Professional Documents
Culture Documents
Forensische Psychologie
Forensische Psychologie
Forensische Psychologie
Annet Willemsen
S4598334
Capita Selecta Interventies in Klinisch Forensiche Psychologie, Rijksuniversiteit Groningen
Supervisor: Julie Karsten
Datum: ????
1. Forensisch psychiatrische zorg
Het doel van forensische zorg is het waarborgen van een veilige re-integratie van
individuen die fouten hebben begaan en terugkeren in de samenleving. Puur straffen volstaat
niet voor personen met psychische aandoeningen, een laag IQ, of verslavingsproblematiek; zij
aan de straf, met als beoogd resultaat de verkleining van de kans op recidive.
doordat het gericht is op individuen binnen het strafrechtelijk systeem. Het hoofddoel betreft
de reductie van crimineel gedrag en het faciliteren van een veilige re-integratie. De
behandeling omvat zowel psychiatrische symptomen als factoren die hebben bijgedragen aan
klinieken.
betrokkenheid bij het strafrecht en de behandelingsdoelen differentieert deze twee vormen van
dwangopname en interactie met het strafrechtelijk systeem, maken integraal deel uit van deze
zorg.
die betrokken zijn bij criminele activiteiten of een hoog risico op recidive lopen. Het richt
zich op het verminderen van psychiatrische stoornissen, het voorkomen van herhaald
crimineel gedrag, en het bevorderen van maatschappelijke re-integratie. Deze verschillen
psychiatrische zorg, waarbij behandeling zich toespitst op zowel psychiatrische als juridische
dimensies.
best practices. Deze normatieve instrumenten zijn van cruciaal belang in de forensisch
psychiatrische zorg, waar ze een gestructureerde, op bewijs gebaseerde aanpak bieden voor de
disciplines. Dit resulteert in gezamenlijke behandelplannen die essentieel zijn bij de aanpak
van complexe behoeften van forensisch psychiatrische patiënten. Tot slot dragen richtlijnen
substantieel bij aan het verbeteren van de kwaliteit en veiligheid van de zorg, waardoor
psychiatrische zorg.
die in lijn zijn met de capaciteiten van de persoon. Na de behandeling suggereert het
Deze benadering pleit voor een gepersonaliseerde aanpak die gedurende het gehele
'verantwoordelijkheid naar draagkracht' dat de patiënt een actieve rol moet spelen in zijn
wordt gesteld dat de patiënt niet meer verantwoordelijkheid op zich moet nemen dan hij
deelname aan therapieën en het volgen van kliniekregels. Na de behandeling omvat deze
benadering dat de patiënt zelf verantwoordelijkheid moet dragen voor zijn leven, waarbij hij
aangeleerde vaardigheden en strategieën toepast, zoals het vermijden van risicovol gedrag en
Gedurende alle fasen van de behandeling is het cruciaal dat de patiënt niet overbelast
wordt en dat zijn verantwoordelijkheden afgestemd zijn op zijn individuele draagkracht. Dit
dat de patiënt zijn verantwoordelijkheden op een gezonde en duurzame manier kan dragen.
2. Het pad van de patiënt naar herstel
Het traject dat forensisch psychiatrische patiënten doorlopen, van opname tot en met
verlof, is een complex proces dat zorgvuldig is ontworpen om zowel psychiatrische als
forensische aspecten te behandelen. Het traject kan in zes fasen worden onderverdeeld,
individuele patiënt.
uitgevoerd via Het programma Zorgvuldig, Snel en op Maat ( ZSM). Hierbij hanteert de
is hoofdzakelijk administratief van aard, waarbij de beslissing kan worden genomen om geen
verdere stappen te ondernemen of om een opvolgend traject te initiëren. Wanneer een persoon
wordt beschuldigd van een strafbaar feit en er wordt vermoed dat er sprake is van een
eerste en initiële fase omvat een grondige intake en diagnostiek, waarbij de medische
markeert het aanvangspunt van het traject, waarbij de patiënt wordt opgenomen in een
forensisch psychiatrisch centrum. In deze fase wordt niet alleen de diagnose van de tbs-
gestelde gesteld, maar ook wordt bepaald welk zorgprogramma en welke afdeling het meest
geschikt zijn. Het doel is om een grondig inzicht te verkrijgen in de specifieke behoeften en
problematiek van de patiënt, wat als basis dient voor de ontwikkeling van een afgestemd
behandelplan.
