Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 320

Welkom bij LOGO!

Beste klant,
Wij danken u voor de aankoop van LOGO! en feliciteren u met uw
beslissing. Met LOGO! hebt u een logische module gekocht die
voldoet aan de hoge kwaliteitseisen van ISO 9001.
LOGO! is universeel bruikbaar. Door zijn grote functionaliteit en
toch zeer gemakkelijke bediening garandeert LOGO! voor nage-
noeg elke toepassing een groot rendement.
Doel van het handboek
Dit LOGO!-handboek informeert u over de inbouw, het aanmaken
van het schakelprogramma en de toepassing van
LOGO!-0BA4-toestellen en LOGO!-uitbreidingsmodules alsmede
de compatibiliteit tegenover de voorloperversies 0BA0-0BA3
(0BAx zijn de vier laatste tekens van het bestelnummer, die de
ene apparatuurserie van de andere onderscheidt).
Plaatsing in het informatielandschap
Behalve in het handboek bij LOGO! vindt u de bedradingsinforma-
ties ook in de productinfo bij LOGO!, die bij ieder toestel gevoegd
is. Nadere informatie over de programmering van de LOGO! via
de PC vindt u in de online–hulp bij LOGO!Soft Comfort.
LOGO!Soft Comfort is de programmeringssoftware voor PC’s. Ze
loopt onder Windows, Linux, en Mac OS X en helpt u om
LOGO! te leren kennen, schakelprogramma’s onafhankelijk van
LOGO! te schrijven, te testen, uit te printen en te archiveren.
Wegwijzer
Wij hebben dit handboek in 9 hoofdstukken onderverdeeld:
 Kennismaken met LOGO!
 LOGO! monteren en bedraden
 LOGO! programmeren
 De functies van LOGO!
 LOGO! parametreren
 LOGO! Programma–module (Card)
 LOGO!–software
 LOGO!–toepassingen
 Aanhangsels

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 i
Welkom bij LOGO!

Geldigheidsgebied van het handboek


Het handboek is geldig voor de toestellen van de toestelserie
0BA4.
Veranderingen ten opzichte van de voorloperversie van het
handboek
 LOGO! 24o opgenomen.
 Digitale module LOGO! DM 8 24R opgenomen.
 Analoge module LOGO! AM 2 PT100 opgenomen.
 Beschrijving van de veranderingen en nieuwe kenmerken van
de toestelserie 0BA4.
Hoofdveranderingen ten opzichte van de voorloper–toestellen
(0BA0 t/m 0BA3)
 Hogere performance: snellere bewerkingstijd.
 Nieuw programma-module (Card) met meer opslagcapaciteit,
knowhow-bescherming per parameter kiesbaar.
 Display met achtergrondverlichting en 4 x 12 tekens.
Nieuwe kenmerken van de actuele toestellen (0BA4)
 Er staan u 130 blokken voor de instelling van het schakelpro-
gramma ter beschikking.
 U kunt remanentie ook voor tijd–functies kiezen.
 U kunt cursortoetsen van LOGO! als ingangen gebruiken.
 U kunt de speciale functies “Schuifregister”, “Analoge verster-
ker”, “Analoge waardenbewaking” en “Analoge differentie-
drempelwaardeschakelaar” gebruiken.
 U kunt ingangen afzonderlijk negeren.
 Zes basisfuncties zijn op 4 ingangen uitgebreid.
 U kunt u schakelprogramma vanuit de PC on line testen.
 De parameterinstelling kan voor bepaalde functies ook door
analoge waarden en tellers gebeuren.
 Teller: u kunt ook snelle ingangen (I5, I6) gebruiken

LOGO!-Handboek
ii A5E00228752-01
Welkom bij LOGO!

Ondersteuning
Via onze internet–site over het thema LOGO!:
http://www.siemens.com/logo
krijgt u snel en op eenvoudige wijze antwoord op uw vragen.
Onze Technische Support bereikt u onder:
Telefoon: +49 (0)180 5050-222
Fax: +49 (0)180 5050-223
E-Mail: adsupport@siemens.com

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 iii
Welkom bij LOGO!

Veiligheidstechnische aanwijzingen
Dit handboek bevat aanwijzingen die u zowel voor uw eigen vei-
ligheid als ter vermijding van materiële schade in acht moet ne-
men. Deze aanwijzingen worden voorafgegaan door een gevaren-
driehoek en worden naargelang de risicograad als volgt
aangeduid:

Gevaar
! betekent dat zich dodelijke ongevallen, zwaar lichamelijk letsel of ernstige
materiële schade zullen voordoen, indien de nodige voorzorgsmaatrege-
len niet worden getroffen.

Waarschuwing
! betekent dat zich dodelijke ongevallen, zwaar lichamelijk letsel of ernstige
materiële schade kunnen voordoen, indien de nodige voorzorgsmaatre-
gelen niet worden getroffen.

Let op
! betekent dat zich licht lichamelijk letsel of materiële schade kunnen voor-
doen, indien de nodige voorzorgsmaatregelen niet worden getroffen.

Let op
betekent dat zich een materiële schade kan voordoen, indien de nodige
voorzorgsmaatregelen niet worden getroffen.

OPGELET

bevat belangrijke informatie over het product, het gebruik van het product
of van het desbetreffende gedeelte van de documentatie, waaraan bijzon-
dere aandacht moet worden besteed.

LOGO!-Handboek
iv A5E00228752-01
Welkom bij LOGO!

Vakkundig personeel
! Het apparaat mag alleen in bedrijf worden gesteld en worden gebruikt
door vakkundig personeel. Onder vakkundig personeel zoals bedoeld in
de technische veiligheidsaanwijzingen van dit handboek dient te worden
verstaan, alle personen die bevoegd zijn om apparaten, systemen en
stroomkringen overeenkomstig de veiligheidstechnische normen in wer-
king te stellen, te aarden en te kenmerken.

Doelgericht gebruik
Neem het volgende in acht:

Waarschuwing
! Het apparaat mag alleen worden gebruikt voor de in de catalogus en in
de technische beschrijving voorziene toepassingen en uitsluitend in com-
binatie met door Siemens aanbevolen of toegelaten apparaten en compo-
nenten van andere merken.
De probleemloze en veilige werking van het product veronderstelt een
aangepast transport, een correcte opslag, opstelling en montage alsook
een zorgvuldige bediening en onderhoud.

Handelsmerken
LOGO! is een handelsmerk van SIEMENS AG.
De overige benamingen in dit document kunnen handelsmerken zijn,
waarvan het gebruik door derden de rechten van de eigenaars kunnen
benadelen.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 v
Welkom bij LOGO!

Copyright  Siemens AG 1996 bis 2003 All rights reserved


Het doorgeven of verveelvoudigen van deze documentatie, alsook het gebruik of de
bekendmaking van de inhoud ervan zijn niet toegelaten zonder uitdrukkelijke
toestemming. Elke overtreding leidt automatisch tot de betaling van schadevergoeding.
Alle rechten voorbehouden, in het bijzonder bij octrooiverlening of inschrijving als
gebruiksmodel.
Aansprakelijkheidsbeperking
Wij zijn de overeenstemming tussen inhoud van de gedrukte tekst en de beschreven hard-
en software nagegaan. Afwijkingen kunnen echter niet worden uitgesloten, zodat wij de
volledige overeenstemming niet kunnen garanderen. De gegevens in deze gedrukte tekst
worden regelmatig gecontroleerd en de vereiste correcties worden in de volgende uitga-
ven opgenomen. Alle suggesties tot verbetering zijn welkom.

LOGO!-Handboek
vi A5E00228752-01
Inhoudsopgave
1 Kennismaken met LOGO! . . . . . . . . . 1
2 LOGO! monteren en bedraden . . . . 11
2.1 Opbouw van de modulaire LOGO! . . . . . . . . . . . . . . 13
2.1.1 Maximale uitbreiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
2.1.2 Opbouw met verschillende spanningsklassen . . . . . 14
2.2 LOGO! monteren/demonteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
2.2.1 Hoedrailmontage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
2.2.2 Wandmontage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
2.3 LOGO! bedraden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
2.3.1 Stroomvoorziening aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
2.3.2 Ingangen van LOGO! aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . 24
2.3.3 Uitgangen aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
2.4 LOGO! inschakelen/Terugkeer van de stroom . . . 33

3 LOGO! programmeren . . . . . . . . . . . . 37
3.1 Klemmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
3.2 Blokken en bloknummers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
3.3 Van het schakelschema naar LOGO! . . . . . . . . . . . . 45
3.4 De 4 gulden regels voor het werken met LOGO! . 48
3.5 Overzicht van de menu’s van LOGO! . . . . . . . . . . . . 50
3.6 Schakelprogramma invoeren en starten . . . . . . . . . 51
3.6.1 Naar de bedrijfsmodus Programmeren gaan . . . . . . 51
3.6.2 Het eerste schakelprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
3.6.3 Schakelprogramma invoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
3.6.4 Programmanaam toewijzen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
3.6.5 Paswoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
3.6.6 LOGO! in RUN schakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
3.6.7 Het tweede schakelprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
3.6.8 Een blok wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 vii
Inhoudsopgave

3.6.9 Meerdere met elkaar verbonden blokken wissen . . 75


3.6.10 Programmeerfouten corrigeren . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
3.6.11 Schakelprogramma wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
3.6.12 Zomer-/wintertijdomstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
3.6.13 Synchronisatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
3.7 Geheugencapaciteit en grootte
van een schakeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86

4 LOGO! functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
4.1 Constanten en klemmen - Co . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92
4.2 Lijst basisfuncties - BF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96
4.2.1 EN (AND) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98
4.2.2 EN (AND) met flankanalyse . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98
4.2.3 NEN (NAND) (EN niet) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
4.2.4 NEN (NAND) met flankanalyse . . . . . . . . . . . . . . . . . 100
4.2.5 OF (OR) (OF) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101
4.2.6 NOF (NOR) (OF niet) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102
4.2.7 XOF (XOR) (exclusief OF) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102
4.2.8 NIET (NOT) (negatie, inverter) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103
4.3 Basiskennis speciale functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104
4.3.1 Benaming van de ingangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
4.3.2 Tijdsgedrag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106
4.3.3 Bufferen van de klok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107
4.3.4 Remanentie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108
4.3.5 Beveiligingswijze . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108
4.3.6 Gain en offsetberekening bij analoge waarden . . . . 108
4.4 Lijst speciale functies - SF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112
4.4.1 Vertraagde inschakeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116
4.4.2 Vertraagde uitschakeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120
4.4.3 Vertraagde in-/uitschakeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122
4.4.4 Accumulerende vertraagde inschakeling . . . . . . . . . 124
4.4.5 Sleepcontact - impulsuitvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126
4.4.6 Wisrelais met flankoverbrugging . . . . . . . . . . . . . . . . 128
4.4.7 Asynchrone impulsgever . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131
4.4.8 Toevalsgenerator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
4.4.9 Trappenlichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135
4.4.10 Comfortschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138
4.4.11 Weekschakelklok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
4.4.12 Jaarschakelklok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 146
LOGO!-Handboek
viii A5E00228752-01
Inhoudsopgave

4.4.13 Op- en aftellende teller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149


4.4.14 Bedrijfsurenteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153
4.4.15 Drempelwaardeschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158
4.4.16 Drempelwaardeschakelaar analoog . . . . . . . . . . . . . 161
4.4.17 Analoge differentie-drempelwaardeschakelaar . . . . 164
4.4.18 Analoge comparator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 168
4.4.19 Analoge waardebewaking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 173
4.4.20 Analoge versterker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 177
4.4.21 Houdrelais . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 179
4.4.22 Relais met vergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 181
4.4.23 Meldteksten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 184
4.4.24 Softkey . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 191
4.4.25 Schuifregister . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195

5 LOGO! parametreren . . . . . . . . . . . . . 199


5.1 Overgaan naar de modus Parametreren . . . . . . . . . 200
5.1.1 Parameter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 202
5.1.2 Selecteren van de parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . 203
5.1.3 Wijzigen van de parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 204
5.2 Kloktijd en datum instellen (LOGO! ... C) . . . . . . . . 207

6 LOGO! Programmamodule . . . . . . . . 209


6.1 Veiligheidsfunctie (CopyProtect) . . . . . . . . . . . . . . . 211
6.2 Programmamodule (Card) verwijderen
en aanbrengen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
6.3 LOGO! op de module kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . 216
6.4 Kopiëren van de programmamodule naar LOGO! 218

7 LOGO!-Software . . . . . . . . . . . . . . . . . 221
7.1 LOGO! aan een PC koppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 224

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 ix
Inhoudsopgave

8 Toepassingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 227
8.1 Trappenhuis- of gangverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . 229
8.1.1 Eisen die aan een trappenhuisverlichting
worden gesteld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 229
8.1.2 De tot dusver gebruikte oplossing . . . . . . . . . . . . . . . 229
8.1.3 Verlichtingsinstallatie met LOGO! . . . . . . . . . . . . . . . 230
8.1.4 Bijzonderheden en uitbreidingsmogelijkheden . . . . 232
8.2 Automatische deur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
8.2.1 Eisen die aan een automatische deur
worden gesteld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
8.2.2 De tot dusver gebruikte oplossing . . . . . . . . . . . . . . . 234
8.2.3 Deursturing met LOGO! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 235
8.2.4 Bijzonderheden en uitbreidingsmogelijkheden . . . . 237
8.2.5 Uitgebreide oplossing met LOGO! 230RC . . . . . . . . 237
8.3 Ventilatiesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 240
8.3.1 Eisen die aan een ventilatiesysteem worden gesteld 240
8.3.2 Voordelen bij het gebruik van LOGO! . . . . . . . . . . . . 243
8.4 Fabriekspoort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 245
8.4.1 Eisen aan de poortsturing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 245
8.4.2 De tot dusver gebruikte oplossing . . . . . . . . . . . . . . . 246
8.4.3 De uitgebreide LOGO!-oplossing . . . . . . . . . . . . . . . . 248
8.5 Centraal sturen en controleren van
meerdere fabriekspoorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 249
8.5.1 Eisen aan de poortsturing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 250
8.6 Lichtbanen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 253
8.6.1 Eisen die aan de verlichtingsinstallatie
worden gesteld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 253
8.6.2 De tot dusver gebruikte oplossing . . . . . . . . . . . . . . . 254
8.6.3 Lichtbaansturing met LOGO! 230RC . . . . . . . . . . . . 255
8.7 Pomp voor gebruikswater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 257
8.7.1 Eisen die aan de besturing van een pomp
voor gebruikswater worden gesteld . . . . . . . . . . . . . . 258
8.7.2 De tot dusver gebruikte oplossing . . . . . . . . . . . . . . . 258
8.7.3 Pomp voor gebruikswater met LOGO! 230RC . . . . 259
8.7.4 Bijzonderheden en uitbreidingsmogelijkheden . . . . 260
8.8 Verdere toepassingsmogelijkheden . . . . . . . . . . . . 261

