Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 7

I.

1900-1920

De eerste twee decennia van de 20ste eeuw kenmerken zich door veel experiment, echter dikwijls
kort in tijd vanwege maatschappelijke en politieke breuken. Er is een sterke wil tot vernieuwing,
maar ook Wereldoorlog I, en bijvoorbeeld de Revoluties in Rusland (1905, 1917).

Avant-garde stromingen rijzen als paddestoelen uit de grond, gericht op het omverwerpen van de
Romantiek en het Realisme van de 19de eeuw. Kenmerkend is dat de individuele kunsten
(schilderkunst, literatuur, muziek, dans, theater, fotografie, architectuur) alle in relatie staan tot
een meer alomvattend project van een “Totale Kunst.” Daarin was plaats voor alle vormen van
kunst, maar zelfs ook niet-artistieke fenomenen (zoals objecten uit het dagelijkse leven). Jonge
kunstenaars hadden het ambitieuze project om met hun nieuwe kunst het leven zelf te
transformeren.
In 1900 publiceert Sigmund Freud in Die Traumdeutung (De Droomduiding) zijn theorie over het
onderbewuste, wat op veel kunstenaars een grote invloed zal uitoefenen.

Film maakt in de eerste decennia een enorme evolutie door. Aan een ongezien tempo wordt dit
nieuwe medium volwassen, evolueert het van vertier naar kunst. In deze beginperiode worden
zowel de narratieve en vormelijke bouwstenen van film gelegd, alsook de basis van de
filmindustrie.

In de industriële revolutie en het ontstaan van de gemechaniseerde productie ligt de oorsprong


van design. Daarvóór werden objecten ambachtelijk geproduceerd; het ontwerp én de realisatie
lagen in handen van een ambachtspersoon. Door de nieuwe, meer industriële productieprocessen
werden ontwerp (design) en vorm gescheiden van de realisatie en productie.

De geschiedenis van het design volgt de ontwikkelingen van de moderne maatschappij en cultuur.
Als modern concept, ontwikkelde design zich als een resultaat van de marktexpansie van
consumentengoederen en de democratisering van goede smaak. In de eeuwen daarvoor waren
handgemaakt meubilair, keramiek, glas, metaal, kleding, objecten, voertuigen, enz. deel van het
leven van de zogenaamde ‘upperclass’ en stonden ze symbool voor comfort, waren ze
markeringen van eigendom, ‘lijm’ van sociale of familierelaties en zichtbare tekens van goede
smaak en status. Toen meer moderne invloeden onze maatschappij bereikten, zorgde design dat
goederen aantrekkelijk waren voor een grote massa.

In een reflectie over de identiteit en maatschappelijke rol van design wordt de vraag gesteld naar
de onderlinge verhouding tussen design en kunst. Wanneer design zich in de 19e eeuw als een
afzonderlijke discipline ontwikkelt, is één van de belangrijke thema’s in het designdiscours de vraag
welke plaats kunst hierbij inneemt. Vooral designers experimenteren in het grensgebied tussen
kunst en design, maar ook kunstenaar profileren zich, gewild of ongewild, vanuit bepaalde
invalshoeken als designers.

13/2 (LD) Introductie

Avant-garde stromingen begin 20 eeuw:


ste

● Fauvisme(n)
● Expressionisme(n)
14/2 (SC) ● Introductie Design: definitie design is steeds in transitie.
● ‘Arts & Crafts’ beweging
● ‘Art Nouveau’ stijl
● Functionalisme

20/2 (LD) Avant-garde stromingen begin 20 eeuw (vervolg):


ste

● Kubisme(n)
● Futurisme(n)
● Dada

21/2 (PV) ● Film van vertier tot kunst

II. 1920-1940

Tussen WO I en WO II, het “interbellum”, zit een woelige periode. Van de “roaring twenties” (met
onder meer een kortstondig bloeiende economie, de doorbraak van de moderniteit door moderne
technologie, de eerste feministische golf met flapper girls en garçonnes, en de opkomst van de
jazz) tot de beurscrash (1929) en de opkomst van het nazisme in de jaren 1930. Dat vertaalt zich
dan ook in de kunst.

