Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 4

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR

UNIFORM .......EXAMEN VWO 2016

VAK : SCHEIKUNDE
DATUM :
TIJD :

Aantal opgaven bij dit vak :4


Aantal pagina’s :4

Controleer zorgvuldig of alle pagina’s in de goede volgorde aanwezig zijn.


Neem in geval van een afwijking onmiddellijk contact op met een surveillant.

Calculator en BINAS toegestaan SUCCES!

OPGAVE 1 (26 punt)

Sorbinezuur is een éénwaardig zuur met een molaire massa van 112 g/mol en een pKz-waarde van
4,76. Dit zuur wordt als conserveermiddel toegevoegd aan onder andere vruchtensappen.
De systematische naam van sorbinezuur is trans,trans-2,4-hexadiëenzuur.

2p a. Geef de structuurformule van sorbinezuur.


4p b. Geef de ionisatievergelijking van sorbinezuur in water met behulp van
molecuulformules.

De conserverende werking van sorbinezuur wordt toegeschreven aan uitsluitend de


niet-geïoniseerde sorbinezuurmoleculen. Hoe groter de concentratie aan niet-geïoniseerde
sorbinezuurmoleculen, des te sterker de conserverende werking.

2p c. Leg uit of een oplossing met pH = 3,2 of een oplossing met pH = 4,0 een sterkere
conserverende werking zal hebben.
5p d. Bereken hoeveel gram sorbinezuur is opgelost in 1 liter water om een pH van 3,2 te
verkrijgen.
5p e. Bereken in welke volumeverhouding men 0,40 M sorbinezuur oplossing aan 0,35 M
natriumsorbaat oplossing moet toevoegen om een oplossing te verkrijgen met pH = 5,0.

Een grondstof die gebruikt wordt bij de productie van sorbinezuur is crotonaldehyde. Crotonaldehyde
is erg reactief vanwege de aldehyde-groep en de dubbele binding in de koolstofketen. De
systematische naam van crotonaldehyde is 2-butenal.
3p f. Leg uit of crotonaldehyde stereo isomerie vertoont.
VWO SCHEIKUNDE EXAMEN 2015-2016 Pagina 1 van 4
Als men crotonaldehyde laat reageren met propaandizuur ontstaat sorbinezuur. Naast sorbinezuur
ontstaan bij deze reactie nog twee andere gasvormige stoffen. Worden deze twee gasvormige stoffen
eerst geleid door wit kopersulfaat en daarna door kalkwater dan worden er zichtbare veranderingen
waargenomen namelijk wit kopersulfaat wordt blauw en kalkwater wordt troebel wit.
5p g. Geef de reactievergelijking voor de productie van sorbinezuur uit crotonaldehyde en
propaandizuur (organische stoffen in structuurformules).

OPGAVE 2 (20 punt)

Voor de productie van waterstof heeft Michael Hoffmann het volgende apparaat ontwikkeld:
Dit apparaat bestaat uit een ruimte gevuld met natriumchlorideoplossing (de electrolyt), waaraan twee
electroden zijn aangebracht. De ene electrode is van staal die regelmatig vervangen moet worden. De
andere electrode is van titaan(IV)oxide met daaromheen een laag bismut. Als men het apparaat onder
spanning zet, komt er altijd waterstofgas vrij en ontstaan er ijzer-ionen.

3p a. Maak een schematische tekening van de door Hoffmann beschreven apparaat.


2p b. Leg uit waarom de stalen electrode regelmatig vervangen moet worden.
2p c. Beredeneer of bovenstaande opstelling een elektrochemische cel of een elektrolyse-
opstelling is.
4p d. Geef de halfreacties die optreden bij de positieve en negatieve electrode.

De bestaande kwantitatieve relaties tussen electriciteit en chemische veranderingen werden voor het
eerst beschreven door Michael Faraday in 1832. De hoeveelheid lading die overeenkomt met 1 mol
electronen wordt de constante van Faraday genoemd en bedraagt 96485 Coulomb.
Neem aan dat 1 Ampere = 1 Coulomb per seconde.

5p e. Bereken na hoeveel minuten 1,5 liter waterstofgas geproduceerd wordt bij een
stroomsterkte van 5 Ampere (T = 298 K en p = p0).

Indien in het water echter de toxische arsenietionen, AsO33-(aq), voorkomen, worden deze ionen met
het bovenstaande apparaat van Hoffman omgezet in de minder toxische arsenaationen, AsO43-(aq). De
standaardelectrodepotentiaal voor het redoxkoppel AsO33-/ AsO43- bedraagt -0,52 V bij T = 298 K.

2p f. Geef de halfreactie voor de omzetting van arseniet- in arsenaationen.


2p g. Leg uit of het nu nodig is om de stalen electrode regelmatig te vervangen.

