Professional Documents
Culture Documents
Informatica 4ASO-TSO Office 365 - Word Voor Beginners
Informatica 4ASO-TSO Office 365 - Word Voor Beginners
Office365 -
- Word voor
DOCUMENTEN OPMAKEN
Stedelijk Lyceum Pestalozzi, Stedelijk Onderwijs Antwerpen – Jan de Voslei 6, 2020 Antwerpen
1 VERSCHILLENDE OPMAAKNIVEAUS
2
Alineaopmaak wordt toegepast op de alinea waar de cursor staat. Je hoeft de tekst in
de alinea niet te selecteren.
Paginaopmaak wordt toegepast op alle pagina’s van het document. Als je het
document in verschillende secties indeelt, dan geldt de paginaopmaak per sectie.
Stedelijk Lyceum Pestalozzi, Stedelijk Onderwijs Antwerpen – Jan de Voslei 6, 2020 Antwerpen
²
Om te weten welke opmaak van toepassing is op een stuk tekst, kan
je de sneltoets shift + FN + F1 gebruiken.
Je krijgt een venster met de opmaakkenmerken.
Om een tekenopmaak te wissen kan je CTRL + spatie gebruiken.
1.1 Opdrachten
2 STIJLEN EN SJABLONEN
Met een s0 3
….
Stedelijk Lyceum Pestalozzi, Stedelijk Onderwijs Antwerpen – Jan de Voslei 6, 2020 Antwerpen
l kun je een aantal opmaakkenmerken in één keer toepassen. Dit kan zowel
tekenopmaak als alinea-opmaak zijn.
Een sjabloon bevat een aantal stijlen en de instellingen voor de paginaopmaak.
Titels, subtitels en alinea’s hoef je niet telkens apart op te maken. Dat gaat sneller en
efficiënter met stijlen. Een stijl is een verzameling van opmaakkenmerken waaraan
een naam is toegekend. In elke tekstverwerker zijn heel wat stijlen standaard
aanwezig.
Tekst die is opgemaakt zonder stijlen, maar manueel via het dialoogvenster lettertype,
noemen we directe opmaak.
4
2.1 Opdrachten
Stedelijk Lyceum Pestalozzi, Stedelijk Onderwijs Antwerpen – Jan de Voslei 6, 2020 Antwerpen
Je krijgt dit dialoogvenster. De omcirkelde items zijn belangrijk om een goede nieuwe
stijl te maken.
Je kan een stijl wijzigen als volgt: klik met de rechtermuisknop op de stijl die je wil
wijzigen. Kies wijzigen…
Stedelijk Lyceum Pestalozzi, Stedelijk Onderwijs Antwerpen – Jan de Voslei 6, 2020 Antwerpen
2.2 Opdrachten
3 ALINEAWITRUIMTE EN REGELAFSTAND
Alhoewel je dit niet op het zicht kunt zien, maakt een tekstverwerker een duidelijk
verschil tussen een regel en een alinea.
Wat? Hoe? Verborgen teken
Een nieuwe alinea maken ENTER
De afstanden voor een alinea en na een alinea tellen niet op. Als de afstand na de
eerste alinea 6pt is, en de afstand voor de tweede alinea 10pt, dan wordt de witruimte
6
tussen deze alinea’s 10 en niet 16pt. De grootste van de twee waarden geldt.
Stedelijk Lyceum Pestalozzi, Stedelijk Onderwijs Antwerpen – Jan de Voslei 6, 2020 Antwerpen
De regelafstand en de alineawitruimte zijn kenmerken die bij de alinea-opmaak
horen.
Bij regelafstand 1 is er geen ruimte tussen de regels. Bij dubbele regelafstand (of
regelafstand 2) wordt er telekens een volledige regel tussen gelaten.
De witruimte tussen de alinea’s wordt uitgedrukt in punten (pt), net zoals bij de
lettergrootte het geval is. Bij 0pt is er geen witruimte tussen de alinea’s.
Hierdoor wordt de tekst minder goed leesbaar. Een witruimte van 6pt tot 10pt tussen
de alinea’s is een goede instelling.
