Formularium Technisch Wiskunde 2

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 10

Formularium Technisch Wiskunde 2:

H0 – Basisvaardigheden:
- Logaritmen:

log a (x ∙ y) = log a x + log a y


x
log a ( ) = log a x − log a y
y
log a (xn ) = n ∙ log a x
log b x
log b a ∙ log a x = log b x of log a x =
log b a

- Merkwaardige producten:

(A + B)(A − B) = A2 − B2
(A + B)2 = A2 + 2AB + B2
(A − B)2 = A2 − 2AB + B2
(A + B)3 = A3 + 3A2 B + 3AB2 + B3
(A − B)3 = A3 − 3A2 B + 3AB2 − B3
(A + B)(A2 − AB + B2 ) = A3 + B3
(A − B)(A2 + AB + B2 ) = A3 − B3

- Rechthoekige driehoeken:

aanliggende rechthoekszijde
sin β =
schijne zijde

overstaande rechthoekszijde
cos β =
schijne zijde

oversaande rechthoekszijde
tan β =
aanliggende rechthoekszijde

- Cosiniusregel:

𝑎2 = 𝑏2 + 𝑐 2 − 2𝑏𝑐 ∙ cos 𝛼

𝑏2 = 𝑎2 + 𝑐 2 − 2𝑎𝑐 ∙ cos 𝛽

𝑐 2 = 𝑎2 + 𝑏2 − 2𝑎𝑏 ∙ cos 𝛾

- Sinusregel:

sin 𝛼 sin 𝛽 sin 𝛾


= =
𝑎 𝑏 𝑐
- Basisregels:
sin 𝛼
tan 𝛼 =
cos 𝛼
(cos 𝛼)2 + (sin 𝛼)2 = 1
1
1 + tan2 𝛼 =
cos2 𝛼
1
∙ cos 𝑥 = cot 𝑥
sin 𝑥
H1 – Limieten:
- Ontbinden in factoren:

A2 − B2 = (A − B)(A + B)
A3 − B3 = (A − B)(A2 + AB + B2 )
A3 + B3 = (A + B)(A2 − AB + B2 )
𝐴𝑥 2 + B𝑥 + 𝐶 = A(x − 𝑥1 )(x − 𝑥2 ) ≪ 𝑥1 , 𝑥2 = nulpunten ≫

- Discriminant:

−b±√D
D = b2 − 4ac => D > 0 → x1,2 =
2a

H2 – Afgeleiden:
- Gemiddelde verandering:

∆𝑦 𝑓(𝑥 + ∆𝑥) − 𝑓(𝑥)


𝑓(𝑥) = =
∆𝑥 ∆𝑥
∆𝒚
is de richtingscoefficient van de rechte PQ =
∆𝒙
𝐭𝐚𝐧 𝜷

- Ogenblikkelijk verandering:

𝑓(𝑥 + ∆𝑥) − 𝑓(𝑥)


𝑓′(𝑥) = lim
∆𝑥→0 ∆𝑥
𝒇′(𝒙) is de richtingscoeficient van de raaklijn t
aan de grafiek f in het punt P(x, f(x))

𝑓 ′ (x) = rico(t) = tan( 𝛽)

