Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 51

30.06.

2011 - 115

NOTULEN
Gemeenteraad
donderdag 30 juni 2011 aanwezig Staf Willemsens, Burgemeester-voorzitter Kamiel Michielsen, Joos De Meyer, Isabelle Druyts, Bart Craane, Marc Smans, Schepenen Sus Wouters, Voorzitter OCMW Gust Adriaensen, Freddy Smans, Jan Eyckens, Hans Woestenborghs, Peter Helsen, Marc Veulemans, Niels Van Laer, Annie De Houwer, Roel Dolhain, Jan Van Dijck, Peter Van Roey, Ria De Haeck, Stefan Poortmans, Natalie Wygers, Freddy Torremans, Mertens Vicky, Greet Daems, Raadsleden Lydie Kenis, Secretaris verontschuldigd Filip Daneels, Raadslid Raadslid Niko Mollen vervoegt de zitting tijdens de bespreking van het agendapunt OCMW Beerse jaarrekening 2010

Uitloting voorstemmer: als voorstemmer wordt uitgeloot raadslid Greet Daems

Verslag De Gemeenteraad, Verleent goedkeuring aan het verslag van de gemeenteraadszitting van 26 mei 2011.

OCMW Beerse - rekening 2009 - goedkeuringsbesluit De Gemeenteraad, MOTIVERING Voorgeschiedenis De jaarrekening 2009 van het OCMW van Beerse werd vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW in zitting van 22 juni 2010. De gemeenteraad heeft kennis genomen van de jaarrekening 2009 in zitting van 24 juni 2010. Feiten en context Met aangetekend schrijven d.d. 15 juni 2011 deelt het Agentschap voor Binnenlands Bestuur, Afdeling Antwerpen mee dat de jaarrekening 2009 van het OCMW van Beerse werd goedgekeurd bij besluit van mevrouw de gouverneur van 30 mei 2011. Juridische grond De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Raadslid G. Adriaensen leest in het verslag van de externe auditcommissie Gelet op het beperkte tijdsbudget waarover we voor de uitvoering van onze opdracht beschikten, is het niet mogelijk geweest om zelf procedures te testen op hun efficintie en effectiviteit. Onze effectieve controlewerkzaamheden hebben zich bijgevolg beperkt tot het uitvoeren van:. Het raadslid vraagt over welke procedures het de provincie hier heeft. OCMW-voorzitter S. Wouters vermoedt dat het de controle op de boekhouding zelf betreft, en het probleem is dat men over te weinig personeel beschikt. Raadslid G. Adriaensen wenst toch een zicht te krijgen op deze procedures. Ook heeft hij de indruk dat telkenmale het tijdsprobleem wordt aangehaald om die procedures niet toe te passen. Het raadslid stelt voor bijkomende informatie in te winnen De burgemeester-voorzitter zegt dat vanuit het OCMW een toelichting kan gevraagd worden. Besluit :

30.06.2011 - 116 Artikel 1: Neemt kennis van het besluit van mevrouw de gouverneur van 30 mei 2011 houdende goedkeuring van de jaarrekening 2009 van het OCMW van Beerse.

OCMW - jaarrekening 2010 De Gemeenteraad, (Raadslid Niko Mollen vervoegt de vergadering.) MOTIVERING Voorgeschiedenis De rekening over het dienstjaar 2010 werd aangenomen door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn in zitting van 21 juni 2011. Juridische grond Artikel 89 van de organieke wet van 8 juli 1976 op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn zoals vervangen door artikel 174 van het decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 19 december 2008. OCMW-voorzitter S. Wouters geeft uitleg over de jaarrekening. Hij merkt op dat het tekort van het boekjaar 2,24% minder is in vergelijking met vorig jaar en de rele gemeentelijk bijdrage 2.043.034 euro bedraagt. Verder verwijst de OCMW-voorzitter onder meer nog naar de werkingsopbrengsten welke gestegen zijn met ruim 12%. Wat de aankopen betreft is er een daling van 3,55% tegenover 2009. Vervolgens overloopt hij de kosten van de sociale dienst en de personeelskosten die gestegen zijn ingevolge ancinniteitsverhogingen, maaltijdcheques, 2 pensioenpijler contractuelen. De OCMW-voorzitter besluit zijn toelichting met de opmerking dat de gemeentelijke bijdrage momenteel 2 miljoen euro bedraagt en dit bedrag volgens hem toch goed moet opgevolgd worden. Raadslid G. Adriaensen vraagt naar de stand van zaken van de invoering van een mantelzorgpremie. De OCMW-voorzitter deelt mee dat de afgelopen jaren hierover verschillende vergaderingen zijn geweest, het laatste overleg had plaats in maart of begin april. Toen werd de afspraak gemaakt dat er een voorstel zal uitgewerkt worden en de mantelzorgpremie vanaf half dit jaar zal kunnen toegekend worden. Raadslid G. Adriaensen vraagt of dit betekent dat het reglement van toekenning nog op de gemeenteraad zal gebracht worden. De OCMW-voorzitter antwoordt dat het de bedoeling is dat dit in september aan de gemeenteraad wordt voorgelegd. Raadslid G. Adriaensen verwijst nog naar het financieel verslag, inzonderheid de rubriek Uitzonderlijke kosten waar sprake is van kastekorten van de kas van de cafetaria. Het zijn eerder kleine bedragen, voor 2009 was dit 14,75 euro en voor 2010 was er een kastekort van 8,52 euro, maar volgens het raadslid moet er toch enige voorzichtigheid aan de dag worden gelegd. Het mag geen systeem worden waarbij het OCMW de tekorten zonder meer overneemt maar men moet de nodige maatregelen nemen dat die kastekorten zoveel mogelijk worden vermeden. De OCMW-voorzitter merkt op dat op blz. 15 staat De geboekte uitzonderlijke opbrengst in het rustoord ten bedrage van 29,83 EU betreft het totale positieve kasverschil 2010 van de kas cafetaria (zie ook uitzonderlijk kosten voor het totale negatieve kastverschil). Men zit daar met twee zaken, enerzijds heeft men een tekort en anderzijds is er een overschot. Hij deelt mee dat de cafetaria twee keer per week wordt opengehouden en er telkens een kas wordt gemaakt zowel bij de opening als bij de sluiting van de cafetaria. Raadslid G. Adriaensen zegt dat men hieromtrent best procedures afspreekt. Raadslid G. Adriaensen verwijst naar de geldbeleggingen, het gaat hier over een bedrag van 955.000 euro, hij vraagt zich af of er per definitie geld moet belegd worden door het OCMW. Dit komt bij hem over als het creren van een buffer welke niet nodig is. De OCMW-voorzitter licht toe dat het gaat over tijdelijke beleggingen en dit geld wel nodig is als buffer om onder meer de RSZ te betalen, de personeelskosten, en bovendien moet het OCMW ook veel prefinancieren. Raadslid G. Adriaensen zegt dat dit bedrag hem toch vrij hoog lijkt voor het OCMW, sowieso moet de gemeente toch instaan voor de tekorten. Dit geld komt tenslotte ook toe aan het gemeentebestuur, het benvloedt ook de financile situatie van de gemeente. Het raadslid vraagt dat het OCMW de geldbeleggingen zoveel mogelijk zou beperken.

30.06.2011 - 117 De OCMW-voorzitter wenst hier toch bij op te merken dat heel wat subsidies slechts achteraf binnenkomen en aldus door het OCMW veel vooraf moet gefinancierd worden, dit kan over grote bedrage gaan. Raadslid G. Adriaensen heeft nog een laatste vraag. Hij stelt vast dat het gemeentebestuur en het OCMW bij verschillende banken klant zijn, dat kost geld. Het raadslid vraagt of het nodig is dat het OCMW met drie financile instellingen werkt. De OCMW-voorzitter wijst erop dat het OCMW, indien zij bijvoorbeeld een lening wil aangaan of geld wil beleggen, met de wet op de overheidsopdrachten moet rekening houden en een prijsvraag moet organiseren. Men kan dus zelf niet bepalen om met n bank te werken Raadslid G. Adriaensen vraagt om dit toch eens te bekijken want dit brengt bijkomende kosten met zich mee die best kunnen vermeden worden. Besluit : Artikel 1: Neemt kennis van de rekening over het dienstjaar 2010, zoals geverifieerd en aangenomen door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn in zitting van 21 juni 2011. Er worden geen opmerkingen geformuleerd.

Budgetwijziging 1 gewone dienst (nr. 2) en budgetwijziging 2 buitengewone dienst (nr.3). De Gemeenteraad, MOTIVERING Feiten en context Na budgetcontrole blijkt dat diverse kredieten moeten aangepast worden. rechtzettingen op kredieten van 2010.

Het betreft vooral

Juridische grond Het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en hersteldecreet van 23 januari 2009. Het koninklijk besluit van 2 augustus 1990 over het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit. Advies Advies van het MAT van 14 juni 2011. Schepen K. Michielsen geeft een toelichting en merkt op dat vele wijzigingen betrekking hebben op het dienstjaar 2010. Hij deelt mee dat het positieve resultaat van de rekening 2010 in de begrotingswijziging werd opgenomen waardoor het nieuwe saldo 4,8 miljoen euro bedraagt. De schepen overloopt vervolgens de voornaamste kredietaanpassingen van de gewone dienst en de buitengewone dienst. Raadslid S. Poortmans meldt dat er een fout staat bij de uitgaven onder kredietnummer 879/331/01 subsidie milieuzorg, het oorspronkelijke bedrag is 30.000 euro en er wordt een bijkomend krediet voorzien van 30.000 euro, dus het totale krediet bedraagt 60.000 euro i.p.v. 50.000 euro. Schepen K. Michielsen zegt dat onder kredietnummer 76201/123/06 cultuurbeleidsplan ook een fout staat, het nieuwe krediet moet 3.000 euro zijn i.p.v. 2.000 euro. Raadslid H. Woestenborghs verwijst naar het bijgevoegde advies van het MAT. Er staat onder meer in dat het positieve resultaat wordt veroorzaakt door een eenmalige meevaller, wat hier trouwens al gezegd is geweest, maar ook dat uit het meerjarenplan blijkt dat het resultaat op de gewone dienst voor het eigen dienstjaar nog steeds negatief blijft en dat hier de nodige aandacht aan moet besteed worden. Het raadslid wil hierbij de nadruk leggen op het feit dat vanaf 2013 wordt gestart met een nieuwe beleids- en beheerscyclus en vanaf dan het resultaat op het eigen dienstjaar niet meer negatief mag zijn. Hij zegt dat dit inderdaad een groot aandachtspunt is voor de volgende legislatuur. Wat voor hem ook interessant is, is het tweede luik van het advies waarin staat Het MAT benadrukt dat er enkele knelpunten zijn op vlak van personeelsbezetting, die om een dringende oplossing vragen. Indien de financile ruimte niet toelaat om extra personeelsleden aan te werven, moet er gekeken worden naar de eventuele beperking van de takenpakketten van verschillende diensten. Het raadslid vraag welke knelpunten er zijn en wat het standpunt is van het bestuur wat betref het advies van het MAT om in de takenpakketten te snoeien.

30.06.2011 - 118 De burgemeester-voorzitter deelt mee dat het MAT een personeelsuitbreiding voorstelt, onder meer vraagt men een groentechnicus te voorzien voor de dienst openbare werken, ook een bijkomend personeelslid voor de personeelsdienst, dienst stedenbouw vraagt om de persoon die momenteel bezig is met het leegstandsregister en de vervallen verkavelingen permanent in dienst te nemen, de cultuurdienst heeft een voorstel gedaan van reorganisatie , enz Gelet op het kostenplaatje dat aan het voorstel van het MAT verbonden was en er momenteel geen financile ruimte is, werden enkel de meest dringende zaken weerhouden welke hier straks nog aan bod komen. Wat betreft het eventueel snoeien in taken, dit is nog niet besproken geweest op het MAT. Raadslid H. Woestenborghs meent dat het verminderen van de dienstverlening absoluut geen piste is die moet gevolgd worden. Men moet komen tot een betere dienstverlening wat echter niet wil zeggen dat er meer ambtenaren moeten zijn. Volgens hem moeten de problemen op een andere manier opgelost worden dan door extra mensen aan te werven. Het raadslid verwijst nog naar de raadscommissie waarop de audit werd besproken, hij was van mening dat er toen toch min of meer een consensus over was om de personeelskosten budgettair neutraal te houden. De burgemeester-voorzitter beaamt dit. Raadslid H. Woestenborghs reageert hierop met de bedenking dat hij dit wel niet volledig terugvindt in de voorstellen die straks nog geagendeerd staan. Raadslid R. Dolhain wijst op het feit dat een tijd geleden door het bestuur op de gemeenteraad gezegd is geweest dat het met de gemeentefinancin goed zit. Deze week hebben de inwoners echter een blaadje in hun brievenbus gekregen waarin staat dat de schulden 30.000 euro per inwoner bedragen wat toch zeer veel is. Schepen K. Michielsen verwijst naar de vorige gemeenteraad waarop de gemeenterekening 2010 stond geagendeerd, in n van de bijlagen heeft men kunnen lezen dat de totale schuld per inwoner iets meer dan 800 euro bedraagt, wat neerkomt op 50 euro per jaar voor elke Beersenaar. Schepen M. Smans licht toe dat wat in het bewuste blaadje stond ging over de totale schuld van Belgi. Raadslid R. Dolhain vraagt hoeveel de schuld per inwoner zal bedragen wanneer de leningen voor de financiering van de renovatie van het zwembad en de bouw van de technische hal zullen worden aangegaan. Schepen K. Michielsen weet dat de schuld dan zal groeien, maar in 2010 bedroeg deze 800 euro per inwoner. Raadslid H. Woestenborghs vraagt hoeveel de schuld zal bedragen op het einde van deze legislatuur, rekening houdende met de geplande investeringen. Schepen K. Michielsen herhaalt dat deze inderdaad zal verhogen, maar hij heeft vorige keer ook gezegd dat hij bij 7 gemeenten de begroting heeft opgevraagd om een vergelijking te maken. Hij heeft kunnen vaststellen dat er gemeenten zijn met 35 miljoen euro schuld waar deze voor Beerse momenteel 13 miljoen bedraagt. Raadslid H. Woestenborghs meent dat schulden hebben niet erg is zolang deze niet de pan uitrijzen en men verstandig investeert. Hij had trouwens liever gezien dat Beerse 14 miljoen schuld had en genvesteerd had in zonnepanelen. Met: - 17 stemmen voor: S. Willemsens, K. Michielsen, J. De Meyer, I. Druyts, B. Craane, G. Adriaensen, J. Eyckens, H. Woestenborghs, P. Helsen, M. Veulemans, M. Smans, P. Van Roey, R. De Haeck, S. Poortmans , N. Wygers, V. Mertens en G. Daems - 7 onthouden zich: F. Smans, N. Van Laer, A. De Houwer, N. Mollen, R. Dolhain, J. Van Dijck en F. Torremans; Besluit : Enig artikel: Verleent goedkeuring aan de budgetwijziging 1 gewone dienst (nr. 2) en budgetwijziging 2 buitengewone dienst (nr. 3) als volgt: Gewone dienst codenummer Ontvangsten 000/951/01/2010 021/466/48 040/363/16/2010 040/372/01 Saldo budget 2011 Batig saldo gewone dienst 2010 Eliacomp. Via gemeentefonds diftar 2010 personenbelasting 2.347.548,31 247.939,00 0,00 4.235.231,41 1.879.128,31 2.460.130,21 14.011,00 1.801,00 84.060,59 4.807.678,52 261.950,00 1.801,00 4.319.292,00 omschrijving huidig bedrag wijziging nieuw krediet

30.06.2011 - 119 104/106/01/2010 104/161/06 104/465/01 12401/161/48 104/161/48/2010 124/161/48/2010 351/161/48/2010 421/161/48/2010 721/161/48/2010 722/161/48/2010 762/161/48/2010 764/161/48/2010 767/161/48/2010 844/161/48/2010 72201/161/48 762/161/01 844/380/48 874/180/01 877/106/01 877/161/01/2010 922/275/01 Uitgaven 040/415/01 101/116/01/2010 104/111/01/2005 104/111/01/2007 104/111/01/2009 104/111/01/2010 104/111/02/2009 104/111/02/2010 104/112/01/2007 104/112/01/2009 104/112/01/2010 104/112/02/2009 104/112/02/2010 104/113/02/2010 104/123/13/2010 104/125/02 104 01/434/01 124/125/12/2010 124/125/13/2010 131/115/01/2010 131/115/01 131/115/02 131/115/02/2005 131/115/02/2006 131/115/02/2007 131/115/02/2008 131/115/02/2009 131/115/02/2010 320/301/01 320/435/01/2010 cn's Idewe terugvord. Procedurekosten vergoeding rijksregister 2010 verg. gebruik lokalen Boudewijnstraat inhouding MTC 2010- adm. inhouding MTC 2010- concierge inhouding MTC 2010- brandweer inhouding MTC 2010-OW inhouding MTC 2010-bewak.sch. inhouding MTC 2010busverv./schoolonderhoud inhouding MTC 2010- cultuur inhouding MTC 2010- sport inhouding MTC 2010 - bib inhouding MTC 201O - IBO Premie Eandis Div. ontvangsten gemeenschapscentrum Kind en Gezin - opheffing vzw Matexi -drinkwatervoorziening pidpa - creditnota pidpa transportvergoeding saneringsbijdrage dividenden woonmij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 1.000,00 100.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 300,00 Totaal: 42.352,31 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 5.000,00 53.600,00 0,00 0,00 0,00 6.500,00 6.500,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 1.012,00 425,00 516,00 7.000,00 1.007,00 18,00 40,00 1.208,00 138,00 288,00 265,00 629,00 190,00 210,00 1.210,00 40.000,00 10.000,00 7.765,00 14,00 300,00 1.012,00 425,00 516,00 7.000,00 1.007,00 18,00 40,00 1.208,00 138,00 288,00 265,00 629,00 190,00 210,00 2.210,00 140.000,00 10.000,00 7.765,00 14,00 300,00

122,00 422,00 4.511.488,11 840,61 900,00 11.080,00 365,00 4.590,00 3.248,00 1.746,00 1.761,00 56,00 217,00 881,00 105,00 427,00 397,00 14.717,00 5.000,00 1.443,00 12.542,00 15.005,00 1.842,00 2.500,00 1.500,00 58,00 62,00 67,00 59,00 51,00 997,00 500,00 1.210,00 43.192,92 900,00 11.080,00 365,00 4.590,00 3.248,00 1.746,00 1.761,00 56,00 217,00 881,00 105,00 427,00 397,00 14.717,00 10.000,00 55.043,00 12.542,00 15.005,00 1.842,00 9.000,00 8.000,00 58,00 62,00 67,00 59,00 51,00 997,00 500,00 1.210,00

inningskosten personenbelasting pensioen gew.mandat. - 2010 reg. Wedden adm. - dienstj.priv reg. Wedden adm. - dienstj.priv reg. Wedden adm. - dienstj.priv reg. Wedden adm. - dienstj.priv reg. Wedden adm. - dienstj.priv reg. Wedden adm. - dienstj.priv reg.vakantiegeld adm - dienstj.priv reg.vakantiegeld adm - dienstj.priv reg.vakantiegeld adm - dienstj.priv reg.vakantiegeld adm - dienstj.priv reg.vakantiegeld adm - dienstj.priv reg.bijdragen RSZPPO - adm. informaticakosten 2010 mat. onderhoud gemeentehuis bijdrage stadsregio turnhout- 2de pensioenpijler elektri. 2010 - privaat patrimonium gas 2010 - privaat patrimonium fietsvergoeding 2010 fietsvergoeding 2011 stat. + contr. fietsvergoeding 2011 gesko's reg. Fietsvergoedingen reg. Fietsvergoedingen reg. Fietsvergoedingen reg. Fietsvergoedingen reg. Fietsvergoedingen reg. Fietsvergoedingen onwaarde GAS-facturen GAS-ambtenaar 2010

