Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 21

Herhalingsbundel Mens- en wereldbeeld 3de jaar

examen juni 2023


1. Het historisch referentiekader
a) Noteer de bij de 7 historische periodes perioden de juiste data in
chronologische volgorde.
Historische periode Data Scharnierdata +
gebeurtenis
de prehistorie … - 3500 v.Chr.
ontstaan van het schrift in
Mesopotamië (ca.3500
v.Chr.)

het oude nabije oosten 3500 v. Chr. –


800 v. Chr. stichting Rome
(753 v.Chr.)

de klassieke oudheid 800 v. Chr. – 500


de val van het WRR (476)

de middeleeuwen 500 – 1450


de val van het ORR (1453)

de vroegmoderne tijd 1450 – 1750


de Franse Revolutie (1789)

de moderne tijd 1750 – 1945


WO II (1945)

de hedendaagse tijd 1945 - …


?

b) Noteer de onderverdeling die we maakten van de middeleeuwen met


de juiste data in chronologische volgorde.

vroege middeleeuwen 500 - 1000

hoge middeleeuwen 1000 - 1250

late middeleeuwen 1250 - 1500

1
c) Teken een tijdsband van de historische periodes van de westerse
periodisering. Kies zelf een schaal. Noteer ook het ancien régime op
de tijdsband.

2
d) Noteer de juiste deeldomeinen bij de domeinen in de tekening.
bestuurlijk – handel – geloof – kunst – wetenschap – techniek –
territoriaal – bevolkingsgroepen – industrie – arm en rijk – nijverheid –
leefgewoonte - veeteelt

handel bevolkingsgroepen

industrie arm en rijk

nijverheid
veeteelt

kunst
geloof
bestuurlijk
leefgewoonte
territoriaal
wetenschap
techniek
e) Geef het juiste domein en deeldomein bij volgende begrippen.
1. de standensamenleving: sociaal; bevolkingsgroepen
2. het Verdrag van Verdun: politiek; bestuurlijk (erfrecht)
3. de nataliteit: sociaal; demografie
4. de gotiek: cultuur; kunst
5. de sharia: politiek; bestuurlijk
6. de kroonvazal: politiek; bestuurlijk
7. de bedelorden: cultuur; geloof
8. de Vlaamse primitieven: cultuur; kunst
9. de bevolkingsevolutie: sociaal; demografie
10. het kroondomein: politiek; territoriaal

3
2. Politieke ontwikkelingen tijdens de middeleeuwen
a) Vergelijk en bespreek de kenmerken per domein in het Frankische
Rijk, het Byzantijnse Rijk en het Chinese Rijk.

Het Frankische het Byzantijnse het Chinese


Rijk Rijk Rijk
politiek – West-Europa Oost-Europa Eengemaakt
territoriaal rijk sinds de 3de
Verbrokkeling Verbrokkeling: eeuw v.Chr.
door erfrecht en door Grenzen wel
feodaliteit overmeestering onder druk,
Ottomanen maar behield
stabiele grenzen

politiek – Centralisatie: Autocratisch Stabiele


bestuurlijk vorst en nadien bestuur tot 1200, dynastieën met
keizer bestuurt dan een centraal
centraal decentralisatie bestuur,
Decentralisatie: verval en en gebaseerd op
na 843 + verval overgenomen het
+ feodaliteit door de confiusianisme
Ottomanen (sociale positie
Keizerrijk wordt vergregen
Keizerrijk door de goden)
godsdienst Rooms-katholiek Grieks-Orthodox Levensvisie: het
=> de keizer => de keizer is Confusionisme
wordt benoemd het hoofd van de - Wel vele
door paus en Kerk godsdiensten
heeft autonome aanwezig
macht - keizer= een
afgezant van de
goden

bezit /
betaalmiddelen - Grond was het
belangrijkste
bezit
- Weinig handel, - veel handel Veel handel en
belasting in - veel belastingen belastingen op
natura handel
- eigen - eigen
eenheidsmunte eenheidsmunt
= agrarische
samenleving

4
b) Zijn volgende stellingen juist of fout? Bij een fout antwoord markeer
je wat fout is.

