Biologie

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 18

Titel: Cellen, Osmose en Enzymen Practicum

Groepsleden: Behari Kareena


Somai Ranisha
Ramnarain Rishika
Jagan Ravina
Changoe Darshenie
Klas: V505
Vakleraar: Mevr. Bisai D.
Datum: 12-1-2024
Vak: Biologie
Inhoudsopgave:
Algemene
inleiding………………………………………………………………………blz 3
Inleiding.......................................................................................................................
....blz 4-5

Algemene inleiding:
Voor het vak Biologie maken wij in opdracht van ons vakdocent een verslag over
de practica en experimenten die wij gedaan hebben. Dit in het kader van het
verrijken van onze practische kennis van cellen, werking van enzymen en osmose
In dit verslag zijn er 3 hoofdstukken.
Hoofdstuk 1.
De microscopie van de cellen van rode ui, witte ui, 2 soorten algen, west-
indische kers, aardappel, geplasmolyseerde cellen van rode
ui in zoutoplossing, en cellen uit ons wangslijmvlies. In dit hoofdstuk komt
u tevens de resultaten, discussie, conclusie,doel, materiaal en methode van de
microscopie practica tegen.
Hoofdstuk 2 en 3
Bevatten de uitwerkingen en resultaten van de osmose en katalase proeven die
wij uitgevoerd hebben. Verder zult u ook nog theorie over de onderwerpen
tegenkomen, inclusief de discussies en conclusies.

Inleiding:
Plantaardige cel schematisch

dierlijke cel schematisch

Een plantaardige cel is o.a. opgebouwd uit een celwand,


celmembraan, cytoplasma, mitochondrien, plastiden (chloroplasten, chromoplasten
en leukoplasten (v.b. amyloplasten)), vacuole (die bestaat uit
de vacuolemembraan en vacuolevocht en een rol speelt bij waterhuishouding en
turgor van de cel), celkern (die bestaat uit kernmembraan en kernplasma) en verder
zijn er intercelulaire ruimten tussen de cellen.

Vacuole is een ruimte in het cytoplasma gevuld met vacuolevocht die omgeven is
door de vacuolemembraan. Vacuolevocht bestaat uit water met opgeloste stoffen
( onder andere zouten, suikers, afvalstoffen en kleurstoffen zoals anthocyanen die
blauwpaarse kleuren van bloemen, bladeren ,vruchten in planten geven (v.b. rode
ui, djamoen, sterappel, druiven, boulanger ).

Plastiden onstaan in het cytoplasma uit proplastiden. Er zijn chloroplasten waarin


fotosynthese plaatsvindt, chromoplasten geven rode/ gele kleur aan bloemen en
vruchten en leukoplasten waar in v.b. amyloplasten, dus zetmeel is opgeslagen.
Plastide kunnen ook overgaan van de ene soort in de andere soort
Celwand zorgt voor de stevigheid en structuur van de plant en biedt bescherming
aan de cel. Het is geen organel, maar istussencelstof met middenlamel (o.a..met
pectine) en primaire celwand (o.a. met (cellulose) en eventueel secundaire celwand
bij houtachtige planten (o.a. met lignine = houtstof) , Intercellulaire ruimte is een
holte tussen celwanden die gevuld zijn met lucht en is ook geen organel. Het
verschil tussen een plantaardige cel en dierlijke cel is dat plastiden wel voorkomen
bij plantaardige cellen, maar niet bij dierlijke cellen en het is een organel.
Celwanden en intercellulaire ruimte komen ook niet voor in dierlijke cellen, maar
ze zijn geen organellen.
Een dierlijke cel is opgebouwd uit o.a. een celmembraan, cytoplasma, celkern die
bestaat uit de kernmembraan en kernplasma, kleine vacuolen die in tegenstelling
tot de grote vacuole van de plantecel een rol speelt bij opslag/verwijdering van
afvalproducten van celprocessen en bestaat uit vacuolemembraan en vacuolevocht.
Cytoplasma bestaat uit water met opgeloste stoffen ( onder andere zouten,
eiwitten en vetachtige stoffen).
Celmembraan is de buitenste laag van het cytoplasma. Zie ook planten cel en
dierlijke cel
Celkern bestaat uit kernplasma waarin zich de chromosomen bevinden van een
organisme en de kernmembraan is de buitenste laag ervan. Zie ook met planten cel
Een organel die niet is omgeven door een membraan maar in alle dierlijke cellen
voorkomt zijn centriolen die in paren centrosomen vormen. Bij cellen van hogere
planten zijn ze afwezig.

