T3 De bloedsomloop
Leerdoelen(kennen)
Start: Ik heb BS 8 intensief doorgelezen en de afbeeldingen 48
t/m 51 en 54 bestudeerd.
O 1. Ik kan de onderstaande begrippen uitleggen aan iemand die er
niets van weet.
B 2. Ik kan uitleggen dat er 2 manieren zijn (2 soorten witte
bloedcellen) waarop ziekteverwekkers kunnen worden
uitgeschakeld en hoe dat gebeurt.
B 4. Ik kan uitleggen dat (en hoe) zowel natuurlijke als kunstmatige
immuniteit actief kunnen ontstaan en waarom dat een levenslange
immuniteit oplevert.
Basisstof 8 2VWO
Opdracht Noteer hier je antwoord per leerdoel
(keuze)
29 Van de soorten bloedcellen in je lichaam, zijn de witte
bloedcellen er voor het onschadelijk maken van
ziekteverwekkers. Witte bloedcellen kunnen op 2
manieren een ziekteverwekker onschadelijk maken. 1:
een witte bloedcel kan een ziekteverwekker omcirkelen
en onschadelijk maken, dit is handig voor de normale
ziekteverwekkers, maar voor de complexere is de 2 e
manier handiger. 2: een witte bloedcel kan ook een
antistof tegen een ziekteverwekker maken. Een
ziekteverwekker heeft antigeen om de kern heen, dit
produceert veel schadelijke stoffen. Antistof zorgt ervoor
dat het antigeen onschadelijk gemaakt wordt, waardoor
het geen schadelijke stoffen meer kan produceren.
Als je ergens immuun voor bent, betekent dat je er niet
door kan worden aangevallen. Immuun voor ziektes
betekent dat de ziektes geen effect op je hebben.
Natuurlijke immuniteit voor ziektes wordt gecreëerd door
één keer ziek te worden door een virus of bacterie. Je
lichaam produceert dan de goede soort antistof en
onthoudt dit. Als je dus een tweede keer ziek wordt met
dezelfde ziekteverwekker, ben je er immuun voor! Je
lichaam produceert de goede soort antistof in no-time!
Bij kunstmatige immuniteit(vaccins) werkt dit bijna
hetzelfde, je wordt ingespoten met een dode of
verzwakte ziekteverwekker. Je lichaam maakt er de
goede soort antistof voor en ‘bestrijd’ het
 dode/verzwakte virus. Als je dus een tweede keer wordt
besmet met dezelfde ziekteverwekker, produceert je
lichaam de goede soort antistof en in Nederland
I 5. Ik kan uitleggen dat (en hoe) zowel natuurlijke als kunstmatige
immuniteit ook passief kunnen ontstaan en waarom dat slechts
een tijdelijke immuniteit oplevert.

I 6. Ik kan uitleggen waarom kinderen worden gevaccineerd tegen

bepaalde ziektes (ik kan er een aantal noemen), maar ook waarom
er niet tegen alle ziektes wordt gevaccineerd.

I 7. Ik kan uitleggen waarom kinderziektes zo genoemd worden en

gebruik hierbij het woord besmettelijk en volwassenen.

I 8. Ik kan uitleggen waarom de griepprik elk jaar weer opnieuw 31

wordt gegeven aan mensen met een zwakke gezondheid.