Professional Documents
Culture Documents
3.0 Voorkennis - Hogeregraadsvergelijkingen - Willem-Jan Van Der Zanden
3.0 Voorkennis - Hogeregraadsvergelijkingen - Willem-Jan Van Der Zanden
0 Voorkennis
y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.
Als je twee punten op deze lijn weet, kun je de grafiek van deze vergelijking
tekenen.
Algemeen:
Een lineaire vergelijking met de variabelen x en y wordt geschreven als:
ax + by = c
De bijbehorende grafiek is een rechte lijn.
y = 2x + 3 wordt -2x + y = 3
y = -2x + 5 wordt 2x + y = 5
2x y 3
2 x y 5
2y 8
y4
Stap 1:
Los de ongelijkheid x2 – 7x + 10 = 0 op.
x2 – 7x + 10 = 0
(x – 2)(x – 5) = 0
x – 2 = 0 of x – 5 = 0
x=2 of x = 5
Stap 2:
Teken een schets van de grafiek en geef
aan wanneer deze groter dan 0 is.
Stap 3:
Geef het antwoord.
x < 2 of x > 5
Stap 1:
2x2 – 6x + p = 0
Stap 2:
a=2 b=–6 c=p
a > 0 => dalparabool
Stap 3:
Maak een situatieschets.
Er is sprake van situatie C:
Een dalparabool en waarbij geen enkel punt op de x-as ligt.
Hieruit volgt dat er geen snijpunten met de x-as zijn en geldt: D < 0.
Stap 4:
D<0
b2 – 4ac < 0
(– 6)2 – 4 ∙ 2 ∙ p < 0
36 – 8p < 0
– 8p < – 36 [Bij delen door een negatief getal
p > 4½ klapt het teken om!!!]
Voorbeeld 2:
x4 = -81
Geen oplossingen.
Voorbeeld 3:
x3 = 27
x = 3 27 = 3
Voorbeeld 4:
x3 = -27
x = 3 27 = -3
x6 = 12
6
x= 12 ˅ x = - 6 12
x3 – 3x2 + 2x = 0
x(x2 – 3x + 2) = 0
x(x – 1)(x – 2) = 0
x=0˅x=1˅x=2
Voorbeeld 2:
Ontbinden in factoren met substitutie
x4 – 3x2 + 2 = 0 [Neem x2 = p]
p2 – 3p + 2 = 0
(p – 1)(p – 2) = 0
p=1˅p=2
x2 = 1 ˅ x2 = 2 [Schrijf oplossing als x = ...]
x = 1 ˅ x = -1 ˅ x = √2 ˅ x = - √2
Stap 1:
Los de ongelijkheid 2x4 > 13x2 – 20 op.
Stap 2:
Maak een schets van de grafieken van f(x) = 2x4 en g(x) = 13x2 – 20
Stap 3:
Los de ongelijkheid op.
x < -2 of 2 12 x 2 12 of x > 2
Let op:
• Een afstand is altijd positief;
• De notatie voor modulus of absolute waarde is | |
Voorbeeld 1:
|x| = 4 [Vindt getallen op de getallenlijn met een afstand 4 tot 0]
x = 4 of x = -4
Voorbeeld 2:
|2x + 6| = 5
2x + 6 = 5 of 2x + 6 = -5
2x = -1 of 2x = -11
x = -½ of x = -5½ Willem-Jan van der Zanden 14
3.2 Stelsels vergelijkingen [1]
Voorbeeld 1:
Bereken het snijpunt van de lijnen l:y = 2x + 3 en m: y = -2x + 5
y = 2x + 3 wordt -2x + y = 3
y = -2x + 5 wordt 2x + y = 5
2x y 3
2 x y 5
2y 8
y4
y = 2x + 3 wordt -2x + y = 3
y = -2x + 5 wordt 2x + y = 5
2x y 3
2 x y 5
4 x 2
x 12
6 x 3 y 9
6 x 4 y 12
7 y 21
y 3
Invullen van y = 3 geeft x = 0, dus (0, 3) is het snijpunt.
