Zweeds Pesten Regels / Shithead Regels

Voorbereiding van het Shithead Kaartspel

Om een spelletje Shithead te spelen, heb je alleen een normaal deck met kaarten nodig.
Laat de jokers erin zitten en zoals bij elk kaartspelletje geldt dat je de kaarten even goed
door elkaar moet schudden.

Wijs een deler aan die vervolgens elke speler 3 kaarten geeft. Deze 3 kaarten leg je dicht
(dus met de achterkant naar boven) voor iedereen neer. Vervolgens geef je iedereen nog 3
kaarten: deze leg je open op de kaarten die je net hebt neergelegd. Als finishing touch krijgt
iedere speler ook nog 3 kaarten om in de hand te houden.

Je mag een (deel van) de kaarten in je hand omwisselen met de open kaarten voor je als je
dat wil, maar niet met de gesloten kaarten. Je kunt er ook voor kiezen om 3 gesloten kaarten
te delen en 6 kaarten in de hand te geven. Op deze manier kunnen mensen meteen zelf
kiezen welke kaarten ze open neerleggen. In principe komt dit op hetzelfde neer.

Speeltip #1: begin Zweeds Pesten met minder goede kaarten in je hand en leg de betere
kaarten open neer op tafel.

Elke speler begint het spel dus met:

3 gesloten kaarten
3 open kaarten bovenop de gesloten kaarten
3 kaarten in de hand
Let er op dat niemand de gesloten kaarten aan het begin mag zien, dus zowel de deler als
de speler zelf niet.

Ligt alles klaar? Dan kan het spel beginnen.

Speelbeurten van Zweeds Pesten Uitleg

Tijdens het Zweeds Pesten kaartspel zijn de kaarten als volgt van laag naar hoog geordend:

2,3,4,5,6,7,8,9,10,Boer,Vrouw,Heer,Aas,Joker
Let er wel op dat sommige van deze kaarten een speciale waarde hebben (leggen we verder
naar onderen uit). De beginspeler is de eerste speler die een 3 in het midden van de tafel
neergooit. Heeft niemand een 3? Dan is het degene die als eerste en 4 neerlegt, etc.

Kaarten Spelen volgens de Shithead Regels

Vanaf de beginspeler wordt er tijdens Zweeds Pesten met de klok mee gespeeld en probeert
iedereen van zijn of haar kaarten af te komen. Om een kaart op te mogen leggen, moet deze
qua waarde gelijk of hoger zijn dan de kaart op tafel. Wanneer je meerdere kaarten van
dezelfde waarde hebt, mag je deze tegelijk wegspelen (maximaal 4 per keer).

Heb je een kaart weggespeeld? Dan vul je je hand weer aan tot 3 kaarten met speelkaarten
van de trekstapel. Daarna is de volgende speler aan de beurt. Deze speler moet dus een
kaart opleggen die qua waarde even hoog of hoger is. Speel zo door totdat er een speler is
die geen kaart kan spelen. Deze speler moet dan alle kaarten van de aflegstapel pakken.
Omdat je dan veel kaarten in je handen hebt, hoef je aan het einde van je beurt geen nieuwe
kaarten te pakken totdat je weer onder de 3 speelkaarten in je hand komt.

Wanneer de aflegstapel door iemand gepakt is, mag de volgende speler het spel voortzetten
en 1 of meerdere kaarten naar keuze spelen. Speel zo door totdat de complete trekstapel op
is. Vervolgens is het de beurt aan de open kaarten voor je, en daarna aan de gesloten
kaarten.

Voorbeeld: Speler 1 opent het spel met een 3. Speler 2 gooit een 10 op, Speler 3 een Vrouw
en Speler 1 ook een Vrouw. Speler 2 heeft geen Vrouw of hoger en pakt dus de complete
aflegstapel.

Speeltip #2: als je 2 of meerdere hoge kaarten van dezelfde waarde open op tafel hebt
liggen aan het begin, kun je deze mogelijk in 1 keer wegspelen wanneer je bij de open
kaarten aankomt.