Opname: Als een persoon wordt opgenomen in een forensisch psychiatrisch centrum,
van de patiënt. Het doel van de behandeling is om de patiënt te helpen zijn/haar psychische
ondersteuning, variërend van medicatie tot verschillende vormen van therapie. Na de opname
onderliggende stoornis.
van de psychische stoornis en het verbeteren van het functioneren van de patiënt in het
dagelijks leven. De derde fase is gewijd aan intensieve behandeling, waarbij de focus ligt op
Evaluatie: Na verloop van tijd zal er regelmatig worden geëvalueerd hoe het gaat met
de patiënt en of er veranderingen nodig zijn in het behandelplan. Tijdens dit proces worden
regelmatig risicotaxaties uitgevoerd, wat de vierde fase inleidt, waarin verlofaanvragen
worden overwogen.
gevaar meer bestaat voor de samenleving, kan er besloten worden tot verlof. Dit kan
geleidelijk aan opgebouwd worden, bijvoorbeeld door verlof te geven onder begeleiding of in
een besloten setting. Verlof, als onderdeel van de vijfde fase, biedt de patiënt de mogelijkheid
verworven vaardigheden. Naarmate de patiënt meer vooruitgang boekt met zijn of haar
behandeling, kan hij of zij in aanmerking komen voor een geleidelijk verlof. Dit is een proces
waarbij de patiënt in toenemende mate meer vrijheid krijgt om het centrum te verlaten en deel
te nemen aan de samenleving. De patiënt krijgt tijdens deze fase meer verantwoordelijkheid
en autonomie, en worden geleerd om op hun eigen te functioneren. Het centrum blijft steeds
vertrouwen is dat er geen risico meer is voor de samenleving, kan er besloten worden tot re-
integratie in de maatschappij. Dit kan behoorlijk uitdagend zijn, vooral omdat forensisch
psychiatrische patiënten een stempel hebben als een potentieel gevaar. Daarom kan er tijdens
fase richt zich op nazorg en verdere re-integratie, waarbij de patiënt wordt voorbereid op een
opbouw van een ondersteunend sociaal netwerk worden geïntegreerd in dit stadium. Het
traject van opname tot en met verlof illustreert het streven naar een evenwicht tussen
patiënten. In deze fase zit ook de resocialisatiefase, waarbij de tbs-gestelde geleidelijk wordt
instelling verblijft. Deze fase is gericht op het teruggeven van verantwoordelijkheden aan de
patiënt en biedt ondersteuning bij de overgang naar een meer zelfstandig leven. Wanneer de
patiënt goed reageert op de behandeling en de therapeuten geloven dat hij of zij klaar is voor
verdere re-integratie in de samenleving, kan de patiënt in aanmerking komen voor ontslag. Dit
gebeurt vaak na een periode van intensieve controle en begeleiding om ervoor te zorgen dat
ontslagen is. Veel patiënten zijn onderhevig aan verplichte supervisie en ontvangen
Het traject van een forensisch psychiatrische patiënt, van opname tot verlof, is
gericht zijn op diagnostiek, behandeling en re-integratie. Binnen deze fasen wordt het
aanpak, waarbij diagnostiek, behandeling en re-integratie elkaar complementeren met als doel
zorgprogramma's, waarbij het inschatten van het recidiverisico van een patiënt centraal staat.
Risicotaxatie betreft het inschatten van de waarschijnlijkheid, aard, frequentie en ernst van
toekomstige delicten, evenals het identificeren van het meest waarschijnlijke slachtoffer,
samen met factoren die het risico verhogen en verlagen (Hildebrand, De Ruiter, Van Beek,
2001). Dit proces vindt op verschillende momenten tijdens de behandeling plaats, met als
Risicofactoren
onveranderlijke feiten die van belang zijn bij het beoordelen van risico's, maar ze zijn niet
familiecriminaliteit en eerdere veroordelingen (Gendreau et al., 1996; Andrews & Bonta, 2003;
Hanson & Morton-Bourgon, 2005). Ze vormen een basis die niet gemakkelijk door behandeling
potentieel beïnvloedbaar door behandeling, zij het niet altijd. Het sociale netwerk en
dagelijkse activiteiten behoren ook tot deze dynamische factoren en kunnen mogelijk
deze dynamische factoren een specifiek aandachtspunt (Tervoort, 2010). Dynamische factoren
zijn vatbaarder voor behandeling, zoals antisociaal gedrag, associatie met criminele vrienden,
impulsiviteit, en het vermogen tot zelfregulatie (Gendreau et al., 1996; Andrews & Bonta, 2003;
Hanson & Morton-Bourgon, 2005). Onderscheid wordt gemaakt tussen acute (korte-termijn) en
stabiele (langere-termijn) dynamische risicofactoren. Acute dynamische risicofactoren zijn
intoxicatie of plotselinge woede (Harris, Rice & Quinsey, 1998). Acute factoren hebben beperkte
langetermijn voorspellende waarde (Hanson, 2000; Hanson & Harris, 2001). Stabiele
over langere perioden uit (maanden/jaren) en verminderen het recidiverisico bij behandeling
Beschermende Factoren
sociaal netwerk, verminderen het risico op recidive. Het integreren van beschermende
waarde. Verbeteringen traden op bij consensus tussen meerdere experts (De Ruiter,
risicomanagement. Groot belang voor de dagelijkse praktijk ( Douglas, Hart, Webster &
Belfrage, 2013).