Stap 1:
Vul de twee punten in de grafiek in:
5 = a ∙12 + b ∙ 1 => 5 = a + b
14 = a ∙22 + b ∙ 2=> 14 = 4a + 2b
Stap 2:
Los het gevonden stelsel van vergelijkingen op:
a b 5 x2
4a 2b 14 x1
2a 2b 10
4a 2b 14
2a 4
a2
Willem-Jan van der Zanden 18
3.2 Stelsels vergelijkingen [3]
Voorbeeld :
De punten (1,5) en (2,14) liggen op de grafiek van y = ax2 + bx
Bereken de waarden van a en b.
Stap 3:
Vul de gevonden waarde van a in één van de beide vergelijkingen in:
5=a+b
5=2+b
b=3
9x + 3y = 6
9x + 3(x2 + 4) = 6
9x + 3x2 + 12 = 6
3x2 + 9x + 6 =0
x2 + 3x + 2 = 0
(x + 2)(x + 1) = 0
x = -2 ˅ x = -1
1: AB = 0 => A = 0 of B = 0
(x - 5)(x + 7) = 0
x - 5 = 0 of x + 7 = 0
x = 5 of x = -7
2: A2 = B2 geeft A = B of A = - B
(2x – 1)2 = 25
(2x – 1)2 = 52
2x – 1 = 5 of 2x – 1 = -5
2x = 6 of 2x = -4
x = 3 of x = -2
3: AB = AC geeft A = 0 of B = C
(x – 4)(x + 5) = (x – 4) (2x+7)
x – 4 = 0 of x + 5 = 2x + 7
x = 4 of –x = 2
x = 4 of x = -2
4: AB = A geeft A = 0 of B = 1
x2(x – 1) = x2
x2 = 0 of x – 1 = 1
x = 0 of x = 2
Algemeen:
A C
AD BC B 0 D 0
B D
Voorbeeld 3:
2x 7 x 6 [Bij gelijke noemers, tellers aan elkaar gelijkstellen]
x 3 x 3
2x 7 x 6
x 13
A C
Algemeen: A C B 0
B B
Voorbeeld 5:
x 5
4
2x 6
x 5 4(2x 6)
x 5 8 x 24
Algemeen: A C A BC B 0
7 x 29 0 B
7 x 29
x 297 4 71
Willem-Jan van der Zanden 25
3.3 Regels voor het oplossen van vergelijkingen [3]
Voorbeeld 1:
5x 9 3
[Kwadrateren om wortel weg te werken]
5x 9 9
5x 18
x 3 35
[Controleren altijd of de oplossing klopt!!!]]
Voorbeeld 2:
x x 12
[Zorg dat links enkel nog de wortelterm staat]
x 12 x
x (12 x )2 [Kwadrateren om wortel weg te werken]
x 144 24 x x 2
x 2 25x 144 0
( x 9)( x 16) 0
x 9 x 16
[Controleer altijd of de oplossing klopt!!!]
o.k . k .n.
Willem-Jan van der Zanden 26
3.3 Regels voor het oplossen van vergelijkingen [4]
Voorbeeld:
x5 x2 x 2
p2 p 2 [Neem x2√x = x2x½ = x2½ = p, dan x5 = p2]
p2 p 2 0
( p 1)( p 2) 0
p 1 p 2
x 2 x 1 x 2 x 2 [Controleer altijd de oplossingen!!!]
x2√x = -1 heeft geen oplossing want x2 > 0 en √x > 0, dus x2√x > 0
Voorbeeld 1:
Herleid
( x 3 2)3
( x 3 2)( x 3 2)2
( x 3 2)( x 6 2x 3 4)
x 9 2x 6 4 x 3 2x 6 4 x 3 8
x 9 4x 6 8x 3 8
x 5 9x
x 3
2
x( x 4 9)
x 3
2
x( x 2 3)( x 2 3)
x 3
2
x( x 2 3) x 2 3 0
2) A B A C B AC B AC B
C C C C C C
3) A C AC
B D BD
4) A B AB
C C
5) A A C AC Want delen is vermenigvuldigen met het omgekeerde.
B B B
C
A A
6) B B B A
C C B BC
3 5 6 15 6 x 15 6 x 15
2 2 2 2
x x x x x x x2
Voorbeeld 2:
Schrijf zonder breuk in de noemer
4x x 1 4x( x 1)
y 4x x 1
x 1 x 1 x 1
x 1
Voorbeeld 1:
Schrijf als functie van A
500
A6
B 5
500
A6
B 5
500
B 5
A6
500
B 5
A6