Ejercicio 1:

Ik was onderweg naar het treinstation met mijn fiets vol bloemen en stippen, waar er
een grote fietsenstalling was om naar Amsterdam te gaan.
Toen ik bij het treinstation aankwam, begon ik een plek te zoeken om mijn mooie fiets
achter te laten, zodat ik rustig naar Amsterdam kon gaan, maar ik vond er geen en er
waren nog vijf minuten over voordat de trein vertrok.
Toen besloot ik mijn fiets bij een boom naast het treinstation te parkeren. Daarna
rende ik naar het trein.
Toen ik binnenkwam, waren de passagiers al in de trein klaar om te vertrekken, maar
ik rende snel en kon hem inhalen. Daarna kon ik rustig naar Amsterdam gaan.
Toen ik rond 3 uur 's middags weer op het station aankwam, ging ik naar de boom
waar ik mijn fiets had achtergelaten om naar huis te gaan, maar mijn fiets was er niet
en ik dacht dat deze gestolen was. Dus ging ik naar het politiebureau naast het station
dat ze me zouden helpen mijn mooie fiets terug te vinden.