Ik Schrijf Mee Aan Het Vrijzinnig Humanisme

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 8

Ik schrijf mee aan het Vrijzinnig Humanisme

Hoofdstuk 1: “wat kan ik kennen?”

Vrijzinnig Humanisme had voor mij een hele ander betekenis dan dat ik nu
voor ogen heb. Voor mij hield Vrijzinnig Humanisme in dat als persoon
open staat voor heel wat onderwerpen. Maar doorheen de lessen kreeg ik
al heel snel door dat hier veel meer achter schuilt. Zo heb ik geleerd dat
je eigenlijk Vrijzinnigheid en Humanisme van elkaar eerst eens moet
bekijken. Als je de betekenis hiervan kent kan je pas bepalen of je je
hierbij kan aansluiten of niet.

Als we eens goed gaan kijken kunnen we vrijzinnigheid bekijken als een
heel groot onderwerp. Dit betekent eigenlijk dat je vrij onderzoek gaat
doen, je gaat geen rekening houden met een bijgeloof. Iedereen mag zijn
of haar eigen inbrengen geven en vormt hierdoor ook zijn eigen mening.
Het accepteren van andere meningen en gedachten zijn hier ook aan de
orde.

Het was voor mij wel een zeer duidelijk na les een dat het vak vooral om
argumenteren ging. Zoals hierboven ook vermeld. Ik merk dat ik dit nog
een zeer moeilijk opdracht vind maar kan me hier zeker bij aansluiten.
Het mooie aan dit vak vind ik zelf is dat iedereen anders mag zijn. En dat
dit vak je juist helpt groeien in dit mooie proces ‘het leven’ wat zeker een
leerproces is.

Bij Humanisme zien we duidelijk dat de mens centraal in het verhaal


wordt geplaats. De mens probeert hier zijn eigen een weg gegraven in een
aangenaam en gelukkig leven. Hiervoor valt hij terug op rechtvaardigheid,
rede en ethiek.

Rechtvaardigheid is voor mij zeer belangenrijk.


En ik merkte wel dat ik als kind het hier zeer moeilijk mee had als dit niet
werd gerealiseerd. En soms is dit voor mij nog altijd moeilijk als er iets
gebeurt wat niet rechtvaardig is. Waarom vind ik dit nu zo belangenrijk?
Ik denk dat je als persoon alleen maar meer kan groeien als je jezelf eens
in vraag kan stellen. Want soms ben je zelf niet zo rechtvaardig bezig
zoals je denkt. Ik ben ervan overtuigt dat in de wereld niet alles even
rechtvaardig is. Zelf ik je land, stad of straat loopt niet alles even
rechtvaardig. En soms kan je hier zelf niet veel aan veranderen. Maar als
je je hiervan bewust bent denk ik wel dat je hiermee al veel mee kan
bereiken.

Wat ik ook zeker nog wil aanhalen in dit hoofdstuk is dat ook wetenschap
niet altijd even betrouwbaar is als we denken. Natuurlijk zijn we doorheen
de jaren al heel wat gegroeid in deze sector maar eigen onderzoek zou ik
toch niet uitsluiten. Sommige onderzoeken zijn al heel wat veroudert en
hebben nog geen upgrade gehad. Daarom is het best dat je zelf eens gaat
bekijken hoe het nu ziet vooraleer je mening formuleert. Je kan heel wat
bronnen hiervoor tegenwoordig raadplegen denk maar aan internet, bib,
profesoren en noem maar op.

Waarom wil ik dit nu juist zo graag aanhalen? Ik vind dit puntje een van
de sterkste pluspunten aan dit vak. Zeker omdat je vertrekt van nul en
zelf onderzoek gaat doen. Het is dan ook natuurlijk de bedoeling niet dat
je het onderzoek draait naar jouw hand. Maar dat je echt de wetenschap
laat bepalen, en telkens opnieuw begint als het fout loopt. Je hebt een
houvast om je mening alleen maar te versterken. En aan te tonen dat dit
verzonnen feitjes zijn maar dit echt realiteit is.

Heel wat mensen willen ook gewoon de realiteit niet onder ogen komen en
willen zich vasthouden aan een ideaalbeeld. Vaak gebruiken deze mensen
dan ook drogreden om hun mening te versterken. Ik moet wel zeggen dat
je heel rap een drogreden gebruikt in een discussie bijvoorbeeld. Zonder
dat je dit door hebt. Maar als je je bewust bent van drogreden, kan je dit
al iets makkelijker vermeiden in een gesprek.

