Duid aan of er in de volgende situaties rationeel, emotioneel of intuïtief gereageerd wordt.
E. R. I.
Een marktverkoper presenteert mooie t shirts van het merk Nike
en Adidas. Hij is daar heel enthousiast over. Sterker nog, hij krijgt iedereen om je heen ook enthousiast. Toch voel je dat er iets 'niet in de haak' is. Jij besluit om het product niet te kopen. Enkele dagen later lees je in de krant dat de man namaak- producten verkocht en dus inderdaad niet te vertrouwen was.
In de bus moet je door de drukte rechtstaan. Wanneer er nieuwe
mensen opstappen, trapt een passagier per ongeluk op je tenen. Je reageert boos en roept: 'Kun je niet beter uit je doppen kijken, dom mens?'
Je komt thuis na een rotdag op school. Je hebt een onvoldoende
op een toets en je liefje maakt het uit omdat hij/ze verliefd is op een ander. Je vliegt de snoepkast in en eet een grote zak chips op (in plaats van een kom fruitsla).
Er komt een nieuwe versie van je favoriete game op de markt.
De vorige versie heeft je buurjongen met zijn spaargeld gekocht. Nu ben jij aan de beurt. Jullie hebben namelijk beslist om af- wisselend een game te kopen, zodat jullie geld kunnen uitsparen en toch samen kunnen gamen.
Je zit volop in de examenperiode. Je hebt zin om in je pauze even
met vrienden van je klas te chatten. Toch doe je dat niet en ga je buiten wandelen, omdat je in de vorige examenperiode hebt gemerkt dat je nadien weer met meer energie aan een volgend hoofdstuk kunt beginnen.