Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 39

Hoorcollege 5

Ernst-Jan de Bruijn 28-11-2023


In het nieuws

Wat groeit er bij economische groei?


Overview
1. H2 – H9: Micro-economie
- Focus: individueel huishouden, bedrijf of markt/industrie
- Week 2-4

2. H10-H16: Macro-economie
- Focus: Economie als geheel (nationale economie)
- Week 5-7
Thema’s week 5
1. BBP en economische groei (H10)
- BBP meten
- Determinanten van economische groei
- Perspectieven op economische groei

2. Conjunctuur, Werkloosheid en inflatie (H11)


- Conjunctuurschommelingen
- Oorzaken van werkloosheid
- Oorzaken en gevolgen van inflatie
Hoofdstuk 10

BBP en economische groei


Welvaart

Titel: Hans Rosling's 200 Countries, 200 Years, 4 Minutes


Omschrijving: “In this spectacular section of 'The Joy of Stats’,
Hans Rosling tells the story of the world in 200 countries over 200
years using 120,000 numbers - in just four minutes.”
Welvaart meten
• Welvaart (micro) = de mate waarin je in je behoefte kunt voorzien door middel van
schaarse middelen

• Maatstaf voor materiële welvaart (macro): Bruto Binnenlands Product (BBP)

• BBP = optelsom van de toegevoegde waarde van alle geproduceerde goederen en


diensten in een land
Toegevoegde waarde

Grondstof
€ 200.000,- Omzet
€ 1.000.000,-

Hulpstof € 50.000,-
Piet Friet
• Water
• Elektriciteit

Toegevoegde waarde:
€ 750.000,-

Arbeid Loon Lening Rente Gebouw Huur Grond Pacht Ondernemer Winst
schap

Gezinnen Eigenaar van Grondbezitter De eigenaar


Banken
de gebouwen
Productiemiddelen en primaire inkomens

Productiemiddelen Primaire inkomens

Omschrijving • Middelen die nodig zijn bij de • De beloning voor de


productie productiemiddelen
• Allocatie van productiemiddelen:
hoe, waar en door wie worden de
productiemiddelen ingezet?
Soorten • Arbeid • Loon
– Lichamelijk en geestelijk • Rente
– Human capital: kennis en • Huur
ervaring van werknemers • Pacht
• Kapitaal: kapitaalgoederen zoals • Winst
machines, gebouwen, auto’s
• Natuur: grond, delfstoffen
• Ondernemerschap: maakt
produceren mogelijk

Merk op: er zijn ook economen die ondernemerschap tot de productiefactor arbeid rekenen
Bruto Binnenlands Product
Bruto binnenlands
product (bbp)
Economische groei: de %
verandering van het reële bbp
(per hoofd van de bevolking)

Bedrijven + Overheid

• De meeste overheidsproducten
hebben geen marktprijs
• De waarde van de
overheidsproductie is dus niet
+ + + … te bepalen
• De toegevoegde waarde van de
Toegevoegde Toegevoegde Toegevoegde overheid wordt gelijk gesteld
waarde = waarde = waarde = aan de ambtenarensalarissen
Omzet - Omzet - Omzet -
inkoopwaarde inkoopwaarde inkoopwaarde
BBP meten: Drie methoden
1. Objectieve methode 2. Subjectieve methode 3. Bestedingsmethode
Objecten: goederen Subjecten: personen Bestedingen: euro’s

• Optelsom van de • Optelsom van de • Optelsom van de


toegevoegde waarde primaire inkomens bestedingen van
van alle bedrijven + • Primaire inkomens: gezinnen, bedrijven
overheid loon, rente, huur, en de overheid bij
• Toegevoegde waarde: pacht en winst binnenlandse
omzet - inkoopwaarde bedrijven
BBP meten: Uitdagingen
Uitdaging 1: Dubbeltellingen voorkomen
• Wel meetellen: Waarde finale goederen en diensten
• Niet meetellen: Waarde intermediaire goederen en diensten

Uitdaging 2: Transacties waar geen productie tegenover staat


• Niet meetellen:
- Waarde tweedehands goederen
- Inkomensoverdrachten (bijv. uitkering), aandelentransacties etc.

