2 druppels per seconde
Gevaar voor verwonding door draaiende machine!
– Compressoren: continu druppelen tot een
continue, geringe stroom Draaiende machine niet aanraken.
Bij stopbussen met externe spoeling: Ervoor zorgen dat de koppelingsbescherming is
gemonteerd.
1. Kleppen voor spervloeistof voor bevochtiging
van de stopbuspakkingen openen. Geen werkzaamheden aan draaiende machine
uitvoeren.
2. Toevoerdruk overeenkomstig het bedrijfspunt
instellen. Voor werkzaamheden machine volledig laten
afkoelen.
3. Zorg ervoor dat er voldoende lekvloeistof voor
de latere koeling van de stopbuspakkingen uit
komt:
– Vacuümpompen: 1-2 druppels per seconde GEVAAR
– Compressoren: continu druppelen tot een
Gevaar voor verwonding en vergiftiging door
continue geringe stroom uitspuitende media en bedrijfsvloeistoffen!
Bij glijringafdichtingen:
Bij alle werkzaamheden aan de machine
Klep voor spervloeistof voor bevochtiging van de persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken.
glijringafdichtingen kort openen.
Pos: 58 /626-Gardner Denver/Allgemeingültige Module/06 Betrieb/Drehrichtung prüfen @ 8\mod_1344349140371_3929.doc @ 64800 @ 3 @ 1
Pompwerking: starten
Afsluiter aan de zuigzijde volledig openen en niet
voor de regeling van het debiet gebruiken. Het wordt aanbevolen de eerste inbedrijfstelling
door GD Nash Service te laten uitvoeren.
AANWIJZING
1. Schuifafsluiter van de zuigleiding openen.
Materiële schade door overschrijden van de 2. Bij asafdichting met externe spoeling:
maximale persdruk! klep voor spervloeistof openen.
bedrijfsvloeistof openen.
5. Schuifafsluiter van de zuigleiding openen.
6. Klep voor bedrijfsvloeistof met behulp van
debietmeter regelen ( Hoofdstuk 9.2.9,
bladzijde 49).
7. Schuifafsluiter van de bypassleiding smoren, tot
de gewenste bedrijfsdruk is bereikt.
Compressorbedrijf: uitschakelen
Tabel 7 Maatregelen bij bedrijfsonderbreking
1. Schuifafsluiter van de bypassleiding langzaam
openen.
2. Schuifafsluiter van de drukleiding sluiten.
3. Na ca. 1 min schuifafsluiter van de zuigleiding
sluiten.
4. Aandrijfmotor uitschakelen.
5. Klep voor bedrijfsvloeistof sluiten.
6. Klep voor spervloeistof sluiten.
7. Schuifafsluiter van de bypassleiding sluiten.
Pos: 66 /626-Gardner Denver/Produktspezifische Module/06 Betrieb/Pumpenbetrieb ausschalten @ 8\mod_1344350947027_3929.doc @ 64952 @ @ 1
Pompwerking: uitschakelen
1. Aandrijfmotor uitschakelen.
2. Klep voor bedrijfsvloeistof sluiten.
3. Klep voor spervloeistof sluiten.
4. Schuifafsluiter van de zuigleiding sluiten.
Pos: 67 /626-Gardner Denver/Allgemeingültige Module/06 Betrieb/Außer Betrieb nehmen @ 8\mod_1344351021058_3929.doc @ 64971 @ 2 @ 1
niet corrosief
belastend
Blijft vloeibaar, – Machine
corrosief legen.
belastend Machine met
conservering
smiddel
spoelen.
Machine
drogen en
waaiers om
de 2 weken
draaien.
Te gebruiken vetten en
vetverversingsintervallen ( Hoofdstuk 9.2.11, 7.1.4 Glijringafdichtingen
bladzijde 54).
Aanvullende handleiding in acht nemen
( Hoofdstuk 1.2, bladzijde 5)
Pos: 75 /626-Gardner Denver/Allgemeingültige Module/07 Wartung und Instandhaltung/Stopfbuchspackungen @ 8\mod_1344409004970_3929.doc @ 65146 @ 3 @ 1
1 Pakkingring
2 Pakkingtrekker
10 Sperkamerring
1. Sproei- resp. V-ring van stopbusafdichting
wegduwen.
2. Bevestigingsschroeven resp. -moeren van de
stopbusbril verwijderen.
3. Bij eendelige stopbusbril: bril zo ver mogelijk
van de afdichtingsruimte wegduwen.