Andere notaties:
𝑑𝑦 𝑑𝑓
𝑓 ′ (𝑥) = = (𝑥) = 𝐷𝑓(𝑥) - Rekenregels voor afgeleiden:
𝑑𝑥 𝑑𝑥
𝐶′ =0
- Standaardafgeleiden:
(𝑢 + 𝑣)′ = 𝑢′ + 𝑣 ′
𝑓(𝑥) = 𝑥 𝑛 → 𝑓 ′ (𝑥) = 𝑛𝑥 𝑛−1
(𝑢 + 𝑣 + 𝑤)′ = 𝑢 ′ + 𝑣 ′ + 𝑤′
𝑓(𝑥) = sin(𝑥) → 𝑓 ′ (𝑥) = cos(𝑥)
(𝑢 ∙ 𝑣)′ = 𝑢′ ∙ 𝑣 + 𝑢 ∙ 𝑣 ′
𝑓(𝑥) = cos(𝑥) → 𝑓 ′ (𝑥) = − sin(𝑥)
(𝑢 ∙ 𝑣 ∙ 𝑤)′ = 𝑢 ′ ∙ 𝑣 ∙ 𝑤 + 𝑢 ∙ 𝑣 ′ ∙ 𝑤 + 𝑢 ∙ 𝑣 ∙ 𝑤′
𝑓(𝑥) = 𝑎 𝑥 → 𝑓 ′ (𝑥) = 𝑎 𝑥 ∙ ln(𝑎)
(𝐶 ∙ 𝑣)′ = 𝐶 ∙ 𝑣′
𝑓(𝑥) = 𝑒 𝑥 → 𝑓 ′ (𝑥) = 𝑒 𝑥
1 𝑢 ′ 𝑢 ′ ∙ 𝑣 − 𝑢 ∙ 𝑣′
𝑓(𝑥) = log 𝑎 (𝑥) → 𝑓 ′ (𝑥) = ( ) =
𝑥 ∙ ln(𝑎) 𝑣 𝑣2
′ (𝑥)
1 1 ′ u′
𝑓(𝑥) = ln(𝑥) → 𝑓 = ( ) =− 2
𝑥 𝑢 𝑢
- Kettingregel:
ICT: MATH -> nDeriv(
𝑛 𝑛−1
[u(x)] → 𝑛[𝑢(𝑥)] ∙ 𝑢′(𝑥)

sin[ 𝑢(𝑥)] → cos[𝑢(𝑥)] ∙ 𝑢′(𝑥)

cos[ 𝑢(𝑥)] → −sin[𝑢(𝑥)] ∙ 𝑢′(𝑥)

𝑒 𝑢(𝑥) → 𝑒 𝑢(𝑥) ∙ 𝑢′(𝑥)


1
log 𝑎 [𝑢(𝑥)] → ∙ 𝑢′(𝑥)
𝑢(𝑥) ∙ ln 𝑎
1
ln[𝑢(𝑥)] → ∙ 𝑢′(𝑥)
𝑢(𝑥)
- Raaklijnen en normalen:

De vergelijking van de raaklijn t aan de grafiek van f


in het punt (𝒙𝟎 , 𝒇(𝒙𝟎 ) is:
𝒙𝟎 is rico van de raaklijn = 𝐭𝐚𝐧( 𝜷)

𝑦 − 𝑓(𝑥0 ) = 𝑓′(𝑥0 )(𝑥 − 𝑥0 )

De normaal n in het punt (𝒙𝟎 , 𝒇(𝒙𝟎 ) van de grafiek is


de rechte door dit punt en loodrecht op de raaklijn in
dat punt. De vergelijking van de normaal is:
De rico is gelijk aan −𝟏/𝒇′(𝒙𝟎 ).
1
𝑦 − 𝑓(𝑥0 ) = − (𝑥 − 𝑥0 )
𝑓′(𝑥0 )

- Stijgen en dalen van een functie:

𝑓 ′ (𝑥) > 0 → 𝑠𝑡𝑖𝑗𝑔𝑒𝑛 𝑓"(𝑥) > 0 → ℎ𝑜𝑙


< 0 → 𝑑𝑎𝑙𝑒𝑛 < 0 → 𝑏𝑜𝑙
= 0 → 𝑔𝑒𝑒𝑛 𝑣𝑒𝑟𝑎𝑛𝑑𝑒𝑟𝑖𝑛𝑔 = 0 → 𝑏𝑢𝑖𝑔𝑝𝑢𝑛𝑡

- Extreme (minima, maxima) van een functie:

Waar? In de kritieke punten van de functie, d.w.z. waar:


