Professional Documents
Culture Documents
Examen Vliegtuigsensoren
Examen Vliegtuigsensoren
Examen Vliegtuigsensoren
➢ Temperatuursensoren in vliegtuigen:
Niet-elektrische temperatuurindicators:
Bourdonbuis:
• Basisprincipe:
Bourdonbuis werkt op basis van de gelijkmatige uitzetting van damp in een gesloten ruimte.
• Dampdruk:
• Voeler:
Om de temperatuur te meten, wordt een voeler gevuld met een vluchtige vloeistof. Deze voeler
wordt vervolgens verbonden met de Bourdonbuis.
• Bourdonbuis:
• Temperatuurschaal:
• Capillair:
Verbindt voeler met Bourdonbuis, met een kleine diameter om de vluchtige vloeistof in de voeler te
houden.
• Toepassing:
Elektrische temperatuurindicators:
Elektrische weerstandsthermometer:
• Essentiële onderdelen:
• Toepassingen:
• Temperatuurbereik:
De elektrische weerstand van een metaal stijgt naarmate de temperatuur stijgt. Verschillende
metaallegeringen hebben een hoge temperatuurcoëfficiënt, waardoor hun weerstand aanzienlijk
verandert met de temperatuur.
• Vaste weerstandswaarde:
De weerstand wordt beschermd door een metalen buis met een afgesloten uiteinde, die verbonden
is met een schroef met een hexagonale kop.
• Elektrische verbinding:
De twee uiteinden van de windingen zijn gesoldeerd aan een elektrische node.
Het diamantvormige brugcircuit bestaat uit weerstanden A, B, C en een onbekende weerstand D, die
de temperatuursensor is.
Veranderingen in de temperatuur van sensor D zorgen voor een onbalans in de brug, wat resulteert
in een stroomdoorvoer door de galvanometer.
Het instrument kan worden gekalibreerd en aangepast met behulp van een schroevendraaier.
Ratio-elektrisch weerstandsthermometers:
Een ratio-elektrische weerstandsthermometer maakt gebruik van een ratiometer of
verhoudingsmeter om de temperatuur weer te geven.
Het circuit bevat een vaste weerstand en een variabele weerstand (sensor) om de temperatuur te
meten.
Het circuit bevat ook twee takken waarin stromen vloeien. Elke tak heeft een spoel gemonteerd in
het magnetisch veld van een permanente magneet.
Variërende stromen door de spoelen creëren verschillende magnetische velden die reageren op het
permanente magneetveld.
Deze interactie zorgt ervoor dat de wijzer van de ratiometer uitwijkt, wat resulteert in een
temperatuuraanduiding in graden Celsius (°C) of Fahrenheit (°F).
Er zijn twee soorten sensoren: op basis van metalen (RTD - Resistance Temperature Detector) en op
basis van halfgeleiders (thermistors).
Een ideale sensor heeft een hoge gevoeligheid (hoge waarde van α) en geen andere coëfficiënten,
wat resulteert in een lineair verloop van de weerstand tegenover de temperatuur.
RTD's (Resistance Temperature Detectors) zijn alleen verkrijgbaar in de PTC (Positive Temperature
Coefficient) versie. Bij hogere temperaturen trillen de atomen meer, waardoor de elektronen een
kleinere vrije weglengte en mobiliteit krijgen, wat resulteert in een hogere weerstand.
Het meest gebruikte type RTD is de Pt100, wat staat voor een platina-weerstandsdraad met een
weerstand van 100 ohm bij 0°C.
Naast de traditionele constructie zijn er ook andere vormen beschikbaar, zoals platina dat is
opgedampt op een keramisch plaatje en SMD (Surface Mount Device) uitvoeringen.
Bij het meten van de weerstand van een Pt100 wordt er een kleine stroom door de sensor gestuurd
en wordt de spanning over de klemmen gemeten.
Bij deze meting wordt niet alleen de weerstand van de Pt100 zelf gemeten, maar ook de weerstand
van de aansluitdraden.
Bij langere draden kan de weerstand van de draden een significante fout introduceren.
Om deze fout te vermijden, wordt vaak de driedraadsaansluiting toegepast, waarbij de invloed van de
aansluitdraden gemeten kan worden en gecompenseerd.
In de industrie wordt vaak een Pt100 met drie draden gebruikt, waarbij een witte draad en twee rode
draden aanwezig zijn.
