Continent in Het Klein - Korte Samenvatting

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 10

Pagina |1

Samenvatting Continent in het Klein –


Maarten Steenmeijer
 Romeinen
o Eerste volk aanwezig in Spanje
o Dominant aanwezig van 200 BC. tot 400 n.Chr. (na 4e eew viel het rijk uiteen)
o Brachten belangrijke vernieuwingen aan als infrastructuur (steden, wegen, aquaducten,
bruggen) en het bestuur en het recht. De belangrijkste vernieuwingen waren:
 Het Latijn – dat de basis zou vormen van het Spaans
 Het Christendom, werd rond 330 n.Chr. onder keizer Constantijn de Grote, de
officiële godsdienst van het Romeinse rijk
o Deze taalkundige en godsdienstige uniformering legde basis voor latere Spanje
 Spanje
o 50 miljoen inwoners
o Castiliaans officiele taal van Spaanse staat: artikel 3 van de grondwet
o Amando de Miguel omschrijft typische Spanjaard als Sancho Panza uit Don Quichot
o Moderne Spanjaard: chauvinistisch, vluchtig, roddelzucht, corrupt, verfraaiing
o Pedro Almodóvar, Santiago Calatrava, Carlos Ruiz Zafon, Javier Marías
o PP (Partido Popular) vs PSOE (Partido Socialista Obrero Español)
o ‘Las dos Españas’
o In de jaren ’60 gingen honderdduizenden Spanjaarden uit onderontwikkelde gebieden als
Galicië en Andalusië naar NL, Dui, FR om als gastarbeider te werken
o In relatief korte tijd veranderd van emigratie- naar immigratieland. In periode 2000-2005
kwamen er drie miljoen buitenlanders in Spanje wonen
o 2005 – generaal pardon van premies Zapatero: 650.000 illegalen kregen woon- en
verblijfsvergunning – grootste amnestieverlening Europese geschiedenis
o 2007 – toch ruim één miljoen sin papeles
o Immigrantenbevolking divers: 40% Zuid Amerika, 20% West Europa, 15% Afrika. Helft
immigranten zit in drie provincies: Madrid, Barcelona en Alicante.
o Demografische en economische gevolgen van immigratie, voor samenleving ingrijpend
 Spanjaarden vooral sterke verbondenheid met regio/streek: ‘Patria chica’.
 Oorzaken:
 Regionale talen zoals: Baskisch, Galicisch, Catalaans
 Fueros: Middeleeuwse regionale wetsysteem van rechten , plichten en
priveleges. Betrekking op: belasting, dienstplicht, in- en uitvoerrechten.
o Bestuurlijke indeling Spanje
 Gebasseerd op federalisme, waarbij Spanje een bondstaat is. Uitvoering macht
zeer gedecentraliseerd
 Twee autonome steden (Ceuta en Melilla) en 17 autonome gemeenschappen
 Autonome gemeenschappen  provincies  comarca’s (landstreken, gewesten)
 gemeenten
 Verschillende mate van autonomie
 Catalonië, Baskenland en Galicië vallen onder het zgn. “speciale regime”, lokale
taal heeft officiele status
 Verhouding regionale regeringen met de centrale regering is gespannen
 Boekdrukkunst (1450) uitgevonden door Johannes Gutenberg
 Isabella van Castilië (la Católica) trouwde met Ferdinand II van Aragón op 19 oktober 1469
Pagina |2