LOGO!-Handboek
x A5E00228752-01
Inhoudsopgave

Aanhangsels
A Technische gegevens . . . . . . . . . . . . 265
A.1 Algemene technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . 265
A.2 Technische gegevens: LOGO! 230...
en LOGO! DM8 230R . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 267
A.3 Technische gegevens: LOGO! 24...
en LOGO! DM8 24 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 270
A.4 Technische gegevens: LOGO! 24RC...
en LOGO! DM8 24R . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 274
A.5 Technische gegevens: LOGO! 12/24...
en LOGO! DM8 12/24R . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 277
A.6 Schakelvermogen en levensduur
van de relais-uitgangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 280
A.7 Technische gegevens: LOGO! AM 2 . . . . . . . . . . . . 281
A.8 Technische gegevens: LOGO! AM 2 PT100 . . . . . . 282
A.9 Technische gegevens: LOGO!Power 12 V . . . . . . . 284
A.10 Technische gegevens: LOGO!
Power 24 V . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 286
A.11 Technische gegevens:
LOGO! Contact 24/230 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 288

B Cyclusduur bepalen . . . . . . . . . . . . . . 289


C LOGO! zonder display . . . . . . . . . . . . 291
D LOGO! menustructuur . . . . . . . . . . . . 295
E Bestelnummers . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297
F Afkortingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299
Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 xi
Inhoudsopgave

LOGO!-Handboek
xii A5E00228752-01
1 Kennismaken met LOGO!
Dat is LOGO!
LOGO! is de universele logische module van Siemens.
LOGO! omvat
 de besturing
 de bedienings- en display-eenheid met achtergrondver-
lichting
 Stroomvoorziening
 Interface voor uitbreidingsmodules
 de interface voor programmamodule (Card) en
PC-kabel
 Kant en klare, in de praktijk gebruikelijke basisfuncties
b.v. voor vertraagd inschakelen, stroomstootrelais en
softwareschakelaar
 tijdschakelklok
 digitale en analoge merktekens
 alsook in- en uitgangen naargelang het type van appa-
raat.
Dat kan LOGO!
Met LOGO! lost u de taken op in de huis- en installatietech-
niek (b.v. trappenhuisverlichting, buitenverlichting, zonwe-
ring, rolluiken, etalageverlichting e.v.a.m.), in de schakel-
kastbouw en in de werktuig- en apparatuurbouw (b.v.
poortbesturingen, ventilatiesystemen, bedrijfswaterpom-
pen, e.v.a.m.).
Bovendien kan LOGO! voor speciale besturingen van ser-
res of broeikassen, voor de signaalvoorverwerking voor
besturingen en door de aansluiting van een communicatie-
module (b.v. ASi) voor een decentrale on site-besturing van
machines en processen worden toegepast.
Voor serietoepassingen in de compacte machine- en appa-
ratuurbouw, in de schakelkastbouw en in de installatiesec-
tor komen speciale varianten voor zonder bedienings- en
weergave-eenheid.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 1
Kennismaken met LOGO!

Welke apparatuurtypen bestaan er tegenwoordig?


LOGO! Basic is verkrijgbaar voor twee spanningsklassen:
 Klasse 1  24V d.w.z. 12 V DC, 24 V DC, 24 V AC
Klasse 2 > 24V d.w.z. 115...240 V AC/DC
en dit als:
 Variant met display: 8 ingangen en 4 uitgangen.
 Variant zonder display: (”LOGO! Pure”): 8 ingangen
en 4 uitgangen.
Iedere variant is in 4 TE geïntegreerd, heeft een uitbrei-
dingsinterface en stelt u 33 kant en kalre basis- en spe-
ciale functies voor het aanmaken van programma’s ter be-
schikking.
Welke uitbreidingsmodules zijn er tegenwoordig?
 De LOGO! digitale module is er voor 12 V DC, 24 V AC/
DC en 115...240 V AC/DC met 4 ingangen en 4 uitgan-
gen.
 De LOGO! analoge module is er voor 12 V DC en
24 V DC met 2 analoge ingangen resp. met 2 Pt100-in-
gangen.
 De LOGO! communcatiemodule (CM) zoals bijv. com-
municatiemodule AS-Interface, dat in een eigen docu-
mentatie wordt beschreven.
Digitale en analoge modules zijn in 2 TE geïntegreerd en
hebben elk twee uitbreidingsinterfaces, zodat er aan elke
nog een module kan zijn aangesloten.
Welke apparatuurtypen zijn er niet meer?
 Alle Varianten met 6 ingangen.
 Long - variant met 12 ingangen en 8 uitgangen.
 Bus - variant met 12 ingangen en 8 uitgangen.
Deze apparatuurtypen worden door de modulariteit van de
LOGO! vervangen.
U hebt de keuze
De verschillende Basic-varianten en uitbreidingsmodules
maken u een zeer flexibele en exacte aanpassing aan uw
specifieke taakstelling mogelijk.

LOGO!-Handboek
2 A5E00228752-01
Kennismaken met LOGO!

LOGO! biedt u oplossingen aan van de kleine huisinstalla-


tie via kleinere automatiseringstaken tot aan uitgebreide
taakstellingen met integratie van bussysteem toe (b.v. func-
tiemodule ASi).

Wenk
Iedere LOGO! Basic kan alleen met uitbreidingsmodules
van dezelfde spanningsklasse worden uitgebreid. Door
een mechanische codering (stiften in de behuizing) wordt
verhinderd dat er apparaten met verschillende spannings-
klasse op elkaar kunnen worden aangesloten.
Uitzondering: De linker interface van een analoge module
resp. communicatiemodule heeft een gescheiden poten-
tiaal .
Daardoor kunnen deze uitbreidingsmodules op apparaten
van verschillende spanningsklasse worden aangesloten.
Zie ook hoofdstuk 2.1 ’Opbouw van de modulaire LOGO!’.
Elke LOGO! Basic stelt, onafhankelijk van het aantal aan-
gesloten modules, de volgende aansluitingen voor het
aanmaken van het schakelprogramma ter beschikking:
 Digitale ingangen I1 tot I24
 Analoge ingangen AI1 tot AI8
 Digitale uitgangen Q1 tot Q16
 Analoge uitgangen AQ1 en AQ2
 Digitaal merkteken M1 tot M24, M8: aanloopmerkteken
 Analoge merktekens AM1 tot AM6
 Schuifregisterbits S1 tot S8
 4 cursortoetsen
 16 niet geschakelde uitgangen X1 tot X16.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 3
Kennismaken met LOGO!

Zo is LOGO! opgebouwd

2 10
1
8
LOGO! Basic (b.v.: 230 RC)

L1 N I1 I2 I3 I4 I5 I6 I7 I8

4
4

35

90
5

1 2 1 2 1 2 1 2
Q1 Q2 Q3 Q4

3
72 55

2
9 10
1
8 9 8
LOGO! Uitbreidingsmodule

L1 N I1 I2 I3 I4
4

11
(b.v.: DM8 230R)

7
35

90
RUN/STOP

1 2 1 2
Q1 Q2

1 Q3 2 1 Q42

3
36 53

1 Stroomvoorziening 5 Bedieningsveld 8 Uitbreidingsinterface


(niet bij RCo)
2 Ingangen
6 9 Mechanische codering
LCD-display
3 Uitgangen (niet bij RCo) - stiften
10 Mechanische codering
4 Moduleschacht met 7 Weergave van de toe-
- bussen
afdekking stand RUN/STOP
11 Schuif

LOGO!-Handboek
4 A5E00228752-01
Kennismaken met LOGO!

2 10
LOGO! Basic (z.B.: 12/24 RC) 1
8
L+ M I1 I2 I3 I4 I5 I6 I7 I8

4
4

35

90
5

1 2 1 2 1 2 1 2
Q1 Q2 Q3 Q4

3
72 55

2
9 10
1
8 9 8
LOGO! uitbreidingsmodule

L+ M I1 I2 I3 I4

4
(b.v.: DM8 12/24R)

11

7
35

90
RUN/STOP

1 2 1 2
Q1 Q2

1 Q3 2 1 Q42

3
36 53

1 Stroomvoorziening 5 Bedieningsveld 8 Uitbreidingsinterface


(niet bij RCo)
2 Ingangen
6 LCD-display 9 Mechanische codering
3 Uitgangen (niet bij RCo) - stiften
4 7 10 Mechanische codering
Moduleschacht met Weergave van de toe-
afdekking stand RUN/STOP - bussen
11 Schuif

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 5
Kennismaken met LOGO!

LOGO! AM2
9 10
1
8 9 8
L+ M L+ M

4
11

35

90
RUN/STOP

12
PE
INPUT 2x(0..10V/0..20mA)

I1 M1 U1 I2 M2 U2

2
36 53

1 Stroomvoorziening 9 Mechanische codering 12 PE-klem voor het


- stiften aansluiten van aarde
2 Ingangen en leidingscherm van
10 Mechanische codering
7 Weergave van de toe- de analoge meetlijn.
- bussen
stand RUN/STOP
8 Uitbreidingsinterface 11 Schuif

LOGO! AM 2 PT100
9 10
9 1
8 8
L+ M L+ M
4

11

7
35

90

RUN/STOP

1 12
PE

M1+ IC1 M1- M2+ IC2 M2-

2
36 53

1 Spanningsvoorziening 9 Mechanische codering 12 PE-klem voor het


– stiften aansluiten van aarde
2 Ingangen en leidingscherm van
10 Mechanische codering
7 Weergave van de toe- de analoge meetlijn.
– bussen
stand RUN/STOP
8 Uitbreidingsinterface 11 Schuif

LOGO!-Handboek
6 A5E00228752-01
Kennismaken met LOGO!

Zo herkent u LOGO!
De identificatie van LOGO! geeft informatie over diverse
eigenschappen:
 12: 12 V - versie
 24: 24 V - versie
 230: 115...240 V - versie
 R: Relaisuitgangen (zonder R: Transistoruitgangen)
 C: geïntegreerde Weekschakelklok
 o: Variant zonder display (”LOGO! Pure”)
 DM: Digitale module
 AM: Analoge module
 CM: Communicatiemodule (bijv. AS-interface)
Symbolen
Variant met display beschikt over 8 ingangen en 4 uitgan-
gen
Variant zonder display beschikt over 8 ingangen en 4 uit-
gangen
Digitale module beschikt over 4 digitale ingangen en 4 digi-
tale uitgangen
Analoge module beschikt over 2 analoge ingangen

-+ Communicatiemodule (CM) met 4 virtuele ingangen en 4


virtuele uitgangen (bijv. AS-interface)

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 7
Kennismaken met LOGO!

Varianten
LOGO! bestaat in de volgende varianten:

Sym- Omschrijving Voorzie- Ingan- Uitgangen Kenmerken


bool ning gen
LOGO! 12/24RC 12/24 V 8 Digi- 4 relais
DC taal (1) je 10A
LOGO! 24 24 V DC 8 Digi- 4 transistor keine Uhr
taal (1) 24V / 0,3A
LOGO! 24RC (3) 24 V AC / 8 Digi- 4 relais
24 V DC taal je 10A
LOGO! 230RC (2) 115...240 V 8 Digi- 4 relais
AC/DC taal je 10A
LOGO! 12/24RCo 12/24 V 8 Digital 4 relais geen weer-
DC (1) je 10A gave
geen toetsen-
bord
LOGO! 24o 24 V DC 8 Digi- 4transistor geen weer-
taal (1) 24V / 0,3A gave
geen toetsen-
bord
geen klok

LOGO! 24RCo (3) 24 V AC / 8 Digi- 4 relais geen weer-


24 V DC taal je 10A gave
geen toetsen-
bord
LOGO! 230RCo (2) 115...240 V 8 Digi- 4 relais geen weer-
AC/DC taal je 10A gave
geen toetsen-
bord

(1): Daarvan zijn alternatief te gebruiken: 2 analoge ingangen (0 ... 10V) en 2


snelle ingangen.
(2): 230V-varianten: ingangen in twee groepen van 4. Binnen de groep slechts
één gelijke fase, tussen de groepen verschillende fasen mogelijk.
(3): Digitale ingangen kunnen naar keuze P-schakelend of N-schakelend
worden bediend.

LOGO!-Handboek
8 A5E00228752-01
Kennismaken met LOGO!

Uitbreidingsmodules
Op LOGO! kunnen de volgende uitbreidingsmodules wor-
den aangesloten:
Sym- Omschrijving Voorziening Ingangen Uitgangen
bool
LOGO! DM 8 12/24 V DC 4 Digitaal 4 relais je 5A
12/24R
LOGO! DM 8 24 24 V DC 4 Digitaal 4 transistor
24V / 0,3A
LOGO! DM 8 24R (3) 24 V AC/DC 4 Digitaal 4 relais je 5A
LOGO! DM 8 230R 115...240 V AC/DC 4 Digitaal (1) 4 relais je 5A
LOGO! AM 2 12/24 V DC 2 Analoog geen
0 ... 10V of 0
... 20mA (2)
LOGO! AM 2 PT100 12/24 V DC 2 Pt100 geen
–50 °C tot
+200 °C

(1): Geen verschillende fasen binnen de ingangen toegestaan.


(2): 0 ... 10V, 0 ... 20 mA kunnen naar keuze worden aangesloten.
(3): Digitale ingangen kunnen naar keuze P-schakelend of N-schakelend
worden bediend.

Certificering en vergunning
LOGO! is gecertificeerd volgens cULus en FM.
 cULus Haz. Loc.
Underwriters Laboratories Inc. (UL) volgens
– UL 508 (Industrial Control Equipment)
– CSA C22.2 No. 142 (Process Control Equipment)
– UL 1604 (Hazardous Location)
– CSA–213 (Hazardous Location)
APPROVED for use in
Class I, Division 2, Group A, B,C, D Tx
Class I, Zone 2, Group IIC Tx
 FM-goedkeuring
Factory Mutual Research (FM) volgens
Approval Standard Class Number 3611, 3600, 3810
APPROVED for use in
Class I, Division 2, Group A, B, C, D Tx
Class I, Zone 2, Group IIC Tx
LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 9
Kennismaken met LOGO!

Wenk
De actueel geldige goedkeuringen vindt u op het type-
plaatje van de betreffende module.

Waarschuwing
! Er kan lichamelijk letsel en materiële schade optreden.
Als u in een explosieve omgeving bij lopend bedrijf steek-
verbindingen ontkoppelt, dreigt gevaar voor lichamelijk let-
sel en materiële schade.
Schakel in een explosieve omgeving LOGO! en de bijbe-
horende componenten altijd stroomloos voordat u steek-
verbindingen gaat ontkoppelen.

LOGO! is voorzien van het CE-teken, voldoet aan de nor-


men VDE 0631 en IEC 61131-2 en is ontstoord volgens
EN 55011, grenswaardeklasse B.

Scheepsbouwgoedkeuring is aangevraagd.
 ABS - American Bureau of Shipping
 BV - Bureau Veritas
 DNV - Det Norske Veritas
 GL - Germanischer Lloyd
 LRS - Lloyds Register of Shipping
 Class NK (Nippon Kaiji Kyokai)
LOGO! kan daardoor zowel in de industriële sector als in
en rond het huis worden toegepast.
Aanduiding voor Australië
Onze producten met het nevenstaande teken voldoen aan
de eisen van de norm AS/NZS 2064:1997 (Class A)
Recycling en verwijdering
LOGO! is op grond van de uitrusting zonder schadelijke
stoffen recyclebaar. Voor een milieuvriendelijke recycling
en de verwijdering van uw oud toestel wendt u zich a.u.b.
tot een gecertificeerd verwijderingsbedrijf voor elektronisch
metaalafval.