30.06.2011 - 120 351/111/08/2010 351/123/13 351/124/06/2006 421/111/01/2009 421/111/01/2010 421/111/02/2005 421/111/02/2006 421/111/02/2007 421/111/02/2008 421/111/02/2009 421/111/02/2010 421/112/01/2009 421/112/01/2010 421/112/02/2006 421/112/02/2008 421/112/02/2009 421/112/02/2010 421/124/06 421/127/06/2010 421/140/06/2010 421/140/13/2010 482/140/06 721/112/02/2010 721/124/02/2010 722/111/02/2009 722/111/02/2010 722/111/08/2010 722/111/19/2010 722/112/01/2010 722/112/02/2009 722/112/02/2010 722/121/01/2010 722/124/02/2010 761/125/06 762/111/01/2009 762/111/01/2010 762/112/01/2009 762/112/01/2010 762/113/02/2010 762/124/02/2010 762/122/04 76201/123 /06 764/111/01/2010 764/111/02/2005 764/111/02/2006 764/111/02/2007 764/111/02/2008 764/111/02/2009 764/111/02/2010 764/112/01/2010 764/112/02/2006 764/112/02/2007 764/112/02/2008 764/112/02/2009 764/112/02/2010 764/124/02/2010 vergoedingen brandweer 2010 informaticakosten brandweer Achterstal factuur BIPT - BW reg. Wedden pers.OW - dienstj.priv. reg. Wedden pers.OW - dienstj.priv. reg. Wedden pers.OW - dienstj.priv. reg. Wedden pers.OW - dienstj.priv. reg. Wedden pers.OW - dienstj.priv. reg. Wedden pers.OW - dienstj.priv. reg. Wedden pers.OW - dienstj.priv. reg. Wedden pers.OW - dienstj.priv. reg.vakantieg.pers.OW-dienstj.priv. reg.vakantieg.pers.OW-dienstj.priv. reg.vakantieg.pers.OW-dienstj.priv. reg.vakantieg.pers.OW-dienstj.priv. reg.vakantieg.pers.OW-dienstj.priv. reg.vakantieg.pers.OW-dienstj.priv. onderhoud materialen OW onderh. Voertuigen OW - 2010 onderh. Wegen - 2010 strooizout 2010 onderhoud waterlopen vakantiegeld 2010-kinderoppas scholen mat. kleuters 2010 reg.wedden schoolkuisers-dienstj. reg.wedden schoolkuisers-dienstj. middagtoezicht contractuelen middagtoezicht onderw.pers. vakantiegeld 2010- busbegeleiding reg. Vakantiegeld schoolk. reg. Vakantiegeld schoolk. verplaatsingskosten 2010 schoolmaterialen 2010 onderhoud jeugdlokalen reg.wedden cultuurdienst - dienstj. reg.wedden cultuurdienst - dienstj. reg. Vakantiegeld cultuurdienst reg. Vakantiegeld cultuurdienst reg. Patronale bijdrage cultuur materialen cultuur 2010 program. cultuur (doorst.tickets) cultuurbeleidsplan reg. Wedden sport - dienstj.priv reg. Wedden sport - dienstj.priv reg. Wedden sport - dienstj.priv reg. Wedden sport - dienstj.priv reg. Wedden sport - dienstj.priv reg. Wedden sport - dienstj.priv reg. Wedden sport - dienstj.priv vakantiegeld 2010- sportdienst reg.vakantiegeld sport- dienstj.priv reg.vakantiegeld sport- dienstj.priv reg.vakantiegeld sport- dienstj.priv reg.vakantiegeld sport- dienstj.priv reg.vakantiegeld sport- dienstj.priv mat. sportdienst 2010 0,00 5.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 4.000,00 0,00 0,00 0,00 25.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 5.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 90.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 14.350,00 5.000,00 1.059,00 8.345,00 9.019,00 52,00 195,00 59,00 106,00 7.709,00 9.640,00 545,00 1.339,00 16,00 17,00 732,00 21.312,00 2.000,00 1.900,00 19.027,00 81,00 10.000,00 3.795,00 116,00 208,00 294,00 862,00 9.999,00 3.884,00 24,00 1.331,00 174,00 166,00 3.000,00 1.777,00 1.801,00 132,00 132,00 282,00 15,00 40.000,00 3.000,00 2.595,00 130,00 308,00 307,00 340,00 2.667,00 3.905,00 4.666,00 19,00 22,00 22,00 205,00 204,00 124,00 14.350,00 10.000,00 1.059,00 8.345,00 9.019,00 52,00 195,00 59,00 106,00 7.709,00 9.640,00 545,00 1.339,00 16,00 17,00 732,00 21.312,00 6.000,00 1.900,00 19.027,00 81,00 35.000,00 3.795,00 116,00 208,00 294,00 862,00 9.999,00 3.884,00 24,00 1.331,00 174,00 166,00 8.000,00 1.777,00 1.801,00 132,00 132,00 282,00 15,00 130.000,00 3.000,00 2.595,00 130,00 308,00 307,00 340,00 2.667,00 3.905,00 4.666,00 19,00 22,00 22,00 205,00 204,00 124,00

30.06.2011 - 121 764/124/13/2010 766/124/02/2010 767/111/01/2009 767/111/01/2010 767/112/01/2009 767/112/01/2010 767/125/06 844/111/01/2010 844/112/01/2010 844/112/02/2010 844/123/17 875/124/06 878/124/02 879/331/01 energiekosten sportcompl. 2010 groenonderhoud 2010 reg. Wedden bib- dienstj. Priv reg. Wedden bib- dienstj. Priv reg.vakantieg. Bib- dienstj. Priv reg.vakantieg. Bib- dienstj. Priv onderhoud gebouw bib reg. Wedden IBO - dienstj. Priv reg.vakantiegeld IBO -dienstj.priv reg. Vakantiegeld 2010 - IBO opleidingskosten pers. IBO Zwerfkatten, ea Materialen onderhoud kerkhof subsidies milieuzorg 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 20.000,00 0,00 0,00 0,00 1.500,00 2.500,00 2.500,00 30.000,00 Totaal: Nieuw saldo gewone dienst: 412,00 1.200,00 1.108,00 290,00 57,00 52,00 10.000,00 1.427,00 2.590,00 4.348,00 2.500,00 5.000,00 3.000,00 30.000,00 345.159,61 4.166.328,50 412,00 1.200,00 1.108,00 290,00 57,00 52,00 30.000,00 1.427,00 2.590,00 4.348,00 4.000,00 7.500,00 5.500,00 60.000,00

Buitengewone dienst codenummer omschrijving huidig bedrag wijziging nieuw krediet

Ontvangsten Saldo budgetwijziging nr. 1 000/952/51/2010 Batig saldo buitengewone 2010 124/761/52 421/773/52 421/774/51 551/862/51 552/862/51 766/560/52 dienst 5.772.701,79 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal: Uitgaven 104/741/51 124/724/60/2010 351/744/51/2010 421/615/52 421/743/52 551/812/51 552/812/51 722/741/98 meubilair administratie/OW Deur bloemschiklokaal-bijk.uitgave reg. factuur mat. BW 2010 onwaarde subsidie module 10 aankoop lichte bestelwagens Volstorting deelneming Iveka gas Volstorting deelneming Iveka elek Klasmeubilair scholen 3.000,00 0,00 0,00 0,00 78.000,00 0,00 0,00 40.000,00 Totaal: Nieuw saldo buitengewone dienst: 88.079,79 484.939,43 3.000,00 180,00 150,00 1.748.323,00 1.653.369,00 21.251,00 3.999.292,22 5.000,00 4.000,00 400,00 4.178,00 10.000,00 1.748.323,00 1.653.369,00 20.000,00 3.445.270,00 554.022,22 8.000,00 4.000,00 400,00 4.178,00 88.000,00 1.748.323,00 1.653.369,00 60.000,00 6.257.641,22 3.000,00 180,00 150,00 1.748.323,00 1.653.369,00 21.251,00

verkoop grond Gierleseweg verkoop auto's verkoop motoculteur Terugbet. Deelneming Iveka Gas Terugbet. Deelneming Iveka Elekt. Matexi-investeringstoel. Speelpl. Kattespoelstraat

Retributiereglement betreffende de verkoopprijzen van dranken en andere verbruiksgoederen aan de gebruikers van het gemeenschapscentrum t Heilaar en de polyvalente hal de Pegger De Gemeenteraad,

30.06.2011 - 122 Uit overwegingen van billijkheid ten aanzien van het gedeelte van de inwoners dat geen gebruik wenst te maken van de dienstverstrekkingen en ten einde het evenwicht van de gemeentefinancin niet in het gedrang te brengen; Gelet op het feit dat de gemeenteraad een redelijke vergoeding voor de verstrekking van de prestaties dient te vragen die zoveel mogelijk de werkingskosten dekt (richtlijnen in de gemeentebegroting van de Gemeenschapsminister van Binnenlandse Aangelegenheden voor de gemeenten van het Vlaamse Gewest). Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 28 februari 2008 houdende goedkeuring van een retributiereglement betreffende de verkoopprijzen van dranken en andere verbruiksgoederen aan de gebruikers van de polyvalente zaal t Heilaar. Advies De Raad Van Bestuur van GC t Heilaar geeft een gunstig advies. Schepen J. De Meyer geeft toelichting. Raadslid G. Adriaensen zegt dat dit de prijzen zijn die de verenigingen betalen, hij vraagt of men ook zicht heeft op de verkoopprijzen die de verenigingen hanteren. Schepen J. De Meyer antwoordt dat elke vereniging vrij zijn prijzen bepaalt. Raadslid G. Adriaensen meent dat men er wel voor moet opletten dat er geen excessen ontstaan. Schepen J. De Meyer merkt op dat ze zichzelf dan wel uit de markt prijzen. Raadslid S. Poortmans wijst op het feit dat de leverancier van de dranken voor het gemeenschapscentrum geen drankenhandel is uit Beerse en hij voorstander is dat men de lokale middenstand steunt. Schepen J. De Meyer deelt mee dat de gemeente zich moet houden aan de wet op de overheidsopdrachten en dat om het x-aantal jaren een prijsvraag wordt georganiseerd. Raadslid S. Poortmans is van mening dat als de mogelijkheid zich voordoet, de voorkeur moet gegeven worden aan handelaars van Beerse. Zijn fractie Open VLD zal zich onthouden. Met: - 22 stemmen voor: S. Willemsens, K. Michielsen, J. De Meyer, I. Druyts, B. Craane, G. Adriaensen, F. Smans, J. Eyckens, H. Woestenborghs, P. Helsen, M. Veulemans, M. Smans, N. Van Laer, A. De Houwer, N. Mollen, R. Dolhain, J. Van Dijck, P. Van Roey, R. De Haeck, N. Wygers, F. Torremans en V. Mertens - 2 onthoudingen: S. Poortmans en G. Daems Besluit : Artikel 1: Met ingang van heden en voor een termijn eindigend op 31 december 2012 worden de verkoopprijzen van dranken en andere verbruiksgoederen aan de gebruikers van het gemeenschapscentrum t Heilaar en de polyvalente hal de Pegger vastgesteld volgens bijgevoegde prijslijst. Artikel 2: De hiervoor bedoelde rechten worden gend door de gemeenteontvanger tegen afgifte van een ontvangstbewijs. Artikel 3: Indien bij het onderzoek de commodo et incommodo geen bezwaren worden ingediend zal dit reglement als definitief aanzien worden en voor het nodige gevolg worden toegezonden aan de bevoegde overheid. Artikel 4: Trekt het gemeenteraadsbesluit van 28 februari 2008 houdende goedkeuring van een retributiereglement betreffende de verkoopprijzen van dranken en andere verbruiksgoederen aan de gebruikers van de polyvalente zaal t Heilaar, in.

Goedkeuring verlenging van OCMW-vereniging "Welzijnszorg Kempen" De Gemeenteraad,

30.06.2011 - 123 MOTIVERING Gelet op het Gemeentedecreet, inzonderheid artikel 2; Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn; Gelet op het OCMW-decreet van 19 december 2008; Gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk welzijn in zitting van 23 oktober 1990 om lid te worden van Welzijnszorg Kempen; Verwijzend naar artikel 232 van het OCMW-decreet waarin wordt bepaald dat de vereniging van rechtswege is ontbonden bij het verstrijken van de in de statuten vastgelegde duur als de verlenging vooraf niet verlengd en goedgekeurd wordt; Gelet op het feit dat de vereniging werd opgericht voor de duur van 30 jaar; Gelet op het feit dat de termijn van 30 jaar verstrijkt op 4 september 2012; Verwijzend naar artikel 224 van het OCMW-decreet dat bepaalt dat elke beslissing tot wijziging van de statuten, tot toelating van privaatrechtelijke rechtspersonen als deelgenoot, tot verlenging van de duur van de vereniging of tot vrijwillige ontbinding van de vereniging, is onderworpen aan hetzelfde toezicht als voor de oprichting van een vereniging, dat inhoudt dat het met redenen omkleed besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn tot oprichting en/of verlenging van de vereniging en de statuten van deze vereniging zijn onderworpen aan de goedkeuring van de betrokken gemeenteraad en aan de goedkeuring van de Vlaamse regering. Overwegende dat de OCMW-raad van oordeel is dat een verlenging van Welzijnszorg Kempen aangewezen is daar zij door het organiseren van overleg en samenwerking tussen de lokale besturen enerzijds en met alle relevante actoren in het brede regionale welzijns- en gezondheidsveld anderzijds en door het organiseren van gemeenschappelijke projecten en diensten die tegemoetkomen aan problemen die zich in de regio stellen, een meerwaarde en versterking levert voor het lokale sociale beleid; Overwegende dat het noodzakelijk werd om de oude statuten aan te passen, in hoofdzaak omdat zij hierdoor in overeenstemming worden gebracht met de nieuwe regelgeving, in het bijzonder met het nieuwe OCMW-decreet van 19 december 2008; Gelet op het voorstel van de Raad van Beheer van Welzijnszorg Kempen van 9 februari 2011 om een statutenwijziging door te voeren; Gelet op het ontwerp van statutenwijziging dat door de Raad van Beheer van Welzijnszorg Kempen ter goedkeuring aan de vennoten werd bezorgd; Gelet op het advies van het College van Burgemeester en Schepenen d.d. 4 april 2011; Gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk welzijn van Beerse in zitting van 19 april 2011 om de verlenging van de vereniging onderworpen aan hoofdstuk VIII van het OCMW-decreet van 19 december 2008 met name Welzijnszorg Kempen goed te keuren; Gelet op het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van Beerse in zitting van 19 april 2011 houdende de goedkeuring van de ontwerpstatuten;

OCMW-voorzitter S. Wouters licht toe dat Welzijnszorg Kempen begin de jaren 80 werd opgericht voor een termijn van 30 jaar welke nu verstrijkt en dat alle deelnemende OCMWs bereid gevonden zijn om verder samen te werken. Raadslid G. Adriaensen vraagt of er reeds werd nagedacht over de regioscreening in het kader van de interne staatshervorming waarbij het de bedoeling is om al de samenwerkingsverbanden in kaart te brengen waaraan de gemeentebesturen en OCMWs participeren, om te komen tot een vereenvoudiging van de structuren. Volgens het raadslid gaat dit voorstel van verlenging een beetje in tegen de filosofie van die regioscreening. Hij had namelijk begrepen dat men zou zeggen dat bijvoorbeeld de regio Turnhout of de regio Noorderkempen het gebied zou zijn waar de gemeenten op alle mogelijke terreinen zouden kunnen samenwerken en dat men zou trachten te snoeien in al die samenwerkingsverbanden. Het is zo dat Welzijnszorg Kempen die regio overstijgt.

30.06.2011 - 124 OCMW-voorzitter S. Wouters merkt op dat 19 gemeenten participeren aan Welzijnszorg Kempen en dat binnen de zorgsector op enorm veel vlakken wordt samengewerkt wat uniek is in Vlaanderen. Ook is er een zeer goede samenwerking met de scholen wat betreft de opleidingen in de sociale sector. Daar wordt heel veel in genvesteerd. Raadslid G. Adriaensen verwijst nog naar het verslag van Welzijnszorg Kempen, deze vereniging heeft een gemeenschappelijke dienst informatieveiligheid uitgebouwd welke heeft vastgesteld dat enkele OCMWs een ongemotiveerde raadpleging gedaan hebben van inkomensgegevens wat niet toegelaten is. De OCMW-voorzitter zegt dat het inderdaad niet kan dat men zomaar iemand anders zijn dossier gaat inkijken, maar dit geldt evenzeer voor ambtenaren van de gemeenten en politieagenten. Raadslid G. Adriaensen vraagt of het OCMW van Beerse instructies heeft gegeven m.b.t. het consulteren van dossiers. De heer S. Wouters antwoordt dat de personeelsleden ieder een eigen code hebben en, afhankelijk van de taken die zij uitoefenen, een andere machtiging hebben om dossiers te raadplegen. Raadslid G. Adriaensen wil er gewoon op wijzen dat bestanden enkel mogen gebruikt worden in functie van n of andere job en dat men als bestuur de informatieveiligheid moet bewaken en moet te kennen geven aan het personeel dat er bepaalde regels zijn die moeten gerespecteerd worden. Met eenparigheid van stemmen; Besluit : Artikel 1: Goedkeuring te verlenen aan de beslissing van de OCMW-raad de dato 19 april 2011 tot goedkeuring van de verlenging van de duur van de vereniging Welzijnszorg Kempen voor een termijn van 30 jaar ingaande op 5 september 2012. Artikel 2: Goedkeuring te verlenen aan de beslissing van de OCMW-raad de dato 19 april 2011 tot goedkeuring van het voorliggende ontwerp van statutenwijziging en aan voorliggend ontwerp van de statuten, in bijlage bij de beslissing van 19 april 2011 van de Raad van Maatschappelijk Welzijn. Artikel 3: Onderhavige beslissing over te maken aan het OCMW van Beerse en aan de Vlaamse regering.

Toetreding OCMW tot Sociaal Verhuurkantoor Kempen en Noorderkempen De Gemeenteraad, MOTIVERING Gelet op het Gemeentedecreet ; Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn; Gelet op het OCMW-decreet van 19 december 2008; Gelet op artikel 243 van het OCMW-decreet dat bepaalt dat een OCMW in welomschreven gevallen kan toetreden tot een vereniging zonder winstoogmerk; Gelet op het feit dat de mogelijkheid om te participeren in een vzw wordt beperkt wordt tot enkele mogelijke toepassingen (artikel 243 van het OCMW-decreet); Gelet op het feit dat de toetreding tot een sociaal verhuurkantoor binnen deze toepassingen past omdat de subsidirende overheid aan sociaal verhuurkantoren oplegt dat zij de vorm aannemen van een vzw of vso; Gelet op de beslissing van de Raad van Bestuur van de vzw Sociaal Verhuurkantoor Kempen en Noorderkempen van 9 mei 2011 om een statutenwijziging door te voeren; Gelet op het ontwerp van statutenwijziging dat door de Raad van Bestuur van Sociaal Verhuurkantoor Kempen en Noorderkempen ter goedkeuring aan de vennoten werd bezorgd;

30.06.2011 - 125 Gelet op de historisch nauwe samenwerking tussen het OCMW en het sociaal verhuurkantoor; Gelet op de wenselijkheid van een formele toetreding en vertegenwoordiging van OCMW s in de VZWs van SVK Kempen en Noorderkempen; Overwegende dat het noodzakelijk werd om de oude statuten aan te passen, in hoofdzaak omdat hierdoor de rechtstreekse toetreding van een OCMW mogelijk wordt gemaakt Gelet op het advies van het College van Burgemeester en Schepenen d.d. 6 juni 2011. Gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk welzijn in zitting van 21 juni 2011 om formeel toe te treden tot de vzw Sociaal Verhuurkantoor Kempen en Noorderkempen; Gelet op het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn in zitting van 21 juni 2011 houdende de goedkeuring van de ontwerpstatuten van de VZW sociaal Verhuurkantoor Kempen en Noorderkempen d.d. 09/05/2011; Met eenparigheid van stemmen; Besluit : Artikel 1: Goedkeuring te verlenen aan de beslissing van de OCMW-raad de dato 21 juni 2011 om toe te treden tot de vzw Sociaal Verhuurkantoor Kempen en Noorderkempen.) Artikel 2: Goedkeuring te verlenen aan de beslissing van de OCMW-raad de dato 21 juni 2011 tot goedkeuring van het voorliggende ontwerp van statutenwijziging van de VZW dd 09/05/2011, zoals in bijlage bij de betreffende beslissing van de Raad van Maatschappelijk Welzijn.