 Gevolg:
o Kronen van de landstreek Castilië en Aragón werden verenigd tot één kroon
o één bestuur, één taal (Castiliaans) en één katholiek geloof
o Nationalistischer gevoel (zeevaart, geletterdheid enzovoorts)
 Inquisitie (1478-1834)
o rechtbank van de Katholieke Kerk, belast met de opsporing van, het onderzoek naar en
het opleggen van straffen aan ketters
o Tomás de Torquemada (inquisiteur-generaal)
 Reconquista (711-1571)
o “Heilige oorlog”, herovering van Spanje op moslims door Christenen
o Paus wilde geen mosllims in Europa en stimuleerde kruistochten
o Alle Iberische moslimgebieden zijn uiteindelijk heroverd door katholieke vorsten
o Edict van Granada in 1491
o Santiago el Mayor  Santiago de Compostela  hoofdstad Galicië
o Cijfersysteem, telraam, symbool @, aan moslims te danken. 16e eeuwse renaissance
ondenkbaar zonder wetenschap en cultuur die moslims naar Spanje brachten
o Unificatie ingezet door Romeinen werd niet gecontinueerd gedurende 8 eeuwen dat
moslims in Spanje waren. Ook dat zou de latere geschiedenis van Spanje bepalen
 Castilië
o Tijdens reconquista werd Castilië steeds dominanter gezien centrale ligging
o Castilië verwierf meer politieke, militaire en economische macht dan de andere
Christelijke koninkrijken: Navarro, Portugal en Aragón
o Definitieve overheersing Castilië te danken aan huwelijk Isabella en Fernando in 1469
 1492 (sleuteljaar)
o Isabella en Ferdinand (los reyes Catolicos) kregen sleutels van de stad Granada
o Het verdrijvingsedict van Alhambra (Joden moesten Spanje verlaten of bekeren).
160.000 Joodse families vluchtte uit Spanje
o Na voltooiing Reconquista richtte Isabella haar pijlen op overzeese expansie. Zo
sponsorde zij in 1492 reis Christoffel Columbus naar Indië. Per toeval kwam hij uit in
Amerika (genoemd naar de Italiaanse ontdekkingsreiziger Amerigo Vespucci)
o Katholiek geloof werd verspreid via Amerika
 Karel V (Carlos I) betreedt de troon (1516)
o Kleinzoon van Isabela en Fernando
o Erfde van andere grootvader Oostenrijkse erflanden
o Heerser van het rijk waar de zon niet onderging
o Huis Habsburg
 Lappendeken (16e eeuw)
o Militaire inspanningen om lappendeken bij elkaar te houden, kostten meer dan de
ladingen houd en zilver die vanuit Amerika werd aangevoerd richting Spanje
o Spectaculaire expansie in de 16e eeuw was een luxe die ‘t zich niet kon veroorloven
o Spanje moest astronomische bedragen lenen van Duitse en Italiaanse bankiers
 Bloei en verval (16e en 17e eeuw)
o “Gouden eeuwen”: Spaanse kunst en literatuur beleefde ongekende bloei
o Verklaring: Staatshoofden hadden statussymbolen nodig om machtspositie te
rechtvaardigen en bevestigen
o Zurburan, Murillo en Velasquez grootste schilders Spaanse “Gouden eeuwen”
o Spanje leverde twee van haar belangrijkste personages: Don Quichot en de schelm
o Verval einde 17e eeuw. Land verloor zijn leiderspositie
o Carlos II (el hechizado) stierf in 1700 kinderloos
Pagina |3

o De belangrijkste machten van Europa: Frankrijk, Engeland, Oostenrijk, bemoeide zich


