Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 4

Reflectievraag:

Wanneer voelde je je opgetild?

Een tijdje geleden voelde ik me heel down en had ik geen motivatie meer voor school. Ik lag altijd
in bed en wou gewoon niks doen. Degene die me altijd hielp was mijn broer. Hij liet me altijd blijer
voelen en gaf me altijd motivatie om tenminste iets te doen bv. Naar de gym gaan of te leren.
Wanneer ik niemand mee had om mee te praten, was hij er altijd en zei hij domme dingen, maar
dat maakte me wel blij, het voelde alsof er tenminste iemand is die echt wilde praten met me.

Examenvragen

1. Plichtethiek ‘Durf te weten’ is van Immanuel Kant en ontstond in de 18e eeuw. Als we
handelen volgens normen die voor iedereen altijd gelden, doen we het geoede. =
deontologie, denken aan categorisch imperatief. Gevolgenethiek Teleologie: telos = doel ->
‘Geluk’ De belangrijkste vertegenwoordiger hiervan was Aristotteles in de 5de eeuw v.c. in
OUD-Griekenland. Dit zegt dat we goed handelen als we handelen volgens hetgene dat de
meeste positieve gevolgen met zich meeneemt

2. Stel je voor dat je een goede vriend hebt die een meisje in de steek liet liggen en nog andere
slechte dingen heeft gezegd tegen haar. De volgende dag komen haar vriendinnen naar jou en
je vriend en vragen ze je of je of je het oke vindt wat hij deed. Hier moet je nu goed nadenken
over wa je wil zeggen en ontstaat er een waardenconflict. Je kan eerlijk zijn en zeggen dat je
het vies en dom vindt wat hij deed, of je kan je loyaliteit tonen en je vriend beschermen. Je
maakt je keuze op basis van wat er hoger in je waardenhierarchie staat.

3. 4 kardinale deugden: moed = laurierskrans, voorzichtigheid = slang, rechtvaardigheid =


weegschaal, matigheid = kruik 3 Goddelijke deugden: Kruis= geloof, Hart= liefde, Anker= hoop

4. Volgens Kohlberg heb je 6 fases en 3 niveaus van morele ontwikkeling 1.Angst voor
straf=pre conventioneel 2.eigenvoordeel=pre conventioneel. Deze zijn toepasselijk voor
kleuters en peuters. 3.goed en kwaad=conventioneel 4.wet en orde= conventioneel. Dit is
meer. Deze is toepasselijk voor kinderen van de lagere school en eerste graad. 5.persoonlijke
overtuiging= post conventioneel 6.ethische principes=post conventioneel. De kritiek hierop
was dat de hij liet zien dat de menselijke relaties gekenmerkt zijn door macht.

5. Bij de Milgram experiment wordt er getest hoe ver iemand zou gaan in z’n gehoorzaamheid
aan de autoriteit. Bij elk fout antwoord wordt een elektrsiche schok aan degene die fout
antwoordt steeds sterker en horen ze steeds een luidere schreeuw. Bij dit experiment in de
universiteit van Yale werd er gedacht dat 0,1% zou doorgaan tot 450V, maar het was 50%. Ze
dachten dat ze het goede waren aan het doen omdat ze in Yale waren en dat de
wetenschapper met een witte labo-jas rondliep, maar hun drijfveer en liefde voor de
wetenschap werd gemanipuleerd. De wetenschap leert dus dat beschaving een veel dikkere
laag is dan gedacht.
Dader: het proces bij de dader is als volgt: de eerste fase is spijt, dan moet hij de negatieve gevolgen
beseffen van wat hij heeft gedaan en zich schuldig voelen, dan moet hij voor vergeving vragen aan de
slachtoffer. Als de slaxchtoffer dit wil, is er hierna herstel.
Slachtoffer: De slachtoffer voelt eerst woede door wat er is gebeurd, om door deze fase te gaan is er
een verwijt nodig, zodat de slachtoffer de dader een beetje kan begrijpen. Dan moet de slachtoffer
proberen loslaten. Als dit lukt, is er herstel. De Reuzegommers hadden wel geen spijt en vroegen
zelf niet voor vergiffenis, maar probeerden hun daden recht te spreken door advocaten. Sommigen
van de daders kwamen niet eens opdagen, enkel de advocaten. De ouders van de slachtoffers laten
de zaak ook niet los omdat de daders niet eens kwamen opdagen bij het proces.
6.
7. Basset dacht veel na over de schuldvraag en het interesseerde haar wel. ‘dit is mijn schuld’
tegen jezelf zeggen duidt op zelfcontrole en is beter dan als je zegt “ik had anders geweest
moeten zijn” omdat je het niet kon vermijden. Soms is het zelfs goed om woede te gebruiken
om jezelf terug te vinden en omdat het duidelijk onze grenzen aangeeft. Jezus en God
gebruikten soms zelf ook woede, maar een heilige in woorden, en als we naar de beeld van
God zijn gemaakt, dan hebben we ook het recht op woede. Verwijt en woede zijn nauw
verwant en bij vergeving is er ook verwijt en woede nodig. Als iemand naar je verwijt
luistert, heb je hem, volgens Jezus, al gewonnen en als hij dat gewoon negeert, dat je hem
moet overlaten aan God. Jezus bleef wel altijd solidair met de boosdoeners en is niet
leugenachtig of gewelddadig geweest en we moeten ons ook zo gedragen, ook bij een verwijt
.