LOGO!-Handboek
10 A5E00228752-01
2 LOGO! monteren en bedraden
Algemene richtljinen
De volgende richtlijnen dient u bij de montage en bedrading
van uw LOGO! in acht nemen:
 Zorg dat u bij de bedrading van LOGO! alle geldende en
bindende normen toepast. Neem bij de installatie en de
werking van de toestellen de nationale en plaatselijke
voorschriften die hier van toepassing zijn in acht. Infor-
meer u bij de plaatselijke overheid over de normen een
voorschriften die in uw speciaal geval op te volgen zijn.
 Gebruik voor de betreffende stroomsterkte leidingen
met de juiste doorsnede. U kunt LOGO! van leidingen
voorzien met een doorsnede tussen 1,5 mm2 en
2,5 mm2, zie hoofdstuk 2.3.
 Trek de aansluitklemmen niet te vast aan. Maximaal
koppel: 0,5 Nm, zie paragraaf 2.3.
 Houd de leidingen altijd zo kort mogelijk. Moeten de lei-
dingen toch langer zijn, gebruik dan een afgeschermde
leiding. Leidingen dient per paar aan te leggen: een
neutrale of nulgeleider tezamen met een fasegeleider of
een signaallijn.
 Scheidt u:
– Wisselstroombedrading
– Hoogspannings-gelijkstroomstroombedrading met
snelle schakelsequenties
– Laagspannings-signaalbedrading.
 Vergewis er u van dat de leidingen de vereiste snoeront-
lasting hebben.
 Voorzie leidingen die door de bliksem kunnen worden
getroffen van een geschikte overspanningsbeveiliging.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 11
LOGO! monteren en bedraden

 Sluit een externe stroomvoorziening niet parallel tot een


DC-uitgang op een uitgangsbelasting aan. Daardoor
kan aan de uitgang stroom terugvloeien, voor zover u
de opbouw niet hebt voorzien van een diode of van een
soortgelijke blokkering.

Wenk
LOGO! mag alleen worden gemonteerd en bedraad door
een deskundig vakman die op de hoogte is van de alge-
meen geldende technische regels en van de voorschriften
en normen die van toepassing zijn en die deze ook in acht
neemt.

LOGO!-Handboek
12 A5E00228752-01
LOGO! monteren en bedraden

2.1 Opbouw van de modulaire LOGO!

2.1.1 Maximale uitbreiding


Maximale opbouw van een LOGO! met analoge ingangen
(LOGO! 12/24RC/RCo en LOGO! 24/24o)

LOGO! Basic, 4 digitale modulen en 3 analoge modulen


I1......I6, I7, I8 I9...I12 I13...I16 I17...I20 I21...I24
AI1, AI2 AI3, AI4 AI5, AI6 AI7, AI8
LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO!
LOGO! Basic
DM 8 DM 8 DM 8 DM 8 AM 2 AM 2 AM 2
Q13...
Q1...Q4 Q5...Q8 Q9...Q12 Q16

Maximale uitbreiding van een LOGO! zonder analoge ingangen


(LOGO! 24RC/RCo en LOGO! 230RC/RCo)

LOGO! Basic, 4 digitale modulen en 4 analoge modulen


I1 . . . . . . . . . . . I8 I9...I12 I13...I16 I17...I20 I21...I24
AI1, AI2 AI , AI4 AI5, AI6 AI7, AI8
LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO!
LOGO! Basic
DM 8 DM 8 DM 8 DM 8 AM 2 AM 2 AM 2 AM 2
Q13...
Q1...Q4 Q5...Q8 Q9...Q12 Q16

Snelle/Optimale communicatie
Indien u een optimale en snelle communicatie tussen
LOGO! Basic en de verschillende modules willen veilig stel-
len, is de samenstelling “eerst digitale modules, dan ana-
loge modules” aan te bevelen (voorbeelden boven).

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 13
LOGO! monteren en bedraden

2.1.2 Opbouw met verschillende spanningsklassen


Omdat de linker interface van een analoge module (AM2,
12/24 V DC) van de rechter potentiaalgescheiden is, be-
staat de mogelijkheid deze op alle LOGO! Basic-varianten
aan te sluiten.
De uitbreidingsmodules, die rechts van de analoge module
aangesloten zijn, zijn daardoor van de LOGO! Basic poten-
tiaalgescheiden.
Het is dus mogelijk om rechts van een analoge module een
uitbreidingsmodule aan te sluiten die niet dezelfde span-
ningsklasse heeft als LOGO! Basic.
Voorbeeld:

LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO!


LOGO! 230...
DM8 AM2 DM8 24 AM2 DM8 AM2 DM8 24
230R 12/24R

De analoge module heeft een potentiaalscheiding

LOGO!-Handboek
14 A5E00228752-01
LOGO! monteren en bedraden

2.2 LOGO! monteren/demonteren


Afmetingen
LOGO! heeft de afmetigen voor installatieapparaten ove-
reenkomstig de norm DIN 43880.
LOGO! kan op een 35 mm brede Hoedrail conform
DIN EN 50022 worden geklikt of aan de wand worden ge-
monteerd.
Breedte van LOGO!:
 LOGO! Basic is 72 mm breed, dat komt overeen met 4
delingeenheden.
 LOGO! uitbreidingsmodules zijn 36 mm breed, dat komt
overeen met 2 delingeenheden.

Wenk
De montage en demontage tonen wij u aan de hand van
de grafiek van een LOGO! 230RC en van een digitale mo-
dule. De getoonde maatregelen gelden op dezelfde manier
ook voor alle overige LOGO! Basic-varianten en uitbrei-
dingsmodules.

Waarschuwing
! Het “uittrekken” en “insteken” van de uitbreidingsmodules
mag alleen in spanningloze toestand plaatsvinden.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 15
LOGO! monteren en bedraden

2.2.1 Hoedrailmontage
Monteren
Zo monteert u een LOGO! Basic en een digitale module
op een hoedrail:
LOGO! Basic:
1. Plaats LOGO! Basic op het hoedrailen
2. Draai LOGO! Basic op het hoedrail. De montageschuif
aan de achterkant moet vastklikken

1 6

2 4

LOGO! Digitale module:


3. Neem aan de rechterkant van de LOGO! Basic/LOGO!
uitbreidingsmodule de afdekking van de Verbindings-
stekkers weg
4. Plaats de digitale module rechts von LOGO! Basic op
de hoedrail
5. Schuif de digitale module naar links tot aan
LOGO! Basic

LOGO!-Handboek
16 A5E00228752-01
LOGO! monteren en bedraden

6. Met een schroevendraaier drukt u op de geïntegreerde


Schuif en schuif deze naar links. In de eindpositie ver-
grendelt de schuif in LOGO! Basic in.

Voor de montage extra uitbreidingsmodules herhaalt u de


stappen 3 t/m 6.

Wenk
De uitbreidingsinterface van de laatste uitbreidingsmodule
moet gedekt blijven.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 17
LOGO! monteren en bedraden

Demonteren
LOGO! moet als volgt worden gedemonteerd:
....... voor het geval dat er slechts een LOGO! Basic ge-
monteerd is: Deel A
1. Steek een schroevendraaier in het op het beeld ge-
toonde oog aan het onderste uiteinde van de montage-
schuif en beweeg deze omlaag
2. Draai LOGO! Basic van de hoedrail af.

2 4

1 3
A B

LOGO!-Handboek
18 A5E00228752-01
LOGO! monteren en bedraden

....... voor het geval dat er ten minste één uitbreidings-


module op LOGO! Basic aangesloten is:
deel B
1. met een schroevendraaier drukt u de geïntegreerde
Schuif en schuift u deze naar rechts
2. Schuif de uitbreidingsmodule naar rechts en
3. Steek een schroevendraaier in het oog aan de onder-
kant van de montageschuif en beweeg deze omlaag
4. Draai de uitbreidingsmodule van de hoedrail af.
Voor iedere andere uitbreidingsmodule herhaalt u de stap-
pen 1 t/m 4.

Wenk
Voor het geval dat er meerdere uitbreidingsmodules aan-
gesloten zijn, begint u bij de demontage bij voorkeur met
de laatste module aan de rechterkant.
Er dient op te worden gelet dat de schuif van de te monte-
ren/demonteren module en de navolgende module geen
contact heeft.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 19
LOGO! monteren en bedraden

2.2.2 Wandmontage
Voor een wandmontage worden de montageschuiven aan
de achterkant van de toestellen naar buiten geschoven.
Via de beide montageschuiven kunt u dan LOGO! met twee
schroeven  4mm (aandraaimoment 0,8 tot 1,2 Nm) aan de
wand monteren.

Montageschuif

LOGO!-Handboek
20 A5E00228752-01
LOGO! monteren en bedraden

Boorschema voor wandmontage


Voordat u LOGO! aan de wand monteert, dient u deze bo-
ringen volgens het aangegeven schema te realiseren.

53,5 +/– 0,2 35,5 +/– 0,2


98 +/– 0,3

1 2 2 2

n x 35 +/– 0,2
Alle afmetingen in mm
Boring voor schroef 4 mm
aandraaimoment van 0,8 tot 1,2 Nm
1 LOGO! Basic
2 LOGO! uitbreidingsmodule

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 21
LOGO! monteren en bedraden

2.3 LOGO! bedraden


Om LOGO! te bedraden hebt u een schroevendraaier met
een bladbreedte van 3 mm nodig.
Voor de klemmen zijn geen afsluitmoffen vereist. U kunt
leidingen tot de volgende dikte gebruiken:
 1 x 2,5 mm2
 2 x 1,5 mm2 voor elke 2e klemmenkamer
Aansluitdraaimomenten: 0,4...0,5 Nm of 3...4 LBin

Wenk
Na het inbouwen moeten de klemmen worden afgedekt.
Om LOGO! voldoende tegen ontoelaatbare aanraking van
onder spanning staande delen te beschermen, dienen de
nationale normen te worden nageleefd.

2.3.1 Stroomvoorziening aansluiten


LOGO! 230-varianten zijn voor netspanningen met de no-
minale waarde 115 V AC/DC en 240 V AC/DC geschikt.
LOGO! 24-varianten en 12-varianten zijn voor 24 V DC,
24 V AC resp. 12 V DC voedingsspanning geschikt. Let
hiervoor op de aansluitinstructies in de bij uw toestel ge-
voegde productinformatie alsmede de technische gege-
vens in de appendix A resp. van de spanningtoleranties,
netfrequenties en stroomopname.

Wenk
Een onderbreken van de stroomtoevoer kan tot gevolg
hebben dat bijv. bij speciale functies met flankoverbrugging
een bijkomende flank wordt veroorzaakt.
De gegevens van de laatste ononderbroken cyclus worden
in LOGO! opgeslagen.

LOGO!-Handboek
22 A5E00228752-01
LOGO! monteren en bedraden

Aansluiten
LOGO! wordt als volgt op het net aangesloten:
LOGO! ..... met LOGO! ..... met
DC- voeding AC-voeding
L+ L1
M N

L+ M I1 I2 I3 I4 I5 L1 N I1 I2 I3 I4

Beveiliging met smeltveiligheid Bij spanningpieken, varistor (MOV)


indien gewenst (aanbevolen) voor: met min. 20% meer arbeidsspan-
12/24 RC...: 0,8 A ning dan de nominale spanning toe-
24: 2,0A passen.

Wenk
LOGO! is een randgeaard schakelapparaat. Een Veilig-
heidsaarddraadaansluiting is niet noodzakelijk.

Veiligheidsschakeling bij wisselspanning


Bij spanningpieken op de voedingslijn kunt u een metaalo-
xide-varistor (MOV) toepassen. let erop dat de arbeids-
spanning van de varistor ten minste 20% hoger is dan de
nominale spanning (b.v. S10K275)

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 23
LOGO! monteren en bedraden

2.3.2 Ingangen van LOGO! aansluiten


Voorafgaande vereisten
Aan de ingangen moeten sensoren worden aangesloten.
Sensoren kunnen zijn: Knoppen, schakelaars, lichtbar-
rières, enz.
Sensoreigenschappen voor LOGO!

LOGO! 12/24 RC/RCo LOGO! 24/24o


LOGO! DM8 12/24 R LOGO! DM8 24

I1 ... I6 I7, I8 I1 ... I6 I7, I8

Schakelstand 0 < 5 V DC < 5 V DC < 5 V DC < 5 V DC

Ingangsstroom < 1,0 mA < 0,05 mA < 1,0 mA < 0,05 mA

Schakelstand 1 >8 V DC >8 V DC >8 V DC >8 V DC

Ingangsstroom > 1,5 mA > 0,1 mA > 1,5 mA > 0,1 mA

LOGO! 24 LOGO! 24 LOGO! 230 LOGO! 230


RC/RCo (AC) RC/RCo (DC) RC/RCo (AC) RC/RCo (DC)
LOGO! DM8 LOGO! DM8 LOGO! DM8 LOGO! DM8
24 R (AC) 24 R (DC) 230 R (AC) 230 R (DC)

Schakelstand 0 < 5 V AC < 5 V DC < 40 V AC < 30 V DC

Ingangsstroom < 1,0 mA < 1,0 mA < 0,03 mA < 0,03 mA

Schakelstand 1 > 12 V AC > 12 V DC > 79 V AC > 79 V DC

Ingangsstroom > 2,5 mA > 2,5 mA > 0,08 mA > 0,08 mA

LOGO!-Handboek
24 A5E00228752-01
LOGO! monteren en bedraden

Wenk
De digitale ingangen van de LOGO! 230 RC/RCo zijn in
twee groepen verdeeld, die elk over 4 ingangen beschik-
ken. Binnen een groep moet op alle ingangen de zelfde
fase worden gebruikt. Verschillende fasen zijn alleen tus-
sen de groepen mogelijk.
Voorbeeld: I1 t/m I4 aan fase L1, I5 t/m I8 aan fase L2.
Bij een LOGO! DM8 230R mogen binnen de ingangen
geen verschillende fasen worden aangesloten.

Sensoraansluitingen
Aansluiten van gloeilampen, 2-draad-naderingsschake-
laars (Bero) aan LOGO! 230RC/230RCo of LOGO! DM8
230R (AC)
L1
N
Bestelbenaming voor C:
C Siemens
schakelapparaten & syste-
L1 N men
SB1420-3D

X-Condensator 2,5 kV,

Als u 2 draad–naderingsschakelaars wilt inzetten, dan


moet u op de ruststroom van de naderingsschakelaars let-
ten. Bij bepaalde 2 draad–naderingsschakelaars is de rust-
stroom zo hoog dat deze door LOGO! als “1”-signaal wordt
herkend. Vergelijk daarom de ruststroom van de naderings-
schakelaars met de technische gegevens van de ingangen
in de appendix A.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 25
LOGO! monteren en bedraden

Beperkingen
– Schakeltoestandswissel 0 1 / 1 0
Bij de overgang van schakelstand 0 naar 1 moet schakel-
stand 1 en bij de overgang van 1 naar 0 moet schakelstand
0 minstens voor de duur van een programmacyclus contact
hebben, alvorens LOGO! de nieuwe schakelstand herkent.
De cyclusduur van de programma-afwerking hangt af van
de omvang van het schakelprogramma. In de appendix B
vindt u de beschrijving van een klein testprogramma, waar-
door u de actuele cyclustijd kunt bepalen.
Bijzonderheden van LOGO! 12/24 RC/RCo en LOGO! 24/24o
 Snelle ingangen: I5 en I6
Deze varianten hebben ook ingangen voor snelle telpro-
cessen (voor–/achterwaartsteller, drempelwaardeschake-
laar). Voor deze snelle ingangen gelden de bovenge-
noemde beperkingen niet.