met de opvolgingskwestie tijdens de zgn. successieoorlog (1701-1713), die eindigde
met de Vrede van Utrecht. Er werd bepaald dat een Bourbon op troon kwam.
o Bourbons brachten moderne ideeën van verlichting uit Frankrijk mee.
o Dit leidde tot tweedeling in Spaanse samenleving: ‘las dos Españas’, de reactionairen
tegenover de liberalen of progressieven, ook wel afrencesados (verfransten)
genoemd
 Eerste Republiek (1873-1874)
 Restauración (1874-1931)
o Het Koninkrijk Spanje in restauratie, ook wel de Bourbonrestauratie genoemd,
ontstond in 1874 door een staatsgreep onder leiding van Arsenio Martínez
Campos op de Eerste Spaanse Republiek (uitgeroepen in 1873), die op dat moment
diep in de knoei zat.
 Natievorming Europa (19e eeuw)
o Agrarische samenleving (adel, boeren, geestelijken) werd industriele samenleving
o Je beroepsgroep werd minder doorslaggevend, d.w.z. in nasleep van de 18e eeuwse
verlichting en de Franse revolutie van 1789 groeide het idee dat wie voor een
dubbeltje was geboren ook een kwartje kon worden. Daardoor werd nieuw
bindmiddel gezocht. Zo werd nationalisme geboren. Nationalisme wordt gestuurd
door politiek dmv maatregelen in onderwijs en bestuur, zoals: één taal, één munt,
één geschiedenis, één vlag, één volkslied
o Industrialisering Spanje kwam echter traag op gang (m.u.v. Baskenland, mijn- en
houtindustrie en Catalonië, textiel)
o Oorzaken:
 Grote variëteit in klimaat en landschap (gematigd zee- , zee- en landklimaat)
 Zowel topografisch als politiek was Spanje een versnipperd geheel
 Armada 1588. Massale ontbossing. Binnenland nog immer onherbergzaam is
 Weinig goed bevaarbare rivieren
 Chronisch geldgebrek
 Isolement werd enigszins doorbroken door komst Spoortwegen in 1848
 Rampjaar 1898 & Quijotismo
o Spanje verloor laatste koloniën (Cuba, Puerto Rico, Filipijnen)
o Miguel de Unamuno was belangrijkste schrijver van de generatie van 1898. Beroemdste
uitspraak is: ‘Me duele España’ (Spanje werd beschouwd als ziek land)
o Unamuno zag Quijotismo (de Don Quichothouding) als soort nationale godsdienst
Spanje. De twijfel tussen droom en werkelijkheid als wezenskenmerk voor het Spaanse
volk. Een ziekte maar ook een zegen
 Filosoof José Ortega y Gasset (1883-1955)
o ‘Spanje is het probleem, Europa de oplossing’, stelde Ortega in 1910
o Spanje moest volgens Ortega uit isolement en aansluiting vinden bij internationale
ontwikkelingen
o Ortegas boek ‘de opstand der horden (1929)’ werd bestseller en richtingsbepalend
voor het liberale denken van het Europa van de jaren ’30
 La Edad de Plata (1910-1920)
o Grote bloei in de kunst en literatuur. Dankzijk Pablo Picasso, Juan Gris, Salvador Dali
en Joan Miro telde Spanje internationaal weer mee in de kunst en literatuur
 Tweede Republiek (1931-1939)
o Bijnaam “La niña bonita”
o Republikeinen wonnen verkiezingen
o Koning Alfonso XIII deed afstand van de troon. Ontvlucht het land in 1931
Pagina |4

o Inperking van de macht van het leger; scheiding kerk en staat; onderwijs uit handen
van de clerus; zelfbestuur voor Catalonië en Baskenland; emancipatie van de vrouw;
hervormingen in de industrie en landbouw
o Republikeinse regering ging te hard. Geen compromissen met ‘oude Spanje’ (kerk,
leger, oligarchie, grootgrondbezitters).
o Geen reactie van regering op in brand steken kerken en kloosters. Kloof tussen ‘las
dos Españas’ werd groter.
 Burgeroorlog (1936-1939)
o Republikeinen vs Nacionales
o Opstand van nacionales o.l.v. Franco tegen Volksfront (republikeinen en
communisten)