3.1 Opdrachten
Stedelijk Lyceum Pestalozzi, Stedelijk Onderwijs Antwerpen – Jan de Voslei 6, 2020 Antwerpen
4 TEKST LATEN INSPRINGEN
Tekst inspringen behoort bij alineaopmaak. In een tekst is het niet de bedoeling om
een wirwar van alinea’s te creëren die telkens op een andere manier inspringen.
Volgende mogelijkheden worden het vaakst gebruikt.
Stedelijk Lyceum Pestalozzi, Stedelijk Onderwijs Antwerpen – Jan de Voslei 6, 2020 Antwerpen
9
4.1 Opdrachten
Stedelijk Lyceum Pestalozzi, Stedelijk Onderwijs Antwerpen – Jan de Voslei 6, 2020 Antwerpen
5 OPSOMMEN EN NUMMEREN
10
Stedelijk Lyceum Pestalozzi, Stedelijk Onderwijs Antwerpen – Jan de Voslei 6, 2020 Antwerpen
1 YouTube 1. YouTube
2 Facebook 2. Facebook
3 Twitter 3. Twitter
4 Wikipedia 4. Wikipedia
Office Word voorziet standaard een punt achter een nummering. Dit voldoet dus niet
aan de BIN-normen en daarom verwijder je dit punt als volgt:
Je klikt op het pijltje bij:
Als je een lijst met meer niveaus wil maken, moet je de juiste nummering kiezen. 11
In onderstaande afbeelding is er een klein verschil op te merken tussen een ‘gewone
lijst met 1 / 1.1 / 1.1.1) en een kopnummering.
Tip: ook hier moet je het punt weghalen via nieuwe lijst met meerdere niveaus
definiëren.
5.1 Opdrachten
Stedelijk Lyceum Pestalozzi, Stedelijk Onderwijs Antwerpen – Jan de Voslei 6, 2020 Antwerpen
UITGEBREIDE DOCUMENTEN
In deze les leer je werken met uitgebreide documenten. Een uitgebreid document
heeft een voorblad, een inhoudsopgave, een bronvermelding, een index, …
Daarnaast kan je het document indelen in verschillende secties met elke een eigen
opmaak.
Een uitgebreid document voorzie je liefst van een voorblad. Dit vermeldt titel en
1
auteur van het werk en ziet er best aantrekkelijk uit.
Voorzie altijd een inhoudsopgave. Die heeft eenzelfde structuur als het
document en zij laat toe om een gezochte pagina snel te vinden. In een
2
tekstverwerkingsprogramma kun je een inhoudsopgave automatisch laten
aanmaken aan de hand van kopstijlen.
3 Een uitgebreid document is voorzien van een koptekst…
4 … en een voettekst. Die bevat zeker het paginanummer maar soms ook een
Stedelijk Lyceum Pestalozzi, Stedelijk Onderwijs Antwerpen – Jan de Voslei 6, 2020 Antwerpen
logo, de titel van het hoofdstuk, de auteur.
Voorzie titels van kopstijlen. Zo worden je titels meteen correct genummerd.
5
Het aanmaken van de inhoudsopgave is daarna kinderspel.
Als je in een document naar een andere informatiebron verwijst, dan kun je dit
6
vermelden in een++++++ voetnoot.
Op het einde van je document kun je een index opnemen. Die vermeldt alle
7
kernbegrippen met het nummer van de pagina waar ze voorkomen.
Je kunt ook de gebruikte bronnen (boeken, tijdschriften, webadressen)
8
vermelden in de lijst met referenties.
7.1 Opdrachten
8 ZOEKEN EN VERVANGEN
Je kan in een document zoeken naar tekst en deze vervangen door een alternatieve
tekst. Maar wist je dat je ook kan zoeken naar opmaakkenmerken? Of naar speciale
tekens (zoals een alineamarkering)? Of een combinatie van tekst en opmaak?
In het lint Start > Bewerken > vervangen.
Stedelijk Lyceum Pestalozzi, Stedelijk Onderwijs Antwerpen – Jan de Voslei 6, 2020 Antwerpen
8.1 Opdrachten
9 VERWIJZING
14
Via het lint Verwijzingen kan je een inhoudsopgave toevoegen. Kan je bronnen
beheren, een bibliografie of citaten toevoegen en kan je een index toevoegen.
9.1 Inhoudsopgave
Markeer in het document alle koppen met kopstijlen (kop1, kop2, …).
Daarna kan je een automatische inhoudsopgave maken.