In sommige gevallen kan een Pt100 met vier draden worden gebruikt voor zeer nauwkeurige
metingen, waarbij twee witte en twee rode draden aanwezig zijn.
maak
Bij een verouderd systeem met slechts twee draden voor de aansluiting van een Pt100 sensor maakt
men een kortsluiting tussen de rode draden.
Er is geen compensatie voor temperatuurinvloed op de leiding, wat kan leiden tot een meetfout.
Eenvoudige TAT-systemen bestaan uit een sensor en een indicator met een ingebouwd
weerstandsbrugcircuit. Een platina-legeringselement meet de temperatuur en een wijzer geeft de
evenwichtstoestand van de brug weer.
Thermokoppel temperatuurindicators:
Het thermokoppel-principe:
Een thermokoppel is een temperatuursensor die het Seebeck-effect gebruikt.
Het Seebeck-effect is het omzetten van een temperatuurverschil in een elektrische spanning op het
grensvlak tussen twee verschillende metalen of halfgeleiders.
Wanneer twee metalen van verschillende aard op een verbindingsplaats worden samengevoegd,
ontstaat er een elektronenovergang en een potentiaalverschil als gevolg van het verschil in vrije
elektronen tussen de metalen.
Dit systeem van twee verschillende metalen die aan één uiteinde zijn verbonden, vormt een
thermokoppel.
Koudelas-compensatie:
Om de temperatuur van het meetpunt nauwkeurig te kennen, is het ook nodig om de temperatuur
van de aansluitpunten te meten.
De meting met behulp van een thermokoppel is een differentiaalmeting, waarbij het
temperatuurverschil tussen de warme las en de koude las wordt gemeten.
Er zijn twee oplossingen voor dit probleem: het gebruik van een speciale omhulling voor de koude
las die op een referentietemperatuur wordt gehouden, zoals 25°C, of elektronische meting van de
temperatuur van de koude las met verrekening in speciale elektronica.
Bij grote afstanden tussen de meting en de regelaar wordt compensatiekabel gebruikt om het
thermokoppel te verlengen.
Thermokoppelelementen:
Thermokoppelelementen maken gebruik van het Seebeck-effect om temperatuurverschillen om te
zetten in elektrische spanning.
Thermokoppelelementen zijn meestal gemaakt van combinaties van metalen, zoals constantaan en
ijzer of constantaan en koper.
IJzer wordt vaak gebruikt vanwege zijn hoge gevoeligheid en brede temperatuurbereik, maar het
kan oxideren bij hoge temperaturen.
Koper kan worden toegevoegd aan het thermokoppelelement om de eigenschappen aan te passen
en biedt een betere geleidbaarheid en stabiliteit.
Kleurencode compensatiekabel:
Compensatiekabels hebben vergelijkbare eigenschappen als thermokoppels, maar met beperkte
nauwkeurigheid door temperatuurlimieten.
Compensatiekabels kunnen kostenefficiënt en praktisch zijn als verbinding tussen het thermokoppel
en het instrument.
Raadpleeg de specificaties en richtlijnen van de fabrikant voor de juiste kleurencode bij het
aansluiten van compensatiekabels op thermokoppels en instrumenten.
EGT-weergave op vliegtuigen:
EGT (uitlaatgastemperatuur) is een belangrijke parameter in de werking van vliegtuigmotoren.
Het EGT-systeem geeft een visuele indicatie van de temperatuur van de uitlaatgassen wanneer ze de
turbine verlaten.
In sommige straalmotoren wordt deze temperatuur gemeten aan de ingang van de turbine,
aangeduid als TIT (turbine inlet temperature).
De kleine thermokoppelspanningen worden versterkt en naar een servomotor gestuurd die een
wijzer aanstuurt om de temperatuur weer te geven.
Druksensoren in vliegtuigen:
Motoroliedruk:
In zuiger- en turbinemotoren wordt olie gebruikt om loopvlakken te smeren en te koelen, waar
onderdelen roteren of naast elkaar glijden met hoge snelheid.
Een verlies aan oliedruk kan leiden tot grote wrijving en bij oververhitte temperaturen tot ernstig
motorfalen.
De EPR-meter vergelijkt de totale uitlaatdruk met de druk van de stuwinlaat van de motor.
De EPR-meter wordt aangepast voor factoren zoals temperatuur en hoogte om de stuwkracht van
de motor weer te geven.