HOOFDSTUK 1 Microscopie
Paragraaf 1.1. Algen

Doel
Het doel van deze proef is om de organellen van de cel van de alg te bekijken en te
benoemen,. We zullen de microscoop gebruiken op verschillende vergrotingen.

Benodigheden:
- Preparaat maken
- Microscope met oculair 10x en objectieven 4x, 10x en 40x vergroot.(inclusief licht)
- Pincet
- Dekglas + objectglas
- Algen in een bekerglas uit een sloot
- Pipet
- Water

Werkwijze:
1. Doe een druppel water door middel van een pipet op het objectglas
2. Doe met behulp van een pincet de algen in de druppel water op het objectglas
3. Laat het dekglas langzaam in hoek van 45 graden op de druppel neer zodat er geen
luchtbelletjes ontstaan
4. Zet het preparaat op de tafel van de microscoop bij vergroting 40x/100x/400x (begin
bij de kleinste vergroting, in dit geval is het 40x)
5. Maak het licht van de microscoop aan
6. Kijk door de oculair om scherp te stellen bij de verschillende objectieven (gebruik de
grote (macrometer) en kleine (micrometer) schroeven om een scherp/helder beeld te
krijgen.

Resultaten:
zie tekeningen.

Discussie:
Wij zagen de algen los van elkaar in het water voorkwamen en de langwerpige, meercellige
draadalgen aan elkaar vast zaten. De langwerpige alg zagen wij meerdere chloroplasten per
cel, celmembranen en cytoplasma en wij zagen ook duidelijk celwanden. Bij de draadalgen
zie je zelfs de middenlamel waar 2 cellen met de celwanden aan elkaar vastzitten.

Conclusie:
Wij kunnen uit onze resultaten en discussie concluderen dat de chloroplasten, celmembranen
en cytoplasma van de algen zijn opgevallen en bij de langwerpige alg hebben wij een
celwand waargenomen

Paragraaf 1.2. Cellen aardappelen

Doel:
Het doel van dit practicum is om de organellen van de aardappelcel te bekijken en te
benoemen, in het bijzonder de amyloplasten. Het gebruik van een microscoop is hierbij van
belang.

Benodigheden:

- pincet
- pipet
- dekglas + objectglas
- microscoop met oculair 10x en objectieven 4x, 10x en 40x vergroot. .(inclusief licht)
- Aardappel
- Water

Werkwijze:

1. Snij met een scheermes een zo dun mogelijke doorzichtig plakje van de aardappel
2. Neem het met behulp van een pincet
3. Leg het op een objectglas
4. Voeg met een pipet een paar druppels water erop
5. Zet een dekglas erop
6. Plaast het op de tafel van de microscoop
7. Maak het licht van de microscoop aan
8. Kijk door de oculair (bovenste lens) en de onderste 3lenzen(objectieven) en stel de
grote en kleine schroefjes in totdat je een helder beeld krijgt.

Resultaten:
Zie tekeningen

Discussie:
Tijdens het bekijken van een aardappelcel zagen wij de cytoplasma, het celmembraan en de
amyloplasten, ze zijn echter kleurloos. We namen bolvormige, ovaalachtige bolletjes waar die
in dat geval amyloplasten waren. Doordat de amyloplasten tegen elkaar lagen in het
cytoplasma weten we dat ze bij elkaar worden gehouden door de celmembraan.

Conclusie:
We kunnen uit onze discussie en resultaten concluderen dat we niet alle organellen hebben
waargenomen. We zagen wel de cytoplasma, het celmembraan en amyloplasten. Maar we
hadden geen vacuole of vacuolevocht gezien.

Paragraaf 1.3. Cellen kers

Doel:
Het doel van dit practicum is om de organellen van de cellen van een kers te herkennen in het
bijzonder de chromoplasten en het te benoemen. Het gebruik van microscoop is hierbij van
belang.