Wat heb ik nu geleerd van hoofdstuk 1, dat je als vrijzinnig humanist zich
bewust moet zijn van de vrijheid die je krijgt. Maar ook de
verantwoordelijkheid die hierbij komt kijken. Denk dan maar aan
onderzoek doen, hypotheses maken, openstaan voor andere meningen,
meningen aanpassen aan de feiten en noem maar op. Het belangrijkst is
dat je hier vooral kan leren over je fouten en dat moet je vooral
onthouden.

Hoofdstuk 2: “Wie is de mens?”

In dit hoofdstuk staat de mens centraal en gaan we kijken naar gevoelens


en ontwikkeling van de mens. Als persoon kan je beroep doen op de
UVRM de rechten voor de mens. Dit wordt als een soort vrijzinnig
humanistische grondwet beschouwd.

Je kan als individu in ons land op heel wat zaken beroep doen, denk dan
maar aan abortus en euthanasie. En dit zijn in mijn ogen twee punten
waarop deze titel een mooi beroep doet “wie is de mens?”. Want jij als
persoon zit met een wens, en wens die bij heel wat mensen een gevoelige
snaar kan rakken. Maar toch laat deze wetgeving toe om jouw als mens te
gaan bekijken. En de mogelijkheden van jouw wensen te gaan vergroten
mits een paar afspraken en regels.

Zo steunt euthanasie op 5 basisvoorwaarden zoals: je moet meerderjarig


zijn (deze wetgeving is al aangepast). Je moet handelingsbekwaam zijn,
ondragelijk fysiek of psychisch lijden, schriftelijk verzoek moet worden
aangevraagd en je moet medische uitzichtloos zijn. Heel wat zaken waar
je dus moet rekening mee moet houden.

Mijn mening is hier vrij kort en duidelijk op, Ik sluit mij aan bij de titel van
dit hoofdstuk. Wie is de persoon die je voor jou hebt zitten, is deze
persoon zo nog gelukkig en zou deze persoon graag rust hebben. Dit zijn
vragen waarop ik een heel positief antwoord op heb, maat misschien niet
iedereen. Dus wie ben ik dan als individu om iemand zijn laatste wens te
ontnemen.

Ik ben wel een voorstander van de regels die worden opgesteld voor je
deze grote stap neemt. Dit vraagt een hele grote verantwoordelijkheid van
jouw als persoon maar ook nog heel wat andere mensen. Niemand wil
natuurlijk hierin de foute keuzen maken, dus daarom dat hier een richtlijn
is opgesteld.

Waar ik wel mij niet in kan vinden zijn cultuurrituelen waarin iemand
wordt gepijnigd of van zijn vrijheid ontnemen. Zoals Clitoridectomie,
steniging en besnijden van minderjarige jongens. Ik kan volkomen
begrijpen dat dit tradities zijn, maar het pijnigen van mensen is voor mij
wel een stapje te ver. Het gaat hier niet meer om wie de persoon is maar
om het geloof. Volgens mij gaat het bij het geloof nog altijd om de daden
die je als persoon uitvoert. En niet te straffen die je iemand geeft of je
lichaam ontnemen van bepaalde fases.
Als je als persoon aan deze praktijken meedoet zoals het pijnigen van
iemand. Vind ik dat je als gelovigen zelf ook de fout in gaat en niet meer
naar het ideale streeft.

Nog een puntje dat bij die hoofdstuk aansluit is seksualiteit en geaardheid.
Wat ik heb geleerd tijdens in deze les was voor mij iets nieuws. Je hebt
vier categoriseren waarin jij je als persoon kan uiten.
1) Als welk geslacht uit ik mij;
2) Welk geslacht ben ik biologisch;
3) op welk geslacht val ik;
4) welk geslacht ben ik psychologisch.

Ik ben hier heel open in en vind dat iedereen zich moet identificeren waar
hij/zij/het zich goed bij voelt. Maar eigenlijk komt hier nog heel wat meer
bekijken. En dat is wel heel interessant. Als ik hier even bij stil sta kan ik
mij heel bewust zijn van hoe moeilijk het voor sommige is om zichzelf
hierin te vinden. Ik vind het juist heel normaal dat je je niet wilt of kan
plaatsen in een kadertje.