De EPR-transmitter bevat een blaasbalg die de drukken vergelijkt en omzet in een elektrisch signaal
dat naar de indicator wordt gestuurd.
Brandstofdruk:
De brandstofmanometer is een instrument dat belangrijke informatie over de brandstof aan de piloot
weergeeft.
Bij vliegtuigen wordt brandstof vanuit verschillende brandstoftanks naar de motoren gepompt.
Een slecht functionerende brandstofpomp of een te leeggetankte tank kan leiden tot een
onvoldoende instandhouding van de uitgangsdruk, wat onmiddellijke aandacht van de piloot vereist.
Daarom wordt een elektrisch signaal van een sensor naar de cockpit gestuurd via een transmitter.
De snelheid waarmee de gyroscoop draait, moet binnen een bepaald bereik liggen voor correcte
werking, en deze snelheid is gekoppeld aan de onderdruk in het systeem.
Vacuüm wordt gemeten als een differentiële druk, waarbij de te meten druk wordt vergeleken met
de atmosferische druk met behulp van een luchtdicht diafragma of capsule.
Het meetinstrument wordt gekalibreerd in "inch kwik" en geeft aan hoeveel minder druk er in het
systeem is ten opzichte van de atmosfeer.
Drukschakelaar:
Drukschakelaars worden gebruikt in de luchtvaart om de druk in systemen te bewaken.
Ze onderbreken of sluiten een elektrisch circuit wanneer een bepaalde druk wordt bereikt.
Drukschakelaars kunnen ontworpen zijn om een circuit open te houden in rust en te sluiten bij een
bepaalde druk, of omgekeerd.
Drukschakelaars bevatten een diafragma dat de druk aan één zijde detecteert en een mechanisch
schakelsysteem aan de andere zijde activeert.
Kleine drukfluctuaties zorgen ervoor dat het diafragma beweegt, maar pas wanneer de druk een
bepaalde waarde bereikt, sluit het schakelcontact.
Het activeren van de drukschakelaar resulteert in een waarschuwingssignaal, zoals een oplichtend
lampje, om de piloot te waarschuwen voor abnormale drukniveaus.
Drukschakelaars zijn belangrijk voor het bewaken van de veiligheid en goede werking van systemen
in een vliegtuig.
Pitot-statische systemen:
De hoogtemeter, de vliegsnelheidsmeter en de stijgsnelheidsaanwijzer zijn drie algemeen
voorkomende pitot-statische systemen.
➢ De hoogtemeter:
• Een hoogtemeter geeft de hoogte van het vliegtuig weer ten opzichte van een vooringesteld
niveau.
• Hoogtemeters in vliegtuigen meten de hoogte aan de hand van de gemeten druk.
• Ze zijn verbonden met statische luchtgaten in het pitot-statisch systeem.
• De hoogte wordt weergegeven op een schaal in voet (ft).
• Een luchtledige doos of balg bevindt zich in het werkingsmechanisme van de meter.
• De statische luchtdruk omringt de luchtledige doos in de instrumentbehuizing.
• De wijzer van het instrument beweegt naarmate de luchtdruk verandert.
• De wijzer wijkt uit bij toenemende hoogte en beweegt in tegengestelde richting bij
afnemende hoogte.
➢ Vliegsnelheidsindicatoren:
Ze dienen als afstands- en positie-indicatoren voor systemen zoals het landingsgestel, autopiloot-
systemen en radar.
Autosyn gebruiken een elektromagneet in de rotor, terwijl magnesyn een permanente magneet in de
rotor hebben.
SYNCHRO’S EN RESOLVERS:
➢ Synchro’s:
➢ Resolvers:
SYNCHRO-SYSTEMEN:
• Een synchro-systeem bestaat uit twee synchro's die met elkaar verbonden zijn.
• De tweede synchro neemt de hoekverdraaiing over van de eerste synchro.
• De positie van de indicatorwijzer kopieert de positie van de transmitter-rotor.
• Het draaikoppel wordt afgeleid van de transmitter zonder versterking, geen versterking.
• Een klein koppel wordt gevormd op de uitvoer-as van de ontvanger.
• Dit systeem wordt gebruikt om data weer te geven, bijvoorbeeld olie- of brandstofdruk in
een vliegtuig.
• Een koppeltransmitter (TX) en een koppelreceiver (TR) vormen samen een eenvoudig
koppel-synchro-systeem.
• De elektrische constructie van de zender en ontvanger is gelijk, maar hun functie is
verschillend.