Uniform Gemeentelijke Politieverordening - goedkeuring wijzigingen De Gemeenteraad, MOTIVERING Voorgeschiedenis De beslissing van de gemeenteraad van 31 mei 2007 houdende goedkeuring van de Uniform Gemeentelijke Politieverordening. De beslissingen van de gemeenteraad van 29 januari 2008, van 27 november 2008 en van 25 juni 2009 houdende goedkeuring van wijzigingen aan de Uniform Gemeentelijke Politieverordening. Feiten en context In de Uniform Gemeentelijke Politieverordening werden onlangs wijzigingen aangebracht in de volgende hoofdstukken: - Afdeling I Inname van de openbare weg - Afdeling II Veiligheid en gemak van doorgang op de openbare weg - Afdeling III Ambulante en kermisactiviteiten - Afdeling IV Openbare gezondheid - Afdeling V Openbare veiligheid - Afdeling VI Openbare rust en orde Juridische grond Artikel 119 van de nieuwe gemeentewet bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke politieverordeningen maakt. Advies De bespreking en de beslissingen genomen op het politiecollege van 23 april 2007, 21 april 2008, 20 april 2009, 19 april 2010 en 18 april 2011 aangaande de bijwerkingen; Het advies van de politieraad van 8 mei 2007 en 6 mei 2008, 5 mei 2009, 4 mei 2010 en 3 mei 2011 aangaande de bijwerkingen. Argumentatie

30.06.2011 - 126 Een periodieke bijwerking van de uniform gemeentelijke politieverordening is opportuun omwille van de wijzigingen in de hogere wetgevingen, alsmede omwille van de aanpassing aan de maatschappelijke evolutie. De burgemeester-voorzitter deelt mee dat het UGP werd aangepast naar aanleiding van wijzigingen in de hogere wetgeving en dat er ook enkele belangrijke hoofdstukken zijn aan toegevoegd o.a. betreffende de brandveiligheid in publiek toegankelijke gebouwen. Dit op vraag van de brandweerzone, men wil namelijk tot een uniformiteit komen binnen de zone en men wil ook de uitbaters van publiek toegankelijke gebouwen kunnen sanctioneren indien hun inrichting niet aan de gestelde brandveiligheidseisen voldoet. Tevens is er een nieuw hoofdstuk i.v.m. het spijbelen van minderjarigen. Dit is besproken geweest in de veiligheidscel. Het parket is namelijk niet de mogelijkheid om al degenen die betrapt worden op spijbelen te sanctioneren, daarom werd voorgesteld om dit op te nemen in het UGP zodanig dat een administratieve sanctie kan opgelegd worden. Verder is er op vraag van de korpschef een hoofdstuk voorzien m.b.t. het afleveren van vergunningen aan horecazaken. In de toekomst zal niet alleen een moraliteitsonderzoek gebeuren maar ook een financieel onderzoek, dit om maffiapraktijken tegen te gaan. Raadslid H. Woestenborghs zegt dat het goed is om zon reglement te hebben maar nog belangrijker is dat het wordt toegepast . Het is de politie die hier een sleutelrol in heeft. Hij pleit ervoor dat er een lik-op-stuk-beleid komt voor degenen die in de fout gaan. Men moet er toe komen dat de politie effectief optreedt als bijvoorbeeld de kerk wordt beklad, als mensen lastig worden gevallen, Nu is het zelfs zo dat jongeren die wat rondhangen maar niets verkeerd doen, ook scheef worden bekeken. Het raadslid dringt erop aan dat de politie regelmatig in het straatbeeld aanwezig is, zoals onder meer op een zaterdagavond in de omgeving van het kerkplein, en dan ook werkelijk optreedt als er overtredingen worden vastgesteld. De burgemeester-voorzitter deelt mee dat er een overleg heeft plaatsgevonden met de directies van het deeltijds onderwijs die het probleem hebben aangekaart van hun jongeren die op het kerkplein rondhangen, daar met brommers rondrijden, enz. De politiecommissaris was hier eveneens op aanwezig en hij is trouwens met deze zaak bezig. Ook is er binnen de politiezone een project gestart rond hangjongeren. Men gaat proberen contact te krijgen met die jongeren via snap cards. De burgemeester-voorzitter verduidelijkt wat voor soort kaarten dit zijn en dat het de bedoeling is dat de politieagent met dergelijke kaarten contact tracht te zoeken met de jongeren. Verder deelt hij nog mee dat de identiteit van degenen die in de omgeving van de kerk rondhangen gekend is bij de politie. Raadslid H. Woestenborghs merkt nog op dat hij vaak hoort zeggen dat jongeren zich vervelen. Het zou interessant zijn om hen iets te kunnen aanbieden waarmee zij zich zouden kunnen bezighouden, dit zou zelfs iets nuttigs kunnen zijn voor de samenleving. Volgens het raadslid mag men zich niet beperken tot enkel het optreden van de politie als de wet wordt overtreden. Raadslid S. Poortmans zegt dat men het ook niet mag bekijken als een probleem dat zich alleen rond de kerk voordoet. Hij deelt mee vandaag nog de politie gebeld te hebben omdat kinderen en ouders werden geterroriseerd op het speelplein in de bloemenwijk door hangjongeren. Deze bekladden daar ook de gevels van de woningen en laten blikjes bier en ander afval achter op het speelplein. Ook rijden zij daar met brommers op ondanks dat er een plakkaat staat dat dit verboden is. De bewoners durven zelf niet naar de politie bellen omdat zij angst hebben dat de jongeren dan te weten zouden komen wie er gebeld heeft. Veel kinderen van de wijk mogen niet meer naar het speelplein gaan daar waar dit toch initieel voor aangelegd is. Het raadslid besluit dat dit een probleem dat zich ook kan stellen op andere pleinen en speelpleinen en niet enkel beperkt is tot het kerkplein. De burgemeester-voorzitter zegt dit te zullen melden aan de politie. Hij deelt nog mee dagelijks vroegnotas te krijgen van al de oproepen die bij de politie zijn binnengekomen en dat het hem verbaast dat er weinig oproepen bij zijn vanuit de bloemenwijk. Hij zou toch voor willen pleiten dat de mensen naar de politie zouden bellen als er zich problemen voordoen. Het is niet zo dat de politie gaat zeggen door wie ze gestuurd zijn, dat blijft anoniem. Raadslid S. Poortmans stelt voor om in Beerse BinnensteBuiten een artikel te plaatsen waar de mensen duidelijk wordt gemaakt dat, als er zich dergelijke problemen voordoen, zij er goed aan doen om dit aan de politie te melden. Het is een probleem dat enorm leeft onder de mensen en waar velen ook mee geconfronteerd worden. Raadslid S. Poortmans merkt nog op dat men het samenscholen niet kan verbieden maar dat men toch kan optreden tegen de jongeren die met brommers in het centrum rondrijden en niet verzekerd zijn, die schade toebrengen aan autos, lawaaihinder veroorzaken en dronken of stoned zijn. Raadslid N. Mollen verwijst naar de toelichting van de burgemeester-voorzitter betreft het afleveren van vergunningen voor horecazaken en dat er in de toekomst ook een financieel onderzoek zal gebeuren om maffiapraktijken tegen te gaan. Hij vraagt, als er financieel gewoeker

30.06.2011 - 127 wordt vastgesteld, of dit ook zal doorgegeven worden aan de cel georganiseerde misdaad en dit effectief zal onderzocht worden. De burgemeester-voorzitter antwoordt hierop bevestigend. Raadslid F. Smans merkt op dat het politiereglement een zeer lijvig document is waarin ook verwezen wordt naar wetgeving die elders beschreven staat en waardoor het reglement telkens moet bijgewerkt worden. Hij vreest, gezien het omvangrijke document, dat het risico bestaat dat niemand het nog gebruikt. Nu moeten de inwoners en de verenigingen echt gaan zoeken wat voor hen van toepassing is. Er is rond horeca, stedenbouw, brandveiligheid, enz. sowieso een heleboel wetgeving van toepassing en door deze ook nog eens op te nemen in het UGP maakt dit volgens hem het reglement er niet leesbaarder op. De burgemeester-voorzitter merkt op dat voor drie jaar de suggestie werd gedaan om bepaalde topics uit het UGP via cartoons aan de bevolking kenbaar te maken. Raadslid H. Woestenborghs voegt hier nog aan toe dat de website een ideaal medium is om de bevolking te informeren over wat er in het UGP staat, maar men moet wel enkel de zaken die voor de inwoners, verenigingen en handelaars belangrijk zijn daar uitlichten. De burgemeester-voorzitter stelt voor op de politieraad van volgende maandag te vragen naar de stand van zaken van de cartoons. Raadslid S. Poortmans zegt dat aan het kerkplein een pictogram hangt met aanduiding dat er camerabewaking is, maar hij heeft nergens een camera zien hangen. Hij vraagt zich af of het niet beter zou zijn de camera op een zichtbare plaats te hangen, dit schrikt de vandalen misschien af. Het raadslid informeert of de camera tijdelijk wordt opgehangen of dat het de bedoeling is dat deze permanent blijft staan want dat zou vele problemen kunnen oplossen. De burgemeester-voorzitter deelt mee dat dit tijdelijke cameras zijn en ook dat de politieraad heeft beslist om zeven mobiele cameras te gaan aankopen zodanig dat elke politiepost er n ter beschikking heeft. Deze kunnen dan ingezet worden bij allerlei manifestaties en op plaatsen waar zich problemen voordoen wat betreft de openbare rust en orde. Er is nog wel een probleem, met name hebben die cameras geen hoge resolutie waardoor hun gebruik toch beperkt is. De burgemeester-voorzitter zegt dat hij bij de budgetbesprekingen wil voorstellen dat de gemeente een hoge resolutiecamera zou aankopen die overal kan ingezet worden. Raadslid S. Poortmans geeft nog aan dat hij principieel geen voorstander is van camerabewaking, maar wel als dit het probleem aan het kerkplein zou kunnen oplossen. Met eenparigheid van stemmen; Besluit : Artikel 1: Goedkeuring te hechten aan de bijwerkingen van de Uniform Gemeentelijke Politieverordening zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 31 mei 2007 en gewijzigd bij beslissingen van de gemeenteraad van 29 januari 2008, van 27 november 2008, van 25 juni 2009, van 29 april 2010 en van 24 juni 2010 zoals gevoegd in bijlage bij dit besluit.

Reglement van orde vissen visputten 'Oosteneinde' en 'Ginnekenshoek' De Gemeenteraad, MOTIVERING Voorgeschiedenis De gemeenteraad heeft op 20 december 2001 een politiereglement goedgekeurd dat van toepassing is op het vissen in de gemeenteputten. Feiten en context Sinds de goedkeuring van de uniform gemeentelijke politieverordening is het hoger genoemd reglement ingetrokken. Juridische grond Artikelen 119 en 135 2 nieuwe gemeentewet. Argumentatie Dit reglement van orde is van toepassing op de visputten Oosteneinde en Ginnekenshoek die deel uitmaken van respectievelijk de domeinen De Huffelen en Ginnekenshoek-Vogelzang.

30.06.2011 - 128

De gemeente Beerse is verantwoordelijk voor het beheer van het viswater en de bijhorende infrastructuur. Schepen J. De Meyer licht toe dat op deze visputten het ganse jaar door mag gevist worden alleen op snoek vissen en lepelen mag slechts van 1 juni tot 1 januari. De visplaatsen kunnen niet opgeist worden. Er is ook nog het algemeen politiereglement dat van toepassing is en het is aan de politie om daar toezicht op te houden. Raadslid H. Woestenborghs vraagt of de prijzen van de patenten zijn vastgelegd in een retributiereglement. Schepen J. De Meyer deelt mee dat dit op Vlaams niveau geregeld is. Met eenparigheid van stemmen; Besluit : Artikel 1: Keurt het reglement van orde vissen visputten Oosteneinde en Ginnekenshoek goed zoals gevoegd in bijlage bij dit besluit.

Reglement van orde vissen visput 'De Pomp' De Gemeenteraad, MOTIVERING Feiten en context Er is tot op heden geen reglement van orde van toepassing op de visput De Pomp. Juridische grond Artikel 135 2 Nieuwe Gemeentewet. Argumentatie Dit reglement van orde is van toepassing op de visput De Pomp dat deel uitmaakt van het natuurdomein De Pomp-Poelberg (grondgebied Beerse en Rijkevorsel). De visput ligt volledig op het grondgebied van de gemeente Beerse. Het Agentschap voor Natuur en Bos is verantwoordelijk voor het beheer van het viswater en de bijhorende infrastructuur. Schepen J. De Meyer licht toe dat deze visput werd aangekocht door het Agentschap Natuur en Bos. Dit reglement is voorgelegd geweest aan de visclub, deze kan zich moeilijk verzoenen met het feit dat tijdens de paaitijd het viswater volledig gesloten is. Daarvan zegt ANB dat dit op Vlaams niveau bepaald is en zij daar niet van wil afwijken. Met eenparigheid van stemmen; Besluit : Artikel 1: Keurt het reglement van orde vissen visput De Pomp goed zoals gevoegd in bijlage bij dit besluit.

Lokaal toewijzingsreglement - goedkeuring De Gemeenteraad, MOTIVERING Gelet op de Vlaamse Wooncode, inz. art. 95.3.

30.06.2011 - 129 Gelet op het besluit van de Vlaamse regering tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode d.d. 12 oktober 2007 (kaderbesluit sociale huur), inz. art. 26 tot en met art. 29. Overwegende dat dit besluit vanaf 1 januari 2008 een standaardregime voorziet voor de toewijzing van sociale woningen, met daarnaast de mogelijkheid van een eigen gemeentelijk toewijzingsreglement. Overwegende dat men in dit gemeentelijk toewijzingsreglement: rekening kan houden met de lokale binding van de kandidaat-huurders; rekening kan houden met de woonbehoeftigheid van sociale doegroepen; werken aan een de verstoorde of bedreigde leefbaarheid in bepaalde wijken of complexen. Overwegende dat het schepencollege op 17 november 2008 principieel akkoord ging met de opmaak van een lokaal toewijzingsreglement, en hiervoor een werkgroep samenstelde. Gelet op de goedkeuring van het gemeentelijk reglement voor de toewijzing van sociale huurwoningen en doelgroepenplan ouderen (lokaal toewijzingsreglement) door de gemeenteraad in zitting van 28 mei 2009; Gelet op de voorlopige en gedeeltelijke afwijzing van het lokaal toewijzingsreglement Beerse door Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie d.d. 1 oktober 2009 met betrekking tot de voorrangsregeling voor ouderen. Gelet op de omzendbrief W/2011/01 betreffende de opmaak van een lokaal toewijzingsreglement voor ouderen van 17 februari 2011 waarin wordt gevraagd om de leeftijdsgrens van de doelgroep ouderen op te trekken van 55 naar 65 jaar. Overwegende dat het schepencollege op 30 mei 2011 de totstandskomingsprocedure voor het lokaal toewijzingsreglement vastlegde. Gelet op de samenkomst van het lokaal woonoverleg op 8 juni 2011 waarbij het lokaal toewijzingsreglement werd aangepast. Op voorstel van het schepencollege. Schepen J. De Meyer verwijst naar het feit dat het lokaal toewijzingsreglement op de gemeenteraad is geweest van 28 mei 2009. Er is dan een voorlopige en gedeeltelijke afwijzing geweest van het reglement door de minister met betrekking tot de voorrangsregeling voor ouderen. Daarna kwam er de omzendbrief om de leeftijdsgrens van de doelgroep ouderen op te trekken van 55 naar 65 jaar. Het woonoverleg is terug bijeengekomen en het toewijzingsreglement werd aangepast cfr. de omzendbrief. Raadslid H. Woestenborghs zegt dat bij de vorige behandeling van dit reglement hierover een discussie is geweest en dat zijn fractie Sp.a heeft opgemerkt niet goed te begrijpen waarom er alleen gefixeerd of georinteerd wordt op ouderen en dat het begrip sociaal niet enkel kan gedefinieerd worden met mensen ouder dan 65. Schepen J. De Meyer merkt hierbij op dat het sociaal huurstel per definitie slaat op sociaal. Raadslid H. Woestenborghs beaamt dit maar vindt het raar dat men binnen die doelgroep wil focussen op ouderen. Hij vraagt waarom een alleenstaande vrouw met twee kinderen niet in aanmerking zou kunnen komen. Schepen J. De Meyer geeft aan dat die wel in aanmerking komen voor een sociale huurwoning, maar niet voor deze soort woningen. Raadslid G. Adriaensen stelt vast dat 43 woningen bestemd zijn voor de doelgroep ouderen, hij vraagt hoeveel woningen er dan nog beschikbaar zijn voor de andere sociale categorien. Schepen J. De Meyer deelt mee dat alle overige woningen hiervoor beschikbaar zijn, wat de bouwmaatschappij De Noorderkempen betreft gaat het over een 300-tal woningen, wat de Ark betreft kent hij niet het juiste aantal. Raadslid H. Woestenborghs concludeert dat dus 10% van de woningen wordt voorbehouden voor de doelgroep ouderen en hij vraagt waarom hier geen andere categorien aan kunnen toegevoegd worden.

30.06.2011 - 130 Schepen J. De Meyer deelt mee dat het reglement vergelijkbaar is met dit van andere gemeenten. Wat in Beerse niet gebeurt dat is de afbakening voor mensen met een handicap. Meestal gaat de vraag dan uit van een voorziening of een instelling maar in Beerse is dergelijke vraag nog niet gesteld geweest. Raadslid H. Woestenborhgs meent dat dit een duidelijke voorbeeldgroep is die ook de moeite waard is om mee te nemen. Schepen M. Smans licht toe dat bij nieuwe bouwprojecten er degelijk rekening wordt gehouden dat voor die categorie van mensen aangepaste woningen ter beschikking komen. Raadslid H. Woestenborghs zegt dat zijn fractie zich zal onthouden omdat zij niet akkoord kunnen gaan met die focus op ouderen. De burgemeester-voorzitter zegt zijn opmerking mee te zullen nemen. Raadslid G. Adriaensen vindt dat men best een antwoord zou krijgen van de directies van de Noorderkempen en de Ark. Schepen M. Smans wil nog even meegeven dat er een enorme toevloed is van aanvragen voor sociale woningen en dat er in de toekomst nog heel wat zal moeten gerealiseerd worden. Met: - 22 stemmen voor: S. Willemsens, K. Michielsen, J. De Meyer, I. Druyts, B. Craane, F. Smans, J. Eyckens, P. Helsen, M. Veulemans, M. Smans, N. Van Laer, A. De Houwer, N. Mollen, R. Dolhain, J. Van Dijck, P. Van Roey, R. De Haeck, S. Poortmans , N. Wygers, F. Torremans, V. Mertens en G. Daems - 2 onthoudingen: G. Adriaensen en H. Woestenborghs Besluit : Artikel 1: Het lokaal toewijzingsreglement wordt goedgekeurd. Artikel 2: Het administratief dossier betreffende het toewijzingsreglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het departement RWO van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Woonbeleid.

Subsidiereglement voor vernieuwende en gemeenschapsvormende projecten - wijziging De Gemeenteraad, MOTIVERING Voorgeschiedenis De gemeenteraad heeft in zitting van 26 november 2009 een subsidiereglement goedgekeurd voor vernieuwende en gemeenschapsvormende projecten. Feiten en context Er werden, sinds het reglement van kracht is, een aantal aanvragen ingediend. Vastgesteld werd dat de posten die tot hiertoe in aanmerking kwamen voor subsidie, net de posten zijn waarop verenigingen kunnen besparen waardoor ze uiteindelijk minder subsidies zouden krijgen dan ze toegewezen kregen. Andere posten daarentegen verhogen de kwaliteit van het project en bieden geen onderhandelingsruimte voor verenigingen. De cultuurdienst stelt voor de posten die in aanmerking komen voor subsidie uit te breiden. Advies De culturele raad adviseerde positief op de vergadering van 30 mei 2011. Schepen J. De Meyer licht toe dat enkel artikel 6 wordt aangepast in die zin dat het aantal posten die in aanmerking komen voor subsidie worden uitgebreid met verzekering, auteursrechten, aankoop materialen en programmatiekosten (artiesten). Raadslid H. Woestenborghs vraagt een aantal voorbeelden van projecten die voor deze subsidie in aanmerking komen. Raadslid F. Smans deelt mee dat de Gezinsbond, KWB, VIB en jeugdverenigingen van Vlimmeren tijdens het laatste weekend van augustus samen een kampeerweekend organiseren. Dit jaar werd geen subsidie aangevraagd omdat een aantal van de kosten die zij hebben inderdaad niet in het reglement stonden vermeld.

