Professional Documents
Culture Documents
Atlasgebruik 53e hv123
Atlasgebruik 53e hv123
Auteur VO-content
Webadres https://maken.wikiwijs.nl/76064
Atlasgebruik 53e
Vooraf
Stap1
Stap2
Stap3
Stap4
Stap5
Stap6
Stap7
Stap8
Stap9
www.lvoorl.nl
Vooraf
Kun jij op een landkaart aanwijzen waar je op vakantie bent?
Soms hebben mensen geen idee waar het land ligt, waar zij naartoe gaan.
In deze opdracht leer je hoe een atlas gebruikt wordt, zodat jij in ieder geval wel kunt aanwijzen op de
kaart waar je op vakantie bent geweest.
Na deze opdracht:
Je maakt een staafdiagram en een cirkeldiagram in Excel met behulp van gegevens uit de
atlas.
Je maakt een speurtocht door de atlas.
Groepsgrootte
Deze opdracht doe je alleen. Je overlegt wel vaak met een klasgenoot.
Benodigdheden
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.
Stap1
De Bostlas
Een atlas is een boek vol kaarten, afbeeldingen en andere gegevens.
Op school wordt vaak de Bosatlas gebruikt.
En die gebruik je ook voor deze opdracht....
http://nl.wikipedia.org/wiki/Bosatlas
http://nl.wikipedia.org/wiki/Pieter_Roelf_Bos
Stap2
Opbouw van de atlas
De atlas zit vol kaarten. Die kaarten staan niet kris kras door elkaar, maar ze staan in een bepaalde
volgorde. Over die volgorde is goed nagedacht.
Stap3
Soorten kaarten
Er zijn verschillende soorten kaarten:
overzichtskaarten
topografische kaarten
thematische kaarten.
Lees de drie omschrijvingen. Welk soort kaarten past bij iedere omschrijving?
Ga nu in de atlas op zoek naar twee voorbeelden van overzichtskaarten, twee voorbeelden van
topografische kaarten en twee voorbeelden van thematische kaarten.
Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.
Stap4
Hoe zoek je iets op in de atlas?
Om iets op te zoeken zijn er verschillende mogelijkheden:
de bladwijzer
landenregister
register van topografische namen
trefwoordenregister
1. Als je de naam van een land weet, maar je weet niet precies waar het land ligt, gebruik je het
...... .
2. De ...... vind je aan de binnenzijde van de achterkant van de atlas. Deze gebruik je als je
ongeveer weet waar een land of stad ligt. Je ziet een kader om de landen waar een nummer bij
staat. Het nummer is het nummer van de kaart.
3. In het ...... staan allen namen van landen, steden, rivieren en gebergten. Achter de naam staat
de juiste kaart en het juiste kaartvak.
4. Moet je een kaart hebben die gaat over een bepaald thema of onderwerp dan kun je het best
kijken in het ...... .
Tijd om te oefenen.
1. Ga naar de bladwijzer. Welke kaarten zijn samen een overzichtskaart van Zuid-Nederland? Op
welke kaart vind je het land Marokko?
2. Ga naar het landenregister. Op welke kaart vind je het land Chili? Op welke kaarten vind je het
land Zweden?
3. Ga naar het topografische namen register. Op welke kaart vind je de stad Alberta? En op welke
kaart de Renaix?
4. Ga naar het trefwoordenregister. Op welke kaarten vind je informatie over het Boeddhisme? En
op welke kaarten vind je informatie over ontdekkingsreizen?
Stap5
Vakken op de kaart
Als je een plaats opzoekt in het register van topografische namen dan staat er vaak nog iets achter
Gebruik kaart 40-41 (Midden-Nederland) en geef aan in welk vak de volgende steden liggen?
Hoorn
Steenwijk
Scheveningen
Nijmegen
Almere
Enschede
Stap6
Legenda
Op een kaart zijn vaak verschillende kleuren gebruikt. En op een kaart staan mogelijk verschillende
symbolen en tekens. Hoe weet je wat die verschillende kleuren, symbolen en tekens betekenen?
Daarvoor gebruik je een legenda.
1. Op de kaart is gewerkt met verschillende kleuren: van lichtblauw, via paars tot rood.
Wat wordt met de kleuren aangegeven?
2. Op de kaart zie je langs de kust een gele strook.
Wat wordt met deze strook aangegeven?
3. In welke provincies vind je veel terpen en woerden (woonheuvels)?
Stap7
Op schaal
Bij iedere kaart in de atlas staat de schaal aangegeven. De schaal geeft aan hoe de verhouding is
tussen een afstand op kaart en de werkelijke afstand.
Een voorbeeld van een schaal die wordt gebruikt in de atlas is 1 : 500 000.
1 cm op de kaart is in werkelijkheid 500 000 cm (= 5 km).
Stap8
Statistiek]
Vanaf blz. 224 vind je in de atlas het onderdeel Statistiek. In dit deel staan allerlei cijfers. Natuurlijk
over Nederland, maar ook over Europa en de rest van de wereld.
1. Bekijk de gegeven op blz. 224. Welke provincie heeft (in 2006) de meeste inwoners?
2. Er is in de Bosatlas een kaart waarop je het aantal inwoners per provincie kunt aflezen. Welke
kaart is dat?
3. In welke provincie was de werkloosheid in 2005 5,1% van de beroepsbevolking?
4. Bekijk de gegevens over de gemeenten.
Hoe groot was in 2006 de bevolkingsdichtheid in Breukelen?
5. Ga naar het deel met gegevens over Europa.
Hoeveel procent van de totale bevolking van Duitsland woont in de stad (2003)?
6. Ga naar het deel met gegevens over de wereld.
Hoe hoog is de levensverwachting (in jaren bij geboorte) in Afghanistan?
Stap9
Eindproduct 1: Statistiek en Excel
Met de gegevens uit het onderdeel Statistiek kun je diagrammen maken.
Je maakt als eerste eindproduct een staafdiagram en een cirkeldiagram waarin je kunt zien hoe het
aantal inwoners over de verschillende provincies is verdeeld.
Klaar met het maken van de vragen? Geef je blad met vragen dan aan een klasgenoot. Kan hij de
antwoorden op de vragen makkelijk vinden?
Natuurlijk probeer jij ook zijn/haar vragen te beantwoorden.
Succes
www.lvoorl.nl
Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die
door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.
Staatkundige overzichtskaart
Natuurkundige overzichtskaart
Gecombineerder overzichtskaart
Colofon
Auteur VO-content
Laatst gewijzigd 18 august 2016 om 14:58
Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons
Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je
onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde
licentie vrij bent om:
Leerniveau ;;;;;;;;;;;;;;;;;;;
Leerinhoud en ;;;;;;;;;;;;;;;;;;;
doelen
Eindgebruiker leerling/student
Moeilijkheidsgraad gemiddeld
Studiebelasting 2 uur en 0 minuten
Trefwoorden arrangeerbaar, leerlijn, rearrangeerbare