o In juli 1936 greep generaal Franco de macht in Spaans-Marokko. Vervolgens stak hij
met zijn leger (het 'Afrikaanse leger') de Straat van Gibraltar over. Franco maakte bij
die oversteek gebruik van transportvliegtuigen die Hitler hem had gestuurd. De
burgeroorlog was een feit.
o Aan Franco's kant schaarde zich een aantal generaals, plus een deel van het Spaanse
leger. Andere aanhangers van Franco waren de Falangisten (fascisten in Spaanse
stijl), de Carlisten (fanatieke katholieke 'traditionalisten') en meer van dergelijke
groeperingen.
o Franco werd na 3 maanden benoemd tot hoofd regering, staatshoofd, hoofd
landmacht, luchtmacht en marine
o Hitler en Mussolini steunen de nationalisten, Stalin de Republiek (en communisten)
o Republikeinen hadden niet militaire discipline en sterk leiderschap als de nacionales
o Duitse vliegtuigen bombarden Guernica, 1937 (namens nationalisten)
o Resultaat:
 Franco won dankzij hulp Hitler en Mussolini, ondanks ondertekening van het
non-interventiepact
 ± 500.000 doden in totaal
 Nationalistische overwinning
 Ontbinding van de Tweede Spaanse Republiek
 Begin dictatuur van Franco
e
 2 WO (1939-1945)
o Spanje blijft neutraal
o Afgezien van 18.000 soldaten van Division Azul, die Franco naar Sovjet-Unie stuurde
om Hitler te helpen tegen de Russen
o Mede door Spanjes non-interventie kon Franco na 2e WO aan de macht blijven
 VN opgericht (1945)
o Spanje mocht geen lid worden
o VN neemt resolutie aan waarin Spaans regime wordt veroordeeld
o Spanje in 1955 alsnog toegelaten
 EEG opgericht (1958)
o EEG stond aan de basis van huidige EU. Binnen de EEG werd gemeenschappelijke
markt gevormd
o Spanje mocht in 1958 geen lid worden. Werd in 1986 wel lid
 Francisco Franco aan de macht (1939-1975)
 Franco omschreef Spanje als: La reserva espiritual del Occidente
Beleid Franco:
o Anarchisten, socialisten, communisten en republikeinen waren ‘Los Rojos’ en geen
echte Spanjaarden volgens Franco. Derhalve invoering Ley de Responsabilidades
Politicas (13/02/1939)
Pagina |5

o Gevolg:
 Hierdoor kon Franco honderdduizenden ‘foute’ Spanjaarden die als
staatsvijand werden gezien, laten oppakken en liet hij hen executeren of
opsluiten in concentratiekampen
 Republikeinen, communisten, socialisten, joden, homo’s, vrijmetselaars
verloren hun baan of werden anderszins vernederd
o Onverzoenlijk en genadeloos beleid. Er bestond maar één Spanje: de katholieke natie
waarvoor de katholieke koningen de fundamenten hadden gelegd.
o Francoregime voerde gezinspolitiek waarbij kinderen uit republikeinse gezinnen
werden weggenomen bij hun ouders en bij nationalistische gezinnen geplaatst
o Politieke partijen – ondanks signatuur – waren uitgesloten. Enige partij was ‘el
Movimiento Nacional’. Er was wel een parlement maar leden waren direct of indirect
door Franco benoemd. Er was ook een vakbond (los sindicatos verticales)
o Franco, zoals wettelijk vastgelegd, was alleen veranwoording schuldig aan ‘God en de
geschiedenis’
 Eerherstel
o Boek ‘España: 1808-1996. El desafio de la modernidad. Juan Pablo Fusi en Palafox
o Boek ‘Filips II: 1527-1598. Henry Kamen
o Boek ‘Zwarte renaissance’ (1998). Chris van der Heijden.
o In ‘zwarte renaissance’ gaat Chris in het taaie clichebeeld dat in de tweede helft van
16e eeuw in Europa ontstond en Spanje afschilderde als bloeddorstig, fanatiek land