• De rotor van de synchro-transmitter is verbonden met een handmatig bediende of
mechanische ingang.
• De rotor van de ontvanger synchroniseert zichzelf elektrisch met de positie van de rotor van
de zender en reageert op de doorgestuurde waarde.
➢ Control synchro-systemen:
• Control synchro-systemen worden gebruikt wanneer het geleverde koppel van een koppel-
synchro te klein is.
• De control synchro levert alleen een stuursignaal aan de driver en niet het vermogen voor
rotatie.
• Het stuursignaal wordt geleverd door de control transmitter (CX) en naar de control
transformer (CT) gestuurd.
• De geïnduceerde spanning in de secundaire spoel van de CT wordt versterkt en vergeleken
met een AC-voedingsspanning als referentie.
• Op basis van de gemeten hoekfout wordt een servomotor aangestuurd voor rotatie.
• Control synchro-systemen worden gebruikt in servomechanismen zoals altimeters en
airspeed indicators met air data computers.
➢ Differentiële synchro-systemen:
➢ Resolver synchro-systemen:
• Een resolver lijkt op een synchro, maar heeft een stator met vier aansluitingen en de
wikkelingen liggen 90° verdraaid tegenover elkaar.
• De rotor van een resolver werkt vergelijkbaar met die van een synchro en heeft ook twee
sets windingen die een hoek van 90° met elkaar maken.
• Resolvers worden gebruikt om spanningen die de carthesische coördinaten van een punt
vertegenwoordigen om te zetten in een as-positie en een spanning die de polaire
coördinaten van dat punt vertegenwoordigt, en vice versa.
• De uitgangsspanning van een resolver kan de sinus en cosinus van een hoek zijn, waardoor
omzetting mogelijk is van poolcoördinaten naar carthesische coördinaten.
• Resolvers worden vaak gebruikt als terugkoppelingssysteem voor servomotoren in de
industrie.
Synchro-systemen in analoge air data computers:
Air data verwijst naar het meten van pitot-druk en statische druk en het omzetten van deze waarden
naar airspeed, hoogte en verticale snelheid.
Air data computers (ADC) worden gebruikt om deze metingen om te zetten in elektrische signalen
en door te sturen naar de juiste indicators en systemen.
ADC's kunnen zowel digitaal als analoog zijn, maar digitale systemen worden tegenwoordig vaker
gebruikt.
De drie air data sensoren in het systeem zijn druksensoren (PS en PT) en een temperatuursensor
(TAT).
Statische luchtdruksensoren hebben typisch een drukbereik van 0 tot 130 kPa (0-1,3 mb) en werken
bij temperaturen van -60°C tot +90°C of hoger.
Totale druksensoren (PT) hebben een bereik van 0 tot 260 kPa (0-2,6 mb). Dit bereik komt overeen
met een snelheid van 426 m/s of 828 knopen.
Druksensortechnologie in DADC's:
➢ Vibrerende druksensoren:
Ze bestaan uit een dun membraan dat vibreert bij blootstelling aan druk.
➢ Solid-state druksensoren:
Ze bevatten een diaphragma en een elektronisch circuit dat de druk omzet in een elektrisch signaal.
Ze zijn minder gevoelig voor trillingen en kunnen een breed drukbereik meten.
❖ Piëzo-resistieve solid-state elementen
Piëzo-resistieve elementen zijn halfgeleiders waarvan de weerstand verandert onder invloed van
druk.
Drukoefeningen veroorzaken een vervorming in het kristalrooster van het silicium, wat resulteert in
weerstandsveranderingen van de piëzo-resistieve elementen.
De ondersteunende elektronica kan worden geïntegreerd in de sensor met behulp van moderne
micro-elektronicatechnologie, waardoor het een "smart sensor" wordt genoemd.
Capacitieve solid-state druksensoren gebruiken een metaalfilm op het diafragma om een capacitief
element te vormen.
Doorbuiging van het diafragma onder druk veroorzaakt veranderingen in de capaciteit van het
element.
Deze sensoren worden vervaardigd uit kwarts, kwartsglas of speciale keramische materialen.
Het ontwerp moet rekening houden met parasitaire capaciteiten in aansluitdraden en afscherming.
Ze hebben een kleine gevoeligheid voor versnelling (valversnelling) als gevolg van het diafragma.
Montage zorgt ervoor dat gevoelige assen loodrecht staan op de vector van de valversnelling.