VWO SCHEIKUNDE EXAMEN 2015-2016 Pagina 2 van 4


OPGAVE 3 (21 punt)

De stof kaliumhexacyanoferraat(III) wordt ook wel rood bloedloogzout genoemd. Een


kaliumhexacyanoferraat(III) oplossing bestaat onder andere uit 𝐹𝑒(𝐶𝑁)3−
6 ionen.
Indien aan een kaliumhexacyanoferraat(III) oplossing een overmaat waterstofperoxide oplossing wordt
toegevoegd, treedt de volgende reactie op:

2 𝐹𝑒(𝐶𝑁)3− 4− +
6 (𝑎𝑞) + 𝐻2 𝑂2 (𝑎𝑞) → 2 𝐹𝑒(𝐶𝑁)6 (𝑎𝑞) + 𝑂2 (𝑔) + 2𝐻 (𝑎𝑞)

2p a. Leg uit welke kleurverandering bij deze reactie wordt waargenomen.

Een leerling krijgt de opdracht het gehalte aan 𝐾3 𝐹𝑒(𝐶𝑁)6 in een oplossing te bepalen. Voor deze
bepaling gebruikt hij het volgende voorschrift:
 Pipetteer 10 mL van de 𝐾3 𝐹𝑒(𝐶𝑁)6 𝑜𝑝𝑙𝑜𝑠𝑠𝑖𝑛𝑔 in een erlenmeyer.
 Voeg vervolgens 25 mL 0,20 M KI(aq) en 5 mL 4,0 M HCl(aq) toe.

Bij de reactie tussen kaliumhexacyanoferraat(III) en kaliumjodide treedt er een evenwicht op. Hierbij
wordt er onder andere jood gevormd.
5p b. Geef de somvergelijking met behulp van halfreacties voor de reactie die in de
erlenmeyer optreedt.

Het proefvoorschrift gaat verder:


 Titreer het onstane jood met 𝑁𝑎2 𝑆2 𝑂3(aq) van roodbruin naar geel.
 Voeg 1 mL zetmeel toe en titreer de blauwpaarse oplossing tot kleuromslag.

Na enige tijd wordt de oplossing echter weer blauwpaars. Zuurstof is niet de veroorzaker hiervan.
2p c. Verklaar deze blauwpaarse kleuring in het eindpunt.

Deze blauwpaarse kleuring kan hij voorkomen door vóór de titratie aan de oplossing
10 mL 30 massa% ZnSO4(aq) toe te voegen, waarbij 𝑍𝑛2 𝐹𝑒(𝐶𝑁)6 neerslaat.

4p d. Geef de vergelijking van de reactie die optreedt bij toevoeging van ZnSO4(aq).
2p e. Leg uit dat nadat het eindpunt is bereikt, de blauwpaarse kleuring nu niet meer zal
optreden.
Voor de bovenstaande titratie heeft de leerling precies 37,70 mL 0,085 Molair 𝑁𝑎2 𝑆2 𝑂3(aq) verbruikt.
6p f. Bereken het massapercentage van 𝐾3 𝐹𝑒(𝐶𝑁)6 in de oorspronkelijke oplossing. Neem
aan dat de dichtheid van de oplossing 1,0 g/mL bedraagt.

VWO SCHEIKUNDE EXAMEN 2015-2016 Pagina 3 van 4


OPGAVE 4 (23 punt)
O
Caprolactam (figuur 1) is een organische verbinding met als brutoformule C6H11NO en
wordt onder meer gebruikt voor de productie van nylon 6. Een grondstof voor de NH
bereiding van caprolactam is cyclohexanon.

De bereiding van cyclohexanon vindt in twee stappen plaats:


figuur 1
Stap 1 : De hydrogenering van fenol tot cyclohexanol
Stap 2: De oxidatie van cyclohexanol met natriumdichromaat en zwavelzuur.

3p a. Geef de hydrogenering van fenol weer in structuurformules.


5p b. Geef de somvergelijking met behulp van halfreacties voor stap 2 (organische stoffen in
structuurformules).

Door een reactie van cyclohexanon met hydroxylamine (NH2OH) ontstaat uiteindelijk caprolactam.
Caprolactam ondergaat eerst een ringopenings-reactie: de ring wordt geopend door een reactie met
water waarbij er een alifatische verbinding gevormd wordt. Daarna ondergaat deze verbinding een
reactie waarbij het polymeer Nylon-6 ontstaat.

2p c. Tot welke reactietype behoort de ringopeningsreactie van caprolactam? Motiveer je


antwoord.
3p d. Teken een stukje van het polymeer Nylon-6 bestaande uit drie monomeer eenheden.

Verwarmt men echter cyclohexanol met geconcentreerd zwavelzuur als katalysator, dan ontstaat er
onder andere cyclohexeen.

3p e. Geef de vergelijking van deze reactie in structuurformules.


1p f. Tot welk reactietype behoort deze reactie?
6p g. Bereken de enthalpieverandering (kJ/mol) van de reactie bij onderdeel e
(gebruik tabel 58).

EINDE

𝒔𝒄𝒐𝒓𝒆 + 𝟏𝟎
𝑪𝒊𝒋𝒇𝒆𝒓 =
𝟏𝟎

VWO SCHEIKUNDE EXAMEN 2015-2016 Pagina 4 van 4

You might also like