 Transición - na de dood van generaal Franco op 20 november 1975


o Tijdens deze periode wordt Spanje, o.l.v. Franco's opvolger koning Juan Carlos,
omgevormd van franquistische dictatuur in parlementaire democratie
o Spanje was er nu in geslaagd om het land na 1975 om te smeden naar een moderne
democratie met bloeiende economie en vooraanstaande positie in EU
o Kloof tussen aanhangers Franco’s autoritaire regime en moderne samenleving werd
groter: inmobilismo vs aperturismo
o Politieke elite voerde een beleid van desmemoria (‘ontherinnering’)
o Pacto del olvido/silencio: geen eerherstel slachtoffers burgeroorlog en dictatuur;
geen herdenkingsdag Burgeroorlog; Franquistische politici en militairen hoefden
geen verantwoording af te leggen en werden niet gestraft
o In het kader van deze desmemoriapolitieke werd het citaat van Unamuno: Me Duele
España, nu gekscherend omgevormd tot Me huele España (Spanje stinkt)
o Desalniettemin werd in 2000 ARMH opgericht door journalist Emilio Silva. ARMH =
Asociación para la Recuperación de la Memoria Histórica. Dit n.a.v. Silva’s zoektocht
naar massagraf (fosa común) waar zijn republikeinse opa in lag
o I.t.t. Duitsland, Argentinië, Zuid-Afrika.. was er in Spanje nooit een
Waarheidscommissie ingesteld om de misdaden van het regime te bestrijden
o Naar schatting 800 massagraven in Spanje (fosas comúnes)
o Franco liet massagraven met Republikeinen erin opblazen. Nationalisten kregen wel
fatsoenlijke rustplaats
o In 2006 kwam eindelijk Ley de Memoria Histórica
 Enkele belangrijke bepalingen van de wet:
 Erkenning van de slachtoffers van politiek, religieus en ideologisch geweld
aan beide zijden van de Spaanse burgeroorlog en de staat van Franco.
 Veroordeling van de Francoïstische staat
 Verbod op politieke evenementen in de Vallei der Gevallenen - de
begraafplaats van Franco.
Pagina |6

 Het verwijderen van francistische symbolen uit openbare gebouwen en


ruimtes
 Staatssteun bij het opsporen, identificeren en uiteindelijk opgraven van
slachtoffers van een Francoïstische repressie waarvan de lijken nog steeds
vermist worden, vaak begraven in massagraven.
 Francisco Franco (el caudillo), overlijdt (1975)
o Keerpunt in de geschiedenis van Spanje
o Monumento Nacional de Santa Cruz del Valle de los Caídos (mausoleum). Onderhoud
gebouw wordt gefinancieerd door overheid.
o Spanje veranderde in mordern land met stabiele parlementaire democratie en
bloeiende economie
o Juan Carlos wordt koning. Geen dynastieke opvolging, Don Juan, vader Juan Carlos,
had op de troon moeten zitten
o Juan Carlos wilde in tegenstelling tot Franco, koning van alle Spanjaarden zijn
 Spanje na 1975
o Franco’s dictatuur was anamolie (=afwijking gangbare), verkondigde dat Spanje
monarchie was maar was niet zo.
o Don Juan, de oudste zoon van Alfonso XIII, maakte vanuit ballingschap aanspraak op
Spaanse troon. Hij lag echter niet op 1 lijn met Franco. Tussenoplossing: oudste zoon
van Don Juan, Juan Carlos, werd naar Spanje gestuurd. Werd opgeleid tot koning
o Juan Carlos volgde opleiding bij leger, marine en luchtmacht. Bleek later van grote
waarde tijdens de Transición
o Parlementsverkiezingen 1977. Franquisten werden weggevaagd. Democratie was
echter nog labiel, diverse couppogingen
o Couppoging 1981, kolonel Tejero bezet het Spaanse parlement, Juan Carlos
voorkwam dit dmv doortastend optreden
o Overwinning van PSOE in 1982 symbolisch moment. Spanje nu linkse regering
o Voltooing Transición (meningen verschillen)
 Autonomías (1978)
o Spanje kreeg een nieuw grondwet in 1978
o Artikel 1: Spanje voortaan sociaaldemocratische rechtsstaat met parlementaire
monarchie
o Artikel 2: Estado de las Autonomías: regeling in de regiokwestie. Dankzij artikel 2
veranderde Spanje in een zgn. Estado de las Autonomías. Eigenlijk vooral bedoelt
voor Catalonië en Baskenland, maar “Cafe para todos”: iedereen dus de mogelijkheid
tot zelfbestuur. De bestuurlijke betrekkingen kennen wel slechts één route: van de
centrale overheid naar elk van de afzonderlijke regio’s en omgekeerd
o Gevolg:
 Spanje werd opgedeeld in 17 autonomías
 Elke van de autonomías heeft eigen: Parlement, regering, hooggerechtshof
en statuut
 De inhoud van de statuten verschilt per autonomía en is het product van de
onderhandeling die elk van deze met de centrale regering heeft gevoerd
 Er zijn twee soorten autonomías:
Nacionalidades (regio met extra rechten: Galicië, Baskenland,
Catalonië)
Regiones
o Castilie, Navarra en Aragón (dus nu Baskenland, Catalonië stonden in de 16e eeuw
wel onder het gezag van één koning, maar deze streken hadden niet dezelfde
rechten en plichten. De wortels hiervan liggen in de Reconquista, die de macht op
Pagina |7