1. De Noormannen danken hun sterke leiders aan het juist / fout


erfrecht.
2. Het Arabische Rijk is een sterk centraal georganiseerd juist / fout
rijk.
3. De Vikingen hebben een eenheidsmunt. juist / fout
4. Het Arabische Rijk kent een enorme expansie tijdens juist / fout
de middeleeuwen.
5. Warjagen en Noormannen zijn synoniemen van juist / fout
elkaar.
6. Een kalief is enkel een religieus leider. juist / fout
7. De transithandel was kenmerkend voor de Vikingen. juist / fout

c) Plaats onderstaande gebeurtenissen chronologisch.

1. De hofmeiers nemen de macht over van de Merovingers.


2. De opkomst van de Islam.
3. De Yuang-dynastie van het Chinese Rijk.
4. De vazalliteit in het Frankische Rijk.
5. De val van het Byzantijnse Rijk.
6. De Salische Franken breiden hun grondgebied uit.

langst 6 2 1 4 3 5 minst
geleden lang
geleden

d) Neem in je historische atlas kaart 44 en bestudeer onderstaande


vragen.

1. Waar bevindt zich het kerngebied van de Noormannen?


Scandinavië

5
2. Wanneer situeer je de invallen van de Noormannen?
9de eeuw
3. In de legende onderaan de kaart spreekt men van ‘invallen van
de Noormannen’, ‘Arabische invallen’ en ‘rooftochten van de
Hongaren’. Waarom zou men niet gewoon spreken van ‘uitbreiding’
zoals bij de kaart 42?
Ze vallen binnen, maar geen echte verovering => geen expansie.
4. In welk jaar werd Antwerpen binnengevallen door de Vikingen?
836
5. In welk jaar werd Leuven binnengevallen door de Vikingen? 891
6. Antwerpen en Leuven werden ook geteisterd door rooftochten van
de Magyaren (Hongaren)? Juist /Fout, ze trokken naar het oosten.
7. Geef 3 Europese landen die veroverd werden door de
Noormannen. Frankrijk, Ierland, UK
8. Geef 3 landen die binnengevallen werden door de Warjagen.
Zweden, Turkije
9. Conclusie politiek-territoriaal: Expansie eind 8ste – 9de eeuw; op
zoek naar landbouwgebied; Naar West-Europa en later ook Afrika en
Azië => plundertochten = Vikingen
O=> Warjagen sedentair geworden voor handel

3. Culturele ontwikkelingen tijdens de vroege


middeleeuwen + Leuven
a) Lees onderstaande bronnen en beantwoord de vraag.

6
Wat leren bron 3a en 3b ons over de cultuur in West-Europa tijdens de
vroege middeleeuwen? Illustreert dit continuïteit of discontinuïteit? Leg
uit waarom.

In de Klassieke Oudheid werd er veel aan wetenschap gedaan door


observatie. Men had al veel kennis over het heelal en de kosmos. Men
ging uit van een bolvormig heelal en de aarde.
Wel dacht men dat de aarde centraal stond in het heelal (geocentrisme)

In de ME ging veel kennis verloren door de komst van het christendom,


dat uitging van de zevendaagse schepping. In de kloosters schreven
monniken de aanwezige wetenschappelijke teksten niet over, maar
vervingen ze door godsdienstige interpretaties.
Veel kennis ging verloren, maar dankzij de Arabieren en de Byzantijnen
werden teksten van Griekse wiskundige en astronomen toch bewaard.