Dada en surrealisme vertrekken vanuit de verschrikking van WOI om de burgerlijke moraal en


conservatieve maatschappij omver te werpen. Kunstenaars experimenteren met allerlei media en
ook gevonden materiaal. Ze becommentariëren de socio-politieke realiteit maar exploreren ook de
wereld van het onderbewuste (o.i.v. Freud).

In de film manifesteert zich het Duits expressionisme dat het sociale onbehagen tot uitdrukking
brengt, naast ook hier dada en surrealisme, die de experimentele kaart trekken.

De fotografie wordt - vaak als collagemedium - gebruikt in de avant-garde stromingen, maar kent
ook een eigen parcours. In de jaren 1920 evolueert de zogenaamde kunstfotografie weg van het
picturalisme naar een meer mediumspecifieke modernistische fotografie.

Het idee van het samenbrengen van verschillende disciplines in een Gesamtkunstwerk wordt een
programma aan het Bauhaus, waar modernistische architectuur, kunst, design en technologie met
elkaar verbonden worden. Hier ontstaat pas echt ‘modern’ design, namelijk wanneer iemand als
Walter Gropius de bestaande theorieën over design in de praktijk kon brengen aan de hand van
nieuwe industriële productiemethoden. Bauhaus is vandaag nog steeds het toonbeeld van het
samenvloeien van onder andere nieuwe technologie, kunst, commerciële praktijken en design.

27/2 (LD) ● Constructivisme(n)


● Bauhaus

28/2 (SC) ● Bauhaus: interactie tussen theorie en praktijk, cross-disciplinair werken.


● Walter Benjamin: sociale rol van kunst en design ontbreekt in het
Westen itt andere culturen.

6/3 (LD) ● Fotografie: van picturalisme naar Modernisme


● Surrealisme(n)

7/3 (PV) ● expressionisme in film (Duitsland)


● avant-garde in film (incl dada, surrealisme)

III. 1940-1960

WOII (1940-45)
Atoombom op Hiroshima and Nagasaki (1945)
Ijzeren Gordijn tussen USSR, Oost-Europa en het Westen (1946)
Apartheid in Zuid-Afrika (1948-1990)
Naoorlogse jaren, gekenmerkt door
● maatschappelijke verschuivingen: fatsoen en behoudzucht van oudere generatie versus
vrijheidsdrang van de jongere generatie > conflict tussen op rust en orde gestelde burger
en de beatniks, nozems en existentialisten. Invloed van Jean-Paul Sartre op de intelligentsia
en (studerende) jeugd: niet de geschiedenis maakt ons, maar wij maken de geschiedenis.
● Koude Oorlog (1947-1991): totalitaire Sovjetunie vs democratische Westen; angst voor het
‘Russische Gevaar’
● Vietnamoorlog (1955-1975)
● dekolonisatie in Azië en Afrika
● opkomst massaconsumptie en een zich ontwikkelende genots- en amusementsindustrie
(dans, muziek, grammofoonplaten, film, televisie)
● opkomst jongeren- en massacultuur
In dit klimaat drong ook de kunst stilaan door tot een breder publiek.

In de beeldende kunsten wrikken de VS zich los uit hun underdog positie t.o.v. het oude continent
Europa. Het Abstract Expressionisme en de Colorfield Painting in de schilderkunst en de New York
School in de street photography worden toonaangevend.

In deze decennia vol beweging en verandering neemt jazz een eigenzinnige wending, en wordt het
de muziek bij uitstek die niet alleen verandering en evolutie vertaalt, maar ook voorop stelt.

Design ontwikkelt zich verder als discipline. Daarbij zijn de producten, stijlen, theorieën en
filosofieën van en over design nog diverser geworden. Dit komt door de toenemende complexiteit
van het ontwerpproces. De oorlogsjaren laten nog zijn sporen na, wat voor design betekent dat de
focus meer op de functie ligt dan op de esthetische kwaliteit.