lokaal niveau – adel, steden, regio’s – alle kans gaf zich te consolideren en uit te
breiden.
 La Movida Madrileña (1975-1985)
o Spaanse socioculturele beweging die bestond in Madrid tijdens de eerste tien jaren
na de dood van Francisco Franco in 1975
o De beweging vertegenwoordigde de sociale vrijheid die ontstond na het einde van de
dictatuur
o ‘Creatieve explosie’, aldus Nacho Cano van de popgroep Mecano
o Escapistische jongerencultuur: seks, drank, drugs, film, rock (generatie X)
o Pedro Almodóvar bekendste artiest uit deze periode
 1992: Triomfjaar socialisten
o 100 jaar geleden was Franco geboren
o 500 jaar geleden had Columbus Amerika ontdekt
o Er werden 4 grote feesten georganiseerd: het Franco-regime werd niet herdacht
 Herdenkingsfeest 1992 ontdekking Zuid Amerika
 Wereldtentoonstelling 1992 gevierd in Sevilla
 Madrid: destijds uitverkoren tot Culturele hoofdstad van Europa in 1992
 Barcelona haalde de Olympische Spelen in 1992 binnen
 PSOE
o Overwinning PSOE in 1982
o Felipe González Márquez. Van 1982 tot 1996 premier van Spanje
o Belastingen werden verhoogd, ingrijpende herstructering verouderde industrie
o Onevenredig aantal militairen met hoge rang werd teruggebracht, bevoegdheden
werden ingeperkt, personeel verjongd
o Abortuswet komt in 1985 tot stand (was strenger dan in andere West-EU landen)
o Hoogtepunt PSOE was toetreding van Spanje tot EEG in 1986
o Begin jaren ’90 corruptieschandalen bij PSOE. Beschuldigingen van enchufe
(kruiwagenpolitiek) en amiguismo (vriendjespolitiek)
o PSOE spekte partijkas onwetmatige wijze. Zij kregen geld van bedrijfjes (die
adviesrapporten uitschreef) die alleen op papier bestonden. Grote banken betaalde
deze bedrijfjes voor de adviesrapporten die uit niet meer bestanden dan een
verzameling krantenartikelen
o Schandaal rondom oogluikend toestaan acties Grupos Antiterroristas de Liberación
(GAL).
o GAL waren illegale doodseskaders opgericht door medewerkers van
de Spaanse regering in de jaren 80 om de ETA te bestrijden. De GAL werden
gefinancierd en beschermd door het Spaanse ministerie van Binnenlandse Zaken.
o PSOE verliest verkiezingen in 1996
o PSOE wint verkiezingen 2004
 José Luis Rodríguez Zapatero. Van 2004 tot 2011 premier van Spanje
 Jose Zapatero, bijnaam: BAMBI en ‘sosoman’= saaie man
 Trok Spaanse troepen terug uit Irak
 Vrouwenemancipatie (wetswijziging troonopvolging, voortaan kunnen ook
vrouwelijke leden koningshuis de troon bestijgen)
 Verruimen abortuswet, moderniseren echtscheidingswet
 Doorbrak coulante houding te aanzien van huiselijk geweld (te lage straffen)
 Transseksuele kregen mogelijkheid te bepalen registratie man/vrouw
 In 2006 werd homohuwelijk ingevoerd
 Organiseerde in 2004 bijeenkomst in Madrid met alle ministers-presidenten
van alle autonomías
Pagina |8

 Probeerde invloed kerk terug te dringen


 Wetsvoorstel goedgekeurd voor Ley de memoria historica
 Sprak echter geen enkele taal behalve Spaans, beetje wereldvreemd
 Archivos de Salamanca
 PP
o José Maria Aznar Lopéz. Aznar was van 1996 tot 2004 premier van Spanje
o Seguna Transición (tweede democratische overgang) o.l.v. conservatieve regering
o Neoliberaal beleid
o PP moest samenwerken met de Catalaanse CiU en de Baskische PNV. De
samenwerking duurde niet lang. Teveel spanningen. Nationalisme vs regionalisme
o PP trad hard op tegen ETA. Geen concessies
o Privatisering van staatsbedrijven (Telefónica en Iberia). Want Spanje had door
autarkisch beleid van Franco te weinig internationale bedrijven
o Echter schandaal rondom Juan Villalonga. Hij was peetvader van zoon Aznar en
jeugdvriend Aznar. Uitgerekend hij werd directeur Telefónica
o Bij parlementsverkiezingen in 2000 kreeg PP absolute meerderheid. Geen
samenwerking meer nodig. Aznar werd te dominant (Peterseleirel, Prestige, Yak-42)
o Aznar steunde in 2003 besluit VS (Bush) om Irak binnen te vallen. Als reactie
bomaanslagen 2004 in Madrid. PP verliest paar dagen later verkiezingen
 11 maart 2004
o 10 bomontploffingen op 4 forensentreinen
o 191 doden. 1500 gewonden. Grootste aanslag sinds burgeroorlog
o PP hield vol dat ETA achter de aanslagen zat. Bleek Al Qaida te zijn
o PP verliest verkiezingen 14 maart 2014 van PSOE (proteststemmen)
 Catalonië
o ± 7,5 miljoen inwoners. Eigen taal, geschiedenis en cultuur.
o Catalaans in de nieuwe grondwet erkend als "coöfficiële" taal
o Rijkste autonome regio van Spanje
o Populairste vakantiebestemming Spanje
o Generalitat de Catalunya (regionale regering)
o 2 havens, 3 vliegvelden, Costa Brava
o 1714 is traumajaar. Koning Filips V, de eerste Spaanse Bourbon, schafte in 1714 de
Catalaanse grondwet af. Het verloor daarmee de zelfstandigheid (1283-1714)
o Tijdens Tweede Republiek kreeg Catalonië eigen regering (Generalitat), parlement,
vlag, volkslied en taal. Franco maakte hier na Burgeroorlog korte metten mee
o Reactie op repressie: exctra voortvarende taalpolitiek, sterk catalanisme
o Jaren ’60 gauche divine (dichters, filosofen, schrijvers, architecten, modellen)
o Carmen Balcells: boom van Spaans-Amerikaanse literatuur (Gabriel Garcia Marquez
en Mario Vargas Llosa)
o Op 27 oktober 2017 heeft de Catalaanse autonome regering eenzijdig de
onafhankelijke Catalaanse Republiek uitgeroepen, waarna het landsbestuur in
Madrid tijdelijk de autonomie heeft opgeschort
 Basken
o ± 2 miljoen inwoners. Eigen taal (Euskera), geschiedenis en cultuur
o Sabino Arana grondlegger Baskisch nationalisme
o 1895 – PNV/EAJ opgericht (Partido Nacionalista Vasco)
o PNV streeft naar geheel onafhankelijke Baskische staat, langs democratische weg.
Laatste jaren is het nationalisme van PNV steeds extremer geworden
o PNV accepteert Spanje niet als wettig gezag
Pagina |9

o 1959 – oprichting ETA (Euskadi ta Askatasuna = Baskisch Thuisland en Vrijheid), door


dissidenten van de PNV, als reactie op repressie Franco’s harde onderdrukking van
Baskische taal en cultuur
Actie’s ETA:
 1968 – aanslagen op leger, politie, politici en vertegenwoordigers van dictatuur
 1973 – bomaanslag op Carrero Blanco (premier en beoogd opvolger Franco;
operación Ogro)
 Na overlijden Franco werd geweld echter extremer. Nu ook burgerslachtoffers
Gevolg:
 “Vuile oorlog”. Grupo Antiterroristas de Liberación (GAL) werd opgericht. Zij
ontvoerde, martelden en vermoorden Baskische nationalisten.
 Socialistische regering was betrokken toen zij het land bestuurde
 ETA verloor echter alle sympathie toen men in 1997 politicus Miguel Angel
Blanco, lid van de PP, vermoordde. Regering weigerde nl. tegemoet te komen
aan eis om alle ETA-gevangenen vrij te laten
o 1979 – Estatuto de Gernika : dit statuut verleende Baskenland autonomie
o Statuut is vernoemd naar Guernica. Symbolische waarde (Eik van Guernica)
o Baskische nationalisten willen zich afscheiden van Spanje (Plan Ibarretxe genoemd naar
Juan José Ibarretxe)
o Niet-Baskische-Spanjaarden worden door extreme Basken ook wel “Maketos” genoemd
o Baskisch kent geen grote literaire traditie (slechts ± 100 werken in 4 eeuwen bestaan)
 Cultuurexport Spanje
o Mode: Custo (drukke, stripachtige prints)
o Koken als kunst: Catalaanse kok Ferran Adriá (was eigenaar El Bulli)
o Architectuur: Santiago Calatrava
Literatuur
 Carlos Ruiz Zafón: La sombra del viento, 2001
 Antonio Muñoz Molina: Ruiter in de storm, 1991
 Josefina Aldecoa: brengt met haar trilogie bijna hele 20e eeuwe geschiedenis van
Spanje tot leven aan de hand van de persoon Gabriela López
 Javier Cercas: Soldaten van Salamis, 2002
 Rafael Chrirbes, staat bekend om behandeling in boeken van de intrahistoria: de
kleine geschiedenis van de gewone man en vrouw. Het schot van de jager, 1994
 Julia Navarro: het Sindone Complot, 2004 en De verborgen kleitabletten, 2005
 Javier Sierra, Matilde Asensi,
 Ildefonso Falcones: De kathedraal van de zee, 2006
 Javier Marías: schrijver, vertaler en uitgever (zoon van Julián Marías)
Film
 Pedro Almodóvar (Todo sobre mi madre, Volver, La Mala Educación)
 Alejandro Amenábar (Tesis, The Others, Abre los Ojos, Mar Adentro)
 Julio Medem (Vacas, La Ardilla roja, Tierra, Lycia y el sexo)

 Overige belangrijke thema’s & steekwoorden


o Los años del desarollo (1961-1973), dankzij industrialisering verstedelijkte Spanje
snel en kwam Europa dichterbij. Toerisme werd booming business. Spanjaarden
kochten auto’s en televisie werd populair
o OPUS DEI
o Falange Espanola
o Baltasar Garzón Real
P a g i n a | 10

o Overlijdensadvertentie-oorlog (guerra de las esquelas). Conflict tussen de 2 Spanjes


actueel
o Spanje neemt in 2005 de dag 27 januari aan als Dia oficial del Holocausto. Spanje
herdenkt dus wel de holocaust maar niet de eigen oorlog

o Vanaf begin 1936 werd Spanje geregeerd door een Volksfront van socialisten en
communisten, dat door middel van verkiezingen aan de macht gekomen. Dit
Volksfront wekte nog extra afschuw en angst bij de 'behoudende' Spanjaarden.
o In juli 1936 greep generaal Franco de macht in Spaans-Marokko. Vervolgens stak hij
met zijn leger (het 'Afrikaanse leger' de Straat van Gibraltar over. Franco maakte bij
die oversteek gebruik van transportvliegtuigen die Hitler hem had gestuurd. De
burgeroorlog was een feit.
o Aan Franco's kant schaarde zich een aantal generaals, plus een deel van het Spaanse
leger. Andere aanhangers van Franco waren de Falangisten (fascisten in Spaanse
stijl), de Carlisten (fanatieke katholieke 'traditionalisten') en meer van dergelijke
groeperingen. Franco's doel was een 'herboren' Spanje, dat 'gezuiverd' zou zijn van
allerlei goddelozen, zoals communisten, socialisten, liberalen, anarchisten. Het
anarchisme was in Spanje een politieke en sociale beweging van niet geringe
omvang.

You might also like