Professional Documents
Culture Documents
BELvue 5
BELvue 5
als België na Groot-Brittannië het eerste land wordt dat industrialiseert. De stoommachine
vindt er snel verspreiding, en dankzij de lage lonen en de overvloedige aanwezigheid
van ijzererts en steenkool in de Waalse ondergrond kan de industrie snel groeien. In
1835 start de aanleg van een netwerk van spoorwegen, een primeur voor het
Europese continent. De industrie wordt de nieuwe economische motor. De
zwaartepunten van de industriële ontwikkeling zijn in vijf polen geconcentreerd: in
Luik en Henegouwen bevinden zich de steenkoolmijnen, metaalnijverheid en
glasnijverheid; in Verviers bloeit de wolindustrie; de Gentse textielnijverheid is het
enige industriële eiland in het rurale Vlaanderen; en Brussel vertoont ten slotte een
zeer divers industrieel landschap. Met zijn bankiers en investeerders groeit de
hoofdstad bovendien uit tot het financiële hart van de Belgische industrie. (
in de hyperkapitalistische belle époque etaleert een nieuwe elite haar welstand met een
pronkerige levensstijl en exclusieve vrijetijdsbesteding. De badsteden aan de Belgische
kust groeien met hun luxueus hotel- en villatoerisme uit tot exclusieve vakantieoorden,
ver weg van de fabriekssteden. Affiches schreeuwen om de aandacht van de consument
van elke stand. De eerste warenhuizen, variététheaters, velodrooms, sportwedstrijden en
kranten voor de massa doen hun intrede.
Tot in 1929 een wereldcrisis uitbreekt die ook de Belgische exporteconomie zwaar treft en
een enorme werkloosheid veroorzaakt.
De beurskrach van 1929 was de eerste beurskrach met wereldwijde gevolgen. Dit kwam
omdat de economie in de Verenigde Staten zorgde voor 40% van de wereldwijde industriële
productie. Doordat Amerika minder grondstoffen inkocht, nam de handel met het buitenland
af. De depressie sloeg daardoor al snel over naar Europa.
De golden sixties
Bij gebrek aan industriële innovatie en investeringen vertraagt de economische groei in de
jaren 1950. De ‘golden sixties’ zijn een kantelpunt. Buitenlandse multinationals vestigen
zich in België, vooral in Vlaanderen, en creëren tienduizenden banen. Het economische
zwaartepunt van het land verschuift van zuid naar noord, waardoor de traditionele zware
industrie in Wallonië het moeilijk krijgt. Om de sociale vrede te bewaren geeft de
overheid voorrang aan het stimuleren van productie en consumptie, en België wordt een
land met hoge lonen. De consumptie ‘boomt’ en de welvaartssamenleving krijgt vorm.
Transistorradio’s, televisie, auto, telefoon en vakantie komen in ieders bereik. Amerikaans
aandoende torengebouwen, supermarkten met zelfbediening, nieuwe woonwijken en
autosnelwegen bepalen het landschap.
De belangrijkste oorzaak van de Oliecrisis van 1973 was de Jom
Kipoeroorlog (6-25 oktober 1973). Op 6 oktober 1973 – die dag was het
Jom Kippoer (Grote Verzoendag) in Israël en waren veel militairen met
verlof – vielen Syrië en Egypte het land Israël aan. Ze wilden respectievelijk
de Golanhoogten en Sinaï terugveroveren die ze tijdens de Zesdaagse
Oorlog (1967) aan Israël verloren hadden. De oorlog eindigde binnen drie
weken al, maar kostte aan duizenden mensen het leven. Egypte verloor
7700 man, Syrië 3500 en Israël circa 2650 soldaten en burgers.
De oliecrisis van 1973, ten onrechte ook wel de eerste oliecrisis genoemd, betrof een
wereldwijd opzettelijk gecreëerd tekort aan aardolie. De crisis werd veroorzaakt door een
aantal politieke acties van de Arabische olieproducerende landen, gericht tegen het Westen.
anaf de jaren 1990 leeft de economie weer op. Driekwart van de beroepsbevolking is
ondertussen actief in de dienstensector.