13/3 (LD) ● Voortzetting vooroorlogse traditie in Europa: Ecole de Paris &


beeldhouwkunst
● Vernieuwing in de VS: Abstract Expressionisme & Colorfield Painting
● ...in Europa spoedig gevolgd door Art Informel, Materieschilderkunst en
Cobra

14/3 (PV) ● jazz, burgerrechten en het gevecht voor erkenning als kunst
● verbinding naar film noir

20/3 (LD) Verschuiving van Parijs naar NY ook in de street photography

21/3 (SC) ● Design Onderzoek


● Ulm Hochschule

IV. 1960-1980

Swinging sixties:
● Jack Kerouacs On the Road (Amerikaanse jongeren scheuren met gestolen Chevy’s over de
highways op zoek naar avontuur) werd het handboek van de Beat Generation
● naar voorbeeld van de American Dream ook optimisme in Europa alsook een wil tot
politieke en sociale verandering, zeker bij de jonge generatie. > Studentenrellen in Parijs en
Amsterdam (1968)
Maar ook een gespannen wereldpolitiek, beheerst door Koude Oorlog; inmenging VS in Vietnam
en Cuba; bouw Berlijnse Muur (1961); in versnelling rakende nucleaire wapenwedloop
> De jonge generatie protesteert: tegen Westerse inmenging in Indo-China, tegen kolonisatie (bv
Belgisch Congo), tegen rassendiscriminatie en onderdrukking van de vrouw, de (studerende) jeugd
en de arbeider. Flower-power, love & peace, nieuwe moraal die traditionele scheidingslijn tussen
heilig en profaan, hoog en laag, denken en handelen omverwierp.
● Maanlanding (1969)
● Computers (° jaren 1940-50) worden meer en meer in gebruik genomen. Uitvinding
computermuis en daarbij ook de grafische user interface (GUI).

Ondernemingszin, sociale vooruitgang, stijgende koopkracht, toenemend aanbod


tentoonstellingen, kunstboeken, tijdschriften leiden tot een democratisering van de kunst.
Door snel ontwikkelende communicatiemedia is er een snellere beïnvloeding tussen Amerikaanse
en Europese kunst en vervaagde de scheidslijn gaandeweg ⇒ ontstaan van een internationale
(maar nog steeds Westerse) kunstscene.
Veel van de kunst van de jaren 1960 is gericht op een ontheiliging van de kunst; aansluiting bij
massacultuur, institutionele kritiek.
Dit alles zette zich door in de jaren 1970:
● de zogenaamde ‘tegencultuur’: cf. de vele anti-bewegingen, tegen alle bureaucratie en
instituties (Duitse Rote Armee Fraktion, Italiaanse Brigate Rosse, Nederlandse Oranje
Vrijstaat, Dolle Mina’s, Baas in eigen buik, anti-kernenergie acties, …)
● maar ook een zekere bezinning, op zoek naar de eigen identiteit; alternatieve
samenlevingsvormen en opvoedings- en onderwijsmethodes; therapieën als bio-
energetica, rebirthing, meditatie en counselling.
● in de kunst: verschuiving van collectivistische stadscultuur (Pop) en anonieme
massaproductie (Minimal) naar meer filosofische en therapeutische uitingsvormen met
een interesse in het immateriële (conceptuele) enerzijds en een fascinatie voor de aardse
natuur (van landschap en het eigen lichaam) anderzijds.

De verjonging vertaalt zich ook in film - over de hele wereld ontstaan “new waves”: jonge makers
die het heft in eigen handen nemen. Zowel qua stijl als inhoudelijk zoekt men veel meer aansluiting
bij de jongerencultuur, en dit zal een blijvende invloed hebben op film.

De nieuwe manieren van denken over design die in de vorige periode reeds werd gelanceerd
worden in deze uitbundige en overvloedige periode verdergezet. De vormgeving krijgt daarbij
meer aandacht. Maar design wordt nu ook geprofileerd vanuit zijn sociale rol.

27/3 (LD) ● Neo-dada, Pop Art


● Minimal Art

28/3 (PV) ● media, jongerencultuur en populaire cultuur en de invloed op nouvelle


vagues in film (incl. Oost-Europa en/of Latijns-Amerika)
● John Cage & muziek als performance

17/4 (LD) ● Conceptuele kunst, Land Art


● Happening, performancekunst, body art

18/4 (SC) ● Space Age


● Design & ‘wicked problems’
● Participatief design

V. 1980-2000

De jaren 1980: de tijd van big hair, pastelkleurige kostuums, Rubik’s cubes, Yuppies, Air Jordans,
epauletten, MTV en Pac Man. Maar ook de opkomst van de AIDS-epidemie, het verder woeden van
de Koude Oorlog en een “Greed is Good”-mentaliteit markeren het decennium.
Thatcherism in Groot-Brittannië; president Reagan in de VS; Gorbachev in de USSR.
Kernramp Chernobyl (1986).
Val Berlijnse muur (1989).