Wenk
Zoals bij de voorloper–toestellen (0BA0 tot 0BA3) zijn I5
en I6 de snelle ingangen, d.w.z. dat de transfer van een in
deze varianten geschreven schakelprogramma naar de
nieuwe 0BA4-toestellen geen veranderingen vereist. In
tegenstelling hiermee dienen schakelprogramma’s, die in
een LOGO!...L-variant (snelle ingangen I11/I12) geschre-
ven werden, te worden veranderd.
Uitbreidingsmodules hebben geen snelle ingangen.

 Analoge ingangen: I7 en I8
Bij de varianten LOGO! 12/24RC/RCo en
LOGO! 24/24o kunnen de ingangen I7 en I8 zowel als nor-
male digitale ingangen, alsook als analoge ingangen wor-
den gebruikt. Hierbij wordt afhankelijk van het gebruik in
het LOGO!-schakelprogramma beslist hoe de ingang wordt
gebruikt.

LOGO!-Handboek
26 A5E00228752-01
LOGO! monteren en bedraden

Onder I7 / I8 kunt u de ingang digitaal gebruiken, terwijl u


met de benamingen AI1 en AI2 de ingang analoog kunt
gebruiken.
Zie ook hoofdstuk 4.1.

Wenk
Voor andere analoge ingangen staat u de uitbreidingsmo-
dule LOGO! AM2, voor Pt100-ingangen de uitbreidingsmo-
dule LOGO! AM 2 PT100 ter beschikking.
Gebruik bij analoge signalen altijd gedraaide en ge-
schermde leidingen en voer deze zo kort kogelijk uit.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 27
LOGO! monteren en bedraden

Sensoraansluitingen
Zo moeten de sensoren aan LOGO! worden aangesloten:
LOGO! 12/24 ....
L+ De ingangen van deze toestellen
M zijn potentiaalgebonden en hebben
daarom hetzelfde referentiepoten-
tiaal (massa) nodig als de span-
ningsvoorziening.
L+ M I1 I2 I3 I4 I5 I8
Bij LOGO! 12/24RC/RCo en
LOGO! 24 kunt u analoge signalen
tussen voedingsspanning en
massa opnemen.

LOGO! 230 ....

L3 De ingangen van deze


L2
toestellen zijn in 2 groe-
L1
pen van elk 4 ingangen
N samengevat. Verschil-
lende fasen zijn alleen
tussen, niet binnen de
L1 N I1 I2 I3 I4 I5 I6 blokken mogelijk.

Waarschuwing
! Op grond van bestaande veiligheidsvoorschriften
(VDE 0110, ... en IEC 61131-2, ... alsmede UL en CSA) is
het niet toegestaan om verschillende fasen op een in-
gangsgroep (I1-I4 of I5-I8) van een AC-variante resp. op
de ingangen van een digitale module aan te sluiten.

LOGO!-Handboek
28 A5E00228752-01
LOGO! monteren en bedraden

LOGO! AM2
L+
M PE PE-klem voor aans-
luiting van aarde en
leidingsscherm van
L+ M L+ M
de analoge meetlijn.

1 Aarde
2 Leidingsscherm
3 3 Hoedrail
RUN/STOP

PE

M L+ I1 M1 U1 I2 M2 U2

2
Stroom
Meetstroom
0...20mA
M

Stroommeting Spanningsmeting

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 29
LOGO! monteren en bedraden

LOGO! AM 2 PT100
U kunt een weerstandsthermometer Pt100 naar keuze in 2-
of 3 geleider-aansluittechniek aan de module aansluiten.
Als u de aansluitmodus 2 geleidertechniek kiest, dan
moet u aan de module een kortsluitbrug tussen de klem-
men M1+ en IC1 resp. M2+ en IC2 plaatsen. Bij deze aans-
luitmodus gebeurt geen correctie van de door de ohmse
weerstand van de meetlijn veroorzaakte fout. 1 W gelei-
dingsweerstand komt overeen met +2,5Ă°C meetfout.
De aansluitmodus 3 geleidertechniek onderdrukt de inv-
loed van de leidinglengte (ohmse weerstand) op het mee-
tresultaat.
2 geleidertechniek 3 geleidertechniek
L+ M L+ M L+ M L+ M

RUN/STOP RUN/STOP

PE PE

M1+ IC1 M1- M2+ IC2 M2- M1+ IC1 M1- M2+ IC2 M2-

Pt100 Pt100

Wenk
Als u de LOGO!-uitbreidingsmodule AM 2 PT100 aan een
niet geaarde (potentiaalvrije) stroomvoorziening gebruikt,
kan eventueel de aangegeven temperatuurwaarde sterk
schommelen.
Verbind in dat geval de negatieve uitgang / aarduitgang
van de stroomvoorziening met de leidingscherm van de
meetlijnen van de weerstandthermometer.

LOGO!-Handboek
30 A5E00228752-01
LOGO! monteren en bedraden

2.3.3 Uitgangen aansluiten


LOGO! ...R...
De uitgangen van LOGO! ...R... zijn relais. De contacten
van de rellais zijn van de spanningsvoorziening en van de
ingangen potentiaalgescheiden.
Voorafgaande vereisten voor relaisuitgangen
Aan de uitgangen kunnen verschillende belastingen wor-
den aangesloten zoals bijv. lampen, TL-buizen, motoren,
schakelaars enz. Voor de vereiste eigenschappen van de
aan LOGO! ...R... aangesloten belasting zie appendix A.
Aansluiten
Dan sluit u de last op LOGO! ...R... aan:
DM8...R

1 Q5 2 1 2
Q6

1 2 1 2
Q1 Q2

Beveiliging met een veiligheidsschakelaar van maximaal 16 A, karakteristiek


B16, bijv.: vermogensbeveiligingsschakelaar 5SX2 116-6 (indien gewenst)

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 31
LOGO! monteren en bedraden

LOGO! met transistoruitgangen


Bij LOGO!-varianten met transistoruitgangen ontbreekt in
de typeaanduiding de letter R. Daaraan kunt u ze herken-
nen. De uitgangen zijn tegen kortsluiting en overbelasting
beveiligd. Een gescheiden voeding van de belastingsspan-
ning is niet noodzakelijk, aangezien LOGO! de stroomvoor-
ziening van de belasting overneemt.
Voorafgaande vereisten voor transistoruitgangen
De aan LOGO! aangesloten belasting moet de volgende
eigenschappen hebben:
 De maximale schakelstroom bedraagt per uitgang 0,3
ampère.
Aansluiten
De belasting dient als volgt aan de LOGO! met transisto-
ruitgangen te worden aangesloten:

DM 8 24

Q5 M Q6 M

Q1 M Q2 M

Last: 24 V DC, 0,3 A max.

LOGO!-Handboek
32 A5E00228752-01
LOGO! monteren en bedraden

2.4 LOGO! inschakelen/Terugkeer van de


stroom
LOGO! heeft geen aan-/uitschakelaar. Hoe LOGO! bij het
inschakelen reageert, hangt ervan af
 of er een schakelprogramma in LOGO! is opgeslagen,
 of een programmamodule (Card) is aangebracht,
 of er sprake van een LOGO!-variant zonder display
(LOGO!...o) is,
 in welke toestand LOGO! zich voor de NET-UIT bevond
en
De reactie van LOGO! voor de mogelijke situaties is op de
volgende pagina beschreven:

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 33
LOGO! monteren en bedraden

Voor Net-Uit Na Net-Aan

of No Program
No Program Press ESC
Press ESC
(leeg)
geen pro-
>Program..
gramma opges- Card..
lagen Clock..
(met pro- Start
gramma)

met een door


o 09:00 Mo 09:00 LOGO! opgesla-
003-01-27 of 2002-01-31
I: gen programma
I: 0.. 123456789
0.. 123456789 1..0123456789
1..0123456789
2..01234 Q: (leeg)
2..01234 ......
0.. 12345678 LOGO! im RUN
9
1..0123456 met een door de
B3:
Par = 0300 Mo 09:00 programmamo-
LOGO! 2002-01-31 dule (Card) in
I:
in RUN Cnt = 0028 (met pro- LOGO! geko-
0.. 123456789
gramma) 1..0123456789 pieerd programma
2..01234
......

B1 >Program.. met een door


Card.. LOGO opgesla-
&
of Clock..
Q1
Start gen programma!
opgeslagen pro-
gramma (leeg) met een door de
>Program.. programmamo-
Card..
Clock.. dule (Card) in
Start LOGO! geko-
(met pro- pieerd programma
gramma)

LOGO!-Handboek
34 A5E00228752-01
LOGO! monteren en bedraden

U kunt echter ook de 4 eenvoudige regels voor het aanlo-


pen van LOGO! Basic onthouden:
1. Indien er geen programma in LOGO! of op de ingesto-
ken programmamodule aanwezig ismeldt LOGO! (met
Display): ’No Program Press ESC’.
2. Wanneer de programmamodule een programma bevat,
dan wordt dit automatisch in LOGO! gekopieerd. Een
schakelprogramma, dat zich in LOGO! bevindt, wordt
overschreven.
3. Als er in LOGO! of op de programma-module (Card)
een schakelprogramma aanwezig is, dan gaat LOGO!
naar de bedrijfstoestand, die deze voor de NET-UIT
had. Heeft de variant geen display (LOGO! ...RCo), dan
wordt automatisch overgegaan van STOP naar RUN
(LED wisselt van rood naar groen).
4. Indien u bij ten minste een functie remanentie ingescha-
keld resp. een functie met permanent ingeschakelde
remanentie hebt toegepast, blijvend e actuele waarden
ervan bij een NET-UIT behouden.

Wenk
Wanneer u een programma invoert en er zich tijdens het
invoeren een stroomonderbreking voordoet, is het pro-
gramma in LOGO! na het herstel van de stroomtoevoer
gewist.
Daarom moet u het oorspronkelijke programma op een
programmamodule (Card) of op een computer (LOGO!Soft
Comfort) opslaan alvorens wijzigingen aan te brengen.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 35
LOGO! monteren en bedraden

LOGO! Basic-bedrijfstoestanden
LOGO! Basic/Pure kent 2 bedrijfstoestanden: STOP en
RUN

STOP (push button for RUN


STOP)
 Displayweergave:  Displayweergave: Venster
’No Program’ (niet bij om de in- resp. uitgangen
LOGO!...o) en meldingen (na START
 LOGO! in de modus Pro- in het hoofdmenu)
grammeren schakelen (niet bij LOGO!...o)
(niet bij LOGO!...o)  LOGO! in de modus Para-
 LED is rood metreren schakelen
(alleen LOGO!...o) (niet bij LOGO!...o)
 LED is groen
(alleen LOGO!...o)
Bewerking door LOGO!: Bewerking door LOGO!:
 Ingangen worden niet inge-  LOGO! leest de toestand
lezen van de ingangen in
 Programma wordt niet af-  LOGO! berekent met het
gewerkt programma de toestand
 Relaiscontacten zijn altijd van de uitgangen
open resp. de transistor-  LOGO! schakelt de relais-/
uitgangen zijn uitgescha- transistoruitgangen in of uit
keld

LOGO! uitbreidingsmodules-bedrijfstoestanden
LOGO! uitbreidingsmodules kennen 3 bedriifstoestanden:
LED brandt groen, rood of oranje.

LED brandt
Groen (RUN) Rood (STOP) Oranje
De uitbreidingsmo- De uitbreidingsmo- Initialiseringsfase
dule communiceert dule communiceert van de uitbreidings-
met het linker toe- niet met het linker module
stel toestel

LOGO!-Handboek
36 A5E00228752-01
3 LOGO! programmeren
De eerste stappen met LOGO!
Als programmeren duiden wij het aanmaken van een scha-
kelprogramma aan. Een LOGO!-schakelprogramma is ei-
genlijk niets anders dan een iets anders weergegeven
stroomschakelschema!
Wij hebben de voorstelling ervan aangepast op het display
van LOGO! In dit hoofdstuk laten wij u zien hoe u met
LOGO! uw toepassingen in LOGO!–schakelprogramma’s
kunt omzetten.
Wij verwijzen hier wederom naar LOGO!Soft Comfort, de
programmeringssoftware voor LOGO!, waarmee u schakel-
programma’s eenvoudig en comfortabel kunt aanmaken,
testen en simuleren, wijzigen, opslaan en afdrukken. In dit
handboek wordt enkel het aanmaken van het schakelpro-
gramma aan de LOGO! zelf beschreven, omdat de pro-
grammeringssoftware LOGO!Soft Comfort met een uitvoe-
rige Online-hulp is uitgerust. Zie ook hoofdstuk 7.

Wenk
De LOGO!-varianten zonder display LOGO! 24o,
LOGO! 12/24RCo, LOGO! 24RCo en LOGO! 230RCo,,
vertonen geen bedienings- en weergave-eenheid. Zij zijn
voornamelijke bestemd om in kleine machines en appara-
ten te worden ingebouwd voor serieproductie.
LOGO!...o-Varianten worden niet aan het apparaat gepro-
grammeerd. Het schakelprogramma wordt door
LOGO!Soft Comfort of door programmamodules (Cards)
van andere LOGO!-0BA4-toestellen naar het apparat ge-
kopieerd.
Programmamodules (Cards) kunnen niet met een
LOGO!-variant zonder display worden beschreven.
Zie hoofdstuk 6, 7 en appendix C.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 37
LOGO! programmeren

In het eerste deel van dit hoofdstuk leert u aan de hand van
een klein voorbeeld hoe u met LOGO! moet werken.
 Eerst en vooral worden u de twee basisbegrippen klem
en blok voorgesteld en wordt verklaard wat deze eigen-
lijk betekenen.
 In een tweede stap zullen wij gemeenschappelijk uit een
eenvoudige conventionele schakeling een schakelpro-
gramma ontwikkelen dat u ...
 tenslotte rechtstreeks in LOGO! kunt invoeren.
Nadat u enkele bladzijden van het handboek hebt gelezen
kan uw eerste schakelprogramma in LOGO! dat draait op-
geslagen zijn. Met de geschikte hardware (schakelaars...)
kunt u dan reeds de eerste tests uitvoeren.

LOGO!-Handboek
38 A5E00228752-01
LOGO! programmeren

3.1 Klemmen
LOGO! heeft ingangen en uitgangen
Voorbeeld van een samenstelling van meerdere modules:
Ingangen

L+ M I1 I2 I3 I4 I5 I6 AI1 AI2 L+ M I9 I10 I11I12 L+ M L+ M L+ M I13I14I15 I16

RUN/STOP RUN/STOP RUN/STOP

PE
1 2 1 2 1 2 1 2
Q5 Q6 INPUT 2x (..10V/..20mA) Q9 Q10

1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 A!3 M3U3AI4M4 U4 1 2 1 2
Q1 Q2 Q3 Q4 Q7 Q8 Q11 Q12

Uitgangen Analoge ingangen

De ingangen hebben wij met de letter I en een cijfer aange-


duid. Als u LOGO! van de voorkant bekijkt, ziet u de klem-
men voor de ingangen bovenaan. Alleen bij de analoge
modulen LOGO! AM2 en AM 2 PT100 bevinden de ingan-
gen zich onderaan.
De uitgangen hebben wij met een Q en een cijfer aange-
duid. De klemmen van de uitgangen ziet u op de afbeelding
onderaan.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 39
LOGO! programmeren

Wenk
LOGO! zal de in- en uitgangen van de afzonderlijke modu-
les onafhankelijk van hun type herkennen en zal deze kun-
nen lezen resp. schakelen. De in- en uitgangen worden in
dezelfde volgorde weergegeven als de modules in elkaar
gestoken zijn.
Bij het aanmaken van het schakelprogramma zijn de vol-
gende in-, uitgangen en merktekens beschikbaar: I1 tot
I24, AI1 tot AI8, Q1 tot Q16, AQ1 en AQ2, M1 tot M24 en
AM1 tot AM6. Bovendien kunt u de schuifregisterbits S1 tot
S8, 4 cursortoetsen C , C , C  en C  en 16 niet be-
drade uitgangen X1 tot X16 gebruiken. Meer details vindt u
in hoofdstuk 4.1.
Bij LOGO! 12/24... en LOGO! 24/24o geldt voor I7 en I8
het volgende: wordt Ix in het schakelprogramma gebruikt,
dan is het op de klem geschakelde signaal als digitaal
geïnterpreteerd; als AIx wordt gebruikt, is het signaal als
analoog geïnterpreteerd. De ingang AIx kan alleen de klem
zijn die daadwerkelijk analoog kan werken.