Benodigheden:
- Preparaat maken
- Pincet
- Pipet
- Dekglas + objectglas
- Microscoop met oculair 10x en objectieven 4x, 10x en 40x vergroot.(inclusief licht)
- West Indische rijpe rode Kers
- Water
- scheermes

werkwijze
1. Snij met een scheermes een klein stuk vliesje van de kers
2. Neemt met een pincet het vliesje
3. Leg het op een objectglas
4. Neem in pipet een beetje water
5. Druppel water op het vliesje die op het preparaat is
6. Zet het dekglas op het vliesje met water ( zie paragraaf 1)
7. Plaatst het op de tafel van de microscoop ( zie paragraaf 1)
8. Maak het licht van de microscoop aan
9. Kijk door de oculair en lenzen(objectief) en stel de grote en kleine schroefjes in totdat
je een helder beeld krijgt.

Resultaten:
Zie tekeningen

Discussie:
In de waarneming van kersencellen viel een opvallende rode kleur op, veroorzaakt door
aanwezige chromoplasten. De nabijheid van de chromoplasten in het cytoplasma duidde op
de aanwezigheid van een celmembraan. Daarnaast werd een lijn geïdentificeerd als de
celwand. De aanwezigheid van ronde/ovaalvormige celkernen, gegroepeerd samen, wees op
kernplasma en kernmembraan. De waarneming omvatte slechts enkele celstructuren zoals
celmembraan, celwand, celkern met kernmembraan en kernplasma, evenals de rode
chromoplasten in het cytoplasma. Specifieke kleurmethoden zijn nodig om bepaalde
celstructuren en organellen te visualiseren, bijvoorbeeld het kleuren van chromosomen/DNA
om de celkern te onderscheiden of cellulosekleuring om de celwand te identificeren. In het
geval van chromoplasten is de rode kleur van opgeslagen carotenoïden gunstig voor
gemakkelijke waarneming, terwijl de membranen van de chromoplasten moeilijker te
onderscheiden zijn in het preparaat.

Conclusie:
We kunnen uit onze discussie en resultaten concluderen dat we niet alle organellen hebben
waargenomen. We zagen wel de celmembraan, celwand, celkern met kernmembraan en
kernplasma en chromoplasten in het cytoplasma die een rode kleur gaven.

Paragraaf 1.4. Cellen wangslijmvlies


Doel:
Het doel van dit practicum is om te weten te komen hoe de cel van een
wangslijmvlies eruit ziet onder een microscoop en de herkenning van de organellen
van de cel, in het bijzonder nagaan dat de cel geen celwand heeft maar alleen
een celmembraan.
Materialen:
- dun houten stokje
- uitstrijkje wangslijmvlies
- preparaat maken
- dekglas + objectglas
- pipet
- microscoop met oculair 10x en objectieven 4x, 10x en 40x vergroot. (inclusief
licht)
-water
Methode :
1. Pak een stokje en wrijft het over de binnenkant van je wang, zodat er
wangslijmvlies + cellen erop komt te zitten
2. Wrijf het op een objectglas (een deel van de wangslijmvlies dat op het stokje
zit komt op het glaasje terecht).
3. Plaats een druppel water, op de gewreven plek, met de pipet.
4. Plaats het dekglaasje op het preparaat (geen luchtbelletjes, dus zie paragraaf 1)
5. Plaats het op de tafel van de microscoop (zie paragraaf 1)
6. Maak het licht van de microscoop aan
7. Kijk door de oculair en lenzen(objectief) en stel de grote en kleine schroefjes in
totdat je een helder beeld krijgt. Altijd bij kleinste vergroting beginnen.

Resultaten:
Zie tekeningen

Discussie:
De organellen van de cel zijn niet altijd goed waarneembaar, schone lenzen
en kwaliteit van het preparaat is belangerijk, ook speelt het scherpstellen een
belangerijke rol. We zagen hoe de cellen eruit zien, kleurloos en dat de cel een
andere vorm/structuur heeft in vergelijking met de plantencellen die we eerder
hadden gezien. Hier ontbreken duidelijk de celwand en plastiden en de cellen
hebben geen rechtlijnige structuren en zijn grilliger van vorm en liggen
verder uiteen van elkaar, omdat het wangslijmvlies is. Om bepaalde celstructuren
en organellen veel duidelijker te kunnen zien moet je specifieke kleurmethodes
toepassen v.b. chromosomen/DNA kleuren om celkern te zien, mitochondien
kleuren of om membranen te zien. Deze mogelijkheden hadden we echter niet .
Wij konden tijdens ons experiment in de klas met de microscoop niet veel
waarnemen van de wangslijmvlies cellen. We hebben celkern, kernmembraan,
kernplasma, cytoplasma en celmembraan waargenomen van een afbeelding uit het
internet, gezien we niets hadden waargenomen tijdens het bekijken van de
wangslijmvlies cel onder een microscoop.