2. HKT-R: Herziene versie van de HKT-30, met toegevoegde items voor meer nuance en
validiteit.
3. FARE: Forensisch Ambulante Risico Evaluatie is een instrument dat het mogelijk
maakt om het recidiverisico actuariëel in te schatten, met de optie om op basis van een
(Forensisch Ambulante Risico Evaluatie; Van Horn, Eisenberg, Bouman, Van den Hanenberg,
wordt steeds meer nadruk gelegd op gestructureerde klinische risicotaxatie voor een
De meest betrouwbare inschatting van delictkansen wordt momenteel verkregen door het
middelengebruik en crimineel gedrag, een fenomeen dat zowel bij mannen als vrouwen is
vastgesteld (Lammers et al., 2014). In een specifieke analyse onder forensische cliënten kwam
naar voren dat bij 20% van de onderzochte groep middelenmisbruik direct gerelateerd was
aan delictgedrag, terwijl het bij de overige 80% fungeerde als een van de vele criminogene
factoren (Van der Kraan et al., 2014). Onderzoek door Brand en collega's onthulde dat bij
gevallen voor gepleegde delicten, terwijl intoxicatie in 21% van de gevallen leidde tot
Een uitgebreide meta-analyse van dertig onderzoeken illustreerde dat druggebruikers drie
tot vier keer meer vatbaar zijn voor crimineel gedrag in vergelijking met niet-gebruikers
(Bennett, Holloway & Farrington, 2008). Hierbij vertoonden gebruikers van crack, heroïne,
middelengebruik crimineel gedrag vertonen, met name van gewelddadige aard, wordt bepaald
door een complexe interactie tussen de mate van problematisch gebruik, individuele
om het gebruik te bekostigen (Van Dijk, Junger & Sagel-Grande, 2011; Burnett, 2004).
Middelengebruik vertoont een complexe relatie met delinquent gedrag, waarbij zowel
activiteiten, maar kan wel de intensiteit en frequentie van criminele activiteiten vergroten.
Omgekeerd kan criminaliteit ook voorafgaan aan drugsgebruik, mogelijk als reactie op
(Löbmann & Verthein, 2009). Koeter en Van Maastricht (2006) wijzen op de dynamische
voorafgaat aan de criminele carrière, wordt het drugsgebruik vaak pas problematisch nadat de
criminele carrière is begonnen, wat wordt aangeduid als het multiplier effect. Over het
algemeen verhoogt aanhoudend middelengebruik het risico op recidive twee tot vier keer,
(Bennett, Holloway & Farrington, 2008; Löbmann & Verthein, 2009). Deze complexe
geassocieerd met verschillende vormen van crimineel gedrag. Zo blijkt alcoholgebruik met
name samen te gaan met gewelddadig gedrag, terwijl andere middelen mogelijk een rol spelen
bij specifieke vormen van criminaliteit. Middelen kunnen drempelverlagend werken en angst
verminderen, waardoor ze voorafgaan aan crimineel gedrag (Van Dijk, Junger & Sagel-
Grande, 2011; Burnett, 2004). Lammers et al. (2014) benadrukken dat cocaïne en alcohol
mechanismen.
Het zorgprogramma benadrukt het belang van het verminderen van dynamische risicofactoren
en het versterken van beschermende factoren. De behandeling richt zich op het terugdringen
van criminele recidive door het aanpakken van de effecten van middelengebruik en eventuele
comorbiditeit Dit omvat onder andere het bevorderen van motivatie voor verandering, het
Deze benadering onderstreept het belang van een holistische aanpak die rekening houdt
met de complexe relatie tussen middelenmisbruik en crimineel gedrag, en die gericht is op het
zich op het veranderen van negatieve gedachten en gedragingen, terwijl DGT vaardigheden
aanpak, afgestemd op de specifieke behoeften van de patiënt, blijft van groot belang.
Het GLM model en het RNR model voor de behandeling van zedendelinquenten
Verschillen
Overeenkomsten
Zelfbedachte casus.
Ministerie van Algemene Zaken. (2023, 23 november). Doel forensische zorg. Tbs en overige
overige-forensische-zorg/doel-forensische-zorg