Professional Documents
Culture Documents
Opdracht 1
Opdracht 1
- Ga op zoek naar een les (waarin je nieuwe leerinhoud aanbrengt) uit je wiskundemethode.
Groep 2: Safwan, Nand, Lowie, Marilou, Axel, Lenny, Lee, Milan, Leonie, Kobe F., Elle,
Emile, Amber.
Observatie: Deze leerlingen kunnen de leerstof beheersen met een aanzet van de juf.
Rapport/toetsen: Op de meeste deelvaardigheden behalen de leerlingen middelmatige scores.
Informatie van mentor: Deze leerlingen zijn middelmatige leerlingen.
- 12 verdeeld over 2 is 6
Schematisch:
De kinderen verdelen op papier 2 knikkers. Ze zetten daarbij 2 kringen. We verwoorden wat
we gedaan hebben. En koppelen de correcte deelhandeling aan.
Abstract:
De kinderen hebben 10 staan. Ze schrijven bij de 2 splitsbenen 5 en 5.
Dus als ze 10: 2 = 5
De kinderen moeten de deeltafels niet vanbuiten kennen. De deeltafels staan op het bord
zodat ze dit kunnen controleren.
Zelfstandige verwerking:
De kinderen zijn opgedeeld in 3 groepen. De libellen gaan aan een aparte tafel zitten. Zij
schakelen direct naar de moeilijkere leerstof en zullen de basisleerstof overslaan. Als ze klaar
zijn, hebben ze de opdracht om zelf een toetsvraag te verzinnen.
De bijtjes mogen aan de banken blijven zitten. Ze gaan ook proberen maar als ze iets niet
weten mogen ze dit aan de juf vragen.
De vlinders krijgen verlengde instructie met scaffolds (MAB-materiaal). Zodat ze meer inzicht
krijgen in de deelhandeling.
Korte lesafsluiting:
Deze les verliep eigenlijk heel goed. De leerlingen waren enthousiast over het feit dat de les
begon met bewegend leren. Vervolgens werd de instructiefase interessanter gemaakt door het
gebruik van letterkoekjes. Het was voor veel leerlingen belangrijk om te kunnen verwoorden
wat ze deden, en dat hebben ze ook gedaan. De meer capabele leerlingen hadden al snel door
dat dit te maken had met de maaltafel van 2, terwijl de minder sterke leerlingen nog wat extra
ondersteuning nodig hadden. Het inbouwen van hulpmiddelen was een slimme keuze,
waardoor alle leerlingen de handelingen effectief konden uitvoeren.
Achteraf in hun boek maakten de leerlingen aanzienlijk minder fouten. Ze hadden nog moeite
met.