Uitdaging 3: Niet-geregistreerde productie


• Zwarte circuit: Wordt geraamd en meegenomen
• Thuisproductie: Niet meegenomen
BBP meten via de bestedingen
NL Eng
• Consumptie
1. Gezinnen C C
• Aanschaf van goederen en diensten

+ +
• Bruto-investeringen
2. Bedrijven
• Aanschaf van kapitaalgoederen (b.v.
machines en gebouwen), uitgaven
I I
Research & Development
+ +
• Overheidsbestedingen:
3. Overheid – Overheidsconsumptie (b.v. salarissen O G
ambtenaren)
– Overheidsinvesteringen (b.v.
infrastructuur) + +
• Export (uitvoer)
4. Buitenland E-M X-M
• Import (invoer)

13
Nominale versus reële BBP
Table 10.2 Calculating Real GDP (Base Year = Year 1)

(1) (2) (3) (4)


Units of Price of Unadjusted, or Nominal, Adjusted, or Real,
Year Output Pizza per Unit GDP, (1) × (2) GDP
1 5 $10 $ 50 $50
2 7 20 140 70
3 8 25 200 80
4 10 30 ___ ___
5 11 28 ___ ___

Reële BBP = Nominale BBP gecorrigeerd voor prijsveranderingen


Economische groei
• Economische groei = Toename in het reële BBP (per hoofd van de bevolking)
• Krimp = afname in het reële BBP

Regel van 70
• Samengesteld effect van economische groeicijfers over de tijd
70
• 𝐴𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑏𝑒𝑛𝑜𝑑𝑖𝑔𝑑𝑒 𝑗𝑎𝑟𝑒𝑛 𝑜𝑚 𝑟𝑒ë𝑙𝑒 𝐵𝐵𝑃 𝑡𝑒 𝑣𝑒𝑟𝑑𝑢𝑏𝑏𝑒𝑙𝑒𝑛 =
𝐽𝑎𝑎𝑟𝑙𝑖𝑗𝑘𝑠𝑒 𝑒𝑐𝑜𝑛𝑜𝑚𝑖𝑠𝑐ℎ𝑒 𝑔𝑟𝑜𝑒𝑖 (%)

• Voorbeelden:
- Jaarlijkse groei = 2% -> Verdubbeling BBP in 35 (70/2) jaar
- Jaarlijkse groei = 7% -> Verdubbeling BBP in 10 (70/7) jaar
Economische groei
Bruto binnenlands product
(% verandering t.o.v. vorig jaar)
8

2 Dubbele dip

0
1996 2000 2004 2008 2012 2016 2020

-2 Internetzeepbel
spat uiteen
-4
Kredietcrisis Coronacrisis
-6
Bron: CBS
Determinanten van economische groei
Aanbodfactoren -> vergroten productiecapaciteit -> potentiële BBP
• Toename in de hoeveelheid en kwaliteit van natuurlijke hulpbronnen
• Toename in de hoeveelheid en kwaliteit van arbeid
• Toename in de hoeveelheid en kwaliteit van kapitaalgoederen
• Technologische verbeteringen

Vraagfactor -> toegenomen productiecapaciteit wordt benut


• Toename in vraag naar goederen en diensten

Efficiency factor -> Efficiënte inzet van productiemiddelen


• Productieve en allocatieve efficiëntie
Analyse adhv transformatiecurve (week 1)
Economische groei:
• Mogelijk gemaakt door verbetering in de 4
aanbodfactoren: Verschuiving vd
transformatiecurve van AB naar CD
• Gerealiseerd indien voldaan aan de vraag-
en efficiency factor (zorgt voor verschuiving
van a of c naar optimale output b).

Bron: Figuur 10.1 Brue et al.


Toename BBP: Rol arbeid

Reële BBP = Aantal gewerkte uren per


jaar x arbeidsproductiviteit per uur

Bron: Figuur 10.2 Brue et al.


