Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 11

1.2.

1 Advies voor het Centrum voor Jeugd en Gezin

Inleiding
In een groep van vier à vijf studenten laat je zien dat je de tweede fase van de methodische cyclus kunt
uitvoeren: de analyse fase. In deze module gaan jullie opvoed- en opgroeisituaties analyseren. Welke
vragen hebben ouders rondom lichte opvoedondersteuning? Hierover gaan jullie een advies schrijven aan
het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG).

‘De CJG’s zijn een spil in het lokale jeugdbeleid. Vanuit een helpende rol kunnen zij de sociale
netwerken en verbondenheid van jeugd, ouders en andere partijen rond kind en gezin versterken.
Andere voorzieningen en organisaties, zoals brede scholen, kinderopvang, welzijnsinstellingen en
woningbouwcorporatieskunnen hier uiteraard ook een rol in spelen.
Het CJG kan behoeften onderzoeken, kansen verkennen, activiteiten organiseren, en ondersteunen en
bovenal naar alle samenwerkingspartners, ouders en jeugd uitdragen dat de sociale opvoed- en
opgroeiomgeving van ouders en jeugd ertoe doet.’ (Nederlands Jeugdinstituut, 2010, p. 2).

Wat is de vraag?
Het Centrum voor Jeugd en Gezin heeft jullie gevraagd een analyse te maken van de vraag en het aanbod op
het gebied van (lichte) opvoedondersteuning aan kinderen van 0-12 jaar in een specifieke wijk. De
professionals hebben niet goed in beeld of het huidige aanbod voldoet aan de behoeften van bewoners van
de wijk. Zij hebben vanuit de gemeente als opdracht om de pedagogische civil society (Nederlands
Jeugdinstituut, 2011) te versterken, maar weten niet zo goed hoe dat te doen.
Jullie kiezen zelf een wijk waar jullie deze verkenning gaan doen. Jullie geven aan hoe de pedagogische civil
society in een wijk/ buurt eruitziet en wat deze zou kunnen betekenen voor de kinderen en opvoeders met
wie jullie in gesprek gaan.

Je maakt als groep een analyse van drie verschillende opvoedsituaties: thuis, school en vrije tijd (inclusief
social media). Je gaat hierbij kijken op welke manieren deze drie aspecten invloed hebben op het opgroeien.
In de verslaglegging (verantwoording) laat je zien dat je de diverse theorieën, concepten en modellen van
psychologie, sociologie, recht en methodiek kunt gebruiken.

Advies voor het CJG


Jullie analyse mondt uit in een advies voor het CJG om de pedagogische civil society te versterken. Dit
advies is gebaseerd op jullie analyse van gesprekken met opvoeders en kinderen en op de analyse van het
aanbod van lichte opvoedingsondersteuning in een specifieke wijk. In het advies komen tenminste vier
onderwerpen aan bod:
• Wat zijn de kansen en bedreigingen van de pedagogische civil society in de gekozen wijk?
• Wat zijn de behoeften van opvoeders en kinderen? Gebruik in je analyse verschillende
modellen (bio-psychosociaal, sociaal-ecologisch en/of het balansmodel).
• Hoe kan het CJG gebruik maken van social media in het kader van ondersteuning bij
opvoedsituaties?
• Daarnaast wordt jullie gevraagd zelf een onderwerp rondom social media te kiezen dat jullie
van belang achten in relatie tot het opvoeden en opgroeien van kinderen.