𝑓 ′ (𝑥) = 0 (tan 𝛽 = 0 → 𝛽 = 0 → 𝑟𝑎𝑎𝑘𝑙𝑖𝑗𝑛 𝑒𝑣𝑒𝑛𝑤𝑖𝑗𝑑𝑖𝑔 𝑚𝑒𝑡 𝑥 − 𝑎𝑠)
′ (𝑥)
𝜋
𝑜𝑓 𝑓 𝑛𝑖𝑒𝑡 𝑔𝑒𝑑𝑒𝑓𝑖𝑛𝑖𝑒𝑒𝑟𝑑 𝑖𝑠 (tan 𝛽 = ±∞ → 𝛽 = → 𝑟𝑎𝑎𝑘𝑙𝑖𝑗𝑛 𝑙𝑜𝑜𝑑𝑟𝑒𝑐ℎ𝑡 𝑚𝑒𝑡 𝑥 − 𝑎𝑠)
2
tekenwijziging van de eerst afgeleide is noodzakelijk !!!

- Buigpunt van een functie:

Waar? In de kritieke punten van de functie, d.w.z waar:


𝑓 ′ (𝑥) = 0
𝑜𝑓 𝑓 ′ (𝑥) 𝑛𝑖𝑒𝑡 𝑔𝑒𝑑𝑒𝑓𝑖𝑛𝑖𝑒𝑒𝑟𝑑 𝑖𝑠
tekenwijziging van de tweede afgeleide is noodzakelijk !!!

- Diferentiaal van een functie:


𝑑𝑦
𝑦 ′ (𝑥) = → 𝑑𝑦 = 𝑦′(𝑥) ∙ 𝑑𝑥
𝑑𝑥

H3 – Toepassingen afgeleiden:
- Metrische betrekking:

𝑥 = 𝑧 ∙ cos 𝜃

𝑦 = 𝑧 ∙ sin 𝜃

𝑥 = 𝑦 ∙ cot 𝜃

𝑦 = 𝑥 ∙ tan 𝜃
1
(cot 𝜃)′ =
−(sin 𝜃)2

- Volume berekenen:

1
𝑉𝑘𝑒𝑔𝑒𝑙 = 𝜋𝑟 2 ℎ
3
- De kromming in een punt van een curve berekenen:

|𝑦"|
𝐾=
(1 + 𝑦′2 )3/2

- Regel van l'Hôpital:

Enkel voor de onbepaalde gevallen 𝟎/𝟎 en ∞/∞.


- Afgeleide van een functie in parametervorm:

𝑑𝑦
𝑑𝑦 𝑑𝑡
=
𝑑𝑥 𝑑𝑥
𝑑𝑡
ICT:
1) MODE -> PARAMETRIC
2) STAT PLOT -> parameters invullen
𝟏
𝒕𝒂𝒏(𝒕) →
(𝒄𝒐𝒔(𝒕))𝟐

H4 – Integralen:
- De onbepaalde integraal:

Een Functie is een primitieve functie van een functie f over een interval als F’(x) = f(x) voor elke x uit dat interval.
De verzameling van alle primitieve functies van een gegeven functie f(x) wordt voorgesteld door:
∫ 𝑓(𝑥)𝑑𝑥
en wordt de onbepaalde integraal van f(x) genoemd.
Dus:
∫ 𝑓(𝑥)𝑑𝑥 = 𝐹(𝑥) + 𝐶 (𝐶𝜖ℝ)
met F’(x) = f(x)

- Standaard onbepaalde integralen:

∫ 𝑒 𝑥 𝑑𝑥 = 𝑒𝑥 + 𝐶

∫ cos 𝑥 𝑑𝑥 = sin 𝑥 + 𝐶

∫ sin 𝑥 𝑑𝑥 = − cos 𝑥 + 𝐶
𝑥 𝑛+1
∫ 𝑥 𝑛 𝑑𝑥 = +𝐶
𝑛+1
1
∫ 𝑑𝑥 = ln 𝑥 + 𝐶
𝑥

- Integratiemethoden:

SPLITSING

∫(𝑓(𝑥) + 𝑔(𝑥))𝑑𝑥 = ∫ 𝑓(𝑥) 𝑑𝑥 + ∫ 𝑔(𝑥) 𝑑𝑥

∫(𝑓(𝑥) − 𝑔(𝑥))𝑑𝑥 = ∫ 𝑓(𝑥) 𝑑𝑥 − ∫ 𝑔(𝑥) 𝑑𝑥

∫ 𝑟 ∙ 𝑓(𝑥) 𝑑𝑥 = 𝑟 ∙ ∫ 𝑓(𝑥) 𝑑𝑥 (𝑟𝜖ℝ)

SUBSTITUTIE
𝒅𝒖
dx vervangen door 𝒅𝒙 .

