Chemicaliën Tankers

Vervoer van Chemicaliën

Maartje van Kampen

Student Maartje van Kampen

Studentnummer S4590694
Nhlstenden emailadress maartje.van.kampen@student.nhlstenden.com
Opleiding Maritiem Officier
Code toetseenheid MAOB20V2CHS1-B
Deelbeoordeling 1/3
Leraar R. van Nes
Datum 02/10/2020

Door het inleveren van dit verslag verklaar ik dat het verslag eigen werk is en vrij van plagiaat
Inhoudsopgave
Inhoud
1 Veiligheid in het vervoer van chemicaliën.....................................................................................3
1.1 Het belang van veilig te werk gaan........................................................................................3
1.2 Gevaren die een rol spelen bij het vervoer van chemicaliën.................................................3
2 Diverse soorten tanks....................................................................................................................3
2.1 Wingtank...............................................................................................................................3
2.2 Sloptank.................................................................................................................................3
2.3 Independent tank..................................................................................................................3
2.4 Voorbeeld: het laden van Aniline...........................................................................................4
3 Het Manifold..................................................................................................................................4
4 PV kleppen.....................................................................................................................................4
5 Scheepstypen................................................................................................................................4
5.1 Type 1....................................................................................................................................4
5.2 Type 2....................................................................................................................................4
5.3 Type 3....................................................................................................................................4
5.4 Vervoer Phenol......................................................................................................................4
6 Strippen van de leidingen..............................................................................................................5
7 Bepalen hoeveelheid lading aan de hand van Ullage....................................................................5
7.1 Welke meetmethode is voorgescheven.................................................................................5
7.2 Bereken hoeveel methanol er geladen is...............................................................................5
8 Chris-code tabel.............................................................................................................................5
8.1 Compatibiliteit ‘ethylene Glycol Butyl Ether’ en ‘Benzene’....................................................5
8.2 Compatibiliteit ‘Benzyl Alcohol’ en ‘Tetra Ethylene Pentamine’............................................6
9 Waswater lozen.............................................................................................................................6
10 Inert gas.....................................................................................................................................6

2
Maartje van Kampen
Chemicaliën Tankers [Publicatiedatum]
1 Veiligheid in het vervoer van chemicaliën
1.1 Het belang van veilig te werk gaan
Bij het vervoer van chemicaliën is het nog belangrijker om dat er aan de veiligheid eisen
voldaan wordt dan bij het vervoer van bijvoorbeeld containers. Dit komt omdat het maken
van fouten of het niet voldoen aan de eisen hier veel ernstigere gevolgen kan hebben. Het
vrij komen van de chemicaliën aan boord kan schadelijk zijn voor het schip, de bemanning,
en de natuur waarin de chemicaliën terecht komen. We willen allemaal natuurlijk niet dat er
iemand gewond raakt. Daarnaast zullen verschillende stoffen die vervoerd worden niet
allemaal goed samengaan. mochten deze toch samen komen, kunnen er giftige stoffen-, of
zelfs explosiegevaar ontstaan
1.2 Gevaren die een rol spelen bij het vervoer van chemicaliën
Een aantal van de gevaren zijn bijvoorbeeld het losraken van de koppeling bij het voltanken
van de tanks. De chemicaliën die vervoerd worden zijn altijd vloeibaar. Om zeker te zijn dat
er niks mis gaat bij het beladen begint men rustig, en als men zeker weet dat er niks lekt,
pompt men de tank pas helemaal vol.
Daarnaast moet men voor het beladen eerst een goed beladingsplan maken, zonder dit plan
mag men niet laden. Hierbij kijkt men goed naar de te laden stoffen, en de Chris-code tabel,
om te zien welke stoffen wel en niet naast elkaar mogen.
Ook word er gekeken welke stoffen temperatuur regulatie vereisen. Hiervoor checkt men de
gegevens die men verkregen heeft van de verscheper, op het vlampunt en
zelfontstekingspunt van de stof. Soms staat er zelfs specifiek aangegeven dat een stof
tussen bepaalde temperaturen, of onder een bepaalde temperatuur moet worden.
verder is er gevaar voor ontploffen van de tanks als de druk te hoog oploopt, daarom wordt
soms aangegeven dat er open gelucht mag worden.
Aan de codes die bij elke stof horen kun je terug zien: of een stof schadelijk is voor
zeeleven, wel of niet ingeademd mag worden, bijtend is, explosiegevaar bevat, bij welke
tempratuur het kan ontvlammen of zelfs kan zelfontbranden. En ook: hoe er geblust mag
worden, of er inert gas nodig is, et cetera