Werkwijze
Als eerste stap oriënteer je je op de opdracht. Je formuleert ook een leerdoel en neemt de manier waarop
je gaat werken aan dit leerdoel mee in het plan van aanpak. Je gebruikt de theorie en concepten en
gespreksvaardigheden die deze periode aan bod komen. Jullie kiezen zelf een wijk/ buurt en een CJG,
Ouder-Kindteam of (sociaal)wijkteam. Jullie verdiepen je in het aanbod van lichte opvoedondersteuning
van deze organisatie en indien mogelijk organiseren jullie een gesprek met iemand van het CJG, (sociaal)
wijkteam of Ouder-Kind team. Vervolgens kiezen jullie een leeftijdsgroep van kinderen (0-4 jaar, 4-7 jaar of
8-12 jaar) die jullie aanspreekt en waar jullie mee in contact kunnen komen. Het is van belang dat jullie
allemaal verschillende ‘opvoeders’ van deze leeftijdsgroep kinderen spreken (ouders, leerkracht,
sportcoach, opa, oma, tante, buurman, buurvrouw etc.). In de verslaglegging (verantwoording) toon je
aan dat je de diverse theorieën, concepten en modellen van psychologie, sociologie, recht en methodiek
functioneel kan gebruiken. Je gebruikt ten minste het biopsychosociaal-, sociaal-ecologisch- (milieus) en/of
balansmodel om de opvoedsituaties te analyseren.

Voorbereiding en uitvoering
Bestaat uit de gemaakte topiclijst en de individuele gespreksverslagen van de interviews. Je neemt de
interviews dus op en werkt deze uit. Deze onderdelen worden als bijlagen aan het eindverslag
toegevoegd.

Elke student houdt twee interviews: één met een opvoeder en één met een kind. Uiteindelijk moeten deze
gesprekken bijdragen aan het in kaart brengen van wensen en behoeften ten opzichte van de
pedagogische civil society. Samen met je je groepsgenoten stel je een topiclijst voor de gesprekken op. De
topiclijst is gebaseerd op onderwerpen uit de literatuur. Denk hierbij ook aan de verschillende modellen die
jullie moeten gebruiken. In het groepje gebruikt iedere student dezelfde topiclijst.

Analyseren opvoeden en opgroeien


Voor het eindproduct vergelijken jullie de interviews met kinderen en opvoeders. Vergelijk de
perspectieven van de verschillende opvoeders en kinderen: wat zijn de verschillen en overeenkomsten in
perspectieven en behoeften t.a.v. opvoeden en opgroeien. Wat zijn overeenkomsten en verschillen tussen
de gezinnen in beschermende en risicofactoren? Vergelijk wat in de voorgeschreven- en zelf gevonden
literatuur beschreven is over de opvoedings- en ontwikkelingsfasen en wat jullie ervaringen zijn op basis
van jullie individuele gesprekken met ouders en kinderen.

Jullie brengen het brede aanbod van opvoedingsondersteuning in de door jullie gekozen wijk in kaart. Wat
zijn de resultaten wanneer je de interviews vergelijkt met het brede aanbod aan opvoedondersteuning?
Wat zijn de kansen en bedreigingen van de pedagogische civil society in de gekozen wijk? Vergeet daarbij
niet om de kansen en bedreigingen van social media ten aanzien van die pedagogische civil society te
benoemen. Na deze analyse kom je tot twee adviezen (oplossingsscenario's) aan het CJG.

Presentatie en schriftelijk advies


Jullie verzorgen op school een interactieve presentatie met gebruik van multimedia voor het CJG (fictief)
waarbij jullie aangeven hoe het CJG op basis van jullie analyse een bijdrage kan leveren aan het versterken
van de pedagogische civil society, kan inspelen op de behoeften van ouders en kinderen en aangeven op
welke manier social media hierin een rol kan spelen.
Het is de bedoeling dat jullie twee oplossingsscenario’s voorleggen aan het CJG. Tijdens deze presentatie
krijg je feedback op de oplossingsscenario's. Op basis daarvan stel je je oplossingsscenario bij en
beargumenteer je voor welk definitief advies gekozen wordt.
1.2.1 Advies voor het Centrum voor Jeugd- en Gezin

Leerdoelen
2 Je kunt
a. gebruik maken van verschillende modellen (biopsychosociaal-, sociaal-ecologisch- (milieus) en
balansmodel) voor de analyse van meerdere opvoed- en opgroeisituaties.
b. agogische basisvaardigheden toepassen in gesprekken met kinderen en opvoeders over de
opvoedsituatie.
c. onderscheid maken tussen enerzijds feiten, meningen en interpretaties en anderzijds hoofd- en
bijzaken.