Ik vind dat we als maatschappij toch wel serieus bezig zijn met dit
onderwerp en dit ook serieus leren behandelen. Dit is al een hele stap
vooruit maar zelf vind ik wel dat dit wel nog wat beter kan. Er zijn nog
heel wat zaken in de ‘normale’ wereld dat kunnen worden aangepast.
Denk dan aan Wc’s voor mensen die zich identificeren als het X geslacht.
Of mensen die man en vrouw als een bekijken. Heel wat films, liedjes en
videogames worden nog gespeeld als het stereotype hetero koppel. Dit
zijn heel wat kleine puntjes waaraan wij als nieuwe generatie aan kunnen
werken.

Iedereen verdient hier een mooi plaatsje op de wereld ongeacht gender,


huidskleur, afkomst, leeftijd en noem maar op. Het is dan ook voor mij
een plicht als toekomstige leerkracht om kinderen zich hiervan bewust te
maken. Uiteindelijk staan we allemaal samen op een dezelfde wereldbol,
het enige verschil dat we kunnen ondervinden zijn klimaattypes. Vooral de
rest zijn we allemaal gelijk. Dus verdienen wij het ook om allemaal gelijk
behandelt te worden en rechtvaardig behandelt te worden. We mogen
gezien worden als individu zoals we zijn en we kunnen allen maar de
beste versie van ons zelf nastreven.

Dit is dan ook mijn ideaal, waaraan ik zelf ook nog aan moet werken.
Want niemand is perfect en iedereen moet leren uit zijn fouten. En ik denk
dat zolang je als persoon niet perfect bent je eerst aan jezelf moet
werken. Maar dat is iets dat natuurlijk niet is na te streven.

Hoofdstuk 3: “Wat moet ik doen”

Maatschappijbeeld, hoe functioneer of gedraag ik mij in een groep. Dit is


een vraag die bij mij toch heel vaak speelt. Ik weet dat er vanuit de
maatschappij een bepaald beeld wordt verwacht van jou. Zelf heb ik het
niet moeilijk om mij aan de waarde en normen te houden van ons land.
Ook de kansen die ik krijg geven mij de mogelijkheid tot succes. Ook al
ben ik mij het hier heel bewust van dat dit niet bij iedereen zo is.

Toch denk ik dat hier heel vaak misbreuk van wordt gemaakt als het gaat
om het maatschappijbeeld. Je kiest er niet voor waar je geboren wordt en
hoe je wordt opgevoed. Ik geloof er sterk in dat je als persoon zelf de
kracht hebt om te bereiken wat je wilt. Maar als ik realistisch ben en dan
spring ik terug over naar een vorig hoofdstuk waarin rechtvaardigheid
wordt toegelicht. Het gebeurt nog altijd dat mensen worden geweigerd op
een jobaanbieding door afkomst, achtergrond, huidskleur en noem maar
op.

Ik heb het zelf moeilijker om te functioneren in een kleinere groep zoals


op school. Wat moet ik doen? Hoe ik moet ik mij gedragen? Ik ben vaak
bang dat mensen mij gaan afkeuren om wie ik ben. Ondanks dat ik mijn
best doe op maatschappelijk vlak. De druk om juist voor alles en iedereen
goed te doen ligt bij mij zo hoog. En ik denk zelf dat dit komt omdat zo
streef naar een voorbeeldfunctie. Dit maakt het daarom niet altijd even
gemakkelijk als persoon om jouw plaatsje in een groep te kunnen vinden.
Wij in België hebben politieke partijen die hier zich bewust van zijn en die
mensen willen helpen. Maar omdat er ook andere partijen hier niet achter
staan heb ik wel het gevoel dat we een beetje blijven hangen als land. Ze
willen de kerk wat in het midden houden. Maar vergeten dat er ook
burgers zijn die hiermee een moeilijkheid ondervinden.

Daarom is het van belang dat je als leerkracht je functie gaat gebruiken
als een voorbeeld. Je kan kinderen wat meer bijleren over mensen die in
een andere situatie leven als zij zelf. Dit noemen we de politieke
opvoeding en de ontwikkeling van burgerzin.

Maak leerlingen nieuwsgierig naar nieuwe uitdagingen en leer ze deze


aannemen. Je leert hun vaardigheden aan die ze kunnen gebruiken om
een gesprek te kunnen voeren, actief te kunnen meeluisteren en weten
wat er niet mag en waarom niet. En zo zijn er nog heel wat meer
vaardigheden.