30.06.2011 - 131 Schepen J. De Meyer deelt mee dat ook OKRA met enkele andere verenigingen in dit kader samen een activiteit organiseren. Met eenparigheid van stemmen; Besluit : Enig artikel: Het artikel 6 van het gemeenteraadsbesluit van 26 november 2009 houdende goedkeuring van het subsidiereglement voor vernieuwende en gemeenschapsvormende projecten wordt ingetrokken en vervangen als volgt: Artikel 6: posten die in aanmerking komen voor subsidie Posten die in aanmerking komen voor subsidie zijn promotie, drukwerk, huur materialen en huur zalen, verzekering, auteursrechten, aankoop materialen en programmatiekosten (artiesten). Het toe te kennen subsidiebedrag bedraagt 50% van de kosten op deze posten met een maximum van 1000 euro.

Onderhoud- en herstellingswerken betonverhardingen: aannemingsvoorwaarden De Gemeenteraad, MOTIVERING Juridische grond Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; de uitdrukkelijke motiveringsplicht van

Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 15; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 3, 1; Gelet op de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Overwegende dat in het kader van de opdracht Onderhouds- en herstellingswerken van betonverhardingen een bijzonder bestek met nr. 2011-685 werd opgesteld door Openbare Werken; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 73.611,84 excl. btw of 89.070,33 incl. 21% btw; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare aanbesteding; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het budget van 2011, op artikel 42101/735-60 van de buitengewone dienst en dat de financiering gebeurt met eigen middelen; Financile Weerslag Buitengewone dienst Raming : 73.611,84 excl. btw of 89.070,33 incl. 21% btw Begrotingscode : 42101/735-60

30.06.2011 - 132 Beschikbaar krediet : 90.000,00 Schepen I. Druyts deelt mee dat in de Rijkevorselseweg, de Gierledijk in Vlimmeren, de Brugstraat en de Kwikstraat een aantal betonplaten zullen vervangen of hersteld worden. Raadslid F. Smans verwijst naar de Gierledijk waar een aantal van de rioolkolken vrij diep liggen en vraagt of samen met de herstellingswerken deze zullen worden verhoogd.. Hij heeft dit in het verleden trouwens al een paar keer gevraagd. Schepen I. Druyts deelt mee dat het hier enkel gaat over onderhoudswerken wat betekent dat alleen op de stukken waar ernstige schade is, de totale plaat wordt vervangen en op andere plaatsen waar de schade beperkt is, enkel dit gedeelte van de betonplaat wordt hersteld. Raadslid F. Smans wenst hier toch bij op te merken dat het meestal zo is dat op de plaatsen waar de betonplaat begint te lossen er ergens een doorsijpeling zal zijn van de riool en dat op die zelfde plaatsen de kolken dieper wegzakken ten opzichte van het wegdek. Schepen I. Druyts zegt de opmerking te zullen meenemen. Raadslid G. Adriaensen leest in het ontwerpbesluit dat de opdracht zal gegund worden bij wijze van openbare aanbesteding maar in het bijgevoegde bestek spreekt men van onderhandelingsprocedure. Schepen I. Druyts deelt mee dat de opdracht zal gegund worden via een openbare aanbesteding. Raadslid G. Adriaensen merkt op dat het bestek dan wel moet aangepast worden. Schepen I. Druyts zegt dit te zullen melden. De burgemeester-voorzitter vraagt de stemming, rekening houdende met de opmerking van raadslid G. Adriaensen dat het bestek dient te worden aangepast. Met eenparigheid van stemmen; Besluit : Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. 2011-685 en de raming voor de opdracht Onderhouds- en herstellingswerken van betonverhardingen, opgesteld door Openbare Werken. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 73.611,84 excl. btw of 89.070,33 incl. 21% btw. Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare aanbesteding. Artikel 3: Het standaard publicatieformulier wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau. Artikel 4: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget van 2011, op artikel 42101/735-60 van de buitengewone dienst.

School Schransdries: vervangen van verwarmingsketel - aannemingsvoorwaarden De Gemeenteraad, MOTIVERING Juridische grond Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; de uitdrukkelijke motiveringsplicht van

Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht;

30.06.2011 - 133 Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 15; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 3, 1; Gelet op de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Overwegende dat in het kader van de opdracht School Schransdries: vervangen van verwarmingsketel een bijzonder bestek met nr. 2011-668 werd opgesteld door Openbare Werken; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 132.326,00 excl. btw of 160.114,46 incl. 21% btw; Overwegende dat een deel van de kostprijs gesubsidieerd wordt door agion, Koning Albert II - laan 35, bus 75 te 1030 Brussel; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare aanbesteding; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het budget van 2011, op artikel 722/724-60 van de buitengewone dienst en dat de financiering gebeurt met eigen middelen en subsidies; Financile Weerslag Buitengewone dienst Raming : 132.326,00 excl. btw of 160.114,46 incl. 21% btw Begrotingscode : 722/724-60 Beschikbaar krediet : 200.000,00 Schepen I. Druyts licht toe dat reeds een aantal jaren er problemen zijn met de verwarmingsketel in de school Schransdries en het nu zover is dat deze niet meer kan hersteld worden. Er werden voor dit project subsidies aangevraagd welke ook zijn toegezegd. Door Ingenieursbureau Studie 10 werd een volledige studie opgemaakt voor de renovatie van de twee stookplaatsen van de school. Raadslid H. Woestenborghs merkt op dat de kostprijs wordt geraamd op een 200.000 euro. Gezien het hier toch over een vrij groot bedrag gaat zou hij graag willen vernemen hoeveel er jaarlijks zal kunnen bespaard worden op het energieverbruik door de vernieuwing van de verwarmingsketels. Schepen I. Druyts antwoordt dat dit 35% bedraagt op jaarbasis en, indien men ook rekening houdt met de subsidies die men hiervoor krijgt, op 4 5 jaar de ketels zijn terugverdiend. Met eenparigheid van stemmen; Besluit : Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. 2011-668 en de raming voor de opdracht School Schransdries: vervangen van verwarmingsketel, opgesteld door Openbare Werken. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 132.326,00 excl. btw of 160.114,46 incl. 21% btw. Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare aanbesteding. Artikel 3: Een subsidie zal aangevraagd worden bij de subsidirende instantie agion, Koning Albert II - laan 35, bus 75 te 1030 Brussel. Artikel 4:

30.06.2011 - 134 Het standaard publicatieformulier wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau. Artikel 5: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget van 2011, op artikel 722/724-60 van de buitengewone dienst.

Vacantverklaring functie financieel beheerder met wervingsreserve - goedkeuring functiebeschrijving financieel beheerder De Gemeenteraad, MOTIVERING Voorgeschiedenis De gemeenteraad aanvaardde op 24 februari 2011 het ontslag van de heer Staf Wijnants, gemeenteontvanger, met ingang van 1 maart 2012. Feiten en context Vanaf 1 maart 2012 is de functie van financieel beheerder (gemeenteontvanger) vacant. Juridische grond Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 bepaalt dat de aanstellende overheid een functie vacant verklaart. Artikel 106, legt de bevoegdheid voor het aanstellen van personeel bij het college van burgemeester en schepenen, behoudens in de gevallen waarin door of krachtens de wet of het decreet die bevoegdheid aan de gemeenteraad is opgedragen. Artikel 43 2, 7 van het Gemeentedecreet legt de bevoegdheid voor het aanstellen en ontslaan van de financieel beheerder bij de gemeenteraad. Artikel 2 van de Rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor de aanstelling van de decretale graden. Volgens het Gemeentedecreet artikel 84 kan de nieuwe financieel beheerder ten vroegste zes maanden voor de beindiging van het ambt van de uittredende financieel beheer in dienst treden. Het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 16 januari 2009 (B.S. 29 januari 2009). In artikel 23-24 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 over de rechtspositieregeling gemeentepersoneel zijn specifieke bepalingen voor de aanwerving van een financieel beheerder van de gemeente opgenomen. Deze bepalingen werden opgenomen in artikel 28 van de Rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel. De raad stelt de functiebeschrijving vast voor de functie van financieel beheerder. De raad stelt de selectieprocedure vast. De rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 juni 2009 en gewijzigd door de gemeenteraad van 24 september 2009, 29 april 2010 en 28 oktober 2010. De aanwervingsprocedure beschreven in de rechtspositieregeling voor het personeel van het gemeentebestuur voorziet dat de aanstellende overheid de wijze van externe bekendmaking van een vacature moet omschrijven in de vacantverklaring. De rechtspositieregeling voor het personeel van het gemeentebestuur voorziet dat de aanstellende overheid in de vacantverklaring vermeldt of er een wervingsreserve wordt aangelegd. Artikel 18 van de Rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel bepaalt dat het college van burgemeester en schepenen nominatief de leden van de selectiecommissie aanwijst voor de selectie van de financieel beheerder. Artikel 25 van de Rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel geeft de aanstellende overheid de mogelijkheid om de aanleg van een wervingsreserve te voorzien voor de duur van n jaar, verlengbaar tot maximaal vijf jaar.

30.06.2011 - 135 Artikel 31 van de Rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel bepaalt dat de selectietechnieken voor de functie van financieel beheerder in elk geval een proef die het financieel-economisch inzicht van de kandidaten toetst bevatten, evenals de managements- en leiderschapscapaciteiten. De test die de managements- en leiderschapscapaciteiten van de kandidaten toetst, moet uitgevoerd worden door een extern selectiebureau. Artikel 41 1 van de Rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel bepaalt dat een vacante betrekking wordt ingevuld door een aanwervingsprocedure in combinatie met een bevorderingsprocedure. Ook bepaalt de Rechtspositieregeling dat, om voor bevordering in aanmerking te komen, de kandidaten een minimale niveauancinniteit moeten hebben. De gemeenteraad bepaalt autonoom welke soort ancinniteit vereist is. De specifieke bevorderingsvoorwaarden voor de functie van financieel beheerder werden vastgelegd in de bijlage 1 van de Rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel als volgt: Kandidaten dienen minimaal titularis te zijn van een graad van niveau A, niveau B of niveau C4-C5 en ten minste 4 jaar niveauancinniteit te hebben in een graad van niveau A, niveau B of niveau C4-C5. Advies De functiebeschrijving voor financieel beheerder werd behandeld op het overlegcomit met de vakorganisaties op 6 juni 2011. Er werden geen opmerkingen geformuleerd. De burgemeester-voorzitter licht het agendapunt toe. Raadslid H. Woestenborghs verwijst naar de puntenverdeling van de selectieproef. Hij stelt vast dat het schriftelijke en het mondelinge gedeelte elk op 50 punten staan en dat aan het assessment geen punten worden toegekend. Het raadslid weet dat de selectieprocedures bij gemeentebesturen zeer sterk gefixeerd zijn op kennis. Maar kennis is net wat men gemakkelijk kan leren, het is veel moeilijker om de vaardigheden van management qua leiderschap aan te leren. Volgens hem worden teveel punten gequoteerd op technische kennis. Voor deze functie is het belangrijk een persoon te hebben die potentieel heeft om met mensen om te gaan en hen ook kan motiveren. Wat de samenstelling van de jury betreft zou het raadslid willen vragen om hier iemand in op te nemen die ervaring heeft met managementtechnieken. De burgemeester-voorzitter deelt mee dat het de bedoeling is om in de selectiecommissie ook iemand extern, vanuit de privsector, op te nemen die meer gaat focussen op de inter-persoonlijke relaties. Wat de puntenverdeling betreft is het geen probleem, op voorwaarde dat de gemeenteraad hiermee akkoord is, om het schriftelijk gedeelte te quoteren op 40 punten en het mondeling gedeelte op 60. Raadslid F. Smans merkt hierbij op dat men dan bij de mondelinge proef toch wel moet aftoetsen of de kandidaten effectief mee zijn met de materie. De burgemeester-voorzitter zegt dat dit zaken zijn die kunnen meegenomen worden. Raadslid H. Woestenborghs is ook van mening dat rond deze vacature te weinig wordt gecommuniceerd. Het gaat hier over een topfunctie en hij zou willen voorstellen om dit ook te laten publiceren in de Vacature. De burgemeester-voorzitter vraagt de stemming, rekening houdende dat het schriftelijk gedeelde wordt gequoteerd op 40 punten en het mondelinge gedeelte op 60, en dat de openstaande betrekking ook bekend wordt gemaakt in de Vacature. Met eenparigheid van stemmen; Besluit : Artikel 1: Verleent goedkeuring aan de functiebeschrijving van financieel beheerder zoals gevoegd in bijlage bij dit besluit. Artikel 2: Verklaart n voltijdse statutaire betrekking van financieel beheerder vacant. Voor de kandidaten bij aanwerving wordt een wervingsreserve aangelegd voor een periode van n jaar, verlengbaar tot maximaal vijf jaar. Voor de kandidaten bij bevordering wordt een bevorderingsreserve aangelegd voor een periode van n jaar, verlengbaar tot maximaal drie jaar. Artikel 3: De uiterste datum voor het indienen van de kandidaturen wordt vastgesteld op 16 augustus 2011. Artikel 4: De selectie gebeurt op basis van de functiebeschrijving van financieel beheerder. De selectie bestaat uit:

30.06.2011 - 136

1. Schriftelijk gedeelte (40 punten) a) wetgeving (gemeentedecreet, overheidsopdrachten, wetgeving over de gemeentelijke boekhouding) b) proef waarbij getest wordt naar de financile, organisatorische en beleidsadviserende kwaliteiten 2. Mondeling gedeelte (60 punten) Evaluatie van de overeenstemming van het profiel van de kandidaat, met de specifieke vereisten van de functie, evenals zijn motivatie, van zijn persoonlijkheid en van zijn interesse voor het werkterrein.

Om geslaagd te zijn, moet de kandidaat 50% van de punten behalen op elke proef, 50% op elk gedeelte en 60% op het geheel van het examen. De geslaagde kandidaten worden toegelaten tot de psychotechnische proef cfr. art.21 2, 3 van het RPR. 3. Psychotechnisch gedeelte. Een assessment waarbij gepeild wordt naar de kennis, de vaardigheden en attitudes die in de functiebeschrijving zijn opgenomen en waarbij de persoonlijkheid wordt getest en waarbij bovendien een proef wordt voorzien die het financieel-economisch inzicht en de managements- en leiderschapscapaciteiten van de kandidaten toetst. De uitslag van het assesment is geschikt of niet geschikt, zonder dat punten worden toegekend. Om voor benoeming in aanmerking te komen dient men geschikt bevonden. Deze proef wordt afgenomen door een erkend adviesbureau. Artikel 5: De kandidaten bij bevordering dienen minimaal titularis te zijn van een graad van niveau A, niveau B of niveau C4-C5 en ten minste 4 jaar niveauancinniteit hebben in een graad van niveau A, niveau B of niveau C4-C5 en gunstig gevalueerd te zijn. Artikel 6: De functie wordt extern bekend gemaakt via een personeelsadvertentie in het gemeentelijk infoblad, de Streekkrant, de Vacature, de gemeentelijke website, de VDAB-website, de website van de VVSG. De interne kandidaten worden op de hoogte gebracht via e-mail. Artikel 7: Het college van burgemeester en schepenen stelt de selectiecommissie samen en bepaalt het verloop van de selectie, met inbegrip van de timing. Artikel 8: Dienst Personeel Opdrachten Taak Opmaken vacaturebericht en publiceren vacature in het gemeentelijk infoblad, de Streekkrant, de Vacature, de gemeentelijke website, de VDAB-website, de website en nieuwsbrief van de VVSG. De interne kandidaten op de hoogte brengen via e-mail met uiterste inschrijvingsdatum 16 augustus 2011.

Aanpassing statutaire formatie - Beheerder sportinfrastructuur B1-B3 en administratief hoofdmedewerker C4-C5 De Gemeenteraad, MOTIVERING Voorgeschiedenis

30.06.2011 - 137 Het schepencollege keurde op 14 februari 2011 het voorstel goed om de huidige functie van Jozef Hendrickx te vervangen door een beheerder sportinfrastructuur op niveau B1-B3. Het schepencollege gaf op 2 en 23 mei 2011 opdracht aan de dienst personeel om een dossier samen te stellen voor het eerstvolgende B.O.C. in 2011 voor de aanpassing van de personeelsformatie als volgt: Toevoegen 1 VTE statutair administratief hoofdmedewerker grondgebiedszaken (Cx) 1 VTE statutair beheerder sportinfrastructuur (Bv) schrappen 1 VTE statutair administratief medewerker grondgebiedszaken (Cv) 1 VTE statutair administratief medewerker (sport) (Cv) Feiten en context De stafmedewerker en de dienst personeel stelden de functiebeschrijvingen op voor een beheerder sportinfrastructuur en een administratief hoofdmedewerker grondgebiedszaken. De dienst personeel maakte een informatiebundel op voor een aanpassing van het statutair kader door het toevoegen van 1 VTE statutair administratief hoofdmedewerker grondgebiedszaken C4-C5 en 1 VTE statutair beheerder sportinfrastructuur B1-B3 en het schrappen van 2 VTE statutair administratief medewerkers C1-C3. De dienst financin maakte een berekening van de kostprijs en stelde een financile haalbaarheid op. Deze uitbreiding werd samen met de financile haalbaarheid behandeld op het onderhandelingscomit van 6 juni 2011 met de vakorganisaties. Zij gingen akkoord met de voorgestelde uitbreiding. Hiervoor werd een protocol ondertekend. Juridische grond Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 (B.S. 31 augustus 2005). Het besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 16 januari 2009 (B.S. 29 januari 2009). De rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 juni 2009 en zoals gewijzigd door de gemeenteraad van 24 september 2009, 29 april 2010 en 28 oktober 2010 inzonderheid artikel 3. Argumentatie De dienst personeel stelde een interne nota op met de toelichting van de mogelijkheid om een vervanger van Jozef Hendrickx in de vaste formatie in te schalen op niveau B1-B3. In het rapport van BDO over de doorlichting van de gemeentelijke diensten werd aanbevolen om op de dienst grondgebiedszaken een administratief hoofdmedewerker te voorzien. De nieuwe functies van beheerder sportinfrastructuur B1-B3 en administratief hoofdmedewerker grondgebiedszaken C4-C5 worden financieel gecompenseerd door het schrappen van 2 administratief medewerkers C1-C3. Financile Weerslag Gewone dienst Begrotingscode : FFF-111-01 De burgemeester-voorzitter licht toe dat de heer J. Hendrickx, die kortelings op pensioen gaat, ingeschaald was op niveau C en dat nu wordt geopteerd om hem te vervangen door iemand van niveau B. Raadslid F. Smans vraagt of dit mogelijkheden geeft om ook taken te laten uitvoeren voor het autonoom gemeentebedrijf. De burgemeester-voorzitter antwoordt dat dit inderdaad n van de zaken zal zijn die deze persoon mee moet opvolgen.

30.06.2011 - 138 Raadslid H. Woestenborghs komt terug op wat hij daarstraks heeft gezegd tijdens de bespreking van de budgetwijziging, met name dat er een consensus was dat de personeelskosten budgettair neutraal zouden blijven wat ook werd bevestigd. Hij stelt echter vast dat men zich hier niet aan houdt. Het raadslid begrijpt dat, zeker met de oprichting van het AGB, er iemand nodig is van een iets hoger niveau, maar dan moet men dat elders compenseren. Hij pleit voor wat meer discipline in het vervangingsbeleid. Zijn fractie Sp.a zal zich onthouden. De burgemeester-voorzitter zegt dat dit ook de reden is om alles stap voor stap te doen, hetgeen hier voorligt is financieel mogelijk binnen het huidige budget. Met - 22 stemmen voor: S. Willemsens, K. Michielsen, J. De Meyer, I. Druyts, B. Craane, F. Smans, J. Eyckens, P. Helsen, M. Veulemans, M. Smans, N. Van Laer, A. De Houwer, N. Mollen, R. Dolhain, J. Van Dijck, P. Van Roey, R. De Haeck, S. Poortmans , N. Wygers, F. Torremans, V. Mertens en G. Daems - 2 onthouden zich: G. Adriaensen en H. Woestenborghs Besluit : Artikel 1: Verleent goedkeuring aan de aanpassing van de statutaire formatie door het toevoegen van 1 VTE statutair administratief hoofdmedewerker grondgebiedszaken C4-C5 en 1 VTE statutair beheerder sportinfrastructuur B1-B3 en het schrappen van 2 VTE statutair administratief medewerker C1-C3.