d. verkennende gesprekken voeren met kinderen en ouders/opvoeders over de opvoedsituatie om


informatie te verkrijgen over de drie milieus (thuis, school en vrijetijd) vanuit verschillende perspectieven
(pedagogische civil society en diversiteit in opvattingen over opvoeden en opgroeien).
e. de invloed van social media op de opvoeding in kaart brengen.
3
a. Je kunt een samenhangende en geïntegreerde analyse geven van beschermende en risicofactoren in
een specifieke situatie. In deze module het opvoeden en opgroeien in een bestaande opvoedsituatie vanuit
verschillende analyses van de opvoedsituatie in de verschillende milieus (inclusief thema social media).
4
a. Je laat zien dat je je bewust bent van de diverse invloeden op de opvoed- en opgroeisituatie van kinderen en
opvoeders.
5
a. Je toont een brede interesse in een diversiteit aan opvattingen over opvoeden en opgroeien.

6
a. Je laat zien dat je feedback gebruikt om de producten en het proces te verbeteren.

Instructie
• Uiterlijke inleverdatum: week 10 module 2. (zie toetsrooster)
• Er geldt één inlevermogelijkheid en één herkansingsmogelijkheid.
• In totaal kan je 100 punten scoren voor deze toets. Bij voldoende beoordeling (cesuur 55 punten) krijg
je 6 EC.
Beoordeling
Voorwaardelijk eisen: Voldaan Niet
voldaan
• Het advies is volledig, met een lay-out die de leesbaarheid bevordert
• De schrijfstijl is hbo-waardig (correct taalgebruik met nauwelijks spelfouten,
met goede zinsconstructies, het taalgebruik is duidelijk en aantrekkelijk)
• Het advies is evenwichtig opgebouwd, logisch en samenhangend
gestructureerd
• Aantal woorden/pagina’s is conform de richtlijnen van de opdracht
• De bronvermelding is conform de APA-richtlijnen in tekst en literatuurlijst
• Het product omvat betrouwbare (inter)nationale (vak)literatuur
• De oplossingsscenario’s zijn voorgelegd aan de tutor en medestudenten
(presentatie).
• De interviews (in bijlage) zijn toegevoegd.
Indien niet voldaan aan bovenstaande voorwaardelijke criteria, volgt uitslag 10 (beoordelingsschaal 10-100)
100% Uitstekend Toont abstractieniveau en transfer (verbinden van meerdere
Overtreft de verwachtingen niveaus van kennis)
80% Goed Samenhangend en geïntegreerd geheel van verschillende
Voldoet goed aan de verwachtingen aspecten en onderdelen
60% Voldoende Toont inzicht in een reeks relevante op zich staande
Voldoet minimaal aan de verwachtingen aspecten/onderdelen, deze worden ten dele met elkaar
verbonden
40% Onvoldoende Toont inzicht in een enkel aspect
Voldoet niet aan de verwachtingen
0 Zeer onvoldoende Onderdeel ontbreekt of is duidelijk onvoldoende
Afwezig of zeer onvoldoende
100% 80% 60% 40% 0% Punten Feedback
max
Vraag- of probleemdefinitie (groep)
Je laat zien dat je je Uit de vraag of- Uit de vraag of- Uit de vraag of- Uit de vraag of- Uit de vraag of 10
bewust bent van de probleemdefinitie probleemdefinitie probleemdefinitie probleemdefinitie probleemdefinitie
diverse invloeden op de wordt op zeer wordt duidelijk welke wordt in grote lijnen wordt beperkt wordt niet duidelijk
opvoed- en samenhangende stakeholders de duidelijk welke duidelijk welke welke stakeholders
opgroeisituatie van wijze duidelijk opvoed- en stakeholders de stakeholders de de opvoed -en
kinderen en opvoeders. welke opgroeisituatie opvoed- en opvoed- en opgroeisituatie
(4b) stakeholders de beïnvloeden in de opgroeisituatie opgroeisituatie beïnvloeden in de
opvoed- en gekozen wijk. De beïnvloeden in de beïnvloeden in de gekozen wijk. De
opgroeisituatie omschrijving biedt gekozen wijk. De gekozen wijk. De omschrijving biedt
beïnvloeden in de houvast voor de omschrijving biedt in omschrijving biedt onvoldoende houvast
gekozen wijk. De verdere analyse en is grote lijnen houvast beperkt houvast voor voor de verdere
omschrijving biedt relevant voor het voor de verdere de verdere analyse en analyse en is niet
goed houvast voor advies. analyse en is is in enige mate relevant voor het
de verdere analyse voldoende relevant relevant voor het advies.
en is zeer relevant voor het advies advies.
voor het advies.
Voorbereiding en uitvoering
Je kunt verkennende De wensen en De wensen en De wensen en De wensen en De wensen en 10
gesprekken voeren met behoeften van behoeften van behoeften van behoeften van behoeften van