PARTÏELE INTEGRATIE

∫ 𝑢 ∙ 𝑣′𝑑𝑥 = 𝑢 ∙ 𝑣 − ∫ 𝑢′ ∙ 𝑣 𝑑𝑥
SPLITSEN IN PARTIEELBREUKEN

Enkel toepassen voor rationale functies !!! (in teller en noemer een veelterm)

1) Ontbind de noemer in factoren:


Stel x1 en x2 zijn de nulpunten van 𝑎𝑥 2 + 𝑏𝑥 + 𝑐 = 0 dan is 𝑎𝑥 2 + 𝑏𝑥 + 𝑐 = 𝑎(𝑥 − 𝑥1 )(𝑥 − 𝑥2 ).

2) Splitsen in partieelbreuken:
Als sneller manier kan je de 2 nulpunten invullen in de vergelijking van de partieelbreuken.

3) Integraal uitwerken:
𝒅𝒙
Mogelijk substitutiemethode gebruiken. ∫ = 𝐥𝐧[𝒖(𝒙)] + 𝑪
𝒖(𝒙)

H5 – Toepassing integralen:
- Bepaalde integraal (volgens Riemann):

f(x) kan een fysische grootheid beschrijven (temperatuur, druk, massadichtheid, ...)
𝒃
∫𝒂 𝒇(𝒙) 𝒅𝒙 is dan de totale waarde van de grootheid over een gegeven interval

- Hoofdstelling integraalrekening:
𝑏
∫ 𝑓(𝑥) 𝑑𝑥 = 𝐹(𝑏) − 𝐹(𝑎) ICT: MATH -> FNINT(
𝑎
= [𝐹(𝑥)]𝑏𝑎
𝑭(𝒙) : een primitieve functie van f(x)

Ken je de primitieve functie F(x) niet uit het hoofd, dan bereken je eerst de onbepaalde integraal van f(x), via
substitutie/partiële integratie/splitsenin partieelbreuken.

- Gemiddelde waarde van een functie:


𝑏
1
𝑓𝑔𝑒𝑚 = ∫ 𝑓(𝑥)𝑑𝑥
𝑏−𝑎 𝑎
𝑏 A(xA , yA ) , B(xB , yB )
∫ 𝑓(𝑥)𝑑𝑥 = (𝑏 − 𝑎) ∙ 𝑓𝑔𝑒𝑚
𝑎 yB − yA
- Effectieve waarde van een functie: yP − yA = (x − xA )
xB − xA P

𝑏
1
𝑓𝑒𝑓𝑓 = √ ∫ [𝑓(𝑥)]2 𝑑𝑥
𝑏−𝑎 𝑎
- Volume van omwentelingslichamen:

- Volume van een bol met straal r:

- Volume van een kegel:

- Lengte van een kromme:


- Arbeid bepalen:

𝐹 =𝑚∙𝑔

- Stappen arbeid berekenen schijfje:

1) Volume van een schijfje met dikte dy.


2) Massa van een schijfje met dikte dy.
3) Zwaartekracht waaraan schijfje onderhevig is.
4) Vereiste arbeid om dit schijfje te verplaatsen naar boven.
5) Totale arbeid.

𝑉 = 𝜋𝑟 2

- De arbeid om twee ladingen bij elkaar te brengen:

- De arbeid verricht bij de uitrekking van een veer:


- Hydrostatische kracht:

- Numerieke integratie:

DE RECHTHOEKREGEL

DE TRAPEZIUMREGEL
DE REGEL VAN SIMPSON

You might also like