4. Bij gedeelde stopbusbril: beide helften losmaken
en van de as nemen.
5. Pakkingtrekker in de pakkingring schroeven.
6. Pakkingring uit de afdichtingsruimte trekken.
Bij foutieve demontage kan GD Nash niet Gevaar voor verwonding bij
aansprakelijk worden gesteld. demontagewerkzaamheden!
Geen werkzaamheden aan een draaiende Onderdelen met veren (bijv. glijringafdichtingen,
machine uitvoeren. voorgespannen lagers, kleppen) voorzichtig
demonteren. Door de veerspanning kunnen de
Bij alle montage- en onderhoudswerkzaamheden onderdelen naar buiten worden geslingerd.
de motor spanningsvrij schakelen en
vergrendelen. Gegevens van de fabrikant in acht nemen (bijv. bij
motor, koppeling, glijringafdichting,
sperdrukinstallatie, cardanas, aandrijving,
riemaandrijving).
GEVAAR
Zorg ervoor dat de machine drukloos is. Machines en losse onderdelen alleen met naar
waarheid en volledig ingevulde verklaring van
Machine aftappen en vloeistof correct opvangen geen bezwaar naar de fabrikant sturen
en volgens de milieubepalingen afvoeren. ( Hoofdstuk 9.3, bladzijde 56).
WAARSCHUWING
Machine drukloos
Machine volledig afgetapt, gespoeld en
gedecontamineerd
Machine afgekoeld
Koppelingsbeveiliging gedemonteerd
Hulpsystemen stilgezet, drukloos gemaakt en
afgetapt
Gegevens van de fabrikant in acht nemen (bijv. bij Reparaties worden door GD Nash Service
motor, koppeling, glijringafdichting, uitgevoerd.
sperdrukinstallaties, cardanas, aandrijving,
riemaandrijving).
Storing Nummer
Onrustig lopen 1
Opgenomen vermogen te hoog 2
Debiet te laag 3
Behuizing te warm 4
Lager te warm 5
Lager piept 6
Lager klopt 7
Vacuüm wordt niet bereikt 8
Motor gaat niet aan 9
Hoofdschakelaar reageert 10
Tabel 10 Storingstabel
Pos: 84 /626-Gardner Denver/zz_Layoutmodule/Formatwechsel - ab hier ZWEIspaltig @ 8\mod_1344002149663_0.doc @ 63895 @ @ 1
Pos: 85 /626-Gardner Denver/Allgemeingültige Module/09 Anhang/UEB_Anhang @ 8\mod_1344413522427_3929.doc @ 65317 @ 1 @ 1
5.02 1)
Klepplaat 13.10 Kogellager-compensatiering
5.03 1)
Afstandsbus 13.11 Pasring
Afb. 16 Montage-hulpschijf
Pos: 92 /626-Gardner Denver/Allgemeingültige Module/09 Anhang/UEB_Schaltbeispiele @ 8\mod_1344414291929_3929.doc @ 65393 @ 3 @ 1
Schakelvoorbeeld pomp
Schakelvoorbeeld compressor
9.2.1 Omgevingsvoorwaarden
Pos: 102 /626-Gardner Denver/Allgemeingültige Module/09 Anhang/Anzugsdrehmomente @ 8\mod_1344415825490_3929.doc @ 65526 @ 3 @ 1
Pos: 101 /626-Gardner Denver/Produktspezifische Module/09 Anhang/2BE1 10. bis 25./2BE1 10.-25. Schwingung @ 8\mod_1344415763239_3929.doc @ 65507 @ 3 @ 1
9.2.3 Trilling
Pos: 104 /626-Gardner Denver/Produktspezifische Module/09 Anhang/2BE1 10. bis 25./2BE1 10.-25. Packungsgröße Stopfbuchsen @ 8\mod_1344416424267_3929.doc @ 65565 @ 3 @ 1
9.2.8 Pompmedia
9.2.6 Pakkingmaat stopbussen
Compressorbedrijf
Gegevens 2BE1
Maat Waarde
stopbuspakkinge 10. 15. 20. 25.