Klemmen van LOGO!


Achter het woord klem verbergen zich alle aansluitingen en
standen die in LOGO! worden gebruikt.
De in- en uitgangen kunnen in de stand ’0’ of de stand ’1’
staan. Toestand ’0’ betekent dat er op de ingang geen
spanning aanwezig is. Toestand ’1’ betekent dat er span-
ning aanwezig is. Maar dat is voor u vast niet nieuw.
De klemmen hi, lo en x hebben wij geïntroduceerd om u
het aanmaken van het schakelprogramma te vergemakke-
lijken: ’hi’ (high) heeft de vast toegewezen toestand ’1’, ’lo’
(low) heeft de vast toegewezen toestand ’0’.
U moet niet alle aansluitingen van een blok gebruiken. Voor
niet gebruikte aansluitingen neemt het schakelprogramma
automatisch de toestand aan, die het functioneren van het
betreffende blok garandeert. Als u wilt, kunt u niet gebruikte
aansluitingen met de klem ’x’ bijzonder kenmerken.
LOGO!-Handboek
40 A5E00228752-01
LOGO! programmeren

LOGO! kent de volgende klemmen:

LOGO! Basic / Pure DM AM


Klemmen

Ingangen LOGO! 230RC/RCo, Twee groepen: I9 ... I24 AI1...AI8


LOGO! 24RC/RCo I1... I4 en
I5 ... I8
Uitgangen Q1...Q4 Q5 ... Q16 geen
lo Signaal met niveau ’0’ (Uit)
hi Signaal met niveau ’1’ (Aan)
x Een bestaande aansluiting wordt niet gebruikt
DM: Digitale module.
AM: Analoge module.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 41
LOGO! programmeren

3.2 Blokken en bloknummers


In dit hoofdstuk laten wij u zien, hoe u met de elementen
van LOGO! uitgebreide schakelingen kunt samenstellen en
hoe de blokken onderling en met de in- en uitgangen wor-
den verbonden.
In hoofdstuk 3.3 stellen wij u voor hoe u een conventionele
schakeling in een LOGO!-schakelprogramma kunt omzet-
ten.
Blokken
Een blok in LOGO! is een functie die ingangsinformatie in
uitgangsinformatie omzet. Vroeger moesten de afzonder-
lijke elementen in de schakelkast of de aansluitkast van
draden worden voorzien.
Bij het aanmaken van het schakelprogramma verbindt u
klemmen met blokken. Daartoe kiest u uit het menu Co
gewoon de gewenste aansluiting. Het menu Co hebben wij
naar het Engelse begrip connector (klem) genoemd.
Logische bewerkingen
De eenvoudigste blokken zijn logische bewerkingen:
 EN (AND)
 OF (OR)
 ...
I1 Hier zijn de ingangen I1 en I2 aan
I2 1 het OF-blok (OR-blok) aangesloten.
x Q De twee laatste ingangen van het
x blok worden niet gebruikt en worden
daarom met een ’x’ aangeduid.
De speciale functies hebben aanzienlijk meer mogelijkhe-
den te bieden:
 Stroomstootrelais
 Voor–/achterwaartsteller
 Vertraagde inschakeling
 Softwareschakelaar
 ....
In hoofdstuk4 vindt u een volledige lijst van de functies in
LOGO!

LOGO!-Handboek
42 A5E00228752-01
LOGO! programmeren

Weergave van een blok op het display van LOGO!


Op de afbeelding ziet u een typische displayweergave van
LOGO!. Er kan dus altijd maar één blok worden afgebeeld.
Daarom hebben wij bloknummers ingevoerd, die u moeten
helpen om het verband tussen de schakelingen te zien.
Weergave van het display van LOGO!
Bloknummer -
wordt door
Hier is nog een
LOGO toege-
blok aangesloten
kend
B1
x 1
Ingang B2
I3 Q1
x

Niet benodigde aansluiting Blok Uitgang

Toekennen van een bloknummer


Telkens wanneer u een blok in een schakelprogramma in-
voegt, kent LOGO! aan dit blok een bloknummer toe. w
Met dat bloknummer maakt LOGO! de verbinding tussen
de blokken duidelijk. De bloknummers dienen dus in eerste
instantie als oriëntering in het schakelprogramma.
Bloknummer
B2
Met deze blokken
x 1 bestaat een ver-
I1
binding
I2 B1
I3
B3 B1
x 1 x 1
I4 B2
I5 B1 B3 Q1 B1 Q1
I6 x
Zich verplaatsen in het schakelpro-
gramma met de toets

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 43
LOGO! programmeren

Op de overzichtsafbeelding ziet u drie displays van LOGO!


weergegeven, die samen het schakelprogramma uitmaken.
LOGO! verbindt, door u goed zichtbaar, de blokken door
middel van bloknummers met elkaar.
Voordelen van de bloknummers
U kunt vrijwel elk blok via zijn bloknummer aan een ingang
van het actuele blok hangen. Op die manier kunt u voorlo-
pige resultaten uit logische verbindingen of andere bewer-
kingen meermaals gebruiken. Dat bespaart invoerwerk en
opslagcapaciteit en maakt uw schakeling bovendien over-
zichtelijker. In dit geval moet u weten welke naam LOGO!
aan de blokken heeft gegeven.

Wenk
Om efficiënt te werken, raden wij u aan een overzichtsplan
van het schakelprogramma op te stellen. Op die manier
vergemakkelijkt u de aanmaak van het schakelprogramma.
Op dat plan kunt u dan de door LOGO! toegekende blo-
knummers invullen.
Indien u voor de programmering van de LOGO! de soft-
ware LOGO!Soft Comfort gebruikt, kunt u direct een func-
tieschema van uw schakelprogramma aanmaken. In
LOGO!Soft Comfort kunt u bovendien voor tot 64 blokken
bloknamen met 8 cijfers toekennen, die in de bedrijfsmodi
Parametreren en Programmeren aan de LOGO! worden
aangeduid (zie hoofdstuk 3.4).

LOGO!-Handboek
44 A5E00228752-01
LOGO! programmeren

3.3 Van het schakelschema naar LOGO!


Weergave van een schakeling in het schakelschema
U kent ongetwijfeld reeds de weergave van een schakeling
in het schakelschema. Hier op de afbeelding ziet u hiervan
een voorbeeld:
Via de schakelaars (S1 OF S2)
EN S3 wordt de verbruiker E1
S1 S2 K1 in- en uitgeschakeld. (OF=OR;
EN=AND)
Het relais K1 wordt aange-
S3 haald als S1 of S2 en boven-
K1 dien S3 gesloten zijn.
E1

Uitvoering van de schakeling met LOGO!


In LOGO! bouwt u een schakeling op door blokken en
klemmen met elkaar te verbinden:

L1
Bedrading van de ingangen
S1 ... S3

Programma in LOGO!

1 &
I1 I3
I2 Q1
x x

N Bedrading van de uitgangen

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 45
LOGO! programmeren

Wenk
Ofschoon u bij de logische verbindingen (basisfuncties, zie
hoofdstuk 4.2) vier ingangen ter beschikking staan, worden
om reden van de overzichtelijkheid in de meeste van de
volgende afbeeldingen enkel drie ingangen weergegeven.
U parametreert en programmeert de vierde ingang zoals
de andere drie ingangen.

Voor de omzetting van een schakeling in LOGO! begint u


aan de uitgang van de schakeling.
De uitgang is de belasting of het relais dat moet schakelen.
De schakeling moet in blokken worden omgezet. Daartoe
doorloopt u de schakeling van de uitgang naar de ingang:
Stap 1: Aan de uitgang Q1 hangt een serieschakeling van
het maakcontact S3 met nog een schakelingsmodule. De
serieschakeling komt overeen met een EN-blok (AND-
blok):

&
I3
Q1
x

Stap 2: S1 en S2 zijn in serie geschakeld. De parallelscha-


keling komt overeen met een OF-blok (OR-blok):

1 &
I1 I3
I2 Q1
x x

Niet gebruikte ingangen


Voor niet gebruikte aansluitingen neemt het schakelpro-
gramma automatisch de toestand aan, die het functioneren
van het betreffende blok garandeert. Als u wilt kunt u niet
gebruikte aansluitingen met de klem ’x’ bijzonder aandui-
den.

LOGO!-Handboek
46 A5E00228752-01
LOGO! programmeren

In ons voorbeeld worden enkel 2 ingangen van het OF-blok


(OR-blok) en 2 ingangen van het EN–blok (AND-blok) ge-
bruikt; de derde (en vierde ) ingang werd met de klem ’x’
als ’niet gebruikt’ aangeduid.
Sluit nu nog de in- en uitgangen aan LOGO! aan.
Bedrading
De schakelaars S1 tot S3 moeten aan de schroefklemmen
van LOGO! worden aangesloten:
 S1 zit aan de klem I1 van LOGO!
 S2 zit aan de klem I2 van LOGO!
 S3 zit aan de klem I3 van LOGO!
De uitgang van het AND-blok stuurt het relais aan de uit-
gang Q1. Aan het uitgang Q1 is verbruiker E1 aangesloten.
Voorbeeld van een bedrading
In het volgende beeld laten wij u bedrading zien aan de
hand van een 230 V AC-variant van LOGO!.
L1
N
S1 S2 S3 Bedrading van de ingangen
L1 N I1 I2 I3 I4

1 2
Q1

Bedrading van een uitgang


L1

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 47
LOGO! programmeren

3.4 De 4 gulden regels voor het werken met


LOGO!
Regel 1
Bedrijfsmodus-wissel.
 U maakt het schakelprogramma in de bedrijfsmodus
Programmeren aan. Na een Net-in en “No Program
Press ESC” op een display komt u in bedrijfsmodus Pro-
grammeren doordat u de toets ESC indrukken.
 De wijziging van de tijds– en parameterwaarden in een
reeds aanwezig schakelprogramma kan in de bedrijfs-
modi Parametreren en Programmeren plaatsvinden.
Tijdens het Parametreren is LOGO! in de RUN-mode,
d.w.z. het schakelprogramma wordt verder afgewerkt
(zie hoofdstuk 5). Voor het Programmeren moet u het
afwerken van het schakelprogramma met het com-
mando “Stop” beëindigen.
 U komt in de RUN-mode terecht doordat u het menu-
item ’Start’ in het hoofdmenu uitvoert.
 In de RUN-mode keert u terug naar de bedrijfsmodus
Parametreren doordat u op de toets ESC drukt.
 Als u zich in de Bedrijfsmodus Parametreren bevindt
en u wilt terug naar de Bedrijfsmodus Programmeren,
dan voert u het commando “Stop” in het menu Para-
metreren uit en u antwoordt “Yes” op “Stop Prg” door-
dat u de cursor op “Yes” zet en en met de toets OK be-
vestigt.
Nadere details over de bedrijfsmodi krijgt u in de
appendix D.

Wenk
Voor vroegere toestelversies tot 0BA2 geldt:
 In de bedrijfsmodus Programmeren komt u terecht
doordat u de drie toetsen ,  en OK gelijktijdig be-
diend.
 In de bedrijfsmodus Parametreren komt u terecht door-
dat u de twee toetsen ESC en OK gelijktijdig bediend.

LOGO!-Handboek
48 A5E00228752-01
LOGO! programmeren

Regel 2
Uitgangen en ingangen
 U moet een schakeling steeds van de uitgang naar de
ingang invoeren.
 U kunt een uitgang met verschillende ingangen verbin-
den, maar een ingang niet met meerdere uitgangen.
 U kunt binnen een programmaverbindingsweg geen uit-
gang verbinden met een voorafgaande ingang. Daartus-
sen moet u voor dergelijke interne terugkoppelingen
(recursie) merktekens of uitgangen schakelen.
Regel 3
Cursor en cursorbeweging
Bij het invoeren van een schakeling geldt het volgende:
 Is de cursor als een onderliggend streepje weergege-
ven, dan kunt u de cursor verplaatsen:
– met de toetsen , , of kunt u de cursor in de
schakeling verplaatsen
– met OK kunt u overgaan naar ”Klem/Blok selecteren”
– met ESC kunt u het invoeren van de schakeling ver-
laten
 Als de cursor als gevuld blokje is weergegeven, dan
moet u een klem/blok selecteren
– met de toetsen of kunt u een klem/een blok se-
lecteren
– met OK wordt de keuze bevestigd
– met ESC gaat u een stap terug
Regel 4
Planning
 Voor het aanmaken van een schakelprogramma dient u
deze eerst volledig op papier te plannen of u program-
meert LOGO! direct met LOGO!Soft Comfort.
 LOGO! kan alleen volledige en correcte schakelpro-
gramma’s opslaan.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 49
LOGO! programmeren

3.5 Overzicht van de menu’s van LOGO!

Bedrijfsmodus Programmeren

Hoofdmenu Programmeermenu
OK
>Program.. >Edit..
Card.. ESC Clear Prg
Clock.. Password
Start OK
Transfermenu
ESC > Card
= LOGO! Card
CopyProtect
OK

ESC Klokmenu
>Set Clock
S/W Time
Sync

Bedrijfsmodus Parametreren

Parametreermenu
>Stop
Set Param
Set Clock
Prg Name

Nadere details over de menu’s krijt u in de appendix D.

LOGO!-Handboek
50 A5E00228752-01
LOGO! programmeren

3.6 Schakelprogramma invoeren en starten


U hebt een schakeling ontworpen en u zou die nu in
LOGO! willen invoeren. Hoe dat functioneert, laten wij u
aan de hand van een kort voorbeeld zien.

3.6.1 Naar de bedrijfsmodus Programmeren gaan


U hebt LOGO! op het net aangesloten en de stroom inge-
schakeld. Op het display krijgt u het volgende te zien:

No Program
Press ESC

Schakel LOGO! over naar de bedrijfsmodus Programmeren


doordat u de toets ESC indrukt. Daarna gaat u naar het
hoofdmenu van LOGO!:

>Program.. Het hoofdmenu van LOGO!


Card..
Clock..
Start
Op de eerste plaats in de eerste regel ziet u het teken ”>”.
Met de toetsen en kunt u ”>” op en neer bewegen. Ver-
plaats ”>” naar ”Program..” en druk op de OK-toets. Vervol-
gens gaat LOGO! over naar het programmeermenu.

>Edit Prg Het programmeermenu van LOGO!


