Professional Documents
Culture Documents
2-Elementary Wordlist Dutch
2-Elementary Wordlist Dutch
Life
Word class abbreviations
The following abbreviations are used in the word list: (n) = noun, (v) = verb, (adv) = adverb,
(adj) = adjective and (phr v) = phrasal verb.
WO
UNIT 1 PEOPLE To work (v) werken (v)
PAGES 10–11
wife (n) vrouw (n) PAGES 16–17
conference (n) conferentie (n)
PAGES 12–13 early (adj) vroeg (adj)
aunt (n) tante (n) manager (n) manager (n)
company (n) bedrijf (n) surname (n) achternaam (n)
grandparent (n) grootouder (n) introduce (v) introduceren (v)
half brother (n) halfbroer (n)
international (adj) internationaal PAGE 19
(adj) bit (n) beetje (n)
mother-in-law (n) schoonmoeder (n) compare (v) vergelijken (v)
nephew (n) ب ز neef (n) correct (adj) correct (adj)
niece (n) خ ز nicht (n) count (v) tellen (v)
normal (adj) normaal (adj) star (n) ster (n)
similar (adj) gelijkaardig (adj) takes (v) maken (v)
step brother (n) stiefbroer (n)
uncle (n) oom (n) UNIT 2
were (v) waren (v) POSSESSIONS
PAGE 21
PAGES 14–15 ball (n) bal (n)
agriculture (n) landbouw (n) plastic (n) plastic (n)
average (adj) gemiddeld (adj) possession (n) bezitting (n)
countryside (n) platteland (n)
To equal (v) staat voor (v) PAGES 22–23
have (v) hebben (v) bottom (n) bodem (n)
industry (n) sector (n) compass (n) kompas (n)
language (n) taal (n) first-aid kit (n) ehbo-kit (n)
life expectancy (n) levensverwachtin gloves (n) handschoenen (n)
g (n) important (adj) belangrijk (adj)
To live (v) leven (v) mobile phone (n) mobiele telefoon
manufacturing (n) fabricage (n)ژ (n)
population (n) bevolking (n) rucksack (n) rugzak (n)
production (n) productie (n) torch (n) zaklantaarn (n)
religion (n) geloofsovertuiging
(n) PAGES 24–25
To use (v) gebruiken (v)
1
apartment (n) appartement (n) clean (adj) netjes (adj)
difference (n) verschil (n) crowded (adj) druk (adj)
furniture (n) meubilair (n)موبیلر gallery (n) galerie (n)
picture (n) schilderij (n) lunchtime (n) 's middags (n)
style (n) stijl (n) pollution (n) vervuiling (n)فرویلینگ
problem (n) probleem (n)
PAGES 26–27 quiet (adj) rustig (adj)
bonnet (n) motorkap (n) theatre (n) theater (n)
bumper (n) bumper (n)سپر traffic (n) verkeer (n)
engine (n) motor (n) transport (n) transport (n)
global (adj) algemeen (adj) zone (n) zone (n)
headquarters (n) hoofdzetel (n)
mirror (n) spiegel (n) PAGES 36–37
nationality (n) nationaliteit (n) accountant (n) boekhouder (n)
producer (n) producent (n) pilot (n) piloot (n)
product (n) product (n) sailor (n) schipper (n)
Wheel/steer (n) stuur (n) waiter (n) ober (n)
window (n) raam (n)
PAGES 38–39
PAGES 28–29 medicine (n) geneeskunde (n)
help (v) helpen (v) native-speaker (n) moedertaalspreke
medium (adj) medium (adj) r (n)
size (n) maat (n) over (adv) meer dan (adv)
tennis ball (n) tennisbal (n)
PAGES 40–41
PAGE 31 aquarium (n) aquarium (n)
mine (v) aan mijnbouw straight (adv) recht (adv)
doen (v)معدن کاری across (prep) naar de overkant
miner (n) mijnwerker (n) (prep)
opal (n) opaal (n)عقیق corner (n) hoek (n)
tunnel (n) tunnel (n)