Arbeidsproductiviteit

Bron: CBS
Arbeidsproductiviteit =
toegevoegde waarde per
gewerkt uur
Toename BBP: Rol productiviteit
Productiviteit vergroten
1. Technologische verbeteringen
- Nobelprijswinnaar Paul Romer: “Human history teaches us that economic growth springs from better recipes, not
just from more cooking.”
2. Meer kapitaalgoederen (per werknemer)
3. Onderwijs en training -> menselijk kapitaal vergroten
4. Schaalvoordelen & efficiënte allocatie van productiemiddelen
5. Instituties
- Eigendomsrechten
- Patenten & copyright
- Financiële instituties: banken, aandelenbeurzen etc.
- Vrijhandel
- Concurrerende markten
Perspectieven op economische groei
Anti: Degrowth-beweging
• Kritiek:
- Teveel focus op materiële welvaart
- Huidig productieproces: Leidt tot milieuvervuiling en uitputting van natuurlijke hulpbronnen
- Gevolg van lineair productieproces: Grondstoffen -> productie -> consumptie -> afval
• Nodig: Transitie & economische krimp

Pro:
• Klassiek perspectief: Economische groei als indicator voor toename in welvaart
• Reactie op kritiek: Groene groei
- = economische groei waarbij druk op het milieu en gebruik van natuurlijke hulpbronnen worden geminimaliseerd
- Ziet transitie naar groene economie als een kans
Monitor Brede Welvaart

Titel: Introductie Monitor Brede Welvaart (CBS)


Omschrijving: “Introductie van de Monitor Brede Welvaart door
het CBS”
Duur: 1.54 minuten
Bron: youtube
Monitor Brede Welvaart 2023

Titel: Monitor Brede Welvaart 2023


Omschrijving: De Monitor Brede Welvaart en de Sustainable Development Goals 2023 beschrijft hoe het gaat
met de brede welvaart van de mensen die nu in Nederland wonen (‘hier en nu’), en de gevolgen van ons huidige
welvaartsniveau voor de brede welvaart van de volgende generaties in Nederland (‘later’) en van mensen in
andere landen (‘elders’).
Bron: CBS
Hoofdstuk 11

Conjunctuur, werkloosheid en inflatie


Conjunctuur
Conjunctuur = schommelingen in de omvang van de productie

Twee situaties

1• Expansie
– Opgaande fase, sterke groei in de
productie
– Gaat gepaard met lage werkloosheid
en kans op (bestedings-)inflatie

2 • Recessie
– Neergaande fase
– Recessie volgens CBS: Daling in BBP in ten
minste twee opeenvolgende kwartalen
– Gaat gepaard met hoge / toenemende
werkloosheid
Conjunctuurdashboard CBS

Titel: Het conjunctuurdashboard


Omschrijving: “Het Conjunctuurdashboard laat de cyclus van de afzonderlijke indicatoren van de conjunctuur zien.”
Bron: CBS
Oorzaken van conjunctuurschommelingen
Waarom is er sprake van conjunctuurschommelingen in plaats van een stabiele economische groei?
• Belangrijkste reden: Schokken = Plotselinge veranderingen in de vraag en/of aanbod van goederen
en diensten

Oorzaken van deze schokken:


• Onregelmatigheid in innovaties: Introductie van innovaties -> hoogconjunctuur; Na verloop van
tijd gewenning -> lagere groei.
• Monetaire factoren: Mate van geldcreatie door centrale bank
• Financiële gebeurtenissen: Instabiliteit bij banken kan overwaaien naar reele economie
• Andere gebeurtenissen: Oorlog, pandemie, natuurramp etc.
Arbeidsaanbod
Wil niet werken,
kan niet werken
< 15 jaar of of zoekt niet actief
> 75 jaar naar werk

4,6 miljoen
Niet-beroepsbevolking
Totale bevolking arbeidsongeschikt,
student, huisman,
gepensioneerd

17,9 miljoen Beroepsgeschikte 3,2 miljoen


bevolking
(Potentiële
beroepsbevolking)
Werkloze
beroepsbevolking
13,3 miljoen
Beroepsbevolking 366.000
(Aanbod van arbeid)