n Soort pompmedium Gas volgens
planningsdocumentatie
Totale lengte van
resp. catalogus
de pakkingringen 2,2 3,1 4,2 5,8
per machine [m] Toegestane absolute 900...2000 mbar
aanzuigdruk [13...29 psia]
Totale lengte van
de pakkingringen 7.21 10.17 13.77 19.02 Toegestaan 0 °C...80 °C
per machine [ft] temperatuurbereik [32 °F...176 °F]
Dwarsdoorsnede
van de Tabel 19 Pompmedium compressor
10 x 10 14 x 14
pakkingringen
[mm x mm] Pompbedrijf
Dwarsdoorsnede
0.551 Maat Waarde
van de
0.394 x 0.394 x Soort pompmedium Gas volgens
pakkingringen
0.551 planningsdocumentatie
[inch x inch]
resp. catalogus
Aantal inwendige
pakkingringen per 3 4 Toegestane absolute 33 mbar
stopbus aanzuigdruk [0,48 psia]
Aantal uitwendige Toegestane absolute 900...1100 mbar
pakkingringen per 2 compressiedruk [13...16 psia]
stopbus
Toegestaan 0 °C...80 °C
Kwaliteit Heldere ramee-pakking met
temperatuurbereik [32 °F...176 °F]
PTFE-impregnering of
katoenen pakking
Tabel 20 Pompmedium pomp
(→ Reserveonderdelenlijst) Pos: 107 /626-Gardner Denver/Produktspezifische Module/09 Anhang/2BE1 10. bis 25./2BE1 10.-25. Betriebsflüssigkeiten @ 8\mod_1344417509518_3929.doc @ 65622 @ 3 @ 1
Maat Waarde
Pos: 108 /626-Gardner Denver/zz_Layoutmodule/Formatwechsel - ab hier EINspaltig @ 8\mod_1344002103554_0.doc @ 63876 @ @ 1
Type Nominaal Toegestaan Hoeveelheid bedrijfsvloeistof [m³/h] bij een nominaal toerental nN
toerental toerentalbereik afhankelijk van de compressordruk [bar absoluut]
nN nB 1,2 1,5 1,7 2,0 2,2 2,4 2,6 2,8 3,0 3,2 3,4 3,5
min-1 min-1 bar bar bar bar bar bar bar bar bar bar bar bar
2BE1 1,0 1,1 1,3 1,4 1,7 2,0 2,2 2,5 2,8 3,1 3,4 3,5
101-7
2030 1750…2360
2BE1 1,1 1,3 1,5 1,8 2,1 2,4 2,7 2,9 3,2 3,5 3,8 3,9
102-7
2BE1 1,1 1,5 1,7 2,1 2,3 2,5 2,8 3,0 3,3 3,5 3,7 3,9
151-7
1750 1450…2100
2BE1 1,2 1,6 1,8 2,2 2,4 2,7 2,9 3,1 3,4 3,6 3,9 4,0
152-7
Maat Waarde
Soort Hoofdstuk 9.2.9, bladzijde 49
Temperatuur Nominale waarde +15 °C [59 °F]
Grenswaarde Min. 0 °C [32 °F]
Max. 65 °C [149 °F]
Maximale temperatuur 65 °C of minimale afstand 10 K tot de
dampdruk van de spervloeistof in de afdichtruimte. De laagste
waarde dient te worden gebruikt. Indien nodig contact opnemen
met de fabrikant van de afdichting.
Toevoerdruk Bij stopbus 0,1…0,3 bar [1.45…4.35 psi] boven persdruk. Alleen op
druppellekkage instellen.
Bij enkelwerkende Ca. 0,1…0,3 bar [ca. 1.45…4.35 psi] boven de toevoerdruk van
glijringafdichting: de bedrijfsvloeistof (bij aftakking van de toevoerleiding van de
bedrijfsvloeistof) OF boven de persdruk (bij toevoer uit
afzonderlijke bron)
Bij dubbelwerkende Volgens gegevens van de fabrikant
glijringafdichting:
Debiet Bij stopbus 0,5 dm³/min [0.132 gal (US)/min (0.017 ft³/min)]
(toevoer aan D- en Sterk afhankelijk van de instelling van de stopbus. Alleen op
N-zijde!) druppellekkage instellen.
Bijglijringafdichting Volgens gegevens van de fabrikant
9.2.13 Conserveringsmiddelen
Tabel 28 Keuzetabel gekeurde wentellagervetten
1)
K3N-vetten hebben hogere Conserveringsmiddel AVILUB VCI 1414
termperatuurreserves dan K3K-vetten. aanbevolen.
Pos: 117 /626-Gardner Denver/Produktspezifische Module/09 Anhang/2BE1 10. bis 25./2BE1 10.-25. Fettschmiermengen @ 8\mod_1344419237152_3929.doc @ 65698 @ @ 1
*)
Aankruisen wat van toepassing is