In de jaren 1990 ziet de grunge het licht, naast de rave scene en de hip hop cultuur, die worden
verspreid via toen nieuwe technologieën als kabeltelevisie en het World Wide Web. Super
Nintendo en Game Boy. Opkomst personal computer. Digitalisering.
Op politiek vlak: einde van de Koude Oorlog; geloof in het neo-liberalisme; en veel bloedige
conflicten, zoals de Congolese oorlogen, de Golfoorlog, het uiteenvallen van de Sovjetunie en van
Joegoslavië, de Tsjetsjeense oorlogen, de genocides in Rwanda en Bosnië.
Op cultureel vlak het tijdperk van het zogenaamde “postmodernisme”
Invloedrijke denkers:
● Jacques Derrida (deconstructie-theorie: een definitieve betekenis bestaat niet);
● Jean Baudrillard (we leven in het tijdperk van de ‘hyperrealiteit’, waarin enkel simulacra, of
‘kopieën zonder origineel’, bestaan - we kennen de werkelijkheid via de gedigitaliseerde
wereld van de foto, film, video, computer; een verborgen, zgn ‘hogere’ realiteit (zoals bij
Plato) bestaat niet; enkel verschijnselen; de wereld is niet wat hij is (leugen), maar is ook
niet anders);
● en ook de 19de-eeuwse denker Friedrich Nietzsche, wel eens de ‘eerste postmoderne
denker’ genoemd (‘dood van God’, de werkelijkheid moet gezocht worden in het hier en
nu, in het lichaam eerder dan in de ziel)
→ invloed op de kunst en het schrijven over kunst (vaak door kunstfilosofen)

Boom van de hedendaagse kunst, met gebruik van en cross-overs tussen alle mogelijke media en
disciplines. Hegemonie van de conceptuele kunst komt aan een einde; er ontstaat een nieuwe
tegenbeweging: “neo”-stijlen/bewegingen, die teruggrijpen naar het verleden. Ook opvallende
aanwezigheid van monumentale fotowerken, videoprojecties en lichtsculpturen, onder andere
tentoongesteld in nieuwe “spectaculaire” musea (bv Guggenheim Bilbao, Tate Modern in Londen).
Daarnaast ook activisme in de kunst, aangewakkerd door de AIDS-crisis, en het naar voor treden
van postkoloniale, feministische en queer theorieën en debatten die de productie en presentatie
van hedendaagse kunst beïnvloeden.

Binnen de audiovisuele media opnieuw een vadermoord van een jonge generatie, zo lijkt het wel.
De punk echoot door de nacht, hiphop verovert de straten. Terzelfdertijd zet de liberalisering zich
door en roept commerciële tv om aandacht. Tussen alle realityshows door, zorgt dit ook voor
vernieuwing. De serie Twin Peaks zet huiskamers én het format van televisieseries op zijn kop.

De opkomst van de ‘personal’ computer en de democratisering van het internet opent een groot
vat aan mogelijkheden voor design. Er ontstaan nieuwe designdisciplines die focussen op design
voor websites of software, maar het medium internet laat ook meer toe om samen te werken, om
snel informatie op te zoeken, om bij te leren enzovoort. De relatie tussen mens en machine komt
meer expliciet naar voren, wat ook door de overlap tussen design en kunst in vraag gesteld wordt.

24/4 (LD) ● Nieuwe schilderkunst


● Street art

25/4 (PV) ● Angry Young Men: punk, noise, grunge vs. Take The Street: hiphop, graffiti,
breakdance
● Who Killed Laura Palmer: tv herdacht

2/5 (SC) ● ‘Memphis’ als stijl


● Interaction design
8/5 (LD) ● Pictures Generation/Appropriation art
● Düsseldorf School

You might also like