Conclusie:
Uit onze discussie en onze resultaten kunnen wij concluderen dat wij wel
organellen en plasma hebben kunnen waarnemen die een dierlijke cel bevat zoals:
celkern, kernmembraan,kernplasma, cytoplasma en celmembraan. Delen zoals
vacuole, vacuole vocht, ribosomen, lysosomen, mitochondrium en
endoplasmatisch reticulum ga je niet kunnen waarnemen bij 400 x vergroting.

Paragraaf 1.5. Cellen witte ui

Doel:
Het doel van het bekijken van de cellen van een witte ui is om de organellen te
herkennen in het bijzonder de celkern en ze te benoemen, en om te leren om te
gaan met een microscoop.
Materialen:
- Preparaat maken
- Pincet
- Witte ui
- Water
- Microscoop met oculair 10x en objectieven 4x, 10x en 40x vergroot (inclusief licht)
- Pipet
- Dekglas + objectglas
- Mes

Methode:
1. Snijd de witte ui in stukjes met behulp van een mes
2. Pak met een pincet een klein vlies dat tussen de rokken van de ui zit
3. Zet het vliesje in het midden van het objectglas
4. Voeg met een pipet een paar druppels water op het vliesje
5. Plaats het dekglas voorzichtig op het vliesje (zie paragraaf 1)
6. Zet het op de tafel van de microscoop (zie paragraaf 1)
7. Maak het licht van de microscoop aan
8. Kijk door de oculair en lenzen (objectief) en stel de grote en kleine schroefjes in
totdat je een helder beeld krijgt.

Resultaten:
Zie tekeningen

Discussie:
Wij hebben de individuele cellen gezien. Alleen de celmembranen en het
cytoplasma waren zichtbaar. Bij de witte ui zijn de celwand niet duidelijk te zien,
maar weet je dat deze celstructuren buiten het cytoplasma en celmembraan wel
aanwezig zijn. Chloroplasten zijn afwezig. Om bepaalde celstructuren en
organellen te kunnen zien moet je specifieke kleurmethodes toepassen v.b.
chromosomen/DNA kleuren om celkern te zien of cellulose kleuren om celwand
te zien. Deze mogelijkheden hadden we echter niet .

Conclusie:
We kunnen uit onze discussie en resultaten concluderen dat we niet alle
organellen hebben waargenomen. We hebben de celmembranen en het
cytoplasma van de cellen van een witte ui waargenomen, maar de
celwanden, interellulaire ruimte, celkernen, kernmembraan, kernplasma, vacuole,
vacuolevocht, vacuolemembraan en plastiden niet. De oorzaak is te wijten aan de
vergrotingen die we gebruikt hadden.

Paragraaf 1.6. Cellen rode ui in water

Doel:
Het doel van het bekijken van de cellen van een rode ui is om de organellen te
herkennen in het bijzonder anthocyaan in de vacuolevocht, het te benoemen en
het gebruik van een microscoop is hierbij van belang.
Materialen:
- Preparaat maken
- Pincet
- Rode ui
- Water
- Microscoop met oculair 10x en objectieven 4x, 10x en 40x vergroot (inclusief licht)
- Pipet
- Dekglas + objectglas
- Mes

Methode :
1. Snijd de rode ui in stukjes met behulp van een mes
2. Pak met een pincet een klein vlies dat aan de buitenkant van de rok van de ui zit
3. Zet het vliesje op het preparaat
4. Voeg met een pipet paar druppels water op het vliesje
5. Plaats het dekglas voorzichtig op het vliesje (zie paragraaf 1 )
6. Zet het op de tafel van de microscoop (zie paragraaf 1)
7. Maak het licht van de microscoop aan
8. Kijk door de oculair en lenzen (objectief)en stel de grote en kleine schroefjes in
totdat je een helder beeld krijgt.