2 Diverse soorten tanks

2.1 Wingtank
Een wingtank is een tank aan bakboord- of
stuurboordzijde van het schip (zie
afbeelding rechts). Er word bij het maken
van een stuwage plan gekeken naar of een
stof in een wingtank, center tank of
decktank geladen mag worden, met
betrekking tot de maximaal toegestane
‘specific grafity’.
2.2 Sloptank
Een sloptank is een tank waar het water waarmee de ruimen uitgewassen worden (de
“slops”) naartoe gaat. het goed wassen van de tanks is van groot belang, er mag niks
achterblijven want residuen kunnen reageren met de volgende lading die in de tank komt.
mocht de tank vol zijn mag er geloosd worden naar zee, maar aan het lozen van
chemicaliën zijn strenge regels verbonden, terug te vinden in de gegevens van elke stof,
terug t vinden in MARPOL annex II.
2.3 Independent tank
Een “independent tank” is zoals het woord misschien al verraad, een opzichzelfstaande aka
onafhankelijke tank. De wanden van deze tank zijn niet in aanraking met- of onderdeel van

3
Maartje van Kampen
Chemicaliën Tankers [Publicatiedatum]
de scheepshuid. Het voordeel van deze tank is ook dat hij (bijna) geen last heeft van stress
op de scheepshuid, zoals bij een wingtank wel het geval is.
2.4 Voorbeeld: het laden van Aniline
Uit de IBC code haalt men dat de Aniline in kolom f code 2G draagt. dit betekend dat het in
een integral grafity tank vervoerd mag worden, en er dus geen independant tank of pressure
tank vereist is. Dit houdt in dat de tank gewoon onderdeel van de scheepshuid uit mag
maken (of hier aan mag grenzen), en niet op druk gehouden dient te worden.

3 Het Manifold
Het manifold is de aansluiting van het schip naar de wal, naar de verschillende tanks. Dit
kan centraal of per individuele tank.
Een chemicaliën tanker heeft meer aansluitingen op het manifold dan bijvoorbeeld een
olietanker omdat Het zeer belangrijk is dat vloeistoffen bij het laden niet in aanraking komen
met residuen van andere chemicaliën, dat zou erg gevaarlijk kunnen zijn.

4 PV kleppen
De pressure-/vacuüm kleppen voorkomen aan boord van een chemicaliëntanker dat de
over- en onderdruk in de tanks binnen een gewenste (vooraf ingestelde) marge blijven. De
pressure valves zorgen bij een overdruk, door middel van 2 kleppen die openen, voor een
opwaartse luchtstroom zodat er wat gas kan ontsnappen, en er geen giftige dampen aan
dek blijven hangen. De vacuüm valves zorgen bij een onderdruk (vacuüm) d.m.v. een ‘flame
trap’ dat er wat lucht in de tank komt zodat de druk stijgt.
de kleppen zitten op zo’n hoogte dat ontsnappende dampen niet ingeademd worden door de
bemanning.

5 Scheepstypen
Er zijn drie gevarenklassen vastgesteld in de IMO
5.1 Type 1
Deze schepen hebben de strengste eisen waaraan het schip moet voldoen en mogen dus
de meest gevaarlijke lading vervoeren. deze ladingen vereisen de maximale preventieve
maatregelen om lekken van de lading te voorkomen, type I-schepen hebben ook de
strengste normen wat betreft lekstabiliteit en schade aan de ladingtanks.
Er mag 1250 m3 aan chemicaliën vervoerd worden in deze schepen.
5.2 Type 2
De eisen waar dit type schip aan heeft te voldoen zijn lager. Daardoor zijn de ladingen die dit
schip mag vervoeren minder gevaarlijk.
Er mag 3000 m3 aan chemicaliën vervoerd worden in deze schepen.
5.3 Type 3
Heeft de minst strenge eisen en mag dus alleen (betrekkelijk) ongevaarlijke lading laden.
Ons schip is volgens het IMO een type II-schip, dus ons schip mag niet de aller gevaarlijkste
stoffen meenemen.
Er zit geen limiet aan het aantal kuub chemicaliën dat men mag vervoeren op deze schepen.
5.4 Vervoer Phenol
In de IBC-code zal men vinden dat deze stof in een type II-schip vervoerd mag worden, er
mag dus maximaal 3000 kuub geladen worden. De dubbele huid moet, bij dit type schip, aan
de zijkant minimaal 760mm breed zijn, en de dubbele boden moet 1/15e van de breedte van
het schip zijn.

4
Maartje van Kampen
Chemicaliën Tankers [Publicatiedatum]
6 Strippen van de leidingen
Voor het strippen van de leiding laat met de pomp draaien, met de discharge klep nog
gesloten, op 60% van de snelheid. Men opent nu de stripping valve. Als de leiding leeg is
sluit men stripping valve en de luchtinlaat.
Om de stripleiding te legen laat men de pomp op 40% capaciteit draaien, tot de druk hoger
is dan die op het manifold. Hierna opent men de discharge valve van de stripleiding totdat er
een run-dry warning gegeven wordt.