kinderen en opvoeders en opvoeders en opvoeders en opvoeders en opvoeders en
ouders/opvoeders over kinderen worden kinderen worden kinderen worden kinderen worden kinderen worden
de opvoedsituatie uitgebreid en zorgvuldig in beeld voldoende in beeld beperkt in beeld onzorgvuldig in beeld
informatie te verkrijgen samenhangend in gebracht en gebracht en gebracht en enigszins gebracht en niet
over de drie beeld gebracht en verbonden aan de verbonden aan de verbonden aan de verbonden aan de
opvoedsituaties (thuis, verbonden aan de pedagogische civil pedagogische civil pedagogische civil pedagogische civil
school en vrijetijd) pedagogische civil society en society en society en society en
vanuit verschillende society en opvattingen over opvattingen over opvattingen over opvattingen over
perspectieven opvattingen over opvoeden en opvoeden en opvoeden en opvoeden en
(pedagogische civil opvoeden en opgroeien. opgroeien. opgroeien. opgroeien.
society en diversiteit in opgroeien.
opvattingen over Uit de Uit de voorbereiding Uit de voorbereiding Uit de voorbereiding Uit de voorbereiding 10
opvoeden en voorbereiding op op de interviews blijkt op de interviews blijkt op de interviews blijkt op de interviews blijkt
opgroeien). (2d) de interviews blijkt dat theorie en voldoende dat theorie beperkt dat theorie onvoldoende dat
dat relevante concepten over en concepten over en concepten over theorie en concepten
theorie en opvoeden en opvoeden en opvoeden en over opvoeden en
concepten over opgroeien gebruikt opgroeien gebruikt opgroeien gebruikt opgroeien gebruikt
opvoeden en zijn. Je laat zien dat je zijn. Je laat zien dat je zijn. Je laat beperkt zijn. Je laat
opgroeien op je hebt verdiept je in je voldoende hebt zien dat je je hebt onvoldoende zien dat
geïntegreerde de opvoedingsfase, verdiept je in de verdiept je in de je je hebt verdiept je
wijze gebruikt zijn. ontwikkelingsfase, - opvoedingsfase, opvoedingsfase, in de opvoedingsfase,
Je laat op taken, ontwikkelingsfase, - ontwikkelingsfase, - ontwikkelingsfase, -
samenhangende spelontwikkeling van taken, taken, taken,
wijze zien dat je je het kind. spelontwikkeling van spelontwikkeling van spelontwikkeling van
hebt verdiept je in het kind. het kind. het kind.
de
opvoedingsfase,
ontwikkelingsfase,
- taken,
spelontwikkeling
van het kind.
Analyse van opvoedsituaties
Je kunt gebruik maken De De beschermende- en De beschermende- en De beschermende- en De beschermende- en 10
van verschillende beschermende- en riscofactoren zijn riscofactoren zijn riscofactoren zijn riscofactoren zijn
modellen riscofactoren zijn samenhangend en voldoende beperkt onsamenhangend in
(biopsychosociaal-, sterk geïntegreerd in kaart samenhangend en samenhangend en in kaart gebracht met
sociaal-ecologisch- samenhangend en gebracht met behulp geïntegreerd in kaart enige mate behulp van een
(milieus) en geïntegreerd en een gekozen model. gebracht met behulp geïntegreerd in kaart gekozen model.
balansmodel) voor de zeer overzichtelijk een gekozen model. gebracht met behulp
analyse van meerdere in kaart gebracht een gekozen model.
opvoed- en met behulp een
opgroeisituaties. (2a) gekozen model.
Je kunt onderscheid De analyse is sterk De analyse is De analyse is De analyse is in enige De analyse is 10
maken tussen enerzijds navolgbaar en navolgbaar en goed voldoende mate navolgbaar en onnavolgbaar en niet
feiten, meningen en goed verantwoord. Er navolgbaar en verantwoord. Er goed verantwoord.
interpretaties en verantwoord. Er wordt duidelijk verantwoord. Er wordt beperkt Het onderscheid
anderzijds hoofd- en wordt zeer onderscheid gemaakt wordt voldoende onderscheid gemaakt tussen feiten,
bijzaken. (2c) duidelijk en tussen feiten, onderscheid gemaakt tussen feiten, meningen,
gestructureerd meningen, tussen feiten, meningen, interpretaties en
onderscheid interpretaties en meningen, interpretaties en hoofd- en bijzaken is
gemaakt tussen hoofd- en bijzaken. interpretaties en hoofd- en bijzaken. niet duidelijk.
feiten, meningen, hoofd- en bijzaken.
interpretaties en
hoofd- en
bijzaken.
Je kunt de invloed van Zeer duidelijk en Duidelijk is welke rol Het is voldoende Het is enigszins Onduidelijk is welke 10
social media op de geïntegreerd is sociale media spelen duidelijk welke rol duidelijk welke rol rol sociale media
opvoeding in kaart beschreven welke in de opvoeding van sociale media spelen sociale media spelen spelen in de
brengen. (2 e) rol sociale media ouders en hoe het CJG in de opvoeding van in de opvoeding van opvoeding van ouders
spelen in de hierop in kan spelen. ouders en hoe het ouders en hoe het en hoe het CJG hierop
opvoeding van CJG hierop in kan CJG hierop in kan in kan spelen.
ouders en hoe het spelen. spelen.
CJG hierop in kan
spelen.
Je kunt een Het aanbod van Het aanbod van Het aanbod van Het aanbod van Het aanbod van 20
samenhangende en opvoedondersteu opvoedondersteuning opvoedondersteuning opvoedondersteuning opvoedondersteuning
geïntegreerde analyse ning in de gekozen in de gekozen wijk is in de gekozen wijk is in de gekozen wijk is in de gekozen wijk is
geven van wijk is zeer samenhangend in voldoende enigszins onsamenhangend in
beschermende en samenhangend in kaart en in verband samenhangend in samenhangend in kaart gebracht. Het
risicofactoren in een kaart en op gebracht met de kaart en in verband kaart en in beperkt in verband met de
specifieke situatie. In wensen en behoeften
geïntegreerde gebracht met de verband gebracht wensen en behoeften
deze module het van de opvoeders en
wijze in verband wensen en behoeften met de wensen en van de opvoeders en
opvoeden en opgroeien kinderen.
in een bestaande gebracht met de van de opvoeders en behoeften van de kinderen is niet
opvoedsituatie vanuit wensen en kinderen. opvoeders en duidelijk.
verschillende analyses behoeften van de kinderen.
van de opvoedsituatie in opvoeders en
de verschillende milieus kinderen.
(inclusief thema social
media). (3a)
Keuze voor oplossings- of ontwerpscenario (Presentatie) (groep)
Je toont een brede Uit de presentatie Uit de presentatie Uit de presentatie Uit de presentatie Uit de presentatie 10
interesse in een blijkt een zeer blijkt een brede blijkt voldoende blijkt enigszins wordt de interesse in
diversiteit aan brede interesse in interesse in diversiteit interesse in diversiteit interesse in diversiteit diversiteit aan
opvattingen over diversiteit aan aan opvattingen over aan opvattingen over aan opvattingen over opvattingen over
opvoeden en opgroeien. opvattingen over opvoeden en opvoeden en opvoeden en opvoeden en
(5a) opvoeden en opgroeien doordat opgroeien doordat opgroeien. De opgroeien niet
opgroeien duidelijk de de verschillende verschillende wensen duidelijk. De
doordat de verschillende wensen wensen en behoeften en behoeften van verschillende wensen
verschillende en behoeften van van opvoeders en opvoeders en en behoeften van
wensen en opvoeders en kinderen voldoende kinderen zijn beperkt opvoeders en
behoeften van kinderen zijn zijn meegenomen in meegenomen in de kinderen zijn
opvoeders en meegenomen in de de voorgelegde voorgelegde onvoldoende
kinderen op voorgelegde scenario’s en welke scenario’s en welke meegenomen in de
samenhangende scenario’s en welke keuzes jullie daarin keuzes jullie daarin voorgelegde
wijze zijn keuzes jullie daarin gemaakt hebben. gemaakt hebben. scenario’s en welke
meegenomen in gemaakt hebben. keuzes jullie daarin
de voorgelegde gemaakt hebben.
scenario’s en
welke keuzes jullie
daarin gemaakt
hebben.
Definitief advies (schriftelijk) (groep)
Je laat zien dat je Het schriftelijk Het schriftelijk advies Het schriftelijk advies Het schriftelijk advies Het schriftelijk advies 10
feedback gebruikt om de advies is sterk is geëxpliciteerd op de is geëxpliciteerd op is beperkt is niet geëxpliciteerd
producten en het proces geëxpliciteerd op gegeven input. Het is de gegeven input. Het geëxpliciteerd op de op de gegeven input.
te verbeteren. (6a) de gegeven input. duidelijk of deze wel is voldoende duidelijk gegeven input. Het is Het is onduidelijk of
Het is zeer of niet is of deze wel of niet is enigszins duidelijk of deze wel of niet is
duidelijk of deze overgenomen en hoe overgenomen en hoe deze wel of niet is overgenomen en hoe
wel of niet is deze inhoudelijk is deze inhoudelijk is overgenomen en hoe deze inhoudelijk is
overgenomen en verwerkt. verwerkt. deze inhoudelijk is verwerkt.
hoe deze verwerkt.
inhoudelijk is
verwerkt.

Maximaal 100 punten te behalen, Cesuur 55 punten

Peerfeedback
Toelichting en instructie peerfeedback
Het peerfeedbackschema is een verantwoording voor de inhoudelijke en procesmatige bijdrage van elk lid binnen de projectgroep. Met het
feedbackformulier geeft elke student voor elk project lid en zichzelf aan, tot in hoeverre deze altijd, meestal, soms, zelden of nooit de genoemde
feedbackpunten is nagekomen. Je gebruikt de resultaten van de formulieren die je van je groepsgenoten ontvangt voor het vormgeven van het
individuele gedeelte van de toets opdracht.

Op een moment voorafgaand aan de bekendmaking van het cijfer van het groepsproduct bespreken de projectgroep leden en de tutor de ingevulde
schema’s en %-toekenningen. Het gemiddelde van de totale percentage toekenning per projectgroep lid beïnvloedt het cijfer van het groepsproduct
en leidt tot het uiteindelijke individuele eindcijfer voor elk projectgroepslid.

Per projectgroep zijn er procenten te verdelen. De projectgroep heeft 3-4 leden, dus is er 300%-400% te verdelen.

Het uitgangspunt is 100% per persoon. Dan heeft iedereen gefunctioneerd en gedaan wat is afgesproken en wat gedaan moest worden om de
opdracht tot een goed einde te brengen.

Op basis van de ingevulde lijsten voor je projectgroep leden verdeel je de 600%. Je kunt een lid dus minder geven, of meer als daar sprake van is,
echter het totaalaantal te verdelen procenten ligt altijd op die 600%. (Voorbeeld: stel: het cijfer voor het groepsproduct is een 7. Bas krijgt een
gemiddelde toekenning van 100%. Voor Bas wordt het eindcijfer een 7 (100% van 7), maar Elina krijgt van de projectgroep leden gemiddeld een
toekenning van 120%, dan wordt het eindcijfer voor Eline 120% van 7= 8,4. (Het is dus zo dat wanneer Elina 120 % krijgt, iemand anders minder dan 100 %
krijgt)

Page Break
Feedbackformulier
Van student: …………………………………………… Studentnummer: …………………..
Voor student: ………………………………………… Studentnummer: …………………..
Datum: ………………………………………………………………………………………

Je kunt de theorie toepassen van feedback geven en ontvangen, zowel op de samenwerking in de


projectgroep als op uitvoering van de opdracht
Je kunt reflecteren op jouw aandeel en functioneren in de samenwerking met anderen op basis van het
cyclisch reflectiemodel van Korthagen
Feedback onderwerpen. De student… Altijd Meestal Soms Zelden Nooit
1. is gemaakte afspraken nagekomen
2. heeft gemeld als hij/zij niet aanwezig kon zijn of
een taak niet kon vervullen (met een geldige reden)
3. heeft alle (begeleide en onbegeleide)
projectgroep bijeenkomsten bijgewoond en was hierbij
voorbereid
4. heeft constructief bijgedragen aan de
samenwerking
5. heeft op een prettige en respectvolle manier
gecommuniceerd en gehandeld
6. heeft verantwoordelijkheid genomen voor zijn
taken en het groepsresultaat
7. heeft zijn inhoudelijke bijdrage en feedback
gegeven binnen de deadlines die hiervoor stonden
8. heeft inhoudelijk sterke feedback gegeven
9. heeft op een constructieve wijze feedback
gegeven
10. heeft respectvol geluisterd naar de ideeën en
adviezen van de leden uit de projectgroep
11. heeft zich verantwoord voor het wel/niet
overnemen van feedback
12. heeft een kritische blik omtrent zijn eigen
functioneren in de projectgroep
13. heeft zicht op zijn sterke en zwakke punten in
zijn functioneren binnen de projectgroep
14. heeft aantoonbaar gewerkt aan zijn leerdoelen
Specifieke toelichting:

Page Break
Invultabel peerfeedback gehele groep

Student 1 Student 2 Student 3 Student 4 Student 5 Student 6

Student 1 geeft

Student 2 geeft

Student 3 geeft

Student 4 geeft

Student 5 geeft

Student 6 geeft

Totaal %

Gemiddelde %

Zeer goed 121-140% De student was voorbereid, hield zich aan de afspraken en heeft de eigen
taken prima uitgevoerd. Droeg zichtbaar verantwoordelijkheid voor het
groepsresultaat. De student heeft actief geparticipeerd, ideeën en adviezen
ingebracht en die van anderen meegenomen. Heeft tevens anderen
gestimuleerd om actief te participeren. De student had een positieve invloed
op zowel inhoud als samenwerking. Heeft op constructieve wijze feedback
ontvangen en gegeven.
Bevredigend 101-120% De student was voorbereid, hield zich aan de afspraken en heeft de eigen
taken goed uitgevoerd. Droeg impliciet verantwoordelijkheid voor het
groepsresultaat. Heeft actief geparticipeerd en eigen ideeën en adviezen
ingebracht. Heeft op constructieve wijze feedback ontvangen.
Gemiddeld 81-100% De student was voorbereid op de (begeleide en onbegeleide) bijeenkomsten,
heeft zijn taken uitgevoerd en hield zich aan de afspraken.
Marginaal 61-80% De student heeft opdrachten of voorbereiding op (begeleide en onbegeleide)
bijeenkomsten incidenteel niet uitgevoerd. De student hield zich regelmatig
niet aan de afspraken.
Onbevredigend 1-60% De student heeft zich niet aan de afspraken gehouden, was niet voorbereid
op de (begeleide en onbegeleide) bijeenkomsten en heeft opdrachten
structureel niet uitgevoerd.
No-show 0% Geen enkele deelname van de student.
Cijfer groepsproduct Percentage Totaalscore Eindcijfer
peerfeedback (punten)
(procenten)

Student 1
Student 2
Student 3
Student 4 etc

You might also like