Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 5

Hoofdstuk 2 Geboren uit onrecht, gegrondvest op onrecht

Joden en Palestijnen in Brits Palestina 1917 - 1948

2.1 Het zionisme

Joden woonden vanaf aartsvader Abraham (2000 v.C.) tot de Romeinse tijd (70 n.C.) in
Palestina. Toen sloegen de Romeinen een opstand tegen hun overheersing wreed neer.
Daarna trokken meeste Joden weg uit Palestina en verspreidden zich over de wereld.
Die verspreiding noemt men de diaspora.

Maar Joden bleven band met vaderland koesteren. Hun godsdienst was voor hen een
‘draagbaar vaderland’. Jeruzalem is belangrijk voor hen, want daar liggen de graven van
aartsvader Abraham, Jacob en Isaac en resten van de tempel van Bijbelse koning Salomon.

In veel Europese landen waren Joden de religieuze minderheid. Zij werden vaak
gediscrimineerd en werden mikpunt van antisemitisme, Jodenhaat, een van de
hardnekkigste vormen van racisme uit de geschiedenis.

In 19e eeuw nam antisemitisme af in vele westerse landen door de mensenrechtenidealen


van de Verlichting. Joden waren gedeeltelijk succesvol geïntegreerd in samenleving.
Maar ze werden niet overal met rust gelaten. Aan eind van 19e eeuw werd nationalisme
sterker, vooral in Frankrijk, Duitsland en Rusland. Er vonden opnieuw aanvallen plaats op
Joden en hun bezittingen. Deze aanvallen heten pogroms.

Vooral in het Russische Rijk waren regelmatig heftige pogroms. Joden vluchten hierdoor uit
Oost-Europa naar de VS of Argentinië. Daar konden meesten nieuw bestaan opbouwen.
Andere Joodse mensen vluchtten naar Palestina om dichtbij Jeruzalem en berg Zion te leven.
Dit ideaal kreeg de naam zionisme: het streven van Joden om terug te keren naar Palestina.

Vanaf 1882: om de paar jaar vertrokken groepjes Joden vanuit Rusland naar Palestina. Dat
Palestina geen leeg land was (woonden driekwart miljoen Arabieren), was geen beletsel.

1891: bekende Amerikaanse schrijver John Lawson Stoddard spoorde in een lezing Joden in
diaspora aan om terug te keren naar Palestina.
1896: Hongaars-Joodse schrijver Theodor Herzl publiceerde boek Der Judenstaat. Had een
proces bijgewoond waarin Joodse kapitein Alfred Dreyfus onterecht werd beschuldigd van
landverraad. Sinds de Dreyfusaffaire zag hij het Europese antisemitisme als een uitroeibare
ziekte. Vond dat Joden hun lot in eigen hand moesten nemen en moesten eigen seculiere
staat stichten: Israël. Nieuw en modern met autowegen, elektriciteit en vrouwenkiesrecht.
Rijke Joden zouden project moeten financieren. Zou dé oplossing zijn voor Joodse vraagstuk.

De zionistische beweging kreeg een belangrijke impuls hierdoor.


1897: in Basel de Zionistische Wereldorganisatie opgericht. Het doel was een volkenrechtelijk
erkend nationaal tehuis in Palestina te stichten.

Herzl vond echter geen gehoor bij Turkse Sultan Abdul Hamid II. Die was bang dat Europese
Joden de wankele balans tussen bevolkingsgroepen in zijn rijk zouden verstoren.
2.2 De Balfourverklaring

Onder invloed van Eerste Wereldoorlog kreeg plan eigen nationaal tehuis kans van slagen.
2 nov 1917: Britse minister James Balfour stuurde brief aan Zionistische Wereldorganisatie.
Britse regering stond welwillend tegenover vestiging van Joods Nationaal Tehuis in Palestina.

Balfour had hiervoor verschillende motieven:


- Regeringskringen in Londen hadden medelijden met slachtoffers van antisemitisme.
- Britse regering had geld nodig. Joodse bankiershuizen zouden tot gunstige
leningsvoorwaarden bereid zijn als regering positief gebaar maakte naar Joodse volk.
- Britten zagen in zionisme een ondersteuning van imperialistische ambities. Westerse
staat in Midden-Oosten zou springplank vormen naar Suezkanaal en de olievelden.
- Chaim Weizmann, vooraanstaand zionist en chemicus, had Britse regering geholpen
met vervaardigen van synthetisch aceton, grondstof voor dynamiet. Hij wilde als dank
een nationaal tehuis voor zijn volk.

De Balfourverklaring bevatte twee onverenigbare beloftes:


1. De stichting van een Joods nationaal tehuis
2. Het waarborgen van de rechten van de ‘niet- Joodse gemeenschappen’.

Met deze verklaring legden de Britten de kiem voor later Israëlisch-Palestijnse conflict.
Toen nog niet goed zichtbaar: geen Joodse staat beloofd, maar ‘nationaal tehuis’.

Jan 1919: in een overeenkomst tussen Chaim Weizmann en Hoesseins zoon prins Feisal
afgesproken dat Joden en Arabieren zouden samenwerken aan ontwikkeling van Palestina.

Feisal stelde wel belangrijke voorwaarde:


De Arabieren moesten volledige onafhankelijkheid verkrijgen.

Die hoop werd in 1920 de bodem ingeslagen: Groot-Brittannië kreeg mandaat over Palestina.
2.3 Brits mandaat 1920 - 1947

Britse ontwerpmandaatverdrag voor Palestina stelde dat gebied geen exclusief Joods
karakter zou krijgen, maar Palestina werd wel opengesteld voor Joodse immigranten.
Palestina was op dat moment arm land met onderontwikkelde Arabische bevolking.
De Britten hoopten dat Arabieren zouden samenwerken met hun nieuwe Joodse buren, die
kapitaal en kennis meebrachten.
De Joodse immigranten veranderden dorre of moerassige streken in vruchtbare
landbouwgrond. Vele van hen leefden in kibboets: op socialisme gebaseerde dorps-
gemeenschap met gemeenschappelijk eigendom. Inwoners van kibboetsiem zouden van
opbrengst van het land gaan leven en een maatschappij opbouwen op basis van gelijkheid.
Aantal Joden groeide sterk. Joden en Arabieren kwamen tegenover elkaar te staan, doordat:
- Arabieren in Palestina waren in ban geraakt van nationalisme. Toen Egypte, Syrië en
Irak op weg gingen naar onafhankelijkheid, werkte dit aanstekelijk.
- Beide bevolkingsgroepen leefden apart van elkaar. Joden beter georganiseerd.
1920: oprichten van eigen Joodse defensiemacht: Hagana, nadat bloedige rellen uitbraken.
1921: oprichting van Joods Agentschap, kiem van een eigen regering, en vakbeweging: de
Histadroet, die voorzieningen trof voor woningbouw, gezondheidszorg en onderwijs.
1930: oprichting van de Mapai, een politieke partij, verwant aan de Histadroet.
Joods Agentschap en Mapai stonden onder voorzitterschap van zionist David Ben Goerion.
Arabieren waren slecht georganiseerd en konden weinig doen tegen zionisten, die technisch
en organisatorisch superieur waren. Joods Nationale Fonds kocht landbouwgrond op van
Arabische grootgrondbezitters. Pachtboeren zagen Joodse kolonisten zich vestigen op hun
land en raakten inkomsten kwijt. De hoop op Joods-Arabische samenwerking ging in rook op.
Britten merkten dat zij met Balfourverklaring problemen hadden veroorzaakt tussen Joden
en Arabieren en probeerden Joodse immigratie af te remmen. Dit werd moeilijk toen Adolf
Hitler met zijn nazipartij in Duitsland in 1933 aan macht kwam. Fel terreur tegen Joden nam
toe en leidde tot meest moorddadige vervolging uit de geschiedenis. Veel Joden (vaak
hoogopgeleid) vluchtten naar Palestina, want in VS en Canada strenge immigratiewetten.
1936: uitbreken burgeroorlog tussen Joden en Arabieren, Arabische leiders wakkerde haat
tegen Joden aan en Arabieren ging massaal in staking. Tal van moordaanslagen op Joodse
gemeenschappen en Britse ambtenaren. Opstand zorgde tot 1939 voor bijna 7000 doden.
Britse regering stuurde onderzoekscommissie: de Peel-commissie.
1937: conclusie dat Arabieren en Joden niet vredig konden samenleven in één land en
stelden een verdeling van Palestina voor. Dit werd bespreekbaar voor zionisten, maar de
Arabieren wezen het af. Kans op oplossing vervloog, de gewelddadigheden gingen door.
1939: publiceerde Britse regering een Witboek. Stelde zelfbestuur voor Arabieren en Joden
gezamenlijk binnen tien jaar in het vooruitzicht. Joodse immigratie zou worden beperkt
(5000 per jaar) en afhankelijk van Arabische goedkeuring. Britten wilde zo Arabieren
tevreden houden met oog op WOII en de olietoevoer. Behouden goede relaties met
Arabieren stond dus voorop. Voor Joden juist grote tegenslag, in Europa werd hun bestaan
bedreigd en juist nu verloren ze hun toevluchtsoord.
2.4 De Holocaust

De meeste Arabieren namen in de Tweede Wereldoorlog een afwachtende houding aan,


beschouwde oorlog als Europese zaak. Zionistische strijdgroepen daarentegen stonden aan
de kant van de Geallieerden, ondanks het Witboek, om te vechten tegen nazi-Duitsland die
de meest afschuwelijke Jodenvervolging uit de geschiedenis uitvoerde.

Joodse soldaten deden gevechtservaring op en in Britse leger vormde aparte Joodse brigade.

In 1945 toen de poorten van Hitlers concentratie- en vernietigingskampen opengingen, nam


de wereld met ontzetting kennis van de Holocaust: de ramp voor Europese Joden.
Zes miljoen Joden waren door de nazi’s vermoord: doodgeschoten, doodgehongerd, vergast.

In 1942 waren door nazileiders organisatorische richtlijnen versterkt voor de massamoord,


die met ijzeren discipline werden uitgevoerd, compleet met doorgangskampen,
deportatietreinen, gaskamers en crematoria.

Geen macht ter wereld had genocide tegengehouden. Joden waren weerloos geslachtofferd.
Tijdens het proces in Neurenberg in 1945-1946 tegen de kopstukken van Hitlers Derde Rijk
werden gruwelijkste details van de massavernietiging geopenbaard.

Westerse politici voelden zich schuldig dat ze niets hadden gedaan voor de Joden tijdens de
oorlogsjaren. De overgebleven Joden wilden maar één ding: toevlucht zoeken in Palestina.
Noodzaak van eigen Joodse staat leek dwingender dan ooit.
2.5 Stichting van de staat Israël

Groot-Brittannië had de immigratie naar Palestina stopgezet. De zionistische beweging werd


nu nog actiever en keerde zich tegen Britse mandaat.

Schepen met Joodse vluchtelingen (ook wel displaced persons genoemd) voeren in het
geheim naar Palestina. Extremistische zionisten pleegden aanslagen en sabotagedaden.
Britten konden orde niet handhaven en gaven tenslotte het mandaat aan de Verenigde
Naties, vredesorganisatie die in 1945 was opgericht. Strijd in Palestina nam nu hevig toe.

1947: de VN wilde Palestina verdelen in een Arabische (48%) en een Joodse staat (52%).
Jeruzalem zou worden geïnternationaliseerd. Zionisten gingen akkoord, maar de Arabieren
waren fel tegen. Er braken grote vijandelijkheden uit. Beide partijen wilden zoveel mogelijk
grond in bezit hebben voor het moment dat de Britten zouden vertrekken.

De gevechten werden steeds heviger en ontaardden in wrede represaille-acties.


1948: massamoord uitgevoerd door extremistische Joden op 254 Arabische inwoners dorp.
Veel Arabieren slaan op de vlucht. Ook na inname Haifa en Jaffa vertrokken velen.

Israël: ‘Arabieren niet gevlucht voor Joodse terreur, maar door radio-oproep Arabische
leiders om land tijdelijk te verlaten’, is niet waar. Palestijnse Arabieren werden van huis
verdreven. Zowel de Joden als Arabieren hebben een selectief geheugen, willen niks horen
over feiten die negatief licht werpen op hun gedrag. Arabieren noemen 1948 het rampjaar
en zien zichzelf als machteloze slachtoffers.

14 mei 1948: David Ben Goerion riep de staat Israël uit.


15 mei 1948: laatste Britse militairen verlieten het mandaatgebied Palestina.
Direct hierna gingen Arabische landen met hun leger in Palestina in de aanval. Maar deze
legers waren slecht georganiseerd en moreel was leeg, wel hielpen andere Arabische landen.
Maar konden niet op tegen Israëli’s, die vochten hard terug en veroverden nog wat gebieden

1949: overeenkomst wapenstilstand, de toen geëindigde grenzen werden internationaal


erkend als grenzen van nieuwe staat. Israël werd toegelaten tot de VN.
Gevluchte Arabieren waren nu hun grondgebied kwijt. Gazastrook kwam onder Egyptisch
beheer en westelijke Jordaanoever onder beheer Transjordanië (vanaf 1950 Jordanië).
Door oorlog was Palestijnse vluchtelingenstroom op gang gekomen (750.000). Meeste
Palestijnen kwamen in opvangkampen op Westelijke Jordaanoever en Gazastrook, anderen
trokken naar buurlanden. Konden allemaal niet terug naar eigen dorpen en steden.

Israël stond terugkeer van vluchtelingen, sindsdien Palestijnen genoemd, niet toe. Zij waren
aangewezen op de VN, die de UNRWA voor hen opzette. Deze organisatie zorgde voor
onderdak en eerste levensbehoeften. Deze kampen werden permanente woonoorden
(broeinesten voor frustratie en radicalisering)

Leiders van Arabische buurlanden deden weinig voor Palestijnen. Zagen hen als een
propagandawapen om wereld te laten zien hoe onmenselijk Israël was. Allen erkenden de
staat Israël niet en waren niet bereid tot een vredesakkoord. Kiem voor toekomstig geweld.

You might also like