Aanpassing specifieke aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden De Gemeenteraad, MOTIVERING Feiten en context De dienst personeel paste de specifieke aanwervingsvoorwaarden (bijlage 1 RPR) aan met het oog op de aanwerving van een beheerder sportinfrastructuur. De dienst personeel paste de specifieke bevorderingsvoorwaarden (bijlage 1 RPR) aan met het oog op de bevordering naar secretaris en financieel beheerder. Deze aanpassing van de specifieke aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden werd behandeld op het onderhandelingscomit van 6 juni 2011 met de vakorganisaties. Zij gingen akkoord met de voorgestelde aanpassing. Hiervoor werd een protocol ondertekend. Juridische grond Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 (B.S. 31 augustus 2005). Het besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 16 januari 2009 (B.S. 29 januari 2009). De rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 juni 2009 en zoals gewijzigd door de gemeenteraad van 24 september 2009, 29 april 2010 en 28 oktober 2010 inzonderheid artikel 3. Argumentatie Voor de functie van beheerder sportinfrastructuur wordt de opleiding tot sportfunctionaris opgenomen in de aanwervingsvoorwaarden. Het bestuur ontvangt subsidies indien het een sportfunctionaris in dienst heeft. Door het verplichten van de opleiding zal het bestuur twee mensen in dienst hebben die aan de subsidiringsvoorwaarden voldoen (de huidige sportfunctionaris B4-B5 en de beheerder sportinfrastructuur B1-B3. Indien een van de twee personen uit dienst gaat, blijft de subsidiring verzekerd. De rechtspositieregeling voorziet in artikel 4 dat een aanwerving steeds in combinatie met een bevordering gebeurt. Aangezien het bestuur in de toekomst op zoek zal moeten gaan naar een opvolger voor zowel secretaris als financieel beheerder, is het opportuun om de bevorderingsvoorwaarden te actualiseren.

30.06.2011 - 139

De burgemeester-voorzitter geeft een toelichting. Raadslid H. Woestenborghs stelt vast dat ook mensen van niveau B of C4-C5 kunnen solliciteren voor het ambt van secretaris. Hij vraagt of zij dan nog n of ander managementdiploma of attest dienen te behalen. De burgemeester-voorzitter zegt dat dit niet is bepaald maar het op vraag van de vakbonden is om alle vacante betrekkingen door een wervingsprocedure in combinatie met een bevorderingsprocedure te vervullen. Raadslid H. Woestenborghs vraagt of de kandidaten van niveau B en C4-C5 dezelfde selectieprocedure moeten ondergaan als de externe kandidaten. De burgemeester-voorzitter antwoordt hierop bevestigend. Raadslid H. Woestenborghs deelt mee dat op federaal niveau men aan bevorderingsexamens kan deelnemen als men een bepaald attest heeft behaald of dat men kan aantonen via een aparte procedure dat men over de vereiste competenties beschikt. Hier is geen enkele filter voorzien, alleen komen zij wel in concurrentie met mensen die over het vereiste diploma beschikken. Hij begrijpt dat de vakbonden dit vragen maar hij vindt persoonlijk dat voor de functie van secretaris dit toch vrij ver gaat. Met eenparigheid van stemmen; Besluit : Artikel 1: Verleent goedkeuring aan de aanpassing van de specifieke aanwervingsvoorwaarden voor de functie van beheerder sportinfrastructuur: Beheerder sportinfrastructuur (B1-B3) Kandidaten dienen: binnen de drie jaar na aanstelling als beheerder sportinfrastructuur alle modules binnen de beroepsopleiding sportfunctionaris, georganiseerd door de Vlaamse Trainersschool te behalen (einddiploma sportfunctionaris).

De vaste benoeming wordt afhankelijk gesteld van het bezit van het diploma sportfunctiaris, en gaat in op datum van het bekomen van het diploma. De vaste benoeming is alleszins afhankelijk van het behalen van voormeld diploma in uitvoering van artikel 43 paragraaf 4 van de rechtspositieregeling. Artikel 2: Verleent goedkeuring aan de aanpassing van de specifieke bevorderingsvoorwaarden voor de functies van secretaris en financieel beheerder: Secretaris (decretale graad) Kandidaten dienen minimaal titularis te zijn van een graad van niveau A, niveau B of niveau C4-C5 en ten minste 4 jaar niveauancinniteit te hebben in een graad van niveau A, niveau B of niveau C4-C5. Financieel beheerder (decretale graad) Kandidaten dienen minimaal titularis te zijn van een graad van niveau A, niveau B of niveau C4-C5 en ten minste 4 jaar niveauancinniteit te hebben in een graad van niveau A, niveau B of niveau C4-C5.

Aanpassing tijdelijke formatie - Communicatieambtenaar B1-B3 De Gemeenteraad,

30.06.2011 - 140 MOTIVERING Voorgeschiedenis Het schepencollege ging in de zitting van 12 juni 2006 principieel akkoord met het voorstel om een starbaner aan te trekken voor de dienst communicatie als extra hulp voor het opstarten van een gemeentelijke website. Op 1 augustus 2006 werd hiervoor een personeelslid aangetrokken voor een opdracht die eindigde volgens de wettelijke bepalingen inzake startbaanovereenkomsten op 30 juni 2010. Het schepencollege besliste op 10 augustus 2009 om aansluitend een contract van n jaar aan te bieden na de einddatum van de startbaanovereenkomst. Dit in afwachting van de resultaten van de audit. Het schepencollege stelde op 2 mei 2011 voor om de tijdelijke functie van communicatieambtenaar te behouden voor onbepaalde duur. Feiten en context De contractueel communicatieambtenaar die in dienst trad op 1 augustus 2006 werkte mee aan verschillende projecten die in de afgelopen periode werden opgestart, zoals de gemeentelijke website, beerseTV, de onthaaldag voor nieuwe inwoners, het gemeentelijk infoblad en de wegwijsbrochure, enz. Verschillende van deze projecten maken vandaag ook nog deel uit van het takenpakket van de dienst communicatie. De contractueel communicatieambtenaar die in dienst trad op 1 augustus 2006 werd telkens gunstig gevalueerd. De dienst financin nam de loonkost voor een contractueel ambtenaar steeds mee op bij de berekening van de budgetten en financile haalbaarheid. Er is dus geen meerkost ten opzichte van de huidige bedragen die voorzien zijn in het budget. Deze aanpassing werd via een schriftelijke procedure behandeld met de vakorganisaties. Zij gingen akkoord met de voorgestelde aanpassing. Hiervoor werd een protocol ondertekend. Juridische grond Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 (B.S. 31 augustus 2005). Het besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 16 januari 2009 (B.S. 29 januari 2009). De rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 juni 2009 en zoals gewijzigd door de gemeenteraad van 24 september 2009, 29 april 2010 en 28 oktober 2010 inzonderheid artikel 3. Argumentatie In het rapport van BDO over de doorlichting van de gemeentelijke diensten werd aanbevolen om het contract met de tijdelijke communicatieambtenaar te bestendigen. De verschillende projecten die deze dienst verzorgt dragen bij tot een positief beeld van onze gemeente naar de inwoners toe. De dienst communicatie staat dagelijks garant voor de stroom van informatie over de beslissingen van het bestuur naar de burger toe. Naar de toekomst toe zijn er nog enkele uitdagingen voor de dienst communicatie, zoals o.a. de interne communicatie. Al deze elementen moeten ook weerspiegeld worden in de bemanning van de dienst communicatie. Financile Weerslag Gewone dienst Raming : 46 541,14 euro loonkost (reeds voorzien in het budget) Begrotingscode : 104-111-01 Schepen J. De Meyer licht toe dat sedert 1 augustus 2006 deze functie is ingenomen en dit dus geen meerkost betekent. Gelet op het feit dat op vlak van communicatie de laatste jaren zeer veel gewijzigd is en er ook zeer veel gebeurt, is het volgens de schepen gerechtvaardigd om deze functie te bestendigen. Raadslid H. Woestenborghs vraagt of het dus zo is dat deze functie contractueel voor onbepaalde duur wordt ingevuld en het hier niet gaat over de aanpassing van de statutaire formatie.

30.06.2011 - 141 Schepen J. De Meyer antwoordt bevestigend. Raadslid G. Adriaensen merkt op dat dit toch enigszins tegenstrijdig is, enerzijds spreekt men van een tijdelijke formatie en anderzijds over een contract van onbepaalde duur. Met eenparigheid van stemmen; Besluit : Artikel 1: Verleent goedkeuring aan de aanpassing van de tijdelijke formatie door het behouden van 1 VTE communicatieambtenaar B1-B3.

Algemene afspraken functiebeschrijvingen scholengemeenschap Beerse De Gemeenteraad, MOTIVERING

en

functioneringscyclus

in

de

Voorgeschiedenis In de gemeenteraadszitting van 28 mei 2009 werd een afsprakennota opgemaakt m.b.t. de functiebeschrijvingen voor de ambten in het gemeentelijk onderwijs; Feiten en context Gelet op de gemeenteraadsbeslissingen van resp. 28 mei 2009 en 28 april 2011 tot goedkeuring van de algemene modellen van functiebeschrijving voor het gewoon basisonderwijs en het buitengewoon basisonderwijs; Juridische grond Gelet op het gemeentedecreet, artikel 42; Gelet op de nieuwe gemeentewet, artikel 117; Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding (verder genoemd decreet rechtspositie personeel gesubsidieerd onderwijs), de hoofdstukken Vbis en Vter; Advies Gelet op het protocol van 15 april 2011 van het afzonderlijk bijzonder comit; Schepen Bart Craane deelt mee vorige keer gezegd te hebben dat de procedure rond was maar dat is echter niet het geval. Deze afsprakennota is nog niet op de gemeenteraad geweest maar al wel onderhandeld met de vakbonden. De schepen zegt dat dit het sluitstuk is en hij overloopt vervolgens de afsprakennota. Raadslid H. Woestenborghs verwijst naar punt 1.4 Competenties, er staat: We kiezen er bewust voor om de competenties niet op te nemen in de functiebeschrijvingen. Dit is iets wat hij moeilijk kan begrijpen. Men zegt hier eigenlijk dat competenties enkel dienen om mensen aan te werven. Als men iemand aanwerft zoekt men tijdens de selectie naar de persoon die het profiel genoeg benadert, maar zelden heeft men de perfecte match. Daarom moet men in de functiebeschrijvingen de competenties mee opnemen. Tijdens de functioneringsgesprekken kan men de lacunes die er nog zijn als ontwikkelingstraject aanbieden. Hij begrijpt dus niet dat men de competenties niet meeneemt in de functiebeschrijving wat gewoon cruciaal is. De burgemeester-voorzitter zegt dat in de functiebeschrijvingen van de directeurs de competenties wel degelijk zijn opgenomen. Raadslid H. Woestenborghs merkt op dat hier duidelijk vermeld staat dat competenties alleen zullen gebruikt worden bij het selecteren van mensen. Raadslid F. Smans meent dat men niet alle competenties moet opnemen in een functiebeschrijving. Wel moet men kunnen zeggen welke de competenties zijn die de meeste garanties geven om de functie succesvol in te vullen en dan dient men bij een evaluatie na te gaan welk opleidingstraject men nog dient te doorlopen. Het raadslid stelt voor om de zinsnede Lijsten van competenties zijn echter wel bijzonder nuttig bij het werven van te schrappen. Schepen B. Craane zegt dat men in dit document onmogelijk de competenties kan opnemen voor elke functie apart.

30.06.2011 - 142 Raadslid H. Woestenborghs pleit er uitdrukkelijk voor om de eerste zin in punt 1.4 toch te schrappen. Het is volgens hem belangrijk dat de competenties effectief worden opgenomen in de functiebeschrijvingen. Schepen B. Craane zegt hiermee akkoord te kunnen gaan. De burgemeester vraagt de stemming over het voorliggende voorstel van afsprakennota, maar mits schrapping van volgende zin in punt 1.4:Wij kiezen er bewust voor om de competenties niet op te nemen in de functiebeschrijvingen. Met: - 19 stemmen voor: S. Willemsens, K. Michielsen, J. De Meyer, I. Druyts, B. Craane, G. Adriaensen, F. Smans, J. Eyckens, H. Woestenborghs, P. Helsen, M. Veulemans, M. Smans, N. Van Laer, P. Van Roey, R. De Haeck, S. Poortmans , N. Wygers, V. Mertens en G. Daems - 5 onthoudingen: A. De Houwer, N. Mollen, R. Dolhain, J. Van Dijck en F. Torremans Besluit: Artikel 1: De gemeenteraad verleent scholengemeenschap Beerse:

goedkeuring

aan

onderhavige

afsprakennota

binnen

de

ALGEMENE AFSPRAKEN FUNCTIEBESCHRIJVINGEN EN FUNCTIONERINGSCYCLUS Hoofdstuk 1: Algemene inhouden 1.1. Situering Uit regelgeving Decreet Rechtspositieregeling 27 maart 1991: functiebeschrijvingen staan in het kader van de begeleiding van het personeel zijn een constructief en positief beleidsinstrument zijn voor scholen een middel tot autonoom personeelsbeleid met het oog op verstrekken van kwaliteitsvol onderwijs functiebeschrijvingen zijn een element in de coaching van personeel.

De functiebeschrijvingen, de functioneringsgesprekken en de evaluatie zijn niet in het leven geroepen om slecht functionerende personeelsleden te sanctioneren. Integendeel, ze zijn bedoeld als formele instrumenten om het individuele personeelslid te begeleiden in zijn groei naar krachtiger functioneren.

1.2. Coaching, een continu proces De komst van de functiebeschrijvingen en de daarbij aansluitende functioneringsgesprekken kunnen de indruk wekken dat daarmee de cyclus van coaching rond is: formele instrumenten in een strak juridisch kader. Niets is minder waar: We denken hierbij aan een rijk scala van begeleidingsinitiatieven die hun plaats moeten krijgen in de begeleiding van het personeel. De snelle onderwijskundige evoluties (juridisch kader) waarin scholen werken, vragen om personeel dat gedurende een hele loopbaan bijblijft. Nascholing is daarbij een hulpmiddel, maar het zal vooral de kwaliteit van de permanente coaching zijn, die medewerkers competent en gemotiveerd zal houden.

1.3. In relatie tot een integraal personeelsbeleid Coaching, van de opmaak van de functiebeschrijving tot de evaluatie, maakt nog geen personeelsbeleid. Vele andere facetten zijn van even groot belang. We denken hierbij aan een doordachte selectie van personeel, keuzes TADD, vaste benoemingen en reaffectatie binnen de scholengemeenschap. Verder spelen ook de werking van het personeelssecretariaat, het onthaal, het arbeidsreglement, de communicatie, enzovoort een rol. Ze staan niet los van elkaar. Bij het uitwerken van de hele strategie rond functiebeschrijvingen, functionerings- en evaluatiegesprekken zal men dan ook de samenhang met andere aspecten van het personeelsbeleid moeten bewaken. 1.4. Competenties Competenties vormen de voorwaarden om de functie naar behoren te kunnen uitvoeren. Lijsten van competenties zijn echter wel bijzonder nuttig bij het werven van personeel, zeker als men dit wil doen aan de hand van een beroepsprofiel. Competentielijsten spelen op die manier een rol in een integraal personeelsbeleid.

30.06.2011 - 143 1.5. Doelen Met deze bundel Algemene afspraken streven we enkele doelen na: In orde met de regelgeving; Procedureel in orde; Verankering in het arbeidsreglement; Krachtig instrument binnen de coaching; Ingebed in een integraal personeelsbeleid; Aanzet om te werken op maat van de eigen situatie; Hulp om efficint te werken, beperking planlast; Met betrokkenheid van alle actoren, in het bijzonder de schoolbesturen en de teams; In relatie tot de scholengemeenschap daar waar mogelijk. Hoofdstuk 2: Definities en begrippen Voor de toepassing van deze Algemene afspraken wordt verstaan met: 1. Het schoolbestuur: de inrichtende macht die verantwoordelijk is voor de sch(o)ol(en) van de gemeente, nl. de gemeenteraad. Inzake daden van beheer is het college van burgemeester en schepenen bevoegd. 2. De directeur: de persoon die door het schoolbestuur met de dagelijkse leiding van de onderwijsinstelling is belast, of zijn vervanger en desgevallend de adjunct-directeur. 3. De pedagogische begeleidingsdienst: de dienst belast met de externe ondersteuning van de betrokken onderwijsinstellingen volgens het eigen pedagogisch concept, onder meer bij het opstellen van het schoolwerkplan, het ontwikkelen van initiatieven ter bevordering van de onderwijskwaliteit, het stimuleren van initiatieven ter versterking van de beroepsbekwaamheid van de personeelsleden. 4. De ouders: de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen of in rechte of in feite de minderjarige onder hun bewaring hebben. 5. De leerlingen: de jongeren die als regelmatige leerling zijn ingeschreven in een onderwijsinstelling. 6. Het dienstorder: een opdracht en/of mededeling, uitgaande van hetzij het schepencollege, hetzij een andere bevoegde ambtenaar, hetzij de directeur, die bepalingen van interne orde op een dwingende wijze vastlegt. 7. De vestigingsplaats: een gebouw of gebouwencomplex waarin een school of een gedeelte van een school is gehuisvest. 8. Opdracht: Met de opdracht van een personeelslid worden alle taken bedoeld die men uitvoert, ook de taken die thuis worden uitgevoerd zoals bijvoorbeeld voorbereidingen en verbeteringen, verslagen, enz. 9. Schoolopdracht: De schoolopdracht is het grootste deel van de opdracht: namelijk die taken die men in schoolverband uitvoert, zijnde de hoofdopdracht en andere bijkomende taken. 10. Hoofdopdracht: De hoofdopdracht is het grootste deel van de schoolopdracht. Voor een leerkracht is dat in principe de lesopdracht; voor het paramedisch personeel is dat in principe de kindgebonden opdracht. 11. ABOC: Syndicaal orgaan op het niveau van het schoolbestuur. Hier onderhandelt men in relatie tot de hier beschreven materie, de algemene afspraken, zowel naar strategie als naar inhoud n ook de aanpassing van het arbeidsreglement. 12. Billijke verdeling: Zorgen dat de schoolopdracht voor elk personeelslid gelijk, of quasi gelijk, is, overeenkomstig zijn of haar opdrachtbreuk. Hierbij rekening houdend met de hoofdopdracht, vertegenwoordiging in buitenschoolse organen, de capaciteiten, enz. Het gaat hier in feite om een eerlijke of evenwichtige verdeling - binnen het wettelijk kader onder de collegas die voor een bepaalde opdracht in aanmerking komen. 13. Negatieve lijst: Lijst van taken, die niet in de functiebeschrijving mogen opgenomen worden. 14. Directiecomit: Comit dat in het leven is geroepen op niveau van de scholengemeenschap Beerse en bestaat uit de directeurs van de scholen van de scholengemeenschap, de schepen van onderwijs of zijn afgevaardigde van het schoolbestuur. 15. Officile inspraakorganen: ABOC, Schoolraad. 16. Schoolgerelateerde organen: Elke school kan het nodig achten zich op vrijwillige basis te laten vertegenwoordigen in diverse organen. 17. Personeelscategorien: Bestuurs- en onderwijzend personeel Beleids- en ondersteunend personeel Paramedisch personeel Medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel 18. Ambten: a. Gewoon basisonderwijs Directeur Kleuteronderwijzer

30.06.2011 - 144 Onderwijzer Leermeester LO Leermeester godsdienst Leermeester niet-confessionele zedenl Administratief medewerker ICT-cordinator Zorgcordinator Kinderverzorger b. Buitengewoon basisonderwijs Directeur Onderwijzer ASV Leermeester ASV, specialiteit LO Leermeester godsdienst Leermeester niet-confessionele zedenleer Administratief medewerker ICT-cordinator Zorgcordinator Kinderverzorger Kinesitherapeut Logopedist Psycholoog Orthopedagoog 19. Functies: Stafmedewerker Titularis Zorgbegeleider en zorg + GOK-leerkrachten en GOK + Taakleerkracht, BLIO, BLOA Kleuterturnen Ambulant/BPT Mentor 20. Gebruikte afkortingen: ABOC: afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomit ATO: administratieve toestand ASV: algemene en sociale vorming BLIO: bijzondere leerkracht individueel onderwijs BLOA: bijzondere leerkracht opvoedkundige activiteiten BPT: bijzondere pedagogische taken CLB: centrum voor leerlingenbegeleiding E: evaluator ET: eindtermen FB: functiebeschrijving IKZ: integrale kwaliteitszorg LO: lichamelijke opvoeding MDO: multidisciplinair overleg OETC: onderwijs in eigen taal en cultuur SB: schoolbestuur Hoofdstuk 3: Algemene afspraken 3.1. Scholengemeenschap Beerse Het schoolbestuur, de gemeente Beerse, organiseert onderwijs in de gemeente Beerse in volgende scholen: Gemeentelijke Basisschool Albertstraat: instellingsnr. 008789 Gemeentelijke Basisschool Schoolstraat: instellingsnr. 008771 Gemeentelijke Basisschool Schransdries: instellingsnr. 046268 Gemeentelijke Basisschool Buitengewoon onderwijs: instellingsnr. 025701 Gemeentelijke Basisschool Buitengewoon onderwijs 2: instellingsnr. 128579 De scholen van het SB worden verenigd in de Scholengemeenschap Beerse met instellingsnr. 120659.

