Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 3

Naam:

Klas: Nr.: Datum:


Vak: Geschiedenis Leerkracht: mevr. Aerts
TOTAAL: /

Bronnenstudie: Humanisme en wetenschap

Opdracht 1

Doel van deze opdracht is om te benadrukken dat de achtergrond van een auteur zeer
sterke invloed zal hebben op de wijze waarop hij naar een bepaald (historisch) onderwerp
kijkt en hoe hij dat beschrijft.

1. Zoek informatie op over de auteurs en hun werk, voor zover je deze niet kent.
2. Lees de informatie aandachtig en geef aan waarom een bepaalde tekst bij die
auteur hoort. Motiveer je antwoord:
a. Welk verband maak je met het humanisme? Denk aan thema’s, perspectief,
kritiek ten opzichte van heersende autoriteiten en gezagsargumenten.
3. Kopieer de URL’s die je gebruikt (waar je informatie in terugvindt) in je opdracht.

1.Desiderius Erasmus (ca. 1469-1536)

Die levenswijze der vorsten trachten de pausen, kardinalen en bisschoppen al sinds lang te
evenaren, en ze overtreffen hen haast. Maar als men dan eens bedenkt waar het linnen
kleed aan herinnert, zo stralend helderwit, namelijk aan een in alle opzichten smetteloze
levenswijze; wat de dubbele mijter zeggen wil waarvan beide punten door dezelfde knoop
bijeengehouden worden, te weten: een volmaakte kennis van de boeken in het Oude en
Nieuwe Testament; en wat de door handschoenen beschermde handen, namelijk een
zuivere en voor alle aanraking met menselijke dingen beschutte bediening der
sacramenten; wat de bisschopsstaf: uiteraard de allerwaakzaamste zorg voor de
toevertrouwde kudde; en wat het vooruitgedragen kruis natuurlijk de overwinning van
alle menselijke neigingen; als men, zeg ik, dit en vele dergelijke dingen bedenkt, zou men
dan niet een somber en kommervol leven leiden?

Maar in werkelijkheid nemen zij het er goed van en vertroetelen zichzelf. De zorg voor
hun schapen laten zij trouwens of aan Christus zelf over of zij dragen die op aan hun
zogenaamde broeders en plaatsvervangers. Ze weten zelfs niet eens meer wat het woord
‘bisschop’ eigenlijk inhoudt, te weten: inspanning, zorg, bezorgdheid. Bij het vergaren
van geld echter gedragen ze zich als echte ‘toezieners’, dan is hun blik scherp genoeg!

Bron: Erasmus, Lof der zotheid. Het Spectrum, Utrecht-Antwerpen, 1969, blz. 124-133. (vertaling
A.J. Hiensch)

Naam van de auteur (humanist-wetenschapper): ____________________________________


Situering in tijd (eeuw) en ruimte (plaats): _______________________________________
Functie/studie: ________________________________________________________________
Motivering (zie punt a):
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
Kopie URL’s (minstens 2):

2.Nicolaus Copernicus (1473-1543): Over het heliocentrisme (De revolutionibus orbium


coelestium, 1543)

Na lang onderzoek ben ik eindelijk tot de overtuiging gekomen: dat de zon een vaste ster
is. Dat ze omgeven is door planeten die om haar heen draaien en waarvan zij het
middelpunt en de fakkel is; dat er behalve de hoofdplaneten nog planeten van de tweede
orde zijn, die eerst als satellieten rond hun hoofdplaneten draaien en samen met hen
rond de zon; dat de aarde een hoofdplaneet is, onderworpen aan een drievoudige
beweging; dat alle verschijnselen van de dagelijkse en jaarlijkse beweging, de
regelmatige terugkeer der seizoenen, alle wisselvalligheden van het licht en van de
temperatuur van de atmosfeer die ermee gepaard gaan, het resultaat zijn van de
wenteling van de aarde om haar as en van haar periodieke beweging rond de zon; dat de
schijnbare loop der sterren slechts een optische illusie is, die teweeggebracht wordt door
de werkelijke beweging van de aarde en door de schommelingen van haar as; dat tenslotte
de beweging van de planeten aanleiding geeft tot twee soorten verschijnselen, die men
zeer goed moet onderscheiden: de ene soort is het gevolg van de beweging van de aarde,
de andere soort van de beweging van deze planeten rond de zon. Op die manier heerst de
zon, als op een koningstroon gezeten, over heel de sterrenfamilie die haar omringt.

Bron: W. Verrelst, De renaissance. Documentatiemappen geschiedenis en maatschappij. De


Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen, 1984, blz. 34.

Naam van de auteur (humanist-wetenschapper): ___________________________________


Situering in tijd (eeuw) en ruimte (plaats): _______________________________________
Functie/studie: ________________________________________________________________
Motivering (zie punt a):
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
Kopie URL’s (minstens 2):
3.Giovanni Pico della Mirandola (1463-1494): Over de waardigheid van de mens (De
hominis dignitate oratio, 1486)

Toen God alle dingen geschapen had, dacht Hij er tenslotte aan, de mens te scheppen.
Maar Hij had geen vorm meer voor een nieuw schepsel, noch stof, waarmee Hij het nieuw
schepsel kon begiftigen, noch een ruimte, waar het als toeschouwer van het heelal een
plaats had kunnen vinden. Reeds was het heelal gevuld, het midden en de diepte. En zo
besloot de opperste Meester, dat het schepsel aan hetwelk hij niets eigens meer kon
geven, aandeel zou hebben aan alles wat aan de andere schepselen elk apart was gegeven.
Zo nam Hij de mens als een schepsel met wankele vorming in de wereld op, plaatste hem
in het midden van de wereld en sprak tot hem: "geen vaste verblijfplaats, geen eigen
vormgeving, geen bijzondere behandeling heb ik je gegeven, opdat je zelf je woonplaats,
vormgeving en handeling zoudt kiezen; en opdat hetgeen je kiest van jou zou zijn. Alle
andere schepselen heb ik met een bepaalde natuur begiftigd en ze daardoor ingesloten
binnen vaste grenzen. Jij wordt door geen grenzen beperkt; jij schept je eigen grenzen
volgens je eigen wil, aan wiens leiding ik je heb toevertrouwd. In het midden van de
wereld heb ik je gezet, opdat je vandaar gemakkelijk om je heen zoudt kunnen kijken
naar alles wat geschapen is.

Ik heb je noch hemels, noch aard, noch stoffelijk, noch onstoffelijk gemaakt, opdat jij, je
eigen vormgever en schepper, je zelf zo zoudt maken als je zelf wilt. Jij kunt ontaarden
tot een verstandloos dier, jij kunt je soort verheffen zoals jij het wenst. Welke genade
van God de Vader is dat, welke gelukzaligheid voor de mens! Hem is het gegeven te
bezitten wat hij wenst, te zijn wat hij wil!

Bron: W. Verrelst, De renaissance. Documentatiemappen geschiedenis en maatschappij, De


Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen, 1984, blz. 30-31.

Naam van de auteur (humanist-wetenschapper): ___________________________________


Situering in tijd (eeuw) en ruimte (plaats): _______________________________________
Functie/studie: ________________________________________________________________
Motivering (zie punt a):
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
Kopie URL’s (minstens 2):

You might also like