Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 7

Onderwijsactualiteit

1 Politiek landschap
Onderwijsbeleid in Vlaanderen wordt op 2 niveaus gevoerd:
1° federaal niveau
2° Vlaamse niveau
decreet = wetteksten die door het Vlaams Parlement worden goedgekeurd.
Vlaamse regering
 geleid door 3 politieke partijen = CD&V, NVA en Open VLD
1) Geert bourgeois (NVA)
= leidt de Vlaamse regering

2) Hilde Crevits (CD&V)


= Minister van onderwijs

3) Jo Vandeurzen (CD&V)
= Minister van welzijn, volksgezondheid en gezin

4) Sven Gatz (Open VLD)


= Minister van cultuur, media, jeugd en Brussel

Federale regering
 geleid door CD&V, NVA, Open VLD en MR. (aan het hoofd = Charles Michel)
3 materies waarover de federale overheid beslist:
1° minimale vereisten voor de aflevering van diploma’s
2° leerplicht
 in België, 6 tot 18 jaar leerplicht
 vanaf 15/16 jaar  deeltijds leren/werken
 diploma voor 18 jaar = niet meer leerplichtig
 geen schoolplicht  huis onderwijs & diploma via centrale examencommissie
3° pensioensregeling

2 Onderwijsnetten & onderwijskoepels


Onderwijsnetten
 Gemeenschapsonderwijs  georganiseerd in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap
 Gesubsidieerd officieel onderwijs  georganiseerd door de gemeenten, de steden en de
provincies.
 Gesubsidieerd vrij onderwijs  georganiseerd door privé-instanties.

Semester 1 – 2018 1
Onderwijsactualiteit
Onderwijskoepels
 vereniging van schoolbesturen en inrichtende machten
 ondersteund en vertegenwoordigt de schoolbesturen en ontwikkelen de leerplannen
1° Gemeenschapsonderwijs:
 GO!: onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap
 Raymonda Verdyck
2° Gesubsidieerd officieel onderwijs:
 OVSG: Onderwijssecretariaat voor Steden en Gemeenten van de Vlaamse
Gemeenschap
 Patriek Delbaere
 POV: Provinciaal Onderwijs Vlaanderen

3° Gesubsidieerd vrij onderwijs:


 Katholiek Onderwijs Vlaanderen (gemeenzaam “de Guimardstraat” genoemd)
 Lieven Boeve
 FOPEM: Federatie van onafhankelijke pluralistische emancipatorische
methodescholen
vb. Freinet scholen
 IPCO: Raad van inrichtende machten van het protestants-christelijke Onderwijs
 Federatie Steinerscholen
 VOOP: Vlaams Onderwijs Overleg Platform
vb. Eureka onderwijs

3 De lerarenopleiding
 in Vlaanderen zijn er 2 soorten lerarenopleidingen:
1) Geïntegreerde lerarenopleiding
= bacheloropleidingen
˗ leraar in kleuteronderwijs (bako)
˗ leraar in lager onderwijs (balo)
˗ leraar in secundair onderwijs (baso)
 vakinhoudelijke kennis & pedagogische competenties
2) Specifieke lerarenopleiding
= opleiding nadat je een hoger onderwijs diploma behaalt heb.
˗ leraar in secundair onderwijs
˗ leraar in volwassen onderwijs
˗ leraar in deeltijdskunst onderwijs
 pedagogische aspect
4 Het leerkrediet
= punten die je nodig hebt om te kunnen studeren, een volledige studieloopbaan af te
leggen.

Semester 1 – 2018 2
Onderwijsactualiteit
 je start met 140 SP
 bv. je 1ste inschrijving is een voltijds jaar studeren = 60 SP
= - 60 SP, er blijven nog 80 SP over.
 ben je geslaagd voor alle onderdelen?  60 SP terug
 ben je niet geslaagd voor alle onderdelen?  je verliest je SP van dat bepaalde OPO
DOEL?
 stimuleren om een bewuste keuze te maken.
 hogeschool/universiteit aansporen je studievoortgang te bewaken.
WAT ALS JE LEERKREDIET OP IS?
Je hogeschool/universiteit krijgt geen financiering meer  je instelling bepaalt.
 gewoon terugschrijven
 gewoon terugschrijven, maar verhoogd studiegeld
 niet inschrijven, geleidelijk terug opbouwen

5 GOK
= gelijke onderwijskansen om dezelfde optimale mogelijkheden om te leren en zich te
ontwikkelen.
Ze doen dit a.d.h.v. 3 pijlers:
1) Inschrijvingsrecht
Alle leerlingen hebben het recht om in te schrijven in de school van hun keuze.
Ook anderstalige nieuwkomers en leerlingen met een verslag voor toegang tot het
buitengewoon onderwijs.
2) Rechtsbescherming
= rechtsbescherming garanderen.  gewaakt wordt over de rechten van de leerlingen.
3) Ondersteuning van scholen
Op basis van het aantal leerlingen die beantwoorden aan socio-economische indicatoren krijgt
een school extra omkaderingen en werkingsmiddelen.  Scholen met veel kansarme
leerlingen meer middelen krijgen.  school extra leraar-uren krijgt voor leerlingen die
voldoen aan onderstaande criteria:
 de taal die de leerling in het gezin spreekt is niet Nederlands.
 het gezin ontvangt één of meerdere studietoelage.
 de moeder is niet in het bezit van een diploma secundair onderwijs.
 de leerling woont in een buurt met hoogste percentages schoolse vertraging.
 = GOK-leerling
× enkel indicator ‘thuistaal’ = niet in aanmerking als GOK-leerling.
× ook aan één van de andere indicatoren voldoet. in dit geval krijgtdeze leerling een
extra gewicht.

