Professional Documents
Culture Documents
Vwo Eindexamen Scheikunde
Vwo Eindexamen Scheikunde
VAK : SCHEIKUNDE
DATUM :
TIJD :
Sorbinezuur is een éénwaardig zuur met een molaire massa van 112 g/mol en een pKz-waarde van
4,76. Dit zuur wordt als conserveermiddel toegevoegd aan onder andere vruchtensappen.
De systematische naam van sorbinezuur is trans,trans-2,4-hexadiëenzuur.
2p c. Leg uit of een oplossing met pH = 3,2 of een oplossing met pH = 4,0 een sterkere
conserverende werking zal hebben.
5p d. Bereken hoeveel gram sorbinezuur is opgelost in 1 liter water om een pH van 3,2 te
verkrijgen.
5p e. Bereken in welke volumeverhouding men 0,40 M sorbinezuur oplossing aan 0,35 M
natriumsorbaat oplossing moet toevoegen om een oplossing te verkrijgen met pH = 5,0.
Een grondstof die gebruikt wordt bij de productie van sorbinezuur is crotonaldehyde. Crotonaldehyde
is erg reactief vanwege de aldehyde-groep en de dubbele binding in de koolstofketen. De
systematische naam van crotonaldehyde is 2-butenal.
3p f. Leg uit of crotonaldehyde stereo isomerie vertoont.
VWO SCHEIKUNDE EXAMEN 2015-2016 Pagina 1 van 4
Als men crotonaldehyde laat reageren met propaandizuur ontstaat sorbinezuur. Naast sorbinezuur
ontstaan bij deze reactie nog twee andere gasvormige stoffen. Worden deze twee gasvormige stoffen
eerst geleid door wit kopersulfaat en daarna door kalkwater dan worden er zichtbare veranderingen
waargenomen namelijk wit kopersulfaat wordt blauw en kalkwater wordt troebel wit.
5p g. Geef de reactievergelijking voor de productie van sorbinezuur uit crotonaldehyde en
propaandizuur (organische stoffen in structuurformules).
Voor de productie van waterstof heeft Michael Hoffmann het volgende apparaat ontwikkeld:
Dit apparaat bestaat uit een ruimte gevuld met natriumchlorideoplossing (de electrolyt), waaraan twee
electroden zijn aangebracht. De ene electrode is van staal die regelmatig vervangen moet worden. De
andere electrode is van titaan(IV)oxide met daaromheen een laag bismut. Als men het apparaat onder
spanning zet, komt er altijd waterstofgas vrij en ontstaan er ijzer-ionen.
De bestaande kwantitatieve relaties tussen electriciteit en chemische veranderingen werden voor het
eerst beschreven door Michael Faraday in 1832. De hoeveelheid lading die overeenkomt met 1 mol
electronen wordt de constante van Faraday genoemd en bedraagt 96485 Coulomb.
Neem aan dat 1 Ampere = 1 Coulomb per seconde.
5p e. Bereken na hoeveel minuten 1,5 liter waterstofgas geproduceerd wordt bij een
stroomsterkte van 5 Ampere (T = 298 K en p = p0).
Indien in het water echter de toxische arsenietionen, AsO33-(aq), voorkomen, worden deze ionen met
het bovenstaande apparaat van Hoffman omgezet in de minder toxische arsenaationen, AsO43-(aq). De
standaardelectrodepotentiaal voor het redoxkoppel AsO33-/ AsO43- bedraagt -0,52 V bij T = 298 K.
2 𝐹𝑒(𝐶𝑁)3− 4− +
6 (𝑎𝑞) + 𝐻2 𝑂2 (𝑎𝑞) → 2 𝐹𝑒(𝐶𝑁)6 (𝑎𝑞) + 𝑂2 (𝑔) + 2𝐻 (𝑎𝑞)
Een leerling krijgt de opdracht het gehalte aan 𝐾3 𝐹𝑒(𝐶𝑁)6 in een oplossing te bepalen. Voor deze
bepaling gebruikt hij het volgende voorschrift:
Pipetteer 10 mL van de 𝐾3 𝐹𝑒(𝐶𝑁)6 𝑜𝑝𝑙𝑜𝑠𝑠𝑖𝑛𝑔 in een erlenmeyer.
Voeg vervolgens 25 mL 0,20 M KI(aq) en 5 mL 4,0 M HCl(aq) toe.
Bij de reactie tussen kaliumhexacyanoferraat(III) en kaliumjodide treedt er een evenwicht op. Hierbij
wordt er onder andere jood gevormd.
5p b. Geef de somvergelijking met behulp van halfreacties voor de reactie die in de
erlenmeyer optreedt.
Na enige tijd wordt de oplossing echter weer blauwpaars. Zuurstof is niet de veroorzaker hiervan.
2p c. Verklaar deze blauwpaarse kleuring in het eindpunt.
Deze blauwpaarse kleuring kan hij voorkomen door vóór de titratie aan de oplossing
10 mL 30 massa% ZnSO4(aq) toe te voegen, waarbij 𝑍𝑛2 𝐹𝑒(𝐶𝑁)6 neerslaat.
4p d. Geef de vergelijking van de reactie die optreedt bij toevoeging van ZnSO4(aq).
2p e. Leg uit dat nadat het eindpunt is bereikt, de blauwpaarse kleuring nu niet meer zal
optreden.
Voor de bovenstaande titratie heeft de leerling precies 37,70 mL 0,085 Molair 𝑁𝑎2 𝑆2 𝑂3(aq) verbruikt.
6p f. Bereken het massapercentage van 𝐾3 𝐹𝑒(𝐶𝑁)6 in de oorspronkelijke oplossing. Neem
aan dat de dichtheid van de oplossing 1,0 g/mL bedraagt.
Door een reactie van cyclohexanon met hydroxylamine (NH2OH) ontstaat uiteindelijk caprolactam.
Caprolactam ondergaat eerst een ringopenings-reactie: de ring wordt geopend door een reactie met
water waarbij er een alifatische verbinding gevormd wordt. Daarna ondergaat deze verbinding een
reactie waarbij het polymeer Nylon-6 ontstaat.
Verwarmt men echter cyclohexanol met geconcentreerd zwavelzuur als katalysator, dan ontstaat er
onder andere cyclohexeen.
EINDE
𝒔𝒄𝒐𝒓𝒆 + 𝟏𝟎
𝑪𝒊𝒋𝒇𝒆𝒓 =
𝟏𝟎