3.2. Toepassingsgebied Deze Algemene afspraken zijn van toepassing op : het gesubsidieerd personeel zoals bedoeld in het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, met name de vastbenoemde personeelsleden, tijdelijk aangestelde personeelsleden voor bepaalde duur en tijdelijk

30.06.2011 - 145 aangestelde personeelsleden voor doorlopende duur in het ambt van bestuurs- en onderwijzend personeel, beleids- en ondersteunend personeel, administratief personeel en medisch, orthopedagogisch, psychologisch, sociaal en paramedisch personeel; het personeel ten laste van het werkingsbudget, het onderwijzend personeel ten laste van de gemeente, tewerkgesteld in een onderwijsinstelling, het personeel belast met het onderwijs in eigen taal en cultuur (OETC) op basis van de overeenkomst afgesloten met een ambassade. Dit reglement is tevens van toepassing op: de personeelsleden die zijn gereaffecteerd of wedertewerkgesteld; de personeelsleden die tijdelijk zijn belast met een andere opdracht in n van de instellingen van het gemeentelijk basisonderwijs; de personeelsleden die worden tewerkgesteld via de scholengemeenschap.

3.3. Wie maakt de algemene afspraken In onze scholengemeenschap werken wij op een eenvormige wijze zodat er binnen de verschillende scholen van onze scholengemeenschap bij het opstellen van de gendividualiseerde functiebeschrijving steeds hetzelfde algemeen model als uitgangspunt genomen wordt. Tevens zullen de verder besproken afspraken i.v.m. functioneringsgesprekken en evaluatie in de verschillende scholen gebeuren volgens dezelfde afspraken. De algemene afspraken en algemene modellen van functiebeschrijvingen worden onderhandeld met de representatieve vakbonden, besproken met de gemeentesecretaris en ter goedkeuring aan het college en de gemeenteraad voorgelegd.

3.4. Eerste evaluator 3.4.1. Wie neemt de taak van de eerste evaluator op zich? Voor wervingsambten is dat de directeur van elke school waar het personeelslid is aangesteld. Voor personeelsleden die aangesteld zijn op het niveau van de scholengemeenschap is de eerste evaluator de directeur van de school van de scholengemeenschap, waar het personeelslid de meeste uren in een specifiek ambt werkt. Bij een gelijk aantal uren of lestijden is de eerste evaluator de directeur van de school waar de scholengemeenschap de administratieve zetel heeft, namelijk de ankerschool. Voor de directeur of voor de adjunct-directeur is de eerste evaluator de gemeentesecretaris. Er is hier geen tweede evaluator.

3.4.2. Welke zijn de taken van de eerste evaluator? Volgende taken liggen vast en kunnen niet gewijzigd worden via algemene afspraken. Bovendien kunnen ze niet gedelegeerd worden naar iemand anders. De eerste evaluator kan zich laten bijstaan door andere deskundigen, maar behoudt zelf de volle verantwoordelijkheid. samen met het personeelslid de individuele functiebeschrijving opstellen; begeleiding en coaching van het personeelslid; het functioneringsgesprek voeren (formeel aspect van de coachingscyclus); het evaluatiegesprek voeren; het evaluatieverslag opstellen met een eindconclusie.

3.5. Tweede evaluator 3.5.1. Wie neemt de taak van tweede evaluator op zich? Voor deze scholengemeenschap is de gemeentesecretaris van het schoolbestuur van het personeelslid in wervingsambt de tweede evaluator. 3.5.2. Welke zijn de taken van de tweede evaluator? De volgende taken worden door de tweede evaluator uitgevoerd: De rol van de tweede evaluator is vooral die van procesbewaker (wordt de procedure correct gevolgd?) Hij bewaakt de eenvormigheid over de personeelsleden heen. De tweede evaluator kan het proces opvolgen, doordat in de functiebeschrijvingen een aantal momenten in het functioneringsproces zijn voorzien waar de 2de evaluator dient te handtekenen en dateren om de procedure verder op te volgen en te controleren. De eerste evaluator en het personeelslid kunnen tijdens het hele proces van functioneren (beschrijving en bespreking) en evaluatie beroep doen op de tweede evaluator voor volgende zaken:

30.06.2011 - 146 o Is de procedure correct verlopen? o Aanwezigheid bij gesprekken bij uitzonderlijke gevallen. De officile communicatie tussen 1ste evaluator, 2de evaluator en teamlid gebeurt altijd schriftelijk. Binnen de 10 werkdagen wordt er altijd op mogelijke vragen schriftelijk antwoord gegeven. In geen geval kan de tweede evaluator de rol van de eerste evaluator overnemen of de beslissing van de eerste evaluator wijzigen. Wanneer de 1ste evaluator en het teamlid het niet eens zijn, licht de 2de evaluator, na ondertekening van de functiebeschrijving, het schoolbestuur in.

3.6. Overleg eerste en tweede evaluator De eerste en tweede evaluator bespreken per school de werkwijze, die kan worden gevolgd om de procedure van het evaluatieproces in de praktijk te kunnen bewaken. Binnen de wettelijke bepalingen en de gemaakte afspraken plant de eerste evaluator de periode waarbinnen het evaluatieproces zal verlopen en bezorgt aan de tweede evaluator een overzicht van de geplande functioneringsgesprekken en evaluatiegesprekken samen met de lijst van alle tewerkgestelde personeelsleden. De tweede evaluator heeft minstens twee keer per jaar overleg met de eerste evaluator om na te gaan of de afspraken worden opgevolgd.

3.7. Wie krijgt er een functiebeschrijving? Functiebeschrijvingen zijn verplicht voor alle personeelsleden waarvan de wedde ten laste valt van of uitbetaald wordt door het ministerie van Onderwijs en Vorming en met een aanstelling van meer dan 104 dagen. Voor kortere aanstellingen mag men een functiebeschrijving opmaken, maar men is het wettelijk niet verplicht. Binnen de scholengemeenschap Beerse wordt het volgende vastgelegd : o Ieder personeelslid krijgt bij aanstelling tussen 10 werkdagen en 104 kalenderdagen een functiebeschrijving per ambt. Het is een algemeen model. De basisfunctiebeschrijving wordt samen met 1ste evaluator overlopen. De basisfunctiebeschrijving wordt samen met de 1ste evaluator overlopen, gendividualiseerd en ondertekend. Indien het personeelslid in meerdere scholen werkt, wordt er per school een functiebeschrijving opgemaakt, rekening houdend met het volume van de opdracht. Bij combinaties van ambten wordt er voor elk ambt en per school een functiebeschrijving opgesteld. Bij een combinatie van een ambt en functies zal het personeelslid een functiebeschrijving krijgen per ambt en per functie, waarin het is aangesteld. Bij wijzigingen in functie of ambt wordt er samen met het personeelslid een nieuwe functiebeschrijving opgesteld.

Hoofdstuk 4: Raammodel 4.1. Opmaak van de algemene modellen De modellen zijn opgemaakt voor al de scholen van de scholengemeenschap Beerse. Er wordt een algemeen sjabloon voor alle functiebeschrijvingen en ambten vastgelegd (zie model in bijlage) om het hele functioneringsproces aan de regelgeving te laten voldoen. Per ambt of functie wordt de algemene sjabloon gedetailleerder en specifieker opgesteld en ingevuld: zie modellen per ambt of functie. De 1ste evaluator en het personeelslid bespreken en geven samen invulling aan onderdeel 5 Taken specifiek voor het personeelslid. Zo kunnen er minimale varianten per ambt en per school ontstaan. Hieruit blijkt welke functie het personeelslid in de school of scholengemeenschap en binnen een bepaald ambt opneemt. Opdrachten buiten de hoofdopdracht worden hieronder ook opgenomen.

4.2. Doel van de algemene sjabloon Om een functiebeschrijving overzichtelijk te houden, werd er een algemeen sjabloon samengesteld. Deze sjabloon wordt dan per ambt uitvoeriger uitgewerkt, zodat je een algemeen model per ambt krijgt. De algemene sjabloon moet voor alle betrokken partijen : doorzichtig zijn, de algemene rechten en plichten weergeven, duidelijk zijn voor personeelslid, evaluatoren en schoolbestuur, de procedure ordelijk en wettelijk weergeven, de verwachtingen en doelen van schoolbestuur naar personeelslid weergeven.

30.06.2011 - 147

4.3. Onderdelen van de sjabloon Deze sjabloon bevat volgende structuur: Algemene gegevens; Doel van de functie, inbegrepen de instellingsspecifieke doelstellingen; Hoofdopdracht en opdracht; Nascholing; Schoolopdracht en opdracht; Wijziging van deze functiebeschrijving; Belangrijke wijziging opdracht. 4.3.1. Algemene gegevens: Het onderdeel Algemene gegevens bevat gegevens van de school, schoolbestuur, instellingsnummer, scholengemeenschap, personeelslid, eerste evaluator, tweede evaluator, ambt, functie, vestigingsplaats, volume van opdracht en ATO. 4.3.2. Doel van de functie, inbegrepen de instellingsspecifieke doelstellingen De belangrijkste doelen voor elk ambt voor heel de scholengemeenschap worden hier kort samengevat en bestaan uit: Door kwaliteitsvol onderwijs aan te bieden er voor zorgen dat: de ontwikkeling van de kinderen positief evolueert; de kinderen graag naar school komen; de basis gelegd wordt voor het verdere leren en leven; kinderen elkaar waarderen en respecteren. Hieronder verstaan we de algemene rechten en plichten van alle personeelsleden van de scholengemeenschap Beerse. De volgende rechten en plichten worden gerespecteerd. Het schoolbestuur zal bij het verdelen van de opdrachten rekening houden met: 1. de aard van de hoofdopdracht van de personeelsleden in de instelling; 2. het principe van de billijke verdeling van de taken, inzonderheid met betrekking tot personeelsleden die nog in andere instellingen werkzaam zijn; 3. de capaciteiten van de personeelsleden; 4. de tijd die personeelsleden besteden aan hun vertegenwoordiging in officile inspraakorganen; 5. de taken die volgens het decreet niet in de functiebeschrijving van het personeel basisonderwijs kunnen worden opgenomen. Het personeelslid zal te allen tijde de functie uitoefenen in overeenstemming met het pedagogisch project, het schoolwerkplan van de school, de leerplannen, de ontwikkelingsdoelen en de eindtermen. Het personeelslid komt ook alle verplichtingen na die zijn opgelegd door de decreten, besluiten, omzendbrieven, arbeidsreglement en dienstorders. 4.3.3. Hoofdopdracht en opdracht In deze rubriek omschrijven we de taken die specifiek zijn voor dit ambt, waarvoor dit ambt in het leven geroepen is. Zo is bv. het ambt van kinderverzorger er gekomen om de kleuterleidster bij te staan in de verzorgende taken, het ambt van zorgcordinator om het zorgbeleid in de school te cordineren en te versterken. Los van deze basistaken wordt er ook van alle personeelsleden van de school verwacht dat zij verantwoordelijkheid opnemen en bijdragen leveren tot een goede werking van de school: de krachtlijnen kennen, uitgezet in het pedagogisch project; meedenken over de visie, het opvoedingsproject van de school en dit ook daadwerkelijk uitdragen en ondersteunen; meezorgen voor een kindvriendelijke, nette, veilige school; meeplannen en voorbereiden van gezamenlijke activiteiten; mee schoolafspraken maken, deze naleven en laten naleven; nastreven van de verticale samenhang binnen de school; aandacht voor de relaties tussen de kinderen van de school; actief deelnemen aan personeelsvergaderingen; deelnemen aan opendeurdagen en schoolfeesten met leerlingen, die tijdens het weekend of op feestdagen kunnen worden georganiseerd;

30.06.2011 - 148 Bij elk schooljaar deelnemen aan minstens een werkgroep binnen het schoolteam. Deze werkgroep kan van pedagogische of praktische aard zijn; zich dienstbaar maken in voorgestelde projecten in het schooljaar; trachten de ouderbetrokkenheid te verhogen. het verdelen van de taken op schoolniveau wordt rekening gehouden met: de aard van de opdracht; het principe van de billijke verdeling; de capaciteiten van de personeelsleden; de tijd die personeelsleden besteden aan hun vertegenwoordiging in officile inspraakorganen; de prestatieregeling.

Communicatie: hieronder verstaan we het overleg en de samenwerking met andere leden van het schoolteam, directie, schoolbestuur, CLB, ouders, externe actoren: Formeel: Informatieavond(en) organiseren voor ouders, oudercontact, M.D.O., klassenraad, personeelsvergaderingen, overleg in werkgroepen. Informeel: indien de noodzaak zich voordoet, zal het personeelslid zelf het initiatief en de verantwoordelijkheid nemen om een gesprek aan te gaan met betrokkenen: met de zorgcordinator en het CLB-team over de evolutie en begeleiding van de individuele leerling en de klasgroep; met de ouders over de leervorderingen, gedrag- en houdingsaspecten, studiekeuze; met de leden van het schoolteam. (bevorderen van de goede schoolwerking, schoolsfeer, verticale en horizontale samenhang, praktische afspraken, organiseren van gezamenlijke activiteiten). 4.3.4. Nascholing Het personeelslid heeft het recht en de plicht om vorming en nascholing te volgen, in functie van het ambt of de persoonlijke ontwikkeling, in samenspraak met de directie, na goedkeuring door het schoolbestuur: volgen van navorming in functie van de reflectie op het eigen functioneren. Het personeelslid geeft hier zelf aan waaraan hij/zij nood heeft i.f.v. het eigen functioneren; volgen van navorming in kader van het navormingsplan van de school; op de hoogte blijven van recente onderwijskundige ontwikkelingen; positief maar voldoende kritisch omgaan met vernieuwingen; mee vorm geven aan het nascholingsplan van de school. 4.3.5. Schoolopdracht en opdracht: Taken specifiek voor het personeelslid Er wordt een lijst opgesteld van opdrachten en taken, die na onderhandelingen in het ABOC binnen de school aan de personeelsleden kan worden opgelegd en niet kan worden opgelegd, rekening houdend met de negatieve lijst uit het decreet en die bij het individualiseren van de functiebeschrijving wordt toegevoegd. Deze takenlijst wordt in hoofdstuk 6 verder uitgewerkt en uitgediept. Ook de negatieve lijst kan men terugvinden onder hoofdstuk 7. 4.3.6. Wijziging van deze functiebeschrijving Na een functioneringsgesprek of evaluatie kan de functiebeschrijving worden aangepast. Heel de procedure wordt herhaald. 4.3.7. Belangrijke wijziging opdracht : Bij de wijziging van de opdracht van het personeelslid kan de functiebeschrijving worden aangepast. Heel de procedure wordt herhaald.

4.4 Reflecteren op en bijsturen van eigen functioneren Als personeelslid dien je regelmatig over je handelen te reflecteren en jezelf te evalueren. Het is de bedoeling dat je even stilstaat bij je eigen functioneren, vooropgestelde doelen en je competenties gedurende een voorbije periode: Wat ging goed en wat minder? Wat zijn je sterke en minder sterke punten? Welke competenties wil je nog verder ontwikkelen? Hoe ga je dit aanpakken? De functiebeschrijving kan voor de reflectie en zelfevaluatie een basis zijn. De reflectie of de zelfevaluatie kan dan weer dienen voor een boeiend functioneringsgesprek.

30.06.2011 - 149 Concreet kan dit voor een leerkracht het volgende inhouden: evalueren van het eigen proces van lesgeven, door zelfanalyse, bevragen van leerlingen/ouders; analyseren van de resultaten van de kinderen in het kader van het bijsturen van het leerproces. (werden de doelen in voldoende mate bereikt?); over mogelijke tekorten overleggen met collegas, zorgcordinator, directie, CLB om eigen functioneren bij te sturen en te optimaliseren; durven uitproberen van vernieuwing en alternatieve werkvormen. Hoofdstuk 5: Opstellen van de functiebeschrijving 5.1. Opstellen van de functiebeschrijving De eerste evaluator stelt samen met het personeelslid een gendividualiseerde functiebeschrijving op.

5.2. Procedure 1. Opmaak functiebeschrijving: Aan de hand van het algemene model functiebeschrijving per ambt bespreken de 1ste evaluator en het personeelslid het onderdeel Specifieke afspraken lesopdracht schooljaar . - . en geven dit invulling. 2. Datum van opmaak: de datum van opmaak wordt ingevuld en is belangrijk in het verdere verloop van de procedure. 3. Bezwaren personeelslid: Het personeelslid krijgt drie werkdagen de tijd om het document Functiebeschrijving na te lezen en bezwaren over inhoud of procedure te noteren in het desbetreffende vak. 4. Handtekening: Na lezing ondertekenen beide partijen (1ste evaluator en personeelslid) het document voor kennisname (zie 3 bezwaren personeel): maximum drie werkdagen na opmaak. 5. Opvolging proces en handtekening 2de evaluator: De 1ste evaluator bezorgt het document binnen de 10 werkdagen aan de 2de evaluator. Deze volgt het proces op. 6. Indien bij het opstellen van de functiebeschrijving geen overeenstemming werd bekomen tussen de 1ste evaluator en het personeelslid, dan wordt de functiebeschrijving voorgelegd aan de 2de evaluator. Indien geen procedurefouten worden vastgesteld, ondertekent en dateert de 2de evaluator; deze bezorgt binnen de 10 werkdagen dit document aan de 1ste evaluator. Het personeelslid krijgt een kopie van het document. 7. Procedurefout: De 2de evaluator noteert zijn opmerkingen over de procedurefout, handtekent, dateert en bezorgt binnen de 10 werkdagen het document terug aan de 1ste evaluator en een kopie aan het personeelslid. Het schoolbestuur wordt door de 2de evaluator d.m.v. een verslag ingelicht. Dit verslag hoort bij het document functiebeschrijving. 8. Herstel procedure: De 1ste evaluator herstelt na ontvangst binnen de 10 werkdagen de procedure. De procedure opmaak functiebeschrijving kan weer starten. Indien de 1ste evaluator de procedure niet kan herstellen, neemt het schoolbestuur een beslissing (zie 10). 9. Inhoudelijke bezwaren personeel: De 2de evaluator leest de bezwaren van het personeelslid, ondertekent, dateert en licht binnen de 10 werkdagen het schoolbestuur schriftelijk in over de bezwaren van het personeelslid. 10. Beslissing schoolbestuur: Het schoolbestuur noteert na ontvangst de datum op de functiebeschrijving en neemt binnen de 14 kalenderdagen een beslissing na het personeelslid en de 1ste evaluator te hebben gehoord. Deze beslissing wordt bij collegebesluit aan de betrokken partijen (1ste evaluator, 2de evaluator en personeelslid) meegedeeld en aan de functiebeschrijving gehecht. 11. Handtekening voor kennisname: Het personeelslid en de eerste evaluator ondertekenen de functiebeschrijving en dus ook de beslissing van het schoolbestuur voor kennisname en dateren het document. 12. De functiebeschrijving is van toepassing vanaf de datum van ondertekening voor kennisname. Het personeelslid krijgt een kopie van het document.

5.3. Schematische voorstelling van de procedure : 1. Aan de hand van het algemene model FB per ambt bespreken de 1ste E en het personeelslid het onderdeel "Specifieke afspraken lesopdracht schooljaar . - . .