8. Psalm 51 vers 3 tot 8: 3, Hij heeft gezondigd en vraagt God voor vergiffenis. 4, Hij wilt terug
schuldvrij worden. 5, Zijn misdrijf is een obsessie geworden. 6, Hij ziet de God als een
rechter. 7, hij probeert zich goed te spreken en zegt dat iedereen fouten maakt. 8, Hij neemt
zijn verantwoordelijkheid.
9. Psalm 51 vers 12 tot 17 12, Hij weet dat de actie van God moet komen omdat scheppen
omdat Scheppen = para, dus een activiteit van God in het hebreeuws. 13, Adam en Eva
diewerden verstoten uit Paradijs. 14, Hij wilt terug sterk worden. 15, Hij wilt de schulden van
anderen op zich nemen. 16, Koning David dood de man Batsela en Veria. 17, Verlossing moet
komen van God.
10. Psalm 18 tot 21 18: 18; Niet goed proberen te maken met cadeaus. 19, Hij schoof zijn
trots aan de kant. 20, Val van Jeruzalem 21, Recht in het leven gesproken .

11. Eerste deel tien geboden: 3, Gij zult geen andere Goden hebben, ten koste van Mij. Dit is het
kerngebod, als je dit naleeft, dan leef je automatisch alle andere ook na. Dit duidt ook op een
monotheïsme. 4-7 Gij zult geen godenbeelden maken= je mag God dus niet afbeelden. Dit
zorgde voor conflict bij beelden van Jezus, maar uiteindelijk werd er beslist dat dit wel mag
omdat God als mens werd afgebeeld in Jezus. 7, Gij zult de naam van de HEER uw God niet
lichtvaardig gebruiken= Geen misdaden in de naam van God, wat bv wel werd gedaan bij
kruistochten. 8-11, Denk aan de Sabbat die moet heilig voor u zijn= Dit gaat van vrijdagavond
tot zaterdag avond en heeft 2 redenen. Een sociale reden, dat je dus niet mag werken en een
rustdag nodig hebt en een religieuze reden. God had de wereld in 6 dagen geschapen en de
7e moest hij rusten. Tijdens de sabbat hebben Joden in antwerpen wel meer vrijheid in de
Eroev, een draad rond antwerpen.
12. Laatste deel tien geboden: r 12, Eer uw vader en uw moeder=dit is meer gericht naar
volwassenen en dat ze voor hun ouders moeten zorgen. Dit is ook het Scharniergebod. Het
gaat vanaf dit gebod niet over de relatie van God en de mens, maar de mensen onderling.
13, Gij zult niet doden. Deze zou wel beter verwoord zijn als “u zult geen moord plegen”,
omdat je het bij moord echt bewust doet. Vandaag de dag wordt het op veel toegepast zoals
bv. Abortus of euthenasie. 14, Gij zult geen echtbreuk plegen= niet vreemdgaan en dus een
relatie niet in of uitbreken. God duidt hier dus op een monogamie 15, Gij zult niet stelen. In
die tijd ging het meer over slaven stelen, maar in deze tijd gaat het over materiele dingen en
vandalisme. 16, Gij zult tegen uw naaste niet leugenachtig getuigen= Je moet dus
betrouwbaar zijn en bij de rechtbank mag je dus niet liegen. 17, Gij zult uw zinnen niet zetten
op het huis van uw naaste= Jaloezie, afgunst.

