Professional Documents
Culture Documents
Vluchtig Verbonden
Vluchtig Verbonden
De jonge vrouw naast me in de metro swipet foto’s op Tinder. Ik kijk even mee, ze vangt
mijn blik, we glimlachen. De man naast me in het vliegtuig valt in slaap, zijn hoofd zakt op
mijn schouder. Zachtjes duw ik het terug. De vrouw in de trein houdt de deur voor me open
terwijl ik over het perron aan kom hollen. Nog uithijgend bedank ik haar.
Het is een alledaags wonder: een choreografie zonder choreograaf. En te midden van die
anonieme, meest woordeloze verbondenheid ontstaan soms momenten van echte verbinding.
Als het gaat over verbondenheid is de toon vaak stichtelijk en een beetje klef. Een woord
voor geestelijken en christendemocratische politici, vormingswerkers en therapeuten, of – het
allerergst – van marketeers die communities willen verbinden met hun brand. Verwijzingen
naar verbondenheid doen vaak een appel aan nogal tribale verbanden: familie, dorp, wijk,
kerk, natie, gemeenschap. Maar gelukkig zijn er ook andere vormen van verbondenheid.
Dunne verbondenheid
De samenleving draait echter niet op duurzame, diepe verbindingen alleen. De alledaagse
sociale orde draait op anonieme, ondiepe ‘dunne’ verbondenheid. Op mensen die woordeloos
rekening houden met elkaar, op alledaagse voorkomendheid, kleine momenten van
bekommernis, niet afgedwongen hulp. Vooral stadssociologen en -geografen hebben
gewezen op het alledaagse wonder van het vreedzaam samenleven: de Berlijnse blasé van
Georg Simmel, het stedelijk ballet van Jane Jacobs, de publieke mens van Richard Sennett.
Maar het wonder is nog groter bij de vervoerde mens. De kleine ruimte, constante
beweging – mensen stappen in en uit – en gedwongen opsluiting zet vreedzame afstemming
onder hoogspanning. Door het onbeschermde van mensen in zo’n dichte ruimte is
communicatie niet te vermijden. Civil disattention is niet altijd een optie.
De socioloog Jack Katz schreef het hilarische artikel ‘Pissed off in LA’ over automobilisten
op de overvolle autowegen van Los Angeles. De isolatie van al die automobilisten, in hun
eigen afgesloten cabine tussen duizenden anonieme anderen, leidt tot het fenomeen van de
road rage: normale, beschaafde mensen vervallen in hun auto in blinde razernij. (Iets
vergelijkbaars zien we ook bij communicatie via een scherm.)
De vergelijking met deze tierende automobilisten maakt duidelijk wat voor wonder er gebeurt
in de trein, de bus, de metro en het vliegtuig. Dicht op elkaar gepakt, overgeleverd aan
vreemden – in het openbaar vervoer zijn veel meer redenen voor woede. Maar het
tegenovergestelde gebeurt: beleefdheid is de norm. Natuurlijk, er is ergernis en incidenteel
ontspoort het. Maar meestal zitten honderden mensen vreedzaam samen, gebogen over
mobiel, rustig in gesprek. In- en uitstappen leidt tot gemopper op mensen die niet wachten,
maar meestal is binnen vijf minuten iedereen die eruit wil eruit, wie erin wil erin.
Dit is vluchtige verbondenheid: een zeer lichte gemeenschap van vreemden, niet
bijeengehouden door dwang of externe regels, maar door – ja, door wat eigenlijk? Door een
combinatie van gewenning en socialisatie, een diffuus gevoel van reciprociteit (als ik me
netjes gedraag, doen anderen dat ook), en bewustheid van de ander.
Vertrouwen
Op kort ritjes zijn dit vaak kleine momenten: korte glimlachjes, blikken die elkaar kruisen,
praktische hulp met trapjes, deuren en koffers. Maar het telt op: inmiddels hebben honderden
mensen me geholpen met het tillen van een kinderwagen. Ik heb beleefd geglimlacht om
duizenden flauwe grapjes van conducteurs. Maar zeker op langere reizen kan de vluchtigheid
leiden tot een korte, intense verbondenheid met mensen die je anders nooit getroffen had. De
vrouw in de trein naar Brussel die me vertelde over de begrafenis waar ze heen ging. Een
gesprek dat ik nooit zal vergeten, over verslaafde ouders, in een vliegtuig naar Bologna. En
die keer in de nachtbus van Los Angeles naar San Francisco. De jongen achter me tikte op
mijn schouder en vroeg me wat er in mijn hoofd gebeurde als ik las. Hij bleek analfabeet te
zijn, en wat volgde was een gesprek, in een nachtelijke stille bus, over opgroeien in
Nederlandse suburbs versus de Amerikaanse inner city, over school, boeken, familie.