30.06.2011 - 150 2. De datum van opmaak wordt ingevuld en is belangrijk in de procedure. 3. Het personeelslid krijgt drie werkdagen de tijd om het document "Functiebeschrijving" na te lezen en bezwaren over inhoud of procedure te noteren in het desbetreffende vak. 4. Na lezing ondertekenen beide partijen (1ste E en personeelslid) het document voor kennisname (zie 3, bezwaren personeelslid): maximum drie dagen na opmaak. 5. De 1ste E bezorgt het document binnen de 10 werkdagen aan de 2de E. Deze volgt het proces op. 6. Geen opmerkingen of procedurefouten : De 2de E ondertekent, dateert en bezorgt binnen de 10 werkdagen dit document aan de 1ste E. De eerste E bezorgt een kopie van de FB aan het personeelslid. 7. Procedurefout: De 2de E noteert zijn opmerkingen over de procedurefout, handtekent, dateert en bezorgt binnen de 10 werkdagen de FB terug aan de 1ste E en een kopie aan het personeelslid. Het schoolbestuur wordt door de 2de E d.m.v. een verslag ingelicht. Dit verslag hoort bij de FB. 9.Indien bij het opstellen van de FB geen overeenstemming werd bekomen tussen de 1ste evaluator en het personeelslid, dan wordt de FB voorgelegd aan de 2de evaluator. Indien geen procedurefouten worden vastgesteld, ondertekent en dateert de 2de evaluator; deze bezorgt binnen de 10 werkdagen dit document aan de 1ste evaluator. Het personeelslid krijgt een kopie van het document. 10. Beslissing SB: Het SB noteert na ontvangst de datum op de FB en neemt binnen de 14 kalenderdagen een beslissing na het personeelslid en de 1ste E te hebben gehoord. Deze beslissing wordt bij collegebesluit aan de (1ste E, 2de E en personeelslid) meegedeeld en aan de FB gehecht. 11. Het personeelslid en 1ste E ondertekenen de FB en dus ook de beslissing van het schoolbestuur "voor kennisname" en dateren het document. 12. De FB is van toepassing vanaf de datum van ondertekening "voor kennisname". Het personeelslid krijgt een kopie van het document. 5.4. Kopie Het personeelslid krijgt telkens een kopie van de functiebeschrijving, de verslagen of collegebesluiten, zodat hij of zij op elk moment tijdens de procedure het hele proces kan volgen of opvolgen. Wanneer de functiebeschrijving van toepassing is, wordt er een kopie van de functiebeschrijving aan het personeelslid bezorgd. De 1ste evaluator houdt het document functiebeschrijving in een dossier per personeelslid bij.

8. Herstel procedure: De 1ste E herstelt na ontvangst binnen de 10 werkdagen de procedure. De procedure "opmaak FB" (zie nr. 1) kan weer starten. Indien de 1ste E de procedure niet kan herstellen, neemt het schoolbestuur een beslissing (zie 10).

30.06.2011 - 151 Hoofdstuk 6: Taken specifiek voor het personeelslid 6.1. Algemene rechten en plichten De volgende rechten en plichten worden gerespecteerd: Het schoolbestuur zal bij het verdelen van de opdrachten rekening houden met: de aard van de hoofdopdracht van de personeelsleden in de instelling; het principe van de billijke verdeling van de taken, inzonderheid met betrekking tot personeelsleden die nog in andere instellingen werkzaam zijn; de capaciteiten van de personeelsleden; de tijd die personeelsleden besteden aan hun vertegenwoordiging in officile inspraakorganen: schoolraad en ABOC; de taken die volgens het decreet niet in de functiebeschrijving van het personeel basisonderwijs kunnen worden opgenomen.

6.2. Taken specifiek voor het personeelslid Volgende taken kunnen opgenomen worden in rubriek Schoolspecifieke opdrachtvan de functiebeschrijving: Deelnemen aan een werkgroep (tijdelijke projecten). Deelnemen aan het kernteam. Deelnemen aan netwerken uit de regio binnen de normale prestatieregeling, zoals bv. ICT en zorg. Organiseren van allerlei activiteiten zoals sportdag, schoolreis, schoolfeest, Per school, vestigingsplaats of gebouw verantwoordelijkheid opnemen als vertrouwenspersoon, vakbondsafgevaardigde, gebouwverantwoordelijke, cordinator tijdens de evacuatieoefeningen of EHBO-verantwoordelijke. Vrijwillige vertegenwoordiging van de school in schoolgerelateerde organen, zoals bijvoorbeeld milieuraad, sportraad, jeugdraad, beheersorgaan bibliotheek, lokaal overlegplatform kinderopvang, welzijnsoverleg, Logo Noorderkempen, ABOC, schoolraad, Het vervullen van deze taken wordt niet formeel opgenomen in de evaluatiecriteria, maar kunnen wel positief bijdragen aan het totaalbeeld dat van het betrokken personeelslid kan gevormd worden. Verstrekken van onderwijs aan huis binnen de vigerende regelgeving Verstrekken van Gentegreerd Onderwijs binnen de vigerende regelgeving Er kunnen ook zaken worden opgenomen waaraan het personeelslid extra aandacht moet besteden, bijvoorbeeld zaken die specifiek zijn voor het leerjaar waarin het personeelslid fungeert, bv.: o opvang nieuwe kleuters; o overgang kleuterschool lagere school; o studiekeuze in het 5de en 6de leerjaar; o contacten en afspraken met asielcentra (anderstalige nieuwkomers); o extra murosactiviteiten. Verder kunnen ook schoolgebonden taken opgenomen worden die gericht zijn op de pedagogisch en/of didactische organisatie en cordinatie. Deze taken zijn functiegebonden (BPT, BLIO, BLOA), bv.: o instaan voor het onthaal van nieuwe leerlingen; o observatie en tijdelijke begeleiding van nieuwe leerlingen organiseren en uitvoeren; o toetsafnames organiseren en personeelsleden ondersteunen bij het registreren en interpreteren van toetsgegevens; o bijzondere individuele hulp bieden aan leerlingen binnen de handelingsplanning; o schooleigen (plannings)documenten ontwikkelen, expliciteren, coachen en het gebruik ervan opvolgen; o functiespecifieke documenten maken, beheren en verdelen; o de klassenraden organiseren, cordineren en/of leiden; o beginnende leerkrachten bij het pedagogisch en didactisch proces ondersteunen, specifiek binnen het proces van handelingsplanning; o recente onderwijsontwikkelingen introduceren, na overleg stimuleren en implementeren; o instaan voor de orthotheek en bibliotheek; o organiseren, voorbereiden en leiden van pedagogisch-didactische subteamvergaderingen; o specifieke overlegvergaderingen organiseren/leiden/bijwonen in functie van pedagogische en/of didactische cordinatie en/of opvolging op school-, groeps- of kindniveau (met CLB als partner); o pedagogisch-didactische knelpunten bespreekbaar maken; o scheurnotas voor visiebesprekingen ontwerpen; o als aanspreekpunt fungeren voor directie, personeelsleden, leerlingen, ouders, CLB; o besprekingen voorbereiden betreffende de keuzes van methoden en didactisch of zorgmateriaal; o personeelsleden tot participatie stimuleren;

30.06.2011 - 152 o de directie op de hoogte houden van het persoonlijke functiespecifieke handelen.

Hoofdstuk 7: Negatieve lijst 7.1. Regelgeving Besluit van de Vlaamse regering betreffende de opdracht van het personeel in het basisonderwijs; artikel 4 en 4bis. Goedkeuringsdatum: 17/06/1997 Publicatiedatum: B.S. 11/09/1997 Laatste wijziging: 16/10/2008

7.2. Negatieve lijst De volgende taken behoren niet tot de opdracht van het personeel in het basisonderwijs en kunnen bijgevolg niet in de functiebeschrijving worden opgenomen : 1. Het organiseren van busvervoer. 2. Het uitvoeren van materieel onderhoud en/of herstellingen van en in de school. 3. Het bijwonen van en het meewerken aan godsdienstige, levensbeschouwelijke of socioculturele activiteiten buiten schoolverband. 4. De opvang van kinderen tijdens klasvrije namiddagen en de schoolvakanties. 5. Bijlessen of therapie geven voor en na de schooluren. 6. Huisbezoeken afleggen. 7. Middagtoezicht houden. 8. Verzekeren van busbegeleiding. 9. Het verkeer regelen op de openbare weg. 10. Het vervullen van administratieve en/of organisatorische taken van de directie of het schoolbestuur.

In afwijking kunnen 1. en 10. tot de opdracht behoren van: - de personeelsleden belast met beleidsondersteuning, vermeld in artikel 154, 2, van het decreet; - de personeelsleden belast met een beleidsondersteunende functie ten behoeve van de scholengemeenschap vermeld in artikel 4ter van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 betreffende de puntenenveloppen voor de scholengemeenschappen basisonderwijs. In afwijking kan 2. tot de opdracht van de ICT-cordinator behoren voor zover het uitvoeren van materieel onderhoud en/of herstellingen eigen is aan het ambt. In afwijking kan 6. tot de opdracht van de zorgcordinator behoren, voor zover deze belast is met de taken en opdrachten in het kader van de bevordering van de kleuterparticipatie en op voorwaarde dat de huisbezoeken afgelegd worden in dat kader. In afwijking kan 6. eveneens tot de opdracht van het sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel behoren. De taken 5. tot en met 10. kunnen in uitzonderlijke omstandigheden en op een niet-systematische wijze opgelegd worden aan de personeelsleden. Hoofdstuk 8: Functioneringsgesprekken 8.1 Omschrijving en afspraken Het functioneringsgesprek is een terugkerend en open overleg tussen de eerste evaluator en het personeelslid om het functioneren van het personeelslid te bespreken met als doel de kwaliteit van het werk te verhogen en de samenwerking te optimaliseren. De basis van het functioneringsgesprek is de gendividualiseerde functiebeschrijving. Daaraan kan het werk en het functioneren van het personeelslid worden gespiegeld, ondersteund, geapprecieerd en gecoacht. In een functioneringsgesprek komen volgende gespreksthemas mogelijk aan bod: - het functioneren van het personeelslid; - de interactie/samenwerking tussen het personeelslid en de eerste evaluator; - de werking van de instelling als geheel; - het bepalen van de persoons- en/of ontwikkelingsgerichte doelstellingen voor het personeelslid voor de volgende periode. Het beoogde effect van het functioneringsgesprek situeert zich op verschillende terreinen: - het personeelslid heeft een duidelijker zicht op taken en verwachtingen en kan zich verder ontwikkelen met de nodige ondersteuning; - de eerste evaluator heeft een duidelijker zicht op het functioneren van het personeelslid en kan bijsturen indien nodig; - de samenwerking tussen beiden wordt versterkt;

30.06.2011 - 153 - de werking van de instelling verbetert; - het gesprek werkt motiverend voor beide betrokkenen. Bij een functioneringsgesprek heeft de eerste evaluator een coachende rol en richt het gesprek zich vooral op de toekomst. Hij/zij zorgt voor een rustige omgeving en voldoende vertrouwen en ruimte zodat er open kan gecommuniceerd worden op basis van gelijkwaardigheid. Functioneringsgesprekken kunnen ook plaats vinden buiten de schoolmuren. Voor een goed functioneringsgesprek trekt men voldoende tijd uit. Het is belangrijk dat tijdens het gesprek het personeelslid steeds eerst aan het woord komt en bovendien hoofdzakelijk aan het woord is. De eerste evaluator heeft de taak om het personeelslid de juiste ondersteuning en begeleiding aan te bieden. Het is evident dat naast de formele stappen die in deze afsprakennota worden opgenomen het personeelslid ook via minder formele weg gecoacht en begeleid wordt. Er worden functioneringsgesprekken gehouden met alle personeelsleden die zijn aangesteld voor meer dan 104 dagen. Ook met personeelsleden met een aanstelling van 104 dagen of minder met een functiebeschrijving, kunnen functioneringsgesprekken plaatsvinden. Het functioneringsgesprek vindt minimaal n keer per twee jaar plaats en wordt minstens een week voordien aangekondigd. De uitnodiging gebeurt door de eerste evaluator met een document (zie bijlage) dat gebruikt zal worden tijdens het functioneringsgesprek. Het document kan aangevuld worden door het personeelslid en deze bezorgt het document binnen drie werkdagen terug aan de eerste evaluator, zo kunnen beiden zich voorbereiden op de onderwerpen die zeker ter sprake komen. Ieder personeelslid heeft het recht om zelf een functioneringsgesprek te vragen. Op eenvoudige vraag van het personeelslid bezorgt de eerste evaluator een leeg document hiervoor en wordt een afspraak vastgelegd. Het functioneringsgesprek heeft plaats tijdens de normale aanwezigheid van de leerlingen of na onderlinge afspraak. Indien een van beide gesprekspartners dit wenst, kan de tweede evaluator op het gesprek aanwezig zijn.

8.2 Verslag De inhoud van het verslag van een functioneringsgesprek zou grotendeels op het einde van het gesprek moeten gemaakt zijn. De bespreekpunten en afspraken worden genoteerd, eveneens wordt vastgelegd hoe deze afspraken worden opgevolgd. Het verslag wordt nadien afgewerkt en binnen de vijf werkdagen bezorgd aan het personeelslid. Het verslag wordt in drie exemplaren door beide partijen gedateerd en gehandtekend. Het verslag wordt bewaard in het personeelsdossier. Ook het personeelslid en de tweede evaluator krijgen een exemplaar. Indien het functioneringsgesprek een aanpassing van de functiebeschrijving tot gevolg heeft, wordt dit genotuleerd in het verslag en toegevoegd aan de gendividualiseerde functiebeschrijving. In bijlage vindt men een sjabloon voor het verslag. Hoofdstuk 9: Evaluatie 9.1 Algemeen De evaluatie kadert in de rechtspositieregeling van het personeel. De evaluatie houdt het gemotiveerd beoordelen van de kwaliteit van de uitvoering van de opdrachten en van de werkhouding in. Er wordt enkel rekening gehouden met de prestaties geleverd in het lopende schooljaar en de drie daaraan voorafgaande schooljaren. De evaluatie is een proces dat steunt op een nauwkeurige, objectieve en billijke inschatting van de inzet, de prestaties en de competenties van het betrokken personeelslid en dat wordt afgesloten met een eindconclusie: voldoende, voldoende onder voorwaarden of onvoldoende. Ieder personeelslid wordt op basis van zijn gendividualiseerde functiebeschrijving minstens eenmaal om de vier jaar gevalueerd. Het ligt in de bedoeling van het schoolbestuur dat elk personeelslid aan de vooravond van het behalen van TADD of aan de vooravond van een vaste benoeming wordt gevalueerd.

9.2 Het evaluatiegesprek Met het oog op de evaluatie wordt er een evaluatiegesprek gehouden tussen de eerste evaluator en het personeelslid. Vooraleer over te gaan tot een evaluatie heeft minstens n functioneringsgesprek plaatsgevonden. Het evaluatiegesprek heeft als doel het functioneren van het personeelslid te verbeteren daar waar dit nodig is en het te ondersteunen. De functiebeschrijving van het betrokken personeelslid vormt de basis voor het evaluatiegesprek. Het evaluatiegesprek is niet louter op het verleden gericht maar wil ook afspraken naar de toekomst vastleggen. Na het evaluatiegesprek moeten niet enkel de goede en sterke punten, maar ook de eventueel te verbeteren punten voor het personeelslid duidelijk zijn.

30.06.2011 - 154

Het personeelslid wordt minimaal een week voordien door de eerste evaluator schriftelijk uitgenodigd voor het evaluatiegesprek. Het gesprek gaat door in de school tijdens de normale aanwezigheid van de kinderen of op een ander tijdstip dat onderling wordt overeengekomen. Het evaluatiegesprek kan leiden tot afspraken rond persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen die opgenomen worden in de gendividualiseerde functiebeschrijving van het personeelslid. Het evaluatiegesprek leidt steeds tot een evaluatieverslag en sluit een evaluatieperiode af. Op vraag van de eerste evaluator of het personeelslid kan de tweede evaluator aanwezig zijn op het evaluatiegesprek.

9.3 Evaluatieverslag De eerste evaluator stelt het evaluatieverslag op. Het evaluatieverslag beschrijft op zorgvuldige wijze het volledig functioneren van het personeelslid ten opzichte van de functiebeschrijving, met inbegrip van de voor de betrokken evaluatieperiode eventueel afgesproken persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen. Het evaluatieverslag bevat steeds een eindconclusie en vermeldt de beroepsmogelijkheden (op straffe van nietigheid) bij eindconclusie onvoldoende. De eerste evaluator ondertekent en dateert het evaluatieverslag en legt het voor aan het personeelslid. Het personeelslid ondertekent en dateert ter kennisneming en bezorgt het onmiddellijk terug aan de eerste evaluator. De eerste evaluator bezorgt een kopie van dit evaluatieverslag aan - het personeelslid; - de tweede evaluator; - het schoolbestuur. Levensbeschouwelijke vakken De personeelsleden levensbeschouwelijke vakken worden gevalueerd door de eerste evaluator. De inspecteurs levensbeschouwelijke vakken zijn geen evaluatoren maar leveren een bijdrage (vakinhoudelijk) voor de evaluatie. De eerste evaluator bepaalt de eindconclusie op basis van een evaluatiegesprek (niet-vakinhoudelijk) en de (eventuele) bijdrage van de inspectie levensbeschouwelijke vakken (vakinhoudelijk). Bij onvoldoende kan ontslag enkel met instemming van de bevoegde instantie.

9.4 Evaluatiedossier Het evaluatiedossier bevat alle nuttige documenten die als beoordelingsgrond kunnen dienen n die betrekking hebben op de functiebeschrijving. Het evaluatiedossier bevindt zich in de school waar het personeelslid tewerkgesteld is. Het personeelslid heeft op elk ogenblik inzage in zijn persoonlijk evaluatiedossier. Hij kan op zijn verzoek een kopie krijgen van zijn evaluatiedossier.

9.5 Eindconclusie onvoldoende Een evaluatie kan leiden tot een evaluatieverslag met eindconclusie onvoldoende. De eerste evaluator bezorgt een kopie van dit evaluatieverslag ter kennisneming aan de tweede evaluator. Tegen een evaluatie met eindconclusie onvoldoende kan het personeelslid beroep aantekenen bij het college van beroep inzake evaluaties. Op straffe van verval dient het beroep ingesteld te worden binnen een termijn van twintig kalenderdagen volgend op de overhandiging van de kopie van dit evaluatieverslag door de eerste evaluator. Deze termijn wordt opgeschort tijdens een vakantieperiode. Als het personeelslid binnen de voorziene termijn geen beroep aantekent, is de evaluatie onvoldoende definitief na het verstrijken van deze termijn. Als het personeelslid binnen de voorziene termijn beroep aantekent, is de evaluatie met eindconclusie onvoldoende definitief na de uitspraak van het college van beroep voor zover het college van beroep de evaluatie met eindconclusie onvoldoende niet vernietigt. 9.5.1 Wervingsambten Het personeelslid dat in een wervingsambt tijdelijk is aangesteld voor bepaalde duur wordt door het schoolbestuur ontslagen als het voor dat wervingsambt n definitieve evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" heeft gekregen. Het ontslag geldt voor het ambt in die school waarop de evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" betrekking heeft. Na een evaluatie met eindconclusie onvoldoende en voor zover deze niet leidt tot het ontslag, moet het betrokken personeelslid een nieuwe evaluatie krijgen. Deze nieuwe evaluatie moet een periode van minstens 12 maanden effectieve prestaties omvatten. Deze periode start op het ogenblik dat het evaluatieverslag wordt voorgelegd aan het betrokken personeelslid. Intussen is er

30.06.2011 - 155 minstens n functioneringsgesprek. Het personeelslid dat in een wervingsambt vast benoemd is of tijdelijk is aangesteld voor doorlopende duur wordt ontslagen door het schoolbestuur als het in nzelfde school voor dat wervingsambt ofwel twee opeenvolgende definitieve evaluaties met eindconclusie "onvoldoende" ofwel drie definitieve evaluaties met eindconclusie "onvoldoende" in zijn loopbaan heeft gekregen. Het ontslag geldt voor het ambt in die school waarop de evaluaties met eindconclusie "onvoldoende" betrekking hebben. 9.5.2 Bevorderingsambt: directeur Een directeur die tijdelijk aangesteld is, wordt ontslagen door het schoolbestuur als zij/hij voor dat ambt n definitieve evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" heeft gekregen. Het ontslag geldt voor het ambt in de school waarop de evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" betrekking heeft. Een vast benoemd directeur wordt ontslagen door het schoolbestuur als zij/hij in eenzelfde school voor dat ambt ofwel twee opeenvolgende definitieve evaluaties met eindconclusie "onvoldoende" ofwel drie definitieve evaluaties met eindconclusie "onvoldoende" in zijn loopbaan heeft gekregen. Het ontslag geldt voor het ambt van directeur in die school waarop de evaluaties met eindconclusie "onvoldoende" betrekking hebben. Het schoolbestuur kan een vast benoemd directeur die voorheen vast benoemd was in een ambt in het onderwijs, na n definitieve evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" voor dat ambt van directeur uit dit ambt verwijderen. Het betrokken personeelslid wordt door het schoolbestuur onmiddellijk ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking in het ambt waarin hij voorheen vast benoemd was.