13. De tien geboden zorgen als grenzen die je niet mag overschrijden gebaseerd op bepaalde
waarden. Onder die grenzen heb je wel vrijheid over wat je allemaal mag doen. De eerste
twee regels van het dubbelgebod komen overeen met de eerste 4 geboden tot de
scharniergebod. De laatste 2 komen overeen met de rest van de geboden, dus over de relatie
van de mensen onderling.
14. Gulden regel: Behandel anderen zoals je behandeld wil worden. Op wikipedia zie je dan een
lange lijst van filosofen en godsdiensten die een soort guldenregel hebben.

15. Bergrede: Het werd geschreven door Mattheüs voor christenen die afkomstig waren uit het
joodse milieu. Hij ziet Jezus als de nieuwe Mozes, hij geeft zijn toespraak. We worden
uitgedaagd om een hoog moreel te hebben en gelukkig en barmhartig te leven door te
bidden, vasten en almoes geven. De parabel zegt dat we de 7 werken van barmhartigheid
moeten volgen. De geredde in de parabel zijn gered omdat ze zuiver van hart waren. Ze zagen
Jezus in de medemens en deden spontaan het goede, zonder het zelfs te beseffen.

16. 3 Zaligsprekingen in de zaligsprekingen wordt de weg eerst gezegd en dan een beloft
gemaakt. Een van de zaligsprekingen zegt; “gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost
worden” Als de mensen dus beseffen dat de wereld er beter uit kan zien en een beetje
kwetsbaar zijn, dan zullen ze aanvaard worden zoals ze echt zijn. “Gelukkig de
zachtmoedigen, want zij zulen het land bezitten” is er nog eentje. Hiermee wordt er bedoeld:
wie niet met ellebogen werkt en dus anderen misbruikt, zal zich thuis voelen en geborgen
voelen. Nog een laatste is, “gelukkig wie zuiver van hart is, want zij zullen god zien” hiermee
wordt er bedoelt dat wie geen verborgen agenda heeft en niemand gebruikt, zich verborgen
zullen voelen in God.

17. Je hebt dus 3 soorten moralen: wetgebonden, subjectieve en de


verantwoordelijksheidmoraal. Wetgebonden moraal is dat je denkt dat je het moreel goede
doet als je de wet naleeft en volgt legalisme, maar soms hou je je te vast aan de wet,
waardoor je het foute doet. Bij de verantwoordelijkheidsmoraal neem je
verantwoordelijkheid voor jezelf en anderen op. Je volgt hier dus de laatste zaligspreking
en komt in conflict met de gangbare wereld. Bij de subjectieve moraal doe je wat volgens
jou moraal juist is. De gevaar hierbij is egoisme en doe je soms iets fout, terwijl je denkt dat
het goed is. Bij het verhaal v/d barmhartige samaritaan volgt de Leviet de subjectieve
moraal en gaat hij met een lange bocht langs de gewonde man. De priester doet hetzelfde,
maar er kan gezegd worden dat hij de wetgebonden moraal volgt omdat priesters geen
bloed mochten aanraken. De samaritaan volgde de verantwoordelijksheidmoraal en nam
de gewonde op en hielp hem.
18. Burggtaeve: Kleine goedheid= Kleine goedheid gebeurt, wanneer iemand ingaat op het appel
van iemand anders, vooral voor dagdagelijkse dingen. Hij noemt dit gekkenwerk omdat dit
opbaatzuchtig is en dat wij er niet echt een voordeel van krijge, terwijl de mens vaak iets wil
doen als hij er zelf voordeel van krijgt.

19. McVeigh: Mcveigh was vroeger een brave, voorbeeldige en zorgzame jongen. Hij gaat later in
het leger in en komt terecht in Irak en ziet wat voor vreselijke dingen de Amerikanen daar
doen tegen de Irakezen en voelt zich in de maling genomen. Na Irak kwam hij in Amerika
terecht bij zeer rechtse partijen en werd hij nog eens boos op Amerika omdat hij ziet dat
Randy weaver opgepakt moest worden, maar dat z’n kind en vrouw werd doodgeschoten.
Nog een reden waarom hij boos werd op de overheid is dat er bij een inval in een secte in
Waco veel doden zijn gevallen. Hij neemt revanche door een gebouw te bombarderen in
Oklahoma. Mevrouw Coverdale en Meneer Welch waren beide mensen die een famillielid
hebben verloren door dit aanslag, maar hadden beide een ander aanpak. Mevrouw
Coverdale haar leven stond na het aanslag stil en ze liet de kamer van haar kleinkinderen
hetzelfde, ze kon het niet verwerken. Ze was een voorstander van de executie van tim omdat
hij er geen spijt van had. Aan de andere kant is Welch een tegenstander van z’n executie. Hij
wil niet dat nog een vader z’n kind zal verliezen.

You might also like