Als je nadien de tekst en de koppen nog aanpast, dan kan je via Bijwerken de
inhoudsopgave nog aanpassen.
9.2 Index
Stedelijk Lyceum Pestalozzi, Stedelijk Onderwijs Antwerpen – Jan de Voslei 6, 2020 Antwerpen
Dit doe je via Verwijzingen > Index > Item markeren
Duid een woord aan. Het verschijnt in het dialoogvenster.
Klik op Markeren. Dit doe je telkens opnieuw. Het
dialoogvenster blijft open staan tot je alle kernbegrippen
hebt aangeduid.
Wat is het verschil tussen Markeren en Alles markeren?
Als alles is gemarkeerd, kan je de index invoegen via
Verwijzingen > Index > Index invoegen.
In latere opdrachten in het onderwijs (alsook later in het hoger onderwijs) zal je
regelmatig moeten verwijzen naar bronnen (handboeken, websites, …). Als je refereert
naar bronnen in een document moet je de APA-notering gebruiken.
Gelukkig kan dit met Microsoft Word automatisch gemaakt worden.
Via Verwijzingen > Citaten en bibliografie > Stijl kan je kiezen voor APA.
15
Stedelijk Lyceum Pestalozzi, Stedelijk Onderwijs Antwerpen – Jan de Voslei 6, 2020 Antwerpen
Van al je bronnen in de huidige lijst kan je dan een citaat invoegen of een bibliografie
invoegen.
9.4 Opdrachten
16
Stedelijk Lyceum Pestalozzi, Stedelijk Onderwijs Antwerpen – Jan de Voslei 6, 2020 Antwerpen
9.4.1 HUMOR IN DE KLAS
Stedelijk Lyceum Pestalozzi, Stedelijk Onderwijs Antwerpen – Jan de Voslei 6, 2020 Antwerpen
10 SECTIES
Een sectie is een deel van een document waaraan je een afzonderlijke pagina-opmaak
toekent. Per sectie kan je bijvoorbeeld werken met andere marges, een andere
afdrukstand, met verschillende kolommen of met een andere kop- en voettekst.
Dit is een voorbeeld van een sectie-einde dat op de volgende pagina begint.
De afdrukstand kan je zo aanpassen per sectie.
Je kan ook een doorlopend sectie-einde gebruiken. Dat is handig om de tekst van
een bepaalde sectie in kolommen weer te geven.
18
Je kan een sectie invoegen via Indeling > Pagina-instelling > Eindmarkeringen.
10.1 Opdrachten
Stedelijk Lyceum Pestalozzi, Stedelijk Onderwijs Antwerpen – Jan de Voslei 6, 2020 Antwerpen
10.1.1HUMOR IN DE KLAS
Stedelijk Lyceum Pestalozzi, Stedelijk Onderwijs Antwerpen – Jan de Voslei 6, 2020 Antwerpen
11 TEKSTDOORLOOP VAN ALINEA’S
Soms wil je alinea’s bij elkaar houden of bepaalde zinnen bij een alinea houden.
Er zijn een aantal mogelijkheden.
Gebruik deze optie als een titel onderaan op de pagina staat. Een titel is namelijk een
afzonderlijke alinea en hoort altijd bij de volgende alinea te staan.
Gebruiken wanneer de eerste of de laatste regel van een alinea op een andere pagina
terechtkomt.
20
Je kunt ervoor zorgen dat alle regels van een alinea bij elkaar blijven, maar bij grote
alinea’s kan dan heel at ruimte op een blad verloren gaan. Doe dit enkel in
uitzonderlijke gevallen.
Stedelijk Lyceum Pestalozzi, Stedelijk Onderwijs Antwerpen – Jan de Voslei 6, 2020 Antwerpen
11.4 Pagina-eind ervoor
Je kunt hoofdstukken telkens op een nieuwe pagina laten beginnen. Stel bij de kopstijl
voor hoofdstuktitels een ‘pagina-einde ervoor’ in.
Al deze instellingen vind je bij Start > Ainea > pijltje om dialoogvenster te openen >
tabblad Tekstdoorloop.
21
11.5 Opdrachten
Stedelijk Lyceum Pestalozzi, Stedelijk Onderwijs Antwerpen – Jan de Voslei 6, 2020 Antwerpen