Prg Name
Clear Prg
Password
Ook hier kunt u het teken ”>” met de toetsen en ver-
plaatsen. Zet de ”>” op ”Edit..” (voor bewerken, d.w.z. in-
voeren) en druk op de toets OK.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 51
LOGO! programmeren

>Edit Prg Het bewerkingsmenu van LOGO!


Edit Name
Memory?

Zet de ”>” op ”Edit Prg” (voor schakelprogramma bewer-


ken) en druk op de toets OK. LOGO! toont u nu de eerste
uitgang:

De eerste uitgang van LOGO!

Q1

U bent nu in de programmeermodus. Met de toetsen en


kunt u de andere uitgangen selecteren. Vanaf nu begint u
met het invoeren van uw schakelprogramma.

Wenk
Omdat er in ons geval nog geen schakelprogramma met
paswoord in LOGO! werd opgeslagen, gaat u recht-
streeks naar het bewerken van het schakelprogramma. Als
er reeds een d.m.v. van een paswoord beveiligd schakel-
programma opgeslagen is, zou u na het “Edit Prg“ en be-
vestiging met OK naar uw paswoord worden gevraagd.
Bewerken mag u dan alleen na het invoeren van het juiste
paswoord (zie hoofdstuk 3.6.5.).

LOGO!-Handboek
52 A5E00228752-01
LOGO! programmeren

3.6.2 Het eerste schakelprogramma


Laat ons nu even de volgende parallelschakeling van twee
schakelaars bekijken.
Schakelschema
In het schakelschema ziet de schakeling er als volgt uit:

S1 S2 Schakelaar S1 of schakelaar
K1 S2 schakelen de verbruiker
in. Voor LOGO! is de paral-
lelle schakeling van de scha-
kelaars een ’Of’, omdat
K1 schakelaar S1 of S2 de uit-
E1 gang inschakelen.

Vertaald in het LOGO!-schakelprogramma betekent dat:


het relais K1 (in LOGO! via de uitgang Q1) wordt door een
OR-blok bestuurd.
Schakelprogramma
Aan de ingang van het OF-blok (OR-blok) hangen I1 en I2,
waarbij S1 aan I1 en S2 aan I2 zijn aangesloten.
Het schakelprogramma in LOGO! ziet er dus als volgt uit:

I1
1
I2
Q1
x

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 53
LOGO! programmeren

Bedrading
De bijbehorende bedrading:
L1
S1
N S2

L1 N I1 I2
I1 I3 I4 I5 I6 I7 I8

1 2 1 2 1 2 1 2
Q1 Q2 Q3 Q4
L

De schakelaar S1 werkt op ingang I1 en de schakelaar S2


op de ingang I2. De gebruiker is op relais Q1 aangesloten.

3.6.3 Schakelprogramma invoeren


Laten wij nu het schakelprogramma invoeren (en wel van
de uitgang naar de ingang). Om te beginnen toont LOGO!
de uitgang:

De eerste uitgang van LOGO!

Q1

LOGO!-Handboek
54 A5E00228752-01
LOGO! programmeren

Onder de Q van Q1 ziet u een onderliggend streepje. Wij


noemen dat onderliggend streepje cursor der Cursor
(aanwijzer). De cursor geeft in het schakelprogramma de
positie aan waar u zich op dat ogenblik bevindt. De cursor
kunt u met de toetsen , , en verplaatsen. Druk nu op
de toets . De cursor verplaatst zich naar links.

De cursor geeft aan waar u zich in het


schakelprogramma bevindt.

- Q1

Op deze plaatst voert u nu het eerste blok (het OF-blok) in.


Ga naar de invoermodus door op de OK-toets te drukken.

De cursor is als volledig blok weerge-


geven: U kunt een klem of een blok uit-
kiezen
Co Q1

De cursor heeft nu niet langer de vorm van een onderlig-


gend streepje, maar knippert als gevuld blokje. Tegelijker-
tijd biedt LOGO! u de eerste keuzemogelijkheden aan.
Kies BF (Basisfuncties) doordat u op de toets drukt totdat
BF verschijnt en u drukt op de toets OK. LOGO! laat u nu
het eerste blok uit de lijst met basisfuncties zien:

B01 Het eerste blok uit de lijst met de ba-


& sisfuncties is EN (AND). De cursor als
gevuld blokje geeft aan dat u een blok
Q1 moet selecteren.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 55
LOGO! programmeren

Druk nu op de toets of , tot het OF-blok (OR-blok) op


het display verschijnt:

B01 De cursor staat nog steeds in het blok


1 en heeft de vorm van een gevuld
blokje.
Q1

Druk nu op de OK-toets om uw selectie af te sluiten.


Dat ziet u op het display Zo ziet uw totaal programma eruit
B01 B01
1 bloknum-
1
- mer
Q1 Q1

Hiermee hebt u het eerste blok ingevoerd. Aan elk blok dat
u invoert, wordt een nummer toegekend, het bloknummer.
Nu moet u alleen nog de ingangen van het blok van een
schakeling voorzien. Dat gaat als volgt:
Druk op de OK-toets:
Dat ziet u op het display

B01
Co 1
Q1

Kies de lijst Co uit: Toets OK indrukken


Dat ziet u op het display

B01
x 1
Q1

LOGO!-Handboek
56 A5E00228752-01
LOGO! programmeren

Het eerste element in de lijst Co is het teken voor ”ingang


niet gebruikt”, in ’x’. Selecteer met de toetsen of de
ingang I1.

Wenk
Met de toets  begint u aan het begin van de Co-lijst:
I1, I2 .... tot lo, dan weer ’x’. Met de toets  begint u aan
het einde van de Co-lijst: lo, hi, Q ..... tot I1, dan weer ’x’.

B01
I1 1
Q1

Druk op de OK-toets: I1 is met de ingang van het Of-blok


verbonden. De cursor springt naar de volgende ingang van
het OF-blok (OR-blok).
Dat ziet u op het display Zo ziet uw totaal programma in
LOGO! eruit
B01 B01

I1 1 1
I1
- Q1 Q1

Nu verbindt u de ingang I2 met de ingang van het Of–blok.


Hoe dat gaat weet u al:
1. Naar de invoermodus wisselen: OK-toets
2. Co-lijst selecteren: toetsen of
3. Co-lijst overnemen: OK-toets
4. I2 selecteren: toetsen of
5. I2 overnemen: OK-toets

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 57
LOGO! programmeren

Zo is I2 met de ingang van het OF-blok (OR-blok) verbon-


den:
Dat ziet u op het display Zo ziet uw totaal programma in
LOGO! eruit
B01 B01
1 1
I1 I1
I2 Q1 I2 Q1

De twee laatste ingangen van het Of–blok hebben wij in dit


schakelprogramma niet nodig. U kunt een ingang, die u
niet gebruikt, met een ’x’ aanduiden. Voer nu (2-maal) de
’x’ in:
1. Naar de invoermodus wisselen: OK-toets
2. Co-lijst selecteren: toetsen of
3. Co-lijst overnemen: OK-toets
4. x selecteren: toetsen of
5. x overnemen: OK-toets
Zo zijn alle ingangen van het blok van een schakeling voor-
zien. Voor LOGO! is het programma volledig. LOGO!
springt nu terug naar uitgang Q1.
Dat ziet u op het display
Zo ziet uw totaal programma eruit
B01
1
I1
B01 Q1 I2 Q1
x

LOGO!-Handboek
58 A5E00228752-01
LOGO! programmeren

Wenk
U kunt ingangen van basis– en speciale functies afzonder-
lijk negeren, d.w.z. bevindt zich aan de bepaalde ingang
een “1”, gebruikt het schakelprogramma een “0”; bij een
“0” wordt een “1” gebruikt.
Om een ingang te negeren verplaatst u de cursor op de
gewenste ingang, bijv.:

B1
I1 1
I2
I3 Q1
x
Druk op de toets OK.
Met de toets  of  kunt u nu de negatie van de ingang
plaatsen:
Druk daarna op de toets ESC.
Zo ziet u schakelprogramma uit
B1 B1
I1 1 I1
I2 1
I2
I3 Q1 I3 Q1
x x

Als u uw eerste schakelprogramma nog eens wilt bekijken,


kunt u met de toetsen of de cursor doorheen het scha-
kelprogramma verplaatsen.
Wij verlaten nu echter de schakelprogramma–aanmaak.
Dat gaat als volgt:
1. Terug naar het programmeermenu: ESC-toets

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 59
LOGO! programmeren

Wenk
LOGO! heeft nu uw schakelprogramma tegen stroomuitval
beveiligd opgeslagen. Het schakelprogramma is zo lang in
LOGO! opgeslagen totdat u het d.m.v. een commando
weer wist.

3.6.4 Programmanaam toewijzen


U kunt aan uw schakelprogramma een naam toewijzen.
Deze bestaat uit kleine en hoofdletters, nummers en spe-
ciale karakters en kan maximaal 16 tekens lang zijn.
In het programmeermenu:
1. “>” naar ’Edit..’ bewegen:toetsen of
2. ’Edit’ overnemen: toets OK
3. “>” naar ’Edit Naam’ bewegen: toetsen of
4. ’Edit Naam’ overnemen: toets OK
Met de toetsen en kunt u het alfabet van A(a) t/m Z(z),
cijfers en speciale karakters en dit ook achterstevoren li-
sten. U kunt dan naar believen letters, cijfers of karakters
uitkiezen.
Voor een spatie gewoon met de toets de cursor naar de
volgende positie bewegen. Het is het eerste teken uit de
lijst.
Voorbeelden:
toets 1 maal drukken bewerkstelligt een “A”
toets 4 maal drukken bewerkstelligt een “{” enz.
De volgende tekenset is beschikbaar:

B C F G H I J K L M N O
p Q R S T U V W X Y Z a b c d e
f g h i j k l m n z p q r s t u
v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 !
” # $ % & ’ ( ) * + , - . / : ;
< = > ? @ [ \ ] ^ _ ‘ { | } ~

LOGO!-Handboek
60 A5E00228752-01
LOGO! programmeren

Als we aannemen dat u uw schakelprogramma ABC” wilt


noemen:
5. “A” uitkiezen: toets
6. Naar de volgende letter: toets
7. “B” uitkiezen: toets
8. Naar de volgende letter: toets
9. “C” uitkiezen: toets
10.Bevestig de gehele naam: OK-toets
Nu heet u schakelprograama “ABC” en u bevindt zich weer
in het programmeermenu.
Voor de Wijziging van de programmanaam gaat u net zo
te werk als bij het toewijzen van een programmanaam.

Wenk
De programmanaam kan alleen in de programmeermodus
worden gewijzigd. Men kan de programmanaam in het pro-
grammeer- en in de parametreermodus lezen.

3.6.5 Paswoord
Met een paswoord wordt een schakelprogramma tegen het
bewerken door onbevoegden beschermd.

Paswoord toewijzen
Een paswoord kan tot maximaal 10 tekens lang zijn en be-
staat uitsluitend uit hoofdletters (A tot Z). Op het apparaat
kan men alleen in het menu “Paswoord” een paswoord toe-
wijzen, wijzigen of deactiveren.
In het programmeermenu:
1. ’>’ naar ’Paswoord’ bewegen: toetsen of
2. ’Paswoord’ overnemen: OK-toets

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 61
LOGO! programmeren

Met de toetsen of kunt u het alfabet van A naar Z resp.


van Z naar A listen en willekeurig letters selecteren. Omdat
LOGO! u voor het invoeren van het paswoord alleen de
hoofdletters ter beschikking stelt kunt u de letters “aan het
einde“ van het alfabet sneller bereiken doordat u de toets
gebruikt:
toets een keer drukken bewerkstelligt een “Z”
toets twee keer drukken bewerkstelligt “Y” enz.
Wijzen wij aan ons eerste schakelprogramma het pas-
woord “AA” toe. Het display geeft nu het volgende aan:

Old:
NoPassword
New:

Dezelfde methode ls bij het invoeren van de programma-


naam. Onder “New” (Nieuw) voert u het volgende in:
3. “A” uitkiezen: toets
4. naar de volgende letter: toets
5. “A” uitkiezen: toets
Het display geeft nu aan:

Old:
NoPassword
New:

6. Bevestig het gehele paswoord: OK-toets


Hierdoor is u schakelprogramma d.m.v. het paswoord “AA”
beveiligd en u bevindt zich weer in het programmeermenu.

LOGO!-Handboek
62 A5E00228752-01
LOGO! programmeren

Wenk
Als het invoeren van het nieuwe paswoord wordt onderbro-
ken met ESC, keert LOGO! terug naar het programmeer-
menu zonder het paswoord te hebben opgeslagen.
Het invoeren van het paswoord kan ook met LOGO!Soft
Comfort plaatsvinden. Een met een paswoord beveiligd
schakelprogramma kunt u allen in LOGO!Soft Comfort
uploaden of op het toestel editeren, indien u het juiste pas-
woord invoert.
Als u een schakelprogramma voor een beveiligde pro-
grammamodule (Card) wilt aanmaken en deze later wilt
wijzigen, moet u bij het aanmaken van het schakelpro-
gramma een paswoord toewijzen (zie hoofdstuk 6.1).

Paswoord wijzigen
Om het paswoord te wijzigen, moet u het actuele paswoord
kennen.
In het programmeermenu:
1. ’>’ op ’Paswoord’ zetten: toetsen of
2. ’Paswoord’ overnemen: OK-toets
Onder “Old” (Oud) voert u uw oude paswoord in (in ons
gevalAA’), doordat u de stappen 3 t/m 6 zoals hierboven
herhaalt.
Het display geeft dan aan:

Old:
AA
New:

Nu is het mogelijk om onder “New” een nieuw paswoord in


te voeren, b.v. “ZZ”:
3. “Z” uitkiezen: toets
4. Naar de volgende letter: toets
5. “Z” uitkiezen: toets

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 63
LOGO! programmeren

Het display geeft dan aan:


Old:
AA
New:
ZZ
6. Bevestig het nieuwe paswoord: OK-toets
Uw nieuwe paswoord is nu “ZZ” en u bevindt zich weer in
het programmeermenu.
Paswoord deactiveren
Stel u wilt om een bepaalde reden het paswoord deactive-
ren. U wilt bijvoorbeeld een andere operator het bewerken
van uw schakelprogramma toestaan. Net als bij de wijzi-
ging moet u uw actuele paswoord kennen (in ons voor-
beeld “ZZ”).
In het programmeermenu:
1. ’>’ op ’Paswoord’ zetten: toetsen of
2. ’Paswoord’ overnemen: OK-toets
Onder “Old” voert u uw actuele paswoord in doordat u de
stappen 3 t/m 5 zoals hieboven herhaalt en met OK beve-
stigt.
Het display geeft aan:

Old:
ZZ
New:

LOGO!-Handboek
64 A5E00228752-01
LOGO! programmeren

Deactiveer nu het paswoord doordat u niets invoert:


3. het “lege” paswoord bevestigen: OK-toets
Het paswoord “bestaat niet meer” en u bevindt zich weer in
het programmeermenu.

Wenk
Met deze deactivering wordt de paswoordopvraag uitge-
schakeld en het bewerken zonder paswoord wordt moge-
lijk.
Laat op het moment de paswoordopvraag gedeactiveerd
om in de andere oefeningen/voorbeelden sneller vooruit te
komen.

Paswoord: Foutieve ingave !


