Oefentoets vwo A/C deel 2

Hoofdstuk 5 Machtsverbanden

OPGAVE 1

2p a Maak de volgende rekenregels voor machten af: en

2p b Maak de volgende zin af: “De wisseleigenschap luidt dat uit volgt dat …”

OPGAVE 2

3p a Herleid de formule .

2p b Schrijf als macht van x.

2p c Schrijf in de vorm .

OPGAVE 3

2p a Stel de formule op van de beeldgrafiek van bij de verschuiving

.

2p b Schets de grafiek van de formule en vermeld in je schets de

coördinaten van de top.

3p c De grafiek van wordt eerst herschaald in de verticale richting met

factor 3. Vervolgens wordt de verschuiving toegepast.
Stel de formule op van de beeldgrafiek en vermeld de coördinaten van het punt van
symmetrie.

OPGAVE 4

3p a Maak x vrij bij de formule .

© NOORDHOFF UITGEVERS BV 2020 OEFENTOETS VWO A/C DEEL 2 HOOFDSTUK 5 1

2p b Schrijf als één breuk.

2p c Herleid de formule tot de vorm .

3p d Schrijf de formule in de vorm . Rond zo nodig af op twee

decimalen.

3p e Druk A uit in B als gegeven is dat .

2p f Maak a vrij bij .

© NOORDHOFF UITGEVERS BV 2020 OEFENTOETS VWO A/C DEEL 2 HOOFDSTUK 5 2

 OPGAVE 5

Uit onderzoek is gebleken dat bij zwemmende dieren er een verband bestaat tussen de
sprintsnelheid en de lengte. De bijbehorende formule is van de vorm . Hierin
is S de sprintsnelheid in m/s en L de lengte in meter.
Een goudvis met een lengte van 7 cm heeft een sprintsnelheid van 0,84 m/s.
2p a Bereken a in drie decimalen.

Gebruik in het vervolg van deze opgave de formule .

2p b Een tuimelaar (grijze dolfijn) heeft een lengte van 270 cm.
Bereken de sprintsnelheid van deze tuimelaar in gehele km/uur.

3p c Een snoek is twee keer zo lang als een baars.

Bereken hoeveel procent de sprintsnelheid van de snoek meer is dan die van de baars.
Rond af op gehelen.

5p d Van een makreel is de sprintsnelheid anderhalf keer zo groot als de sprintsnelheid van
een haring.
Bereken hoeveel procent de makreel langer is dan de haring. Rond af op één decimaal.

OPGAVE 6

In de figuur hiernaast zie je een afgeknotte kegel. De

hoogte is h, de straal van het grondvlak is R en de straal
van het bovenvlak is r.
De inhoud in liter wordt gegeven door de formule
. Hierin zijn r, R en h in dm.
De inhoud van een afgeknotte kegel met R = 6 en r = 4,5
is 700 liter. Hieruit volgt dat de hoogte in cm nauwkeurig
80 cm is.
3p a Bereken de hoogte van de afgeknotte kegel in mm nauwkeurig.

4p b Van een afgeknotte kegel is de hoogte 90 cm en de straal van het grondvlak 40 cm. De
inhoud is 305 liter.
Bereken in cm nauwkeurig de straal van het bovenvlak.

3p c Van een afgeknotte kegel is de hoogte 6 dm en .

Schrijf de formule in de vorm . Rond a af op drie decimalen.

© NOORDHOFF UITGEVERS BV 2020 OEFENTOETS VWO A/C DEEL 2 HOOFDSTUK 5 3

5p d Van een afgeknotte kegel is en .
De inhoud is 500 liter.
Bereken in cm nauwkeurig de afmetingen van de afgeknotte kegel.

© NOORDHOFF UITGEVERS BV 2020 OEFENTOETS VWO A/C DEEL 2 HOOFDSTUK 5 4