b) Situeer de gotiek en de romaanse kunst in de tijd. Benoem de


jaartallen, de eeuwen en de historische periodes.
gotiek: laat-middeleeuwse kunst; 1200 – 1500; 13de-15de eeuw;
hoge en late middeleeuwen en vroegmoderne tijd
Romaanse kunst: hoog-middeleeuwse kunst; 1000 -1200; 10de-12de
eeuw; hoge middeleeuwen
c) Geef vijf elementen die kenmerken zijn voor de gotiek.
1. verticalisme
2 spitsbogen
3. grote ramen
4. veel versiering; ornamenten, rozet …
5. Monumentaal
kruis(rib)gewelf, steunberen, skeletbouw

d) Welke elementen of kenmerken benoemen we als een discontinuïteit


als we kijken naar de overgang van de romaanse kunst naar de
gotiek?

e) Bekijk de afbeelding van


de Votiefkerk te Wenen.

Romaans / gotisch
- verticalisme
- veel versiering 7
- spitsbogen
- kruis grondplan
- grotere ramen
f) Bekijk de beeldhouwkunst van de abdij in Cluny.

Romaans / gotisch
- angstig
- verweven in de muur;
afhankelijk
- onrealistisch
- gekweld

g) Wie zijn de Vlaamse Primitieven? Situeer ze ook in de tijd en in de


ruimte.
De Vlaamse Primitieven zijn een groep kunstschilders uit de 15 de –
16de eeuw in de Nederlanden.

h) Bespreek het schilderij Christus in het huis van Simon van Dirk
Bout.

8
Materiaal: eenvoudige houten panelen met olieverf
Onderwerp: godsdienstig thema
Uitbeelding: Christus eet met vrienden in het huis van Simon.
Kleurgebruik: helder kleurgebruik en kleurensymboliek
Lijnen: deels symmetrisch, horizontaal met de tegels
Perspectief: middenperspectief

4. Demografische evoluties doorheen de tijd


a) Bekijk het demografisch transitiemodel en beantwoord de vragen.

Bekijk fase 1 en beantwoord onderstaande vragen.

9
- Welke soort leeftijdshistogram komt overeen met deze fase?
de piramidevorm
- Bespreek de evolutie van het geboortecijfer:
Het geboortecijfer blijft hoog en gelijk.
- Geef hiervoor een verklaring:
Er is geen geboorteregeling, de huwelijksleeftijd is laag, door hoge
kindersterfte maakt men meer baby’s, kinderen worden ingezet als
kostwinner, geen anticonceptiemiddelen …
- Bespreek de evolutie van het sterftecijfers:
Het sterftecijfer blijft hoog en gelijk.
- Geef hiervoor een verklaring:
Er is een beperkte medische kennis, een beperkte hygiëne, veel
armoede, hongersnood, ziektes …

b) Los onderstaande vragen op aan de hand van onderstaande


leeftijdshistogrammen.

10
- Benoem de eerste vorm: urnevorm
- Bespreek de levensverwachting van deze vorm. Leg hierbij uit welk
maatschappelijk probleem dit met zich meebrengt.
De levensverwachting is hoog; de vergrijzing is groot. Door het lage
geboortecijfer komt er een tekort aan actieven. De vergrijzing van de bevolking
brengt hoge kosten met zich mee.
- Bespreek het sterftecijfer van de middelste vorm.
Het sterftecijfer is hoog, de levensverwachting is laag.

c) Bekijk de leeftijdshistogrammen van Marokko en beantwoord de


vragen.