7 Bepalen hoeveelheid lading aan de hand van Ullage

7.1 Welke meetmethode is voorgeschreven
In de IBC code vind men bij deze stof een code R, dit schijft voor dat de ullage van methyl
alcohol gemeten dient te worden door middel van restricted gauging. Dat wil zeggen dat
men door een opening boven in de tank mag meten, maar dan wel door een pijlpijp. Deze
stof is dus niet zo gevaarlijk dat closed gauging nodig is, maar er kunnen wel dampen
vrijkomen.
7.2 Bereken hoeveel methanol er geladen is
De volgende gegevens heb ik berekend met behulp van de tabel in de PowerPoint
presentatie, dia 40:

Density 0,78 ton/m3 bij 15°C

Temperatuur 23,4°C
Correctiefactor 0,00092 /°C
Correctie 23,4 * 0,00092 = 0,007728°C
New Density 0,78 - 0,007728 = 0,772 ton/m3

Ullage 4,85m

M3 bij 0m trim bij 4,80m ullage 4952,05m3

Bij 4,90m ullage 4916,12m3
Bij 4,85m ullage 4934,085m3
M3 bij 1,5 m trim bij 4,90m ullage 4936,1225m3
Bij 4,85m ullage 4954,161m3

4954,161m3 * 0,772 ton/m3 = 3824,6 ton

8 Chris-code tabel
CHRIS staat voor Chemical Hazard Response Information System. In de bijbehorende tabel
kun je makkelijk zien of chemicaliën wel of niet goed samen kunnen. Een kruisje in op de
plek waar de twee groepen elkaar kruisen betekend dat de stoffen incompatibel zijn, oftewel,
niet goed samen kunnen. Als dit o is kun je ze niet naast elkaar plaatsen aan boord.
8.1 Compatibiliteit ‘ethylene Glycol Butyl Ether’ en ‘Benzene’
ethylene glycol butyl ether behoord tot groep 40, en Benzene hoort bij groep 32.
Deze groepen kunnen volgens de tabel wel samen en mogen dus wel naast elkaar geplaatst
worden.

5
Maartje van Kampen
Chemicaliën Tankers [Publicatiedatum]
8.2 Compatibiliteit ‘Benzyl Alcohol’ en ‘Tetra Ethylene Pentamine’
Benzyl alcohol bevind zich in groep 21, en tetra ethylene pentamine bevind zich in groep 7.
Deze stoffen kunnen volgens de tabel niet samen (wél een kruisje op het kruispunt), en
mogen dus niét naast elkaar geplaatst worden aan boord.

9 Waswater lozen
Als een sloptank vol is moet er geloosd worden. Neem als voorbeeld waswater met
benzene.
Benzene behoord tot groep Y, dit zijn stoffen die minder verontreinigd zijn dan stoffen uit
categorie X. de tanks waar deze stoffen in hebben gezeten moeten in geval van hoge
viscositeit een pre wash ondergaan. Het waswater hoeft dus niet altijd afgegeven worden
aan de wal. Bij groep X is dit echter altijd zo, bij groep Z alleen in speciale gevallen.
Als men in een gebied vaart waar geloosd mag worden moet men nog wel aan de volgende
richtlijnen voldoen:
- het schip vaart met 7 knopen of meer
- het water is 25 meter of meer diep
- het schip is 12 mijl of meer uit de kust
- het lozen gebeurt door een onderwater loospijp (UDO)
- het schip is en-route
ook mag er niet geloosd worden in de Baltic, Black Sea en Antarcticarea’s.
in dit scenario vaart men van Bilbao naar Stockholm, hier mag wel geloosd worden omdat dit
niet in de buurt een restricted area ligt. Als de reis andersom zou verlopen mag men niet
lozen omdat Stockholm in de Baltic ligt.

10 Inert gas
Men vervoerd sommige ladingen onder een inert gas zodat de stof niet in aanraking komt
met zuurstof. Als dit wel gebeurt kunnen er gevaarlijke stoffen ontstaan. Een andere reden is
dat de stof anders kan verdampen in de lege ruimte. De dampen kunnen ligt ontvlambaar
zijn of zelfs explosiegevaar bevatten. Daarom wordt de lege ruimte volgepompt met een
inert gas.
Men gebruikt hiervoor meestal Stikstof (N2) of verbrandingsgassen.

6
Maartje van Kampen
Chemicaliën Tankers [Publicatiedatum]