6 De modernisering van het secundair onderwijs

Semester 1 – 2018 3
Onderwijsactualiteit
basisgeletterdheid = alle leerlingen gehaald moet worden.
gewone eindtermen = populatieniveau gehaald worden.
uitbreidingsdoelen = doelstellingen die iets moeilijker zijn dan gewone eindtermen.

Getuigschrift basisonderwijs  A-stroom


Getuigschrift basisonderwijs ‘met behaalde doelen’  B-stroom
Nieuwe structuur van het 1ste jaar S.O.
27 uur basisvorming en 5 uur keuzegedeelte. In de 27 uren wordt de basisgeletterdheid,
minimumdoelen en voor sommige leerlingen de uitbreidingsdoelen. In de 5 uren
keuzegedeelte krijgen de leerlingen de kans om op zoek te gaan naar hun eigen talenten,
interesses of remediering.

Semester 1 – 2018 4
Onderwijsactualiteit
A - stroom = de minimumdoelen en voor sommige leerlingen ook de
uitbreidingsdoelen aanbod zullen komen.
B - stroom = zal voornamelijk aan de doelen rond basisgeletterdheid gewerkt worden.
Voorbeeld 1ste jaar:
• Leerling kiest:
1. Basis of Basis+Uitdieping
2. Keuzeoptie
• Voorbeeld:
 Een leerling kiest B+U Economie, dat wil zeggen Economie met basis én uitdieping
voor de algemene vorming.
 Een leerling kiest B Sociale vorming, dat wil zeggen Sociale vorming met
basisleerstof voor de algemene vorming.

Nieuwe structuur van het 2de jaar S.O.

A-stroom = 25 uur basisvorming en 7 uur keuzegedeelte. Binnen de 7 uren gaat 2 uren naar
differentiatie (versterken/remediëren), en 5 uren naar basisoptie.
B-stroom = 20 uur basisvorming en 12 uur keuzegedeelte. Binnen de 12 uren gaat 2 uren naar
verdieping en 10 uren naar basisopties.

Semester 1 – 2018 5
Onderwijsactualiteit
De tweede graad
8 studiedomeinen:
1) taal en cultuur
2) STEM
3) kunst en creatie
4) land- en tuinbouw
5) economie en organisatie
6) maatschappij en welzijn
7) sport
8) voeding en horeca
Deze opleidingen kunnen gevolgd worden op 3 niveaus:
1° doorstroom
2° dubbel (werken en studeren)
3° arbeidsmarktgericht
Scholen zullen mogen kiezen hoe ze zich organiseren. Dit wil zeggen dat niet alle
scholen elke studierichting binnen een bepaald studiedomein moeten aan bieden:

 Verticaal: enkel de doorstroomrichtingen aan te bieden (domeinoverschrijdend of


domeingebonden), of enkel de studierichtingen met een dubbele finaliteit, of enkel de
arbeidsmarktgerichte studierichtingen.
 Horizontaal: binnen 1 domein alle finaliteiten aan te bieden.
= domeinschool.
 Combinatie: binnen meer dan 1 domein zoveel mogelijk finaliteiten aanbieden
= campusschool.

7 Het M-decreet
= zoveel mogelijk jongeren met een beperking in het gewoon secundair onderwijs.
Buitengewoon onderwijs
Kinderen krijgen toegang tot buitengewoon onderwijs als ze beschikken over een verslag van
het CLB. De leerlingen worden hiervoor opgedeeld in types:
 Type basisaanbod: kinderen met neen lichte mentale handicap en kinderen met
leerstoornissen.
 Type 1: kinderen met een lichte handicap
 Type 2: kinderen met een matige of ernstige handicap
 Type 3: kinderen met ernstige emotionele of gedragsproblemen
 Type 4: kinderen met een fysieke handicap
 Type 5: kinderen die zijn opgenomen in een ziekenhuis of preventorium
 Type 6: kinderen et een visuele handicap
 Type 7: kinderen met een auditieve handicap
 Type 8: kinderen met autismespectrumstoornis, maar zonder verstandelijke beperking
4 opleidingsvormen:

Semester 1 – 2018 6
Onderwijsactualiteit
Opleidingsvorm 1:
sociale vorming met oog op integratie in een beschermd leefmilieu
Opleidingsvorm 2:
algemene en sociale vorming en een arbeidstraining met oog op integratie in een beschermd
leef- en werkmilieu.
Opleidingsvorm 3:
sociale vorming en een beroepsvorming met oog op integratie in een gewoon leef-en
werkmilieu. Er worden verschillende opleidingen georganiseerd.
Opleidingsvorm 4:
voorbereiding op een studie in het hoger onderwijs en op de integratie in het actieve leven. De
studierichtingen komen overeen met die uit het gewoon secundair onderwijs.

Semester 1 – 2018 7

You might also like