worth (adj) waard (adj) PAGE 43
worthless (adj) waardeloos (adj) medical centre (n) medisch centrum
(n)
UNIT 3 PLACES roundabout (n) rotonde (n)
PAGE 33 seesaw (n) wip (n) اره برقی
day (n) dag (n) slide (n) glijbaan (n)
midnight (n) middernacht (n) swing (n) schommel (n)
night (n) nacht (n)
popular (adj) populair (adj) UNIT 4 FREE
TIME
PAGES 34–35 PAGE 45
bicycle (n) fiets (n) fishing (n) vissen (n)
break (n) pauze (n) free time (adj) vrije tijd (adj)
centre (n) centrum (n) gym (n) gym (n)
2
relaxing (adj) ontspannend (adj) sailing (n) zeilen (n)
slow (adj) traag (adj)
PAGES 46–47 surfing (n) surfen (n)
activity (n) activiteit (n)
actor (n) acteur (n) PAGES 52–53
day off (n) dagje vrij (n) enthusiastic (adj) enthousiast (adj)
gardening (n) tuinieren (n) information (n) informatie (n)
harp (n) harp (n) journalist (n) journalist (n)
identical (adj) identiek (adj) orphan (n) wees (n)
player (n) speler (n)
swimming (n) zwemmen (n) PAGE 55
twins (n) tweeling (n) allotment (n) volkstuintje (n)اشتراکی باغ
4
visitor (n) bezoeker (n) land (v) land (v)
mechanical (adj) mechanisch (adj)
PAGES 74–75 studio (n) studio (n)
bank card (n) bankkaart (n) take off (phr v) opstijgen (phr v)
cash machine (n) geldautomaat (n) win (v) winnen (v)
cheque (n) cheque (n)
credit card (n) kredietkaart (n) PAGES 84–85
message (n) bericht (n) calf (n) kalf (n)
neck (n) nek (n) climb (v) klimmen (v)
practical (adj) praktisch (adj) fast (adj) snel (adj)
seashell (n) schelp (n) female (adj) vrouwelijk (adj)
female (n) vrouwtje (n)
PAGES 76–77 frog (n) kikker (n)
borrow (v) lenen (v) lay (v) leggen (v)
charity (n) liefdadige male (adj) mannelijk (adj)
instelling (n) male (n) mannetje (n)
collect (v) inzamelen (v) migration (n) migratie (n)
hospital (n) ziekenhuis (n) tree (n) boom (n)
lend (v) lenen (v) turtle (n) schildpad (n)
9
PAGES 136–137 film director (n) filmregisseur (n)
brochure (n) brochure (n) freeze (v) bevriezen (v)
disadvantage (n) nadeel (n) glacier (n) gletsjer (n)
interesting (adj) interessant (adj) submarine (n) onderzeeboot (n)
tropical (adj) tropisch (adj)
PAGE 139
direction (n) richting (n) PAGES 146–147
emotional (adj) emotioneel (adj) astronomer (n) astronoom (n)
pilgrim (n) pelgrim (n) orbit (v) omlopen (v)
pilgrimage (n) pelgrimstocht (n)
pray (v) bidden (v) PAGES 148–149
silence (n) stilte (n) rubbish (n) vuilnis (n)
spiritual (adj) spiritueel (adj) politician (n) politieker (n)
environment (n) milieu (n)
UNIT 12 THE efficient (adj) efficiënt (adj)
EARTH bulb (n) lamp (n)
PAGE 141
equator (n) evenaar (n) PAGE 151
active (adj) actief (adj)
PAGES 142–143 pagina’s 142-143 create (v) creëren (v)
in conclusion (n) tot besluit (n) destroy (v) vernietigen (v)
predict (v) voorspellen (v) eruption (n) uitbarsting (n)
rainfall (n) regenval (n) gas (n) gas (n)
lava (n) lava (n)
PAGES 144–145 magma (n) magma (n)
adventure (n) avontuur (n) melt (v) smelten (v)
surface (n) oppervlak (n)
creature (n) wezen (n)
tectonic plate (n) tektonische plaat
deep (adj) diep (adj)
(n)
explore (v) verkennen (v)
10