Resultaten:
Zie tekeningen

Discussie:
Tijdens het bekijken van de cellen zagen we een celmembraan, celkern met
kernmembraan en kernplasma, vacuole met anthocyaan die de rode kleur geeft
aan de ui, omdat de vacuole bijna de hele celruimte beslaat. Maar een duidelijke
vacuole met een membraan was niet echt te zien. Uit gevonden informatie weten
we wel dat de anthocyaan in de vacuolevocht zit. Bij de rode ui is de celwand
niet duidelijk te zien, maar weet je dat deze celstructuren buiten het cytoplasma
en celmembraan wel aanwezig zijn. Doordat de kernplasma bij elkaar zat, wisten
we dat er een kernmembraan aanwezig was. Chloroplasten zijn afwezig. Om
bepaalde celstructuren en organellen te kunnen zien moet je specifieke
kleurmethodes toepassen v.b. chromosomen/DNA kleuren om celkern te zien of
cellulose kleuren om celwand te zien. Deze mogelijkheden hadden we echter niet
.

Conclusie:
We kunnen uit onze discussie en resultaten concluderen dat we niet alle
organellen hebben waargenomen. We hebben de celmembranen, celkern met
kernmembraan en kernplasma en anthocyaan in vacuolevocht in de cellen van
een rode uiwaargenomen, maar de celwanden, interellulaire ruimte, vacuole,
vacuolevocht, vacuolemembraan en plastiden niet. De oorzaak is te wijten aan de
vergrotingen die we gebruikt hadden.

Doel:
Het doel van dit proef is om te onderzoeken wat voor invloed de werking van
osmose bij een rode ui heeft na het toevoegen van een zoutoplossing. Het gevolg is
dat er plasmolyse optreedt en dat we het moeten herkennen. Het gebruik van
microscoop is hierbij van belang.
Materialen:
- rode ui
- microscoop met oculair 10x en objectieven 4x, 10x en 40x vergroot ( inclusief
licht)
- Pipet
- preparaat maken
- Dekglas + objectglas
- pipet
- water en zout
- zoutoplossing
- mes
- pincet

Methode :
1. Maak een keukenzout oplossing
2. Snijd de rode ui in stukjes met behulp van een mes
3. Pak met een pincet een klein vlies dat aan de rode buitenkant van de rok van de ui
zit
4. Zet het vliesje op het preparaat
5. Voeg met een pipet paar druppel zoutoplossing op het vliesje
6. Plaats de dekglas voorzichtig op het vliesje (zie paragraaf 1)
7. Zet het op de tafel van de microscoop ( zie paragraaf 1)
8. Maak het licht van de microscoop aan
9. Kijk door de oculair en lenzen (objectief) en stel de grote en kleine schroefjes in
totdat je een helder beeld krijgt.

Discussie:
Tijdens het bekijken van de rode ui cellen zagen we dat de cel is gaan inkrimpen.
Er treedt dus plasmolyse op. De celmembraan laat los van
de celwand, Cytoplasma en vacuole verliezen water en nemen in volume af ,
omdat de osmotischewaarde van de zoutoplossing van het preparaat hoger is dan
die van cytoplasma en vacuolevocht. De celwanden zijn te zien en celmembraan
en anthocyaan in het vacuolevocht waren zicthtbaar. Cellen in het stadium van
grensplasmolyse hebben we niet echt gezocht en niet kunnen zien, maar die
zullen er geweest zijn.

Resultaten:
Zie tekeningen

Conclusie:
We kunnen uit onze discussie en resultaten concluderen dat we niet alle
organellen hebben waargenomen. We hebben de celmembranen, de celwanden
en anthocyaan in de vacuolevocht van de cellen van een rode ui in zoutoplossing
waargenomen, maar de intercellulaire ruimte, celkernen met
kernmembraan, kernplasma, en plastiden niet. . De oorzaak is te wijten aan de
vergrotingen die we gebruikt hadden.Bovendien waren de cellen gaan inkrimpen
doordat er plasmolyse plaatsvond en hadden een heel andere vorm dan een
normale rode ui zonder zoutoplossing. .

Hoofdstuk 2. Osmose proef

Inleiding

Osmose is diffusie van water (door een semi-permeabel membraan). Osmose


vindt plaats als het water stroomt van een gebied met een lage concentratie
opgeloste stoffen naar een gebied met een hoge concentratie opgeloste stoffen.

Door deze waterverplaatsing wordt de oplossing die water verliest


geconcentreerder, dus stijgt de osmotische waarde en wordt de oplossing die
water ontvangt verdunt en daalt de osmotische waarde.

De osmotische waarde van een cel moet je zien in relatie tot de omgeving van
deze cel. Cellen kunnen zich bevinden in een omgeving met een lagere
osmotische waarde. De cel is dan hypertonisch ten opzichte van zijn milieu. De
cel zal dan water uit het milieu opnemen . Cellen kunnen zich ook bevinden in
een milieu met een hogere osmotische waarde. De cel is dan hypotonisch ten
opzichte van het milieu. Of het milieu is dan hypertonisch ten opzichte van de
cel. In dat geval zal de cel per tijdseenheid meer water afgeven aan het milieu
dan dat het opneemt. De concentratie opgeloste stoffen in de cel zal door deze
waterafgifte stijgen. De osmotische waarde van de cel zal stijgen. Doordat het
milieu water ontvangt van de cel zal in theorie de osmotische waarde van het
milieu dalen. Als cel en milieu dezelfde concentratie opgeloste stoffen bevatten
zijn cel en milieu isotoon ten opzichte van elkaar. Per tijdseenheid van de cel net
zoveel water opnemen als afstaan. We zeggen dan dat er geen netto
waterveplaatsing zal plaatsvinden.

Doel:

Het doel van dit proef is om te onderzoeken wat voor invloed de osmotische waarde van de
vloeistoffen bij de aardappelstaafjes kunnen hebben.

Hypothese:

1e experiment:

De aardappelstaafjes in cup 1,2 en 3 nemen water op

Voorspelling: Als de aardappelstaafjes in cup 1,2 en 3 water opnemen dan zullen ze na de


proef in massa toenemen en in de lengte langer worden.
De aardappelstaafjes in cup 4,5 en 6 geven water af

Voorspelling: Als de aardappelstaafjes in cup 4,5 en 6 water afgeven dan zullen ze na de


proef in massa afnemen en in de lengte korter worden.

2e experiment:

De aardappelstaafjes in cup 4,5 en 6 nemen water op, doordat ze verplaatst zijn van een
zoutoplossing naar water.

Voorspelling: Als de aardappelstaafjes in cup 4,5 en 6 water zullen opnemen, doordat ze


overgebracht zijn van een zoutoplossing naar water, zullen ze in massa toenemen en in de
lengte langer worden.

Materiaal :

- aardappels

- 6 bekers

- zout

- water

- maatglas

- telefoon als stopwatch

- liniaal

- papier

- pen

- lepel

- mes, scheermes

- laboratorium weegschaal ( elektronische, 2 decimalen achter de komma)

Methode :

1 Weeg de massa van de maatglas met behulp van een laboratorium weegschaal.

2 Meet met een maatglas de volume van water en vul in cup 1,2 en 3 100 ml water.
3 Meet met een maatglas de volume van water en vul in cup 4,5 en 6 90 ml water.

4 Zet 10 gram zout in de maatglas. ( 3 keren herhalen ,omdat je in 3 bekers zout moet
hebben)

5 Vul cup 4,5 en 6 die 90 gram bevatten met 10 gram zout ,zodat je de zoutoplossing heb van
100 gram.

6 Schil de aardappelen en snijd het in 6 staafjes van 7 cm.

7 Weeg de massa van alle 6 staafjes een voor een en meet de lengte.

8 In alle 6 bekers de aardappelstaafjes plaatsen.

9 Wacht 30 minuten voor de resultaten.

10 Haal alle staafjes uit de 6 bekers.

11 Weeg de massa en meet de lengte van elk staafje.

12 Noteer de resultaten.

13 Zet de staafjes 4,5 en 6 van zoutoplossing in 3 bekers( elk beker wordt gevuld met 100 ml
gedestilleerd water)

14 wacht 30 minuten lang voor de resultaten.

15 Haal de staafjes weg uit de bekers.

16 Weeg de massa en meet de lengte van elke staafje.

17 Noteer de resultaten.
De massa werd gemeten door de laboratorium weegschaal, de lengte gemeten door een liniaal
en telefoon gebruikt als stopwatch, we hadden lepel gebruikt voor het roeren van de zout.
We gebruikten schrijfgerei en schrift voor het noteren van de resultaten.

You might also like