Titel De massaverhouding waarin magnesium en waterstofchloride

reageren.

Scan de QR code voor een uitlegfilmpje.

Onderzoeks- In welke massaverhouding reageren magnesium en waterstofchloride

vraag met elkaar?

Benodigd- statief met klem en dubbelklem slang met gebogen glasbuisje

heden maatcilinder 100 mL opgelost waterstofchloride (220 mg
bekerglas 400 mL per 10 mL)
wijdmonds erlenmeyer 100 mL spuit 10 mL
met doorboorde stop stukjes magnesiumlint

Tekening
van de
opstelling

We vullen het 400 mL bekerglas met water en vullen van daaruit een maatcilinder van 100
mL. We sluiten de maatcilinder af en zetten hem omgekeerd in het bekerglas. De
maatcilinder moet nu helemaal vol zitten met water of zoveel lucht bevatten dat het volume
lucht af te lezen is. Dan maken we de maatcilinder met behulp van een klem en dubbelklem
vast aan het statief.
We tillen de maatcilinder iets op en schuiven het gebogen glasbuisje aan de slang met het
open einde in de maatcilinder. Het andere eind van de slang zit vast aan de doorboorde
stop.
We doen een stukje magnesiumlint van bekende massa in de erlenmeyer en sluiten de
erlenmeyer met de stop af. Dan brengen we met behulp van een spuit 10 mL van de
waterstofchloride-oplossing via de injectienaald in de erlenmeyer. De spuit moet tijdens de
proef op de erlenmeyer blijven zitten. We zwenken de erlenmeyer totdat er geen gas meer
in de maatcilinder komt. We lezen de hoeveelheid gas in de maatcilinder af.
We herhalen de proef met 2 andere stukjes magnesiumlint en telkens verse
waterstofchloride-oplossing. Noteer de massa’s van het magnesiumlint en de hoeveelheid
waterstof die ontstaat in het schema op het bord.
Voel of de erlenmeyer warmer of kouder wordt.

Opgaven (lever per tweetal de antwoorden in een week na de proef)

1. Leg uit waarom er 20 mL waterstofgas is ontstaan als er 30 mL gas in de

maatcilinder zit na afloop van de proef.
2. Maak een grafiek met daarin de resultaten van iedereen in de klas. Zet het aantal
mg Mg op de horizontale as en het aantal mL H2 op de verticale as.
3. Bereken met behulp van de grafiek de massaverhouding waarin magnesium en
waterstofchloride met elkaar reageren.
4. Leg uit of er een andere stof dan HCl kan bestaan die alleen uit de elementen
waterstof en chloor bestaat.
5. Geef de vergelijking van de reactie tussen magnesium en waterstofchloride. Hierbij
reageert 1 magnesiumdeeltje met 2 waterstofchloridedeetljes en ontstaan er twee
verschillende reactieproducten.
6. Bereken hoeveel gram magnesium met 2,0 g waterstofchloride kan reageren.
7. Leid aan de hand van je waarnemingen af of de reactie tussen magnesium en
waterstofchloride endotherm of exotherm is.