10,1 miljoen Werkzame


beroepsbevolking

Bron: CBS, 2023 9,7 miljoen


Werkloosheid in Nederland
Werkloosheid (%)
20%
Definitie CBS:
18% Personen zonder betaald
werk, die recent naar werk
16%
hebben gezocht en daarvoor
14% direct beschikbaar zijn
(soms met 12-uursgrens).
12%
10%
8%
6%
4%
2%
0%
1900 1910 1920 1930 1940 1950 1960 1970 1980 1990 2000 2010 2020
Bron: CBS (vanaf 2003 nieuwe reeks), werkloze beroepsbevolking als percentage van de beroepsbevolking
Oorzaken van werkloosheid

1. Frictiewerkloosheid • Oorzaak: ‘in between jobs’ & zoektocht naar 1e baan


• Door fricties in matchen van werkgever en werkzoeker

2. Structurele werkloosheid • Oorzaak: Veranderingen in de structuur van de vraag naar


arbeid
– Aangeboden en gevraagde skills sluiten niet op elkaar
aan
– Beperkte geografische arbeidsmobiliteit
– Verplaatsen van werk naar lagelonenlanden (LLL)

• Oorzaak: Terugval in de bestedingen


3. Conjuncturele werkloosheid
• BBP = C + I + O + E - M
Economische kosten van werkloosheid
• Economische kosten van werkloosheid: gemiste productie

• BBP gap = feitelijke BBP – potentiële BBP

• Potentiële BBP = BBP bij volledige werkgelegenheid (geen conjuncturele


werkloosheid, eventueel wel natuurlijke werkloosheid
Inflatie
Inflatie: Stijging van het algemene prijspeil
• Inflatie meten: Consumentenprijsindex (CPI)
• CPI: Berekend door het CBS
• CPI = “Indexcijfer dat het prijsverloop weergeeft van een pakket goederen en
diensten zoals dit gemiddeld wordt aangeschaft door alle huishoudens in
Nederland.”

Deflatie: Daling van het algemene prijspeil


Inflatie in Nederland: 1966-2022
Inflatie (% verandering in
prijspeil t.o.v. vorig jaar) Energiecrisis
12
Oliecrisis
(1973)
10

0
1966 1971 1976 1981 1986 1991 1996 2001 2006 2011 2016 2021

-2
Bron: CBS
Inflatie: Twee hoofdoorzaken

1. Bestedingsinflatie 2. Kosteninflatie

Oorzaak • Overbesteding • Kostenstijging


Omschrijving • Ontstaat bij overbesteding: • Productiekosten stijgen
Bestedingen > (bijv. loon- of energiekosten)
productiecapaciteit – Kosten per product stijgen
• Druk op de – Doorberekend in de
productiecapaciteit is te verkoopprijzen (=inflatie)
hoog
• Bedrijven kunnen niet aan
de toenemende vraag
voldoen, dus de prijzen
stijgen
Hyperinflatie
Land Maand Inflatie per maand Inflatie per dag Prijzen
verdubbelen in
Hongarije Juli 1946 41.900.000.000.000.000%* 207% 15 uur
Zimbabwe Nov. 79.600.000.000%** 98% 24,7 uur
2008
Joegoslavie*** Jan. 1994 313.000.000% 65% 1,4 dagen
Duitsland Okt. 1923 29.500% 21% 3,7 dagen
Ter vergelijking:
Jaarlijks 5 % 0,407% 0,014% 14 jaar
Jaarlijks 1% 0,083% 0,003% 70 jaar

* Dit is 41,9 biljard procent!


** Dit is 79,6 mld procent.
*** Federale Republiek Joegoslavië, feitelijk zonder Slovenië en materieel ook zonder Bosnië-Herzegovina.
Effecten van inflatie
• Direct gevolg van inflatie: Koopkracht daalt
- Reëel inkomen = nominaal inkomen / prijsindex

• Mogelijk effect: minder vraag naar goederen en diensten -> productie daalt

Verliezers van inflatie


• Vaste inkomens
• Spaarders
• Crediteuren

Winnaars van inflatie


• Debiteuren & leners
Rente en inflatie
Rente = vergoeding voor:
A. Uitstel van consumptie
B. Risico
C. Verwachte inflatie 6%
(inflatiepremie)
11% = + Inflation
premium
Nominale rente: A + B + C
5%
Reële rente: A + B -> gecorrigeerd Nominal Real
voor inflatie interest interest
rate rate
Vragen?

You might also like