1998: bevolking: 27,791,825 2023: bevolking: 37,840,043

11
- Bespreek het geboortecijfer:
het geboortecijfer is gedaald
- Bespreek het sterftecijfer:
het sterftecijfer is afgenomen, de bevolking wordt ouder
- Bespreek de levensverwachting:
de levensverwachting is gestegen
- Bespreek de vergrijzing:
de populatie ouderen is groter geworden
- Leg uit waarom de histogram van vorm is veranderd.
het land is meer ontwikkeld, betere economie, vrouwen gaan
studeren en maken meer carrière, anticonceptiemiddelen, betere
gezondheidszorg …

5. Klimaat
a) Determineer onderstaande klimatogrammen aan de hand van de
determineertabel.

Klimaattype Marrakech: gematigd bijna droog klimaat

12
Klimaattype Ankara: warm gematigd met natte winter

13
14
 Al_____________________________________________________
Vaktaal Politiek (+sociaal: de standensamenleving)

Vaktaal
Plaats hieronder woorden uit de cursus. Verklaar ze in eigen woorden
en vorm ook steeds een zin waaruit blijkt dat je het woord begrijpt.

Begrip Verklaring + gebruik in een zin


de Salische Franken Heersers van het Frankische rijk
tijdens de 4e eeuw.

de Merovingers Heersers in het Frankische rijk tijdens


de 5e eeuw.

de hofmeiers
Heersers in het Frankische rijk tijdens
de 7e eeuw die de Merovingers
weggehaald werden van de troon.
de keizer
Heerser van een keizerijk.
de autocratie
Een bestuursvorm waarbij 1 persoon
alle macht heeft.
de monarchie
Bestuursvorm waarbij de monarchie
alle macht heeft.
het keizerrijk
Een gebied dat een keizer heerst
dynastie
centralisatie
Bestuursvorm van een organisatie die
zo veel mogelijk vanuit een centraal
punt bestuurd wordt
eenheid Het gebied vormt samen 1 groot rijk.

espansie

verbrokkeling

decentralisatie

continuïteit

15
discontinuïteit

Palts
Een koninklijke hof dat diende als
tijdelijke verblijfplaats.
Gouw
provincie
Marken Provincie dat een leger commandeert.
gouwgraaf

markgraaf

zendgraaf

capitularia

gewoonterecht

erfrecht

vazalliteit

feodaliteit

agrarische samenleving

leenhulde

Reliek

investituur

standensamenleving

Adel

Clerus

derde stand

privileges

het Byzantijnse Rijk

de Ottomanen

Codex

Cultus

theocratie

16
nomadisch

sedentair

transithandel

karavanen

Sjeik

monotheïsme

polytheïsme

Kalief

kalifaat

Medina

de sharia

dynastie

confucianisme

eurocentrisme

standplaatsgebondenheid

Noormannen

Vikingen

Warjagen

Hird

Jarls

skalds of dichters

ting of VV

17
d) Vaktaal cultuur

Vaktaal
Plaats hieronder woorden uit de cursus. Verklaar ze in eigen woorden
en vorm ook steeds een zin waaruit blijkt dat je het woord begrijpt.

Begrip verklaring + gebruik in een zin


de continuïteit

de discontinuïteit

de romaanse kunst

de gotische kunst

het klooster

de kloosterorde

de Benedictijnen

de heidenen

het polytheïsme

het monotheïsme

de bedevaart
de pelgrimstocht
het gewelf

het tongewelf

18
het kruisgewelf

het kruisribgewelf

de rondboog

de spitsboog

de sluitsteen

het portaal

het timpaan

de latei

het fronton

de hoofdbeuk of het schip

de zijbeuk

het dwarsschip

het koor/hoogkoor

de steunbeer

de bedelorde
(Franciscanen/Dominicanen
)

het ornament

de rozet

de Vlaamse Primitieven

de triptiek

de archeoloog

de martelaar

de kruidtuin

het erfgoed

UNESCO

19
de tableau vivant

e) Vaktaal sociaal

Vaktaal
Plaats hieronder woorden uit de cursus. Verklaar ze in eigen woorden
en vorm ook steeds een zin waaruit blijkt dat je het woord begrijpt.

begrip verklaring + gebruik in een zin


de demografie

de nataliteit

de mortaliteit

de natuurlijke aangroei

het migratiecijfer

de leeftijdshistogram

de vergrijzing

de geboortepolitiek

de demografische transitie

20
21

You might also like