9.6 Beroepsprocedure Tegen een evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" kan het personeelslid beroep aantekenen bij een college van beroep inzake evaluaties. Dit college van beroep garandeert de rechten van verdediging. Als het personeelslid, binnen de termijn van twintig kalenderdagen volgend op de overhandiging van de kopie van het evaluatieverslag met eindconclusie onvoldoende, geen beroep aantekent, is de evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" definitief na het verstrijken van deze termijn. Als het personeelslid, binnen de termijn van twintig kalenderdagen volgend op de overhandiging van de kopie van het evaluatieverslag met eindconclusie onvoldoende, beroep aantekent, is de evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" definitief na de uitspraak van het college van beroep voor zover het college van beroep de evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" niet vernietigt.

30.06.2011 - 156 Gentegreerde totaalbegeleiding van het personeelslid situeren van functiebeschrijvingen, functioneringsgesprekken en evaluatie conform de afspraken binnen de SG en/of het SB

COACHING Bij instap Opstellen FB - Verplicht bij aanstel-ling van meer dan 104 dagen - In overleg tussen personeelslid en eerste evaluator - Gendividualiseerd - Rekening houden met algemene afspraken - Per ambt, per school - Aanpassen kan bij: belangrijke wijziging opdracht, na functioneringsgespre k of bij begin nieuwe evaluatiecyclus - Rekening houden met negatieve lijst Acties (klasbezoek, bezoek activiteit of werkplek, ) Bezoek 1 Aankondiging bezoek + deeldoel(en Formeel bezoek Nabespreking + begeleidingsgesprek Afbakening werkpunten Begeleidingsverslag Bezoek 2 Documentanalyse Voorbeelden: resultaten KVS toetsgegevens planningsdocumenten: agenda, week- & jaarplan, organisatie administratie, Begeleiding door mentor Voor beginnende personeelsleden. FORMEEL en INFORMEEL

Functioneringsges

FORMEEL

gelijkwaardigheid v deelnemers door eerste evalua basis: functiebesch feedback: wat loop en/of niet goed met ondertekend v toekomstgerichte afspraken en/of aanpassing FB

Bij instap komen ook andere elementen aan bod, bv. info over het mentorschap e.d.

INFORMEEL

gericht aan het schoolbestuur heeft consequenties bespreking in het directiecomit uitspraak: Voldoet voldoet niet

30.06.2011 - 157 Uitnodiging functioneringsgesprek

School:

...........................................................................

Personeelslid: ........................................................................... Datum: Locatie: ........................................................................... ...........................................................................

Volgende gespreksonderwerpen komen zeker aan bod:

1. Een item uit de functiebeschrijving van het personeelslid door de eerste evaluator

...................................................................................................................................... ...................................................................................................................................... ...................................................................................................................................... ...................................................................................................................................... ...................................................................................................................................... ......................................................................................................................................

2. Een onderwerp/verwachting van het personeelslid

...................................................................................................................................... ...................................................................................................................................... ...................................................................................................................................... ...................................................................................................................................... ...................................................................................................................................... ......................................................................................................................................

30.06.2011 - 158 VERSLAG FUNCTIONERINGSGESPREK

School Instellingsnummer

: ............................... : ...............................

Naam personeelslid Ambt Eventueel bijkomende gegevens:

Datum gesprek: ..

Bespreekpunten en afspraken

Het personeelslid Datum:

De eerste evaluator Datum:

30.06.2011 - 159 COACHINGSHISTORIEK

School Instellingsnummer

: ............................... : ...............................

Naam personeelslid Ambt Eventueel bijkomende gegevens:

Datum

Bondige omschrijving van de actie

Paraf personeels lid

Paraf eerste evaluator

30.06.2011 - 160 VERSLAG EVALUATIEGESPREK

School Instellingsnummer

: ............................... : ...............................

Naam personeelslid Ambt Eerste evaluator Tweede evaluator Eventueel bijkomende gegevens:

Datum evaluatiegesprek:

Beschrijvend verslag

EINDCONCLUSIE

Opgemaakt in drie exemplaren

Het personeelslid Datum:

De eerste evaluator Datum:

30.06.2011 - 161 Beroepsmogelijkheden Uittreksel uit het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding Art. 47undecies. 1. Een evaluatie, bedoeld in afdeling I, kan leiden tot een evaluatieverslag met eindconclusie "onvoldoende". 2. Tegen een evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" kan het personeelslid beroep aantekenen bij een college van beroep inzake evaluaties. Dit college van beroep garandeert de rechten van verdediging. Als het personeelslid, binnen de in artikel 47septies decies, 5, 1, voorziene termijn, geen beroep aantekent, is de evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" definitief na het verstrijken van deze termijn. Als het personeelslid, binnen de in artikel 47septies decies, 5, 1, voorziene termijn, beroep aantekent, is de evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" definitief na de uitspraak van het college van beroep voor zover het college van beroep de evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" niet vernietigt. 3. Na een evaluatie met eindconclusie "onvoldoende", en voor zover deze niet leidt tot het ontslag zoals bedoeld in dit hoofdstuk, moet betrokkene een nieuwe evaluatie krijgen. Deze nieuwe evaluatie moet een periode van ten minste twaalf maanden effectieve prestaties omvatten. Deze periode start op het ogenblik dat het evaluatieverslag wordt voorgelegd aan het betrokken personeelslid overeenkomstig artikel 47decies, 2. Art. 47septiesdecies. 1. Er wordt een college van beroep opgericht, bestaande uit drie kamers waarvan twee kamers ten behoeve van het personeel waarop dit decreet van toepassing is. Er is een kamer voor : 1 het gesubsidieerd vrij onderwijs; 2 het gesubsidieerd officieel onderwijs. 2. Het college van beroep doet in een met redenen omklede beslissing uitspraak over de evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" door enerzijds na te gaan of de evaluatie op een zorgvuldige en kwaliteitsvolle manier is gebeurd, anderzijds dient zij de redelijkheid van de sanctie te beoordelen. Het college van beroep heeft de volgende bevoegdheden : 1 nagaan of de procedureregels op het niveau van de instelling of het centrum zijn nageleefd. Aan de hand van elementen uit het dossier moet worden nagegaan of : - zowel de procedure betreffende de evaluatie als de procedure betreffende het vastleggen van de functiebeschrijvingen werden nageleefd; - de rechten van verdediging niet werden geschonden; 2 nagaan of de evaluatie is gebeurd volgens de regels en in de geest van de functiebeschrijvingen en evaluatie; 3 oordelen of de beslissing betreffende een evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" steunt op motieven die de toekenning van een evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" in rechte en in feite aanvaardbaar maken; 4 oordelen of er een redelijke verhouding bestaat tussen de feiten en de uiteindelijke beslissing tot het geven van een evaluatie met eindconclusie "onvoldoende"; 5 de beslissing betreffende een evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" vernietigen. 3. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regelen inzake de samenstelling en de uitoefening van het mandaat van de leden van het college van beroep met dien verstande dat : 1 het college van beroep wordt voorgezeten door een onafhankelijk persoon; 2 er een pariteit is tussen de vertegenwoordigers van de werkgevers- en werknemersorganisaties; 3 het college van beroep beslist bij gewone meerderheid van stemmen; 4 de voorzitter stemgerechtigd is : bij staking van stemmen na een tweede stemronde is de stem van de voorzitter doorslaggevend; 5 bij de stemming er steeds pariteit moet zijn tussen de vertegenwoordigers van de werkgeversen werknemersorganisaties, behoudens bij een tweede zitting wanneer op de eerste zitting de vertegenwoordigers van n van beide organisaties afwezig bleven. De Vlaamse Regering benoemt de voorzitter en bepaalt de vergoedingen waarop hij recht heeft. 4. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regelen inzake het secretariaat en de werkingskosten van het college van beroep. 5. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regelen betreffende beroepsprocedure en betreffende de werking van het college van beroep in het procedurereglement, met dien verstande dat : 1 op straffe van verval het beroep dient ingesteld te worden binnen een termijn van twintig kalenderdagen volgend op de overhandiging van de kopie van het evaluatieverslag met eindconclusie "onvoldoende" door de eerste evaluator of door de inrichtende macht voor de beheerder van een internaat, de directeur en desgevallend de adjunct-directeur. Deze termijn kan worden opgeschort tijdens een vakantieperiode; 2 het beroep de evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" opschort;

30.06.2011 - 162 3 voor het vaststellen van de redenen tot wraking van de voorzitter en de leden zal worden uitgegaan van het bepaalde in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek; 4 de rechten van de verdediging tijdens de procedure worden gewaarborgd.

Uittreksel uit het Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 betreffende de procedure in beroep na een evaluatie met eindconclusie onvoldoende en betreffende de werking van het college van beroep Art. 7. Als een evaluatie wordt uitgesproken met eindconclusie "onvoldoende", dan kan het betrokken personeelslid hiertegen bij aangetekend schrijven beroep instellen bij de bevoegde kamer van het college van beroep, binnen de termijn, vermeld in artikel 73septiesdecies, 5, 1, van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs en artikel 47septiesdecies, 5, 1, van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs. Het betrokken personeelslid ontvangt op zijn eenvoudig verzoek onmiddellijk een kopie van zijn evaluatiedossier. Als het einde van de termijn zoals bedoeld in het eerste lid, valt binnen de herfst-, kerst-, krokus-, paas- of zomervakantie zoals die voorzien zijn in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 april 1991 tot organisatie van het schooljaar in het basisonderwijs, in het deeltijds kunstonderwijs en in het onderwijs voor sociale promotie georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of in het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 2001 houdende de organisatie van het schooljaar in het secundair onderwijs, dan wordt die termijn opgeschort gedurende de duur van de betrokken vakantie. Op hetzelfde ogenblik als het personeelslid het beroepschrift indient, stuurt hij een kopie daarvan aan zijn evaluator(en). Het beroep moet op straffe van nietigheid gemotiveerd zijn. Het beroep moet de naam en het adres van de instelling of het centrum bevatten en de naam van de evaluator(en). Art. 8. 1. Zodra de zaak aanhangig is gemaakt, deelt de voorzitter aan de partijen de lijst mee van de effectieve en plaatsvervangende leden van de kamer. Binnen tien kalenderdagen na ontvangst van die lijst mogen de partijen de wraking vragen van de voorzitter en n of meer leden van de kamer. Wie een lid wil wraken, moet dat doen voor de aanvang van de beraadslaging, tenzij de reden tot wraking later is ontstaan. De redenen tot wraking zijn deze voorzien in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek. Als de voorzitter of een lid van een kamer van het college van beroep weet dat er een reden tot wraking tegen hem bestaat, moet hij zich van de zaak onthouden. 2. Behoudens de redenen tot wraking bedoeld in 1, kunnen beide partijen n lid ongemotiveerd wraken. 3. Als zowel de effectieve voorzitter als beide plaatsvervangende voorzitters worden gewraakt, wijst de Vlaamse Regering een andere plaatsvervangende voorzitter aan om in de zaak te zetelen. Art. 9. Bij ontvangst van het beroepschrift vraagt de secretaris onmiddellijk het dossier op bij de evaluator(en) van het personeelslid. Art. 10. 1. De partijen worden met een aangetekende brief opgeroepen voor de zitting van de bevoegde kamer van het college van beroep, die plaatsvindt binnen de dertig kalenderdagen na de ontvangst van het beroep. Als het einde van die termijn tussen 15 juli en 15 augustus valt, wordt de termijn verlengd tot 31 augustus. Het personeelslid en de evaluator(en) kunnen zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een raadsman. 2. De bevoegde kamer van het college van beroep kan ambtshalve of op verzoek van het personeelslid of van de evaluator(en) of op verzoek van een raadsman getuigen horen. In dat geval heeft het verhoor van de getuigen plaats in aanwezigheid van het personeelslid en de evaluator(en) en/of hun raadsman. De opgeroepen getuige kan zich ertegen verzetten dat hij in het openbaar wordt gehoord. 3. De zittingen van de kamers van het college van beroep zijn openbaar, tenzij de openbaarheid gevaar oplevert voor de openbare orde of de goede zeden. Op vraag van het personeelslid of zijn raadsman verloopt de zitting achter gesloten deuren. 4. Als het personeelslid behoorlijk werd opgeroepen en toch niet verschijnt of niet wordt vertegenwoordigd, beslist de bevoegde kamer van het college van beroep bij verstek. Blijkt de verhindering gewettigd, dan kan het personeelslid binnen de tien kalenderdagen nadat de beslissing hem met een aangetekende brief werd betekend, tegen de uitspraak verzet aantekenen. In dat geval wordt de bevoegde kamer van het college van beroep opnieuw bijeengeroepen en beslist zowel bij aanwezigheid als bij afwezigheid van de betrokkene, definitief en onherroepelijk. Art. 11. De beslissing van de bevoegde kamer van het college van beroep wordt met een aangetekende brief aan de partijen meegedeeld binnen tien kalenderdagen na de vergadering waarin de

30.06.2011 - 163 beslissing werd genomen. De beslissing wordt met redenen omkleed. De beslissing is bindend voor beide partijen. Art. 12. De werkingskosten van het college van beroep komen ten laste van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap. De zetel van het college van beroep is gevestigd in Brussel. Art. 13. De kamers van het college van beroep maken hun eigen werkingsreglement op. Artikel 2: Het College van Burgemeester en Schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Vragen raadsleden De Gemeenteraad, MOTIVERING Na afhandeling van de agenda van de openbare zitting hebben de raadsleden, bij toepassing van art. 11 par. 1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad zoals goedgekeurd in zitting van 27 september 2007, de mogelijkheid tot het stellen van mondelinge vragen over gemeentelijke aangelegenheden, die niet op de agenda van de gemeenteraad staan.

Vragen publiek De Gemeenteraad, MOTIVERING Na afhandeling van de openbare vergadering heeft het publiek, bij toepassing van art. 11 par. 2 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad zoals goedgekeurd in zitting van 27 september 2007, de mogelijkheid tot het stellen van mondelinge vragen over gemeentelijke aangelegenheden, die niet op de agenda van de gemeenteraad staan.

GEHEIME ZITTING Samenstelling raad van Gemeentebedrijf Beerse De Gemeenteraad, MOTIVERING Voorgeschiedenis De oprichting van het Autonoom Gemeentebedrijf Beerse (AGB Beerse) werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 26 mei 2011. Feiten en context De gemeenteraad benoemt de leden van de raad van bestuur en van het college van commissarissen van het AGB Beerse. Juridische grond Artikel 236 2 Gemeentedecreet. Artikel 263quater van de Nieuwe Gemeentewet Argumentatie Het AGB Beerse wordt bestuurd door een raad van bestuur. De gemeenteraad benoemt de leden van de raad van bestuur. De bestuurders moeten geen gemeenteraadslid zijn. Het toezicht op de financile toestand en op de jaarrekening van het AGB Beerse wordt opgedragen aan een college van drie commissarissen die door de gemeenteraad worden gekozen buiten de bestuur en college van commissarissen Autonoom

30.06.2011 - 164 raad van bestuur van het gemeentebedrijf en waarvan tenminste n lid is van het Instituut voor Bedrijfsrevisoren. Met uitzondering van deze laatste zijn de leden van het college van commissarissen allen lid van de gemeenteraad. Gelet op de voordracht van kandidaten voor deelname aan deze raad van bestuur vanwege de verschillende fracties binnen de gemeenteraad. Gelet op de ingediende kandidaturen voor commissaris; De burgemeester-voorzitter deelt mee dat er onvoldoende vrouwelijke kandidaten werden voorgedragen. Conform art. 11, 1 van de statuten mag ten hoogste twee derde van de leden van hetzelfde geslacht zijn. Er moeten dus minimum drie vrouwelijke leden deel uitmaken van de raad van bestuur en er werden slechts twee dames vanuit de meerderheidsfracties voorgesteld. Hij vraagt of de oppositiepartijen ook een vrouwelijke kandidaat kunnen leveren. Raadslid R. Dolhain deelt mee dat, indien het aantal leden wat beter evenredig zou verdeeld zijn, zijn fractie Vlaams Belang een vrouw kan voordragen. Raadslid J. Van Dijck voegt hier aan toe dat zij met 5 zetels de tweede grootste fractie zijn in de gemeenteraad en slechts n afgevaardigde hebben in de raad van bestuur. Raadslid S. Poortmans merkt op dat in art. 11, 2 de procedure staat beschreven als niet aan de vereiste, dat ten hoogste twee derde van de leden van de raad van bestuur van hetzelfde geslacht dient te zijn, is voldaan. Schepen B. Craane meent dat, als men het artikel leest waar raadslid Poortmans naar verwijst, het volgens hem aan de fractie Vlaams Belang is om een vrouwelijke kandidaat te leveren als grootste fractie die geen deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen. De burgemeester stelt voor, gezien er voorlopig geen derde dame wordt voorgedragen, om dit punt uit te stellen naar volgende gemeenteraad. Schepen I. Druyts wenst hier nog bij op te merken dat deze geen lid hoeft te zijn van de gemeenteraad. Besluit : Artikel 1: De gemeenteraad is akkoord dit punt uit te stellen naar de zitting van september.

Aanstelling sanctionerend ambtenaar De Gemeenteraad, MOTIVERING Voorgeschiedenis Op 11 april 2005 hechtte de gemeenteraad van Stad Turnhout goedkeuring aan het protocol te sluiten tussen alle gemeenten van de politie regio Turnhout aangaande gemeentelijke administratieve sancties. Het college van burgemeester en schepenen van Stad Turnhout verklaarde op 10 februari 2011 bij wijze van aanwerving en bevordering, n contractuele functie van beleidsadviseur gemeentelijke administratieve sancties vacant. Het college van burgemeester en schepenen van Stad Turnhout stelde op 12 mei 2011 Kim Schiepers bij wijze van aanwerving aan als beleidsadviseur gemeentelijke administratieve sancties. Feiten en context De minister van Binnenlandse zaken heeft in een brief van 15 maart 2005 gesteld dat er geen beletsel is opdat binnen een meergemeentenpolitiezone een ambtenaar van n gemeente wordt aangesteld om boetes op te leggen voor alle inbreuken die gepleegd worden op het grondgebied van de meergemeentenpolitiezone. Juridische grond Wet van 13 mei 1999 tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties. Artikel 119 bis 2 van de nieuwe Gemeentewet: De administratieve geldboete wordt opgelegd door de ambtenaar behorende tot n van de categorien vastgesteld door de Koning (). Koninklijk besluit van 7 januari 2001 tot vaststelling van de procedure tot aanwijzing van de ambtenaar en tot inning van de boetes in invoering van de wet van 13 mei 1999 betreffende de invoering van gemeentelijke administratieve sancties. (Belgisch Staatsblad, 2 februari

30.06.2011 - 165 2001). Volgens dit besluit wijst de gemeenteraad ofwel de gemeentesecretaris of een andere ambtenaar met een masterdiploma aan als ambtenaar belast met het opleggen van de administratieve geldboetes. Argumentatie Volgens het KB van 7 januari 2001 moet de ambtenaar belast met het opleggen van de administratieve geldboetes beschikken over een masterdiploma. Het protocol aangaande de gemeentelijke administratieve sancties, afgesloten tussen de gemeenten van de politiezone bepaalt daarenboven in artikel 1 dat het moet gaan over een jurist. Kim Schiepers is sinds 16 mei 2011 als beleidsadviseur in dienst van Stad Turnhout. Zij beschikt over een masterdiploma en is juriste. Zij voldoet daarmee aan alle gestelde voorwaarden. Kim Schiepers kan haar rol als sanctionerend ambtenaar pas uitoefenen na aanduiding door de betrokken gemeenteraden van de politiezone. De burgemeester-voorzitter geeft toelichting over dit agendapunt. Raadslid G. Adriaensen vraagt of de functie werd open verklaard en een examen werd georganiseerd. De burgemeester-voorzitter antwoordt hierop bevestigend. Met, in geheime stemming, 19 stemmen voor K. Schiepers en 5 stemmen tegen; Besluit : Artikel 1: De gemeenteraad wijst Kim Schiepers ( 28.02.1984 te Genk) aan als ambtenaar belast met het opleggen van de administratieve geldboetes (sanctionerend ambtenaar).

Aldus gedaan in zitting op datum als voren Secretaris Lydie Kenis Burgemeester-voorzitter Staf Willemsens

You might also like