Als leerkracht heb je een voorbeeldfunctie en moet je ook opletten met


wat je zegt. Meningsuiting is in België een grondrecht maar het is niet de
bedoeling om die te misbruiken. Het is dus niet de bedoeling dat je dit
gebruikt om mensen te haat aan te zetten. Of mensen te discrimineren,
woorden kunnen harder zijn dan daden. Dus let hier goed mee op! Weeg
af bij je kinderen wat je wel en niet kan zeggen als je het echt niet weet.
Of vraag het aan een collega of dit al dan niet gepast is om te vermelden.

Naast de gevoelens van mensen moet je ook rekening houden met dieren
en planten en nog zo veel meer. Wij zijn hier niet alleen op de wereld om
ons te volmaken als persoon. Maar ook om de natuur een wat bij te
brengen en hier zorg voor te dragen. Dankzei de natuur zijn wij hier nu
dus nu is het aan ons om hiervoor te zorgen. En ons steentje bij te dragen
zoals recycleren, minder water verbruiken, zich te voet verplaatsen en
noem maar op.

Zelf probeer ik ook mijn steentje bij te dragen, zoals geen gebruik van
plastische flessen. Of flessen kopen die je kan inleveren en die ze hierna
kunnen herbruiken. Mijn kleren die ik niet meer draag probeer ik aan
mensen te geven die ik ken. Of ze weg te brengen naar een
tweedehandswinkel. Zelf woon ik niet ver van de stad dus kan ik mij
perfect te voet verplaatsen.

Ik ben van het idee dat allee beetjes helpen. En als iedereen dit doet dan
komen we zeker wel vooruit.
Hoofdstuk 4: “Wat mag ik hopen?”

Wat mag ik hopen, soms hoop ik wel dat er iets spiritueel rondzweeft in de
lucht. Het zou wel een verklaren hebben voor hoe dat sommige zaken nu
lopen. Soms gaat iets niets volgens plan of ben je niet verbreid voor
bepaalde zaken. En ja hoor dan gebeurt het ergste, of het slechts. Dus in
dat geval hoop ik ergens wel op iets. Maar is dit dan eerder iets egoïstisch
van mezelf? Vragen waarbij ik eigenlijk niet stil sta maar toe mooi zijn om
over na te denken.

Ik heb altijd wel het gevoel dat ik een beetje tussen alles sta, en rap om
te praten ben. Ik kan mij altijd wel vinden in stellingen die mensen
vertellen maar zelf weet ik het eigenlijk niet. En dat is ook zo met dit
hoofdstuk. Zoals ik al zeg misschien hoop ik dit wel maar dat denk ik
persoonlijk niet.

Het leven krijg je zoals een kleurplaat jij kiest nog altijd zelf hoe je ze
inkleurt. Dat heb ik altijd zelf meegekregen, en dat probeer ik ook. Maar
als het wel is minder gaat dan hoop ik juist wel eens op iets speciaals.
Maar wanneer het dan heel goed gaat dan denk ik daar niet meer aan. En
ben ik vooral dankbaar dat ik dit kan of dat iets mij gelukt is.

Zelf haal ik mijn zin van het leven uit familie, vrienden en vooral zaken
doen die ik leuk vind. Ik heb in elke fase van mijn schoolcarrière zelf
mogen kiezen wat ik wou doen. Ik heb altijd de hobby’s mogen doen die
ik zelf leuk vond. Maar ik kan begrijpen dat dit niet altijd het geval is. En
dat je soms de zin van het leven hier niet uit haalt. En dat er dan ook
mensen zijn die zin halen uit iets anders zoals geloof of het spirituele.

Ik probeer ook zelf de zin in het leven wat te maximaliseren. En zeker op


dagen dat ik me minder goed in mijn vel voel. Zoals wat gaan winkel,
koffie in de stad gaan drinken, filmpje kijken. Kortom iets doen dat ik leuk
vind. En dan er van uit gaan dat het de volgende dag wel wat beter zal
zijn.

Soms vraag ik mij af als je leeft voor iets of iemand of je dan zelf ook wel
gelukkig bent. Maar daar zijn maar 2 richtlijnen in. Ten eerste kan ik
iemand zijn geluk niet bepalen. En ten tweede wie weet maakt dat juist
ook iemand zeer gelukkig. Maar heb je dan geen spijt op het einde van de
rit? Ook weer een vraag die ik niet kan beantwoorden in iemand zijn
plaats. Daarom laat ik ook mensen in hun waarde en respecteer ik
iedereen. Ik meen ook dat ik hier echt respect voor hebt dat je zo veel
liefde voor iets of iemand kan hebben. En liefde is volgens mij iets van de
mooiste gevoelens op de wereld. En volgens mij is het de kracht tussen
deze wisselwerking dat mensen zin geeft in het leven. De zin geeft om
blijven door te doen met wat ze bezig zijn.

Als ik het zelf ook even niet meer weet of een heel drukke periode achter
de rug heb gehad. Komt de vraag van dit hoofdstuk ook wel is een mij op.
En ik merk vaak wanneer wij het als mensen moeilijk hebben. Dan weten
we pas echt wat we missen of nodig hebben. Maar soms ben je zo druk
bezig dat je het allemaal maar even achter wegen laat. Maar waanneer je
de tijd of de rust hebt gevonden dan is het ook soms te laat.

Want vooral als het om mensen gaat zoals vriendschap of liefde. Dan
wordt er wel moeite verwacht van beide kanten. Maar als de ene kant
even op hold staat. Verdwijnt soms ook de anderen kant en dat is soms
wel heel jammer. Maar je kan dit ook weer op twee verschillende
manieren bekijken. De verwachtingen van de zin van het leven ligt bij
beide anders. En dan stel je misschien iemand teleur maar dat zijn nu
eenmaal verwachtingen. En de andere manier die er is zijn andere
mensen in je leven toe laten. Mensen die misschien juist wel op dezelfde
golflengte zitten. En weten waarmee jij zit en hetzelfde verwachten van
jou als jij van hen. En dan geef je zin aan elkaars leven en dat maakt een
vriendschap of relatie zo sterk.

Je zal in het leven heel wat keren water bij de wijn moeten doen. Maar je
moet weten dat ook heel wat mensen dat misschien bij jou moeten doen.

Hoofdstuk 5 “Ben ik vrijzinnig humanistisch?”

Ja, kort antwoord dat ik nu ga toelichten doormiddel van bovenstaande


tekst. Ik ben er niet van overtuigt dat iets boven natuurlijk bestaat. Ik
wacht ook niet tot dat de wetenschap dit heeft uitgeklaard. Want volgens
mij is het zelf iets waar we nooit een antwoord op zullen vinden.

Zijn er puntjes waaraan ik als humanist nog moet werken ook ja. Maar je
moet voor alles blijven werken in je leven. Ik hou wel van een discussie
waarin iedereen zijn eigen mening kan geven. Ook het bewijzen van
argumenten kan heel interessant zijn. Het is niet omdat ik sommige
vormen een andere mening heb dat ik hier niet wil over leren.

Ik kan mij wel aan sluiten bij dit vak omdat ik zoals hierboven vermeld
heel rechtvaardig ben. Ik kan niet zo goed tegen onrecht en ik kan mij
hier zelf ziek in maken. Ik probeer voor iedereen mijn best te doen en zo
goed mogelijk na te denken wat ik kan doen. Ik snap dan niet dat
sommige mensen dit niet kunnen doen. Ik probeer zo veel mogelijk mijn
steentje bij te dragen voor een betere wereld. Zowel op vlak van milieu,
racisme, geaardheid en noem maar op. En hierdoor voel ik mij wel op mijn
plaats hier. Het zijn allemaal mensen die ook met deze gedachten verder
willen in hun leven. En dat maakt dit vak ook zo mooi en leerrijk. Je leert
andere doeleinde van mensen kennen maar je deelt wel dezelfde visie.

Het enige waar ik wel moeite mee ondervind is het discuteren, daar ben ik
nog niet zo goed in. Ik kan mijn fouten wel toegeven maar ik weet dat als
het me te benauwd wordt. Ik ook wel al eens een drogreden kan
gebruiken om me te verdedigen. En dat is natuurlijk de bedoeling niet.
Maar dat is een leerproces dat ik dooreen de jaren wel zal bij leren.

Ik was aangenaam verrast door mijn eerste jaar vrijzinnig humanisme.


Het was iets waar ik me een beetje heb aan misnomen maar heb er zeker
geen spijt van. Ik ben juist aangenaam verast dat de leerinhoud zelf wat
dieper ging. Want vaak vind ik het juist zo jammer als de leerstof zo
oppervlakkig blijft. En dat is in dit geval zeker niet van toepassing.

Het laatste dat ik wil meegeven is dat ik in mijn lagere school NCZ en in
het middelbaar. Helemaal anders heb ervaren als nu op de hogeschool.
Wij waren telkens bezig met het knutselen of het inkleuren van
tekenplaatsjes. Ik hoop dat ook hier in de toekomst een verandering in
kan komen. En dat de leerlingen al wat vroeger meekrijgen over wat dit
vak eigenlijk draait.

You might also like