Bij het invoeren van een fout paswoord dat door de toets
OK werd bevestigd, komt LOGO! niet in het bewerken te-
recht maar keert weer terug naar het programmeermenu.
Dit wordt zo lang herhaald totdat u het juiste paswoord hebt
ingevoerd.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 65
LOGO! programmeren

3.6.6 LOGO! in RUN schakelen


LOGO! schakelt u in het hoofdmenu in RUN.
1. Terug naar het hoofdmenu: ESC-toets
2. ’>’ op ’Start’ zetten: toetsen of
3. ’Start’ overnemen: OK-toets
LOGO! start het schakelprogramma en geeft het volgende
display weer:

Display van LOGO! in RUN

Datum en momentele kloktijd


Mo 09:00 (alleen voor varianten met klok).
2003-01-27 Deze melding knippert zolang da-
tum en kloktijd niet ingesteld zijn.

Toets

I: Ingangen I1 tot I9
0.. 123456789
1..0123456789 Ingangen I10 tot I19
2..01234
Ingangen I20 tot I24
Toets

Q: Uitgangen Q1 tot Q9
0.. 123456789
1..0123456 Uitgangen Q10 tot Q16

Toets

M: Merktekens M1 tot M9
0.. 123456789
1..0123456789 Merktekens M10 tot M19
2..01234
Merktekens M20 tot M24
Toets

ESC+Key
4 cursortoetsen voor manueel in-
grijpen in het schakelprogramma
(ESC + gewenste toets)

LOGO!-Handboek
66 A5E00228752-01
LOGO! programmeren

Wat betekent: ”LOGO! is in de RUN”?


In RUN werkt LOGO! zich door het schakelprogramma.
Hiervoor leest LOGO! eerst de toestanden van de ingan-
gen, bepaalt met het door u aangegeven schakelpro-
gramma de toestanden van de uitgangen en schakelt de
uitgangen in of uit.
De stand van een ingang of uitgang wordt door LOGO! als
volgt weergegeven:
In-/uitgang staat in stand ’1’:
I: Q:
invers
0.. 123456789 0.. 123456789
1..0123456789 In-/uitgang staat in stand 1..0123456
2..01234 ’0’: niet invers

In dit voorbeeld zijn alleen I1, I15, Q8 en Q12 “high“.

Toestandweergave op het display


L1 Als de schakelaar S1 geslo-
S1 =1 S2
ten is, dan is er spanning
Laten we dat eens aan de ingang I1 en staat
bekijken aan de I1 I2 de ingang I1 in stand ’1’.
hand van ons
LOGO! berekent met het
voorbeeld: I: schakelprogramma de toe-
0.. 123456789 stand voor de uitgangen.
1..0123456789
2..01234
Q:
0.. 123456789 De uitgang Q1 staat hier in
1..0123456
stand ’1’.
Als Q1 in de stand ’1’ staat,
activeert LOGO! het relais
Q1 en de verbruiker aan Q1
Q1 krijgt spanning.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 67
LOGO! programmeren

3.6.7 Het tweede schakelprogramma


U hebt tot dusver de eerste schakeling ( daarbij ook een
programmanaam en een paswoord indien gewenst) met
succes ingevoerd.In deze paragraaf wordt u verteld hoe u
bestaande schakelprogramma’s kunt wijzigen en speciale
functies kunt gebruiken.
Met het tweede schakelprogramma laten wij u zien:
 hoe u een blok in een bestaand schakelprogramma kunt
invoeren.
 hoe u een blok voor een speciale functie moet selecte-
ren.
 hoe u parameters moet invoeren.
Wijzigen van schakelingen
Voor het tweede schakelprogramma wijzigen wij het eerste
schakelprogramma lichtjes.
Bekijken wij eerst even het schakelschema voor het
tweede schakelprogramma:
L1
Het eerste deel van de schakeling
kent u al. De beide schakelaars S1
S1 S2 K1 en S2 schakelen een relais. Dat re-
lais moet de verbruiker E1 inscha-
kelen. Het relais moet de verbruiker
met een vertraging van 12 minuten
K1 E1 uitschakelen.
N

In LOGO! ziet het schakelprogramma hiervoor er als volgt


uit:

1 Dat is het bij-


I1 komende
I2 nieuwe blok
x x Q1
Par
U herkent het OF-blok (OR-blok) en het uitgangsrelais Q1
uit het eerste programma. Nieuw is alleen de vertraagde
uitschakeling.

LOGO!-Handboek
68 A5E00228752-01
LOGO! programmeren

Bewerken van het schakelprogramma


Schakel LOGO! in de modus Programmeren.
Wij herhalen nog even hoe dat gaat:
1. Schakel LOGO! in de bedrijfsmodus Programmeren
(In de RUN:toets ESC, U komt in het parametreermenu
Kies het commando ’Stop’ : Toets OK, ’>’ op ’Yes’ zetten
en dan weer de toets OK). Zie pagina 48
2. Kies in het hoofdmenu ”Programma..”
3. Kies in het programmeermenu “Edit..”, toets OK, en dan
”Edit Prg”, toets OK.
(Voer, indien nodig, het paswoord in en bevestig met
OK.)
Nu kunt u het bestaande schakelprogramma wijzigen.
Invoegen van een extra blok in een schakelprogramma
Plaats de cursor onder de B van B1 (B1 is het bloknummer
van de OR):

Cursor bewegen:
Toets indrukken

B01 Q1

Op deze plaats voegen wij nu het nieuwe blok in. Druk op


de OK-toets:

LOGO! laat u de BN-lijst zien.

BN Q1

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 69
LOGO! programmeren

Kies de lijst SF uit (Toets):

In de SF-lijst vindt u de blokken


voor speciale functies

SF Q1

Druk op de OK-toets.
Het blok van de eerste speciale functie verschijnt:
Bij het selecteren van een blok voor een spe-
ciale of basisfunctie toont LOGO! het blok
Trg van die functie. De cursor staat in het blok en
Q1 heeft de vorm van een gevuld blokje. Met de
Par toetsen  of  kiest u het gewneste blok uit.

Selecteer het gewenste blok (voor de vertraagde uitscha-


keling, zie volgende afbeelding) en druk op OK:
Voor het ’OK’
staat hier Trg B2 Het ingevoegde blok krijgt het bloknummer-
B2. De cursor staat op de bovenste ingang
B1 van het ingevoegde blok.
R Q1
Par
Het tot dus ver aan Q1 aangesloten blok B1 wordt automa-
tisch aan de bovenste ingang van het ingevoegde blok
aangesloten. Het is echter alleen mogelijk een digitale in-
gang met een digitale uitgang resp. een analoge ingang
met een analoge uitgang te verbinden. Anders gaat het
’oude’ blok verloren.
Het blok voor de vertraagde uitschakeling heeft 3 ingan-
gen. De bovenste ingang is de Trigger-ingang (Trg). Via
deze ingang start u de vertraagde uitschakeling. In ons
voorbeeld wordt de vertraagde uitschakeling van het OF-
blok (OR-blok) B01 gestart. Via de Reset-ingang zet u de
tijd en de uitgang terug. Via de parameter T van de para-
meter–ingang Par stelt u de vertragingstijd in voor de uit-
schakeling.

LOGO!-Handboek
70 A5E00228752-01
LOGO! programmeren

In ons voorbeeld gebruiken wij de Reset-ingang van de


vertraagde uitschakeling niet en duiden hem met de klem
’x’ aan.

B2 Het display moet er nu zo uitzien


B1
x Q1
Par
Parametreren van een blok
Geef nu de tijd T in voor de vertraging van de uitschake-
ling:
1. Als de cursor nog niet onder de Par staat, verplaats
hem dan tot onder de Par: toetsen of
2. Naar de invoermodus wisselen: OK-toets
Bij parameters toont LOGO! het parametervenster:
“+” betekent: de parameter
wordt in de bedrijfsmodus
B2 +R Parametreren weergegeven
en kan daar worden gewij-
T: De parameter T =00:00s zigd. .
van het blok B2 is
een tijd. “R” betekent: de remanentie
is voor dit blok ingeschakeld.

Waarde van de Eenheid van de tijd (tijdbasis)


tijd

Zo wijzigt u de tijdwaarde:
 Met de toetsen en kunt u de cursor heen en weer
verplaatsen.
 Met de toetsen en kunt u de waarde op de positie
zelf veranderen.
 Druk op de OK-toets nadat u de tijdwaarde hebt inge-
voerd.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 71
LOGO! programmeren

Instellen van de tijd


Stel de tijd T = 12:00 minuten in:
1. Verplaats cursor naar de eerste positie:
toetsen of
2. Kies het cijfer ’1’: toetsen of
3. Verplaats de cursor naar de tweede positie:
toetsen of
4. Kies het cijfer ’2’: toetsen of
5. Verplaats de cursor naar de eenheid :
toetsen of
6. Kies de eenheid m voor minuten: toetsen of
Weergeven/verbergen vanparameters - Beveiligingswijze
Indien u wenst dat de parameter in de parametermodus
(niet) wordt getoond en (niet) wordt gewijzigd :
1. Verplaats de cursor naar de beveiligingswijze
toetsen of
2. Kies de beveiligingswijze ’-’: toetsen of
Op het display moet nu het volgende verschijnen:

B2 +R B2 –R
T=12:00m of T=12:00m

Beveiligingswijze+: Beveiligingswijze–:
Waarde van de tijd T moet Waarde van de tijd T wordt
in de bedrijfsmodus Para- in de bedrijfsmodus Para-
metreren worden gewijzigd metreren niet aangeduid

3. Sluit de ingave af: OK-toets


Inschakelen/Uitschakelen van remanentie
Indien u wenst, dat bijv. bij een netuitval de actuele gege-
vens (niet) blijven behouden:
1. Verplaats de cursor op de remanentiemodus:
toetsen of
2. Selecteer de remanentiemodus:toetsen of

LOGO!-Handboek
72 A5E00228752-01
LOGO! programmeren

Op het display kunt u nu zien:

B2 –R B2 –/
T=12:00m of T=12:00m

Remanentiemodus R: De Remanentiemodus /: De
actuele gegevens blijven actuele gegevens blijven
behouden niet behouden

3. Sluit de ingave af: OK–toets

Wenk
Beveiligingswijze zie ook hoofdstuk 4.3.5.
Remanentie zie ook hoofdstuk 4.3.4.
De beveiligingswijze en remanentie kunt u alleen in de be-
drijfsmodus Programmeren wijzigen, d.w.z. niet in de be-
drijfsmodus Parametreren.
In dit handboek worden de beveiligingswijze (”+” of “–”) en
de remanentie (”R” of “/”) alleen in de displays weergege-
ven, waarin deze instellingen ook kunnen worden gewij-
zigd.

Controle van het schakelprogramma


Dit programmagedeelte voor Q1 is nu volledig. LOGO! laat
u de uitgang Q1 zien. U kunt dat schakelprogramma nog
eens op het display bekijken. Met de toetsen kunt u zich
doorheen het programma verplaatsen. Met of van blok
tot blok en met en naar de verschillende ingangen aan
een blok.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 73
LOGO! programmeren

De programmeermodus verlaten
Hoe u de programma-aanmaak moet verlaten, weet u re-
eds uit het eerste schakelprogramma. Ter herinnering:
1. Terug naar het programmeermenu: ESC-toets
2. Terug naar het hoofdmenu: ESC-toets
3. ’>’ verplaatsen naar ’Start’: toetsen of
4. ’Start’ overnemen: OK-toets
LOGO! staat nu weer in RUN:

U kunt met de toetsen of


bladeren en de toestand van de in– en uit-
Mo 09:30
gangen observeren.
2003-01-27

3.6.8 Een blok wissen


Stel u wilt uit het ingevoerde schakelprogramma het blok
B02 wissen en B01 direct met Q1 verbinden.
B1
B2
I1
I2
x x Q1
Par

Daartoe moet u als volgt te werk gaan:


1. Schakel LOGO! over naar de bedrijfsmodus Program-
meren
(zie ter herinnering pagina 48).
2. Kies ’Edit’: toetsen of
3. Neem ’Edit Prg’ over: toets OK
4. Kies ’Edit Prg’: toetsen of
5. Neem ’Edit Prg’ over: toets OK
(Voer, indien nodig, het paswoord in en
bevestig het met OK).

LOGO!-Handboek
74 A5E00228752-01
LOGO! programmeren

6. Plaats de cursor aan de ingang van Q1, d.w.z. onder


B2. Gebruik daarvoor de toets :

B02 Q1

7. Druk op de OK-toets
8. Nu plaatst u in plaats van het blok B2 het blok B1 direct
aan de uitgang Q1. Ga als volgt te werk:
– Lijst BN uitkiezen: toetsen of
– Lijst BN overnemen: OK-toets
– ’B1’ uitkiezen: toetsen of
– ’B1’ overnemen: OK-toets
Resultaat: Het blok B2 is gewist, omdat het in de gehele
schakeling niet meer wordt gebruikt. In plaats van het blok
B2 hangt B1 nu direct aan de uitgang.

3.6.9 Meerdere met elkaar verbonden blokken


wissen
Stel u wilt uit het volgende schakelprogramma (komt ove-
reen met het schakelprogramma in het hoofdstuk 3.6.7) het
blok B1 en B2 wissen.

B1
B2
I1
I2
x x Q1
Par

Daartoe moet u als volgt te werk gaan:


1. Schakel LOGO! naar de bedrijfsmodus Programmeren
(Zie ter herinnering pagina 48).
2. Kies ’Edit’: toetsen of

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 75
LOGO! programmeren

3. Neem ’Edit’ over: toets OK


4. Kies ’Edit Prg’: toetsen of
5. Neem ’Edit Prg’: over Toets OK
(Voer, indien nodig, het paswoord in en
bevestig het met OK)
6. Plaats de cursor aan de ingang van Q1, d.w.z. onder
B2. Gebruik daarvoor de toets :

B2 Q1

7. Druk op de OK-toets
8. Nu plaatst u in plaats van het blok B2 de connector x
aan de uitgang Q1. Ga als volgt te werk:
– Co-lijst selecteren: toetsen of
– Co-lijst overnemen: OK-toets
– ’x’ selecteren: toetsen of
– ’x’ overnemen: OK-toets
Resultaat: Het blok B2 is gewist omdat het in de gehele
schakeling niet meer wordt gebruikt. Samen met het blok
B2 zijn alle blokken gewist die met B2 verbonden waren (in
ons voorbeeld ook het blok B1).

3.6.10 Programmeerfouten corrigeren


Programmeerfouten corrigeren is met LOGO! heel eenvou-
dig:
 Zolang de invoer nog niet is afgesloten, kunt u met ESC
een stap terugzetten.
 Als u alle ingangen reeds hebt ingevoerd, dan voert u
de foute ingang gewoon opnieuw in:
1. De cursor verplaatsen naar het punt waar iets ver-
keerds is ingevoerd
2. naar de Invoermodus wisselen: OK-toets
3. De juiste schakeling voor de ingang invoeren.

LOGO!-Handboek
76 A5E00228752-01
LOGO! programmeren

Als u een blok door een ander blok wilt vervangen, kan dat
alleen als het nieuwe blok precies evenveel ingangen heeft
als het oude blok. U kunt echter wel het oude blok wissen
en een nieuw blok invoegen. Het nieuw ingevoegde blok
kunt u vrij kiezen.

3.6.11 Schakelprogramma wissen


U kunt een schakelprogramma als volgt wissen:
1. Schakel LOGO! over naar de bedrijfsmodus Program-
meren

>Program.. LOGO! geeft het hoofdmenu weer

Card..
Clock..
Start
2. In het hoofdmenu beweegt u de ’>’ met de toesten of
naar ”Program..” en druk op de OK-toets.

>Edit.. LOGO! wisselt in het programmeer-


menu
Clear Prg
Password

3. Beweeg de ’>’ naar ’Clear Prg’: toetsen of


4. ’Clear Prg’ overnemen: OK-toets

Clear Prg
>No
Yes

Als u het schakelprogramma niet wilt wissen, laat dan ’>’


op ’No’ staan en druk op de OK-toets.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 77
LOGO! programmeren

Als u er zeker van bent dat u het in LOGO! opgeslagen


schakelprogramma wilt wissen, dan
5. Verplaats de ’>’ naar ’Yes’: toetsen of
6. Druk op OK. Het programma wordt gewist.

Password? Om te voorkomen dat u uw schakel-


programma per vergissing wist, wordt
ZZ uw paswoord afgevraagd (als u een
paswoord hebt ingevoerd).

7. Voer uw paswoord in.


8. Druk op OK. Het schakelprogramma wordt gewist.

Wenk
Als u uw paswoord bent vergeten, moet u 4–maal een ver-
keerd paswoord invoeren, om het schakelprogramma te
wissen.

3.6.12 Zomer-/wintertijdomstelling
De automatische Zommer-/Wintertijdomstelling kunt u in de
bedrijfsmodus Programmeren onder het menu-item “Clock”
activeren resp deactiveren.
1. Schakel LOGO! naar de bedrijfsmodus Programmeren
2. U bevindt zich nu in het hoofdmenu en wilt het menu-
item ’Clock’ selecteren: toetsen of
3. ’Clock’ overnemen: OK-toets
4. ’>’ naar ’S/W Time’ verplaatsen: toetsen of
5. ’S/W Time’ overnemen: OK-toets

LOGO!-Handboek
78 A5E00228752-01
LOGO! programmeren

LOGO! geeft het volgende display weer:

>On
Off
S/W Time
Off
De actuele instelling van de automatische zomer-/wintertij-
domstelling wordt in de onderste regel weergegeven. In
afleveringstoestand is deze instelling altijd uitgeschakeld
(’Off’: gedeactiveerd).
Zomer-/Wintertijdomstelling activeren
U wilt nu deze omstelling activeren en zijn parameters in-
stellen resp. definiëren:
1. ’>’ naar ’On’ verplaatsen: toetsen of
2. ’On’ bevestigen: OK-toets
Het display geeft aan:

>EU

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 79
LOGO! programmeren

3. Gewenste omstelling kiezen: toetsen of


Verklaring van displayindicatie:
 ’EU’ komt overeen met begin en einde van de zomertijd
in
Europa.
 ’UK’ komt overeen met begin en einde van de zomertijd
in groot-Brittannië.
 ’US’ komt overeen met begin en einde van de zomertijd
in de Verenigde Staten.
 ’AUS’ komt overeen met begin en einde van de zomer-
tijd in Australië
 ’AUS–TAS’ komt overeen met begin en einde van de
zomertijd in Australië/Tasmanië
 ’NZ’ komt overeen met begin en einde van de zomertijd
in Nieuw–Zeeland
 . . : hier kan men maand, dag en tijdsverschil willekeurig
instellen.

LOGO!-Handboek
80 A5E00228752-01
LOGO! programmeren

De voorgeprogrammeerde omstellingen voor EU, UK en


US vindt u in de volgende tabel:

Begin van de zomertijfd Einde van de zomertijd Tijdsverschil ∆


EU Laatste zondag in Laatste zondag in okto- 60 min
maart: 02:00-->03:00 ber: 03:00-->02:00
UK Laatste zondag in Laatste zondag in okto- 60 min
maart: 01:00-->02:00 ber: 02:00-->01:00
US Eerste zondag in Laatste zondag in okto- 60 min
april:02:00-->03:00 ber: 02:00-->01:00
AUS Laatste zondag in okto- Laatste zondag in 60 min
ber: 02:00-->03:00 maart: 03:00-->02:00
AUS– Eerste zondag in okto- Laatste zondag in 60 min
TAS ber: 02:00-->03:00 maart: 03:00-->02:00
NZ Eerste zondag in okto- Derde zondag in maart: 60 min
ber: 02:00-->03:00 03:00-->02:00
.. Maand en dag vrij in- Maand en dag vrij in- wordt door u
stellen: 02:00--> 02:00 stellen: 03:00--> 03:00 bepaald (op
+ tijdsverschil + tijdsverschil de minuut pre-
cies)

Wenk
Het tijdsverschil ∆ kan tussen 0 en 180 minuten worden
vastgelegd.

Stel u wilt de Europese Zomer-/Wintertijdomstelling inscha-


kelen:
3. ’>’ naar ’EU’ verplaatsen: toetsen of
4. ’EU’ bevestigen: OK-toets
LOGO! geeft het volgende display weer:

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 81
LOGO! programmeren

>On
Off
S/W Time
On→EU
LOGO! geeft dan aan dat de Europese zomer-/wintertij-
domstelling ingeschakeld is.

LOGO!-Handboek
82 A5E00228752-01
LOGO! programmeren

Eigen parameters instellen


Wanneer alle parameters/omstellingen niet overeenkomen
met die van uw land, dan kunt u deze willekeurig onder met
menu-item ’. .’ definiëren. Ga als volgt te werk:
1. ’On’ nogmaals bevestigen: OK–toets
2. ’>’ op ’. .’ zetten: toetsen of
3. Menu-item ’. .’ overnemen: OK-toets
Het display geeft aan:

Cursor / Volledig blok

MM–DD Maand (MM) en dag (DD)

+ : 0
01–01 Begin van de zomertijd

– : 01–01 Einde van de zomertijd

D =000min gewenst tijdsverschil in min

Stel u wilt de volgende parameters invoeren: Begin van de


zomertijd 31 maart, einde van de zomertijd 1 november en
een tijdsverschil van 120 minuten (twee uur).
Zo kunt u uw data invoeren:
 Met de toetsen en Verplaats de cursor/volledig blok
heen en weer.
 Met de toetsen en Verander de waarde op de cur-
sorpositie.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 83
LOGO! programmeren

Het display geeft aan:

MM–DD
+ : 0
03–31 31 maart

– : 11–01 1 november

D =120min Tijdsverschil van 120 min

 Wanneer u alle waarden hebt ingevoerd, drukt u op de


toets OK.
Hiermee hebt u uw persoonlijkezomer-/wintertijdomstelling
ingevoerd. LOGO! geeft dan aan:

>On
Off
S/W Time
On→..
LOGO! geeft aan dat de zomer-/wintertijdomstelling inge-
schakeld is en dat de parameters vrij ingesteld ( ’..’ ) zijn.

Wenk
Om de zomer-/wintertijdomstelling te te deactiveren, hoeft
u alleen onder dit menu de vermelding Off’ met de toets
OK te bevestigen.

LOGO!-Handboek
84 A5E00228752-01
LOGO! programmeren

3.6.13 Synchronisatie
De synchronisatie tussen LOGO! en de aangesloten uit-
breidingsmodules kunt u in de bedrijfsmodus Programme-
ren in het klokmenu (menupunt “Clock”) activeren resp.
deactiveren.
1. Schakel LOGO! in de bedrijfsmodus Programmeren.
2. U bevindt zich nu in het hoofdmenu en wilt het menu-
punt ’Clock’ kiezen: toetsen of
3. ’Clock’ overnemen: toets OK
4. ’>’ op ’Sync’ zetten: toetsen of
5. ’Sync’ overnemen: toets OK
LOGO! toont het volgende display:

>On
Off
Sync:
Off
De actuele instelling van de automatische synchronisatie
wordt in de onderste regel getoond. In de afleveringstoe-
stand is deze instelling uitgeschakeld (’Off’: gedeactiveerd).
Synchronisatie activeren
U wilt de synchronisatie activeren:
1. ’>’ op ’On’ zetten: toetsen of
2. ’On’ bevestigen: toets OK
LOGO! toont het volgende display:

>On
Off
Sync:
On
Als de synchronisatie ingeschakeld is zendt LOGO! de tijd
eenmaal dagelijks, bij elke overgang in de RUN-modus en
bij elke tijdwijziging (als ’Set Clock’ wordt uitgevoerd of bij
zomer–/wintertijdomstelling) aan de uitbreidingsmodules.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 85
LOGO! programmeren

3.7 Geheugencapaciteit en grootte van een


schakeling
De grootte van een schakelprogramma (schakelpro-
gramma in LOGO!, schakelschema) is door de geheugen-
ruimte (geheugenbezetting van de blokken) beperkt.
Geheugenbereiken
 Programmageheugen:
U kunt in LOGO! maar een beperkt aantal blokken voor
uw schakelprogramma gebruiken.
De tweede beperking wordt bepaald door het maximaal
beschikbare aantal bytes die een schakelprogramma
kan bevatten. Het belegde aantal bytes kan door optel-
len van de bytes van de gebruikte functies worden bere-
kend.
 Remanentie-geheugen (Rem):
Gedeelte waarin LOGO! remanent te houden actuele
waarden opslaat, b.v. de telwaarde van een bedrijfsu-
renteller. Bij blokken waar u naar wens gebruik kunt ma-
ken van de remanentiefunctie wordt dit geheugenbereik
slechts bezet als remanentie is ingesteld.
Beschikbare systeemelementen in LOGO!
In LOGO! kan een schakelprogramma maximaal de vol-
gende systeemelementen beslaan:

Bytes Blokken Rem


2000 130 60

LOGO! controleert het geheugenbeslag en biedt in de func-


tielijsten alleen die functies aan waarvoor werkelijk nog vol-
doende opslagruimte beschikbaar is.

LOGO!-Handboek
86 A5E00228752-01
LOGO! programmeren

Geheugenbeslag
In de tabel ziet u een overzicht van de benodigde opslag-
capaciteit van de basis– en speciale functies:

Functie Program- Rem-


mageheu- geheugen*
gen
Basisfuncties
AND (EN) 12 –
AND met flankanalyse 12 –
NAND (EN niet) 12 –
NAND met flankanalyse 12 –
OR (OF) 12 –
NOR (OF niet) 12 –
XOR (exclusief OF) 8 –
NOT (Negatie) 4 –

Speciale functies
Tijden
Vertraagde inschakeling 8 3
Vertraagde uitschakeling 12 3
Vertraagde in– / uitschakeling 12 3
Vertraagde inschakeling met accumu- 12 3
latie
Sleepcontactrelais (impulsuitvoer) 8 3
Sleepcontact met flankoverbrugging 16 4
Asynchrone impulsgever 12 3
Toevalsgenerator 12 –
Trappenlichtschakelaar 12 3
Comfortschakelaar 16 3
Weekschakelklok 20 –
Jaarschakelklok 8 –
Teller
Voor–/achterwaartsteller 24 5

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 87
LOGO! programmeren

Functie Program- Rem-


mageheu- geheugen*
gen
Bedrijfsurenteller 24 9
Drempelwaardeschakelaar 16 –
Analoog
Analoge drempelwaardeschakelaar 16 –
Analoge differentie-drempelwaarde- 16 –
schakelaar
Analoge comparator 24 –
Analoge waardebewaking 20 –
Analoge versterker 12 –
Andere
Houdrelais 8 1
Stroomstootrelais 12 1
Meldteksten 8 –
Softwareschakelaar 8 2
Schuifregister 12 1
*: Bytes in Rem-geheugen, als remanentie ingeschakeld is.
Geheugenbereiken innemen
Wanneer u bij het invoeren van een schakelprogramma
geen blok meer kunt invoeren, dan is het geheugenbereik
volledig vol. LOGO! biedt u alleen die blokken aan die nog
in LOGO! passen. Als uit een bepaalde lijst geen blok meer
in LOGO! past, dan kunt u die lijst niet meer selecteren.
Als een geheugenbereik volledig in beslag is genomen,
moet u uw schakeling optimaliseren of een tweede LOGO!
toevoegen.
Bepalen van de geheugenbehoefte
Bij het bepalen van de geheugenbehoefte van een schake-
ling moet er steeds rekening worden gehouden met alle
afzonderlijke bereiken van het geheugen.

LOGO!-Handboek
88 A5E00228752-01
LOGO! programmeren

Voorbeeld:

Bytes Rem
20 – Bytes Rem
B3 12 –
B2
No 1 B1
No 2
No 3 x
B4 x Q1
I2
I1
Par
B6
B5
I3
I4
x Par Q2

Het voorbeeld–schakelprogramma omvat:

Blok-nr. Functie Geheugenbereik


Bytes Blokken Rem

B1 OF 12 1 –
B2 EN 12 1 –
B3 Weekschakelklok 20 1 –
B4 Vertraagde inschakeling* 8 1 3
B5 Trappenlichtschakelaar 12 1 0
B6 EN 12 1 –
door het schakelprogramma ingeno- 76 6 3
men geheugen

Geheugengrensen in LOGO! 2000 130 60


in LOGO! nog beschikbaar 1924 124 57
*: Parametreert met remanentie.
Het schakelprogramma past dus in LOGO!.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 89
LOGO! programmeren

Indicatie van de vrije geheugenruimte


LOGO! geeft aan, hoeveel geheugenruimte u nog ter be-
schikking staat.
Daartoe gaat u als volgt te werk:
1. Schakel LOGO! in de bedrijfsmodus Programmeren
(ter herinnering zie pagina 48).
2. Kies ’Edit’: toetsen of
3. Neem ’Edit’ over: toets OK
4. Kies ’Memory?’: toetsen of
5. Neem ’Memory?’ over: toets OK
Het display toont nu:

Free Memory:
Byte =1924
Block= 124
Rem = 57

LOGO!-Handboek
90 A5E00228752-01
4 LOGO! functies
Indeling
LOGO! stelt u in de programmeermodus verschillende ele-
menten ter beschikking. Om te voorkomen dat u hierbij het
overzicht verliest, hebben wij de elementen in ’lijsten’ opge-
deeld. Deze lijsten zijn:
 Co: Lijst met klemmen (Connector)
(zie hoofdstuk 4.1)
 BF: Lijst met basisfuncties AND, OR, ...
(zie hoofdstuk 4.2)
 SF: Lijst met speciale functies
(zie hoofdstuk 4.4)
 BN: Lijst met reeds in de schakeling voltooide en ver-
der te gebruiken blokken
Inhoud van de lijsten
In alle lijsten zijn de elementen vermeld die in LOGO! ter
beschikking staan. Normaal gesproken zijn dat alle klem-
men, alle basisfuncties en alle speciale functies die LOGO!
kent. Daarnaast zijn dat alle blokken die u tot aan de des-
betreffende oproep van de lijstBN reeds in LOGO! hebt
aangelegd.
Als niet meer alles wordt getoond
LOGO! geeft niet meer alle elementen weer, indien:
 geen ander blok meer mag worden ingevoegd
In dat geval is er ofwel geen opslagcapaciteit meer be-
schikbaar of is het maximum aantal blokken bereikt
(56).
 een speciaal blok meer geheugenruimte zou verbruiken,
dan er in LOGO! nog vrij is.
Zie hoofdstuk 3.7.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 91
LOGO! functies

4.1 Constanten en klemmen - Co


Constanten en klemmen (Engels Connectors = Co) duiden
ingangen, uitgangen, merktekens en vaste spanningsni-
veaus aan (constanten).
Ingangen:
1) Digitale ingangen
Digitale ingangen worden met een I gemