Hoofstuk 3 Inkomen en Belasting.

Als je in loondienst werkt ontvang je salaris. Als je eigen baas bent krijg je winst. Loon en winst uit een
eigen zaak is arbeidsinkomen. Je kunt ook je inkomen verdienen door sparen en beleggen, door te
verhuren, pacht, rente op geld en winst uit aandelen bezit.

Heffing op inkomen.

Als je een brutoloon van 42.000,- per jaar krijgt, wordt er door je werkgever 12.422,- aan loonheffing
ingehouden op je brutoloon, Wat over is noem je je nettoloon. De ingehouden loonheffing bestaat uit
inkomstenbelasting maar ook uit premies volksverzekering.

De loonheffing die wordt ingehouden op je brutoloon is een voorheffing of een voorschot op de

inkomensheffing. De inkomensheffing is het bedrag wat daar werkelijk aan de Belastingsdienst betaald
moet worden. Dit kan pas vastgesteld worden aan het einde van het jaar. Als je weet wat je totale
inkomen is. Het kan zo zijn dat je inkomsten lager of hoger uitvallen dan je inkomensheffing. Dan krijg je
of geld terug of moet je meer betalen.

Om je inkomensheffing te berekenen doe je als volgt; Bepaal het bruto jaarinkomen, soms moet je
hierbij iets optellen, dat is een bijtelling. Er zijn twee bijtellingen. Eigenwoningbezitters moeten een
bedrag, het eigenwoningforfait optellen bij hun inkomen dat afhangt van de waarde van de woning. De
andere bijtelling gaat over een 'auto van de zaak' Als je een leaseauto van de zaak als privegebruikt
gebruikt ziet de Belastingsdienst dit als loon in natura. Dus tel je dan 22% van de nieuwwaarde van de
auto bij je inkomen op.

Er zijn ook bedragen die je van je bruto arbeidsinkomen mag aftrekken. de aftrekkosten. Bijvoorbeeld
een hypotheek voor je eigen woning, deze mag in 2023 maximaal 37.05% zijn. Dit gaat dan over het in
het totale jaar te betalen hypotheekrente. Maar ook reiskosten als je hiermee naar werk gaat en giften
voor goede doelen hoger dan 1% van je inkomen.

Als je alle bijtelling hebt opgeteld en allse aftrekposten in mindering heb gebracht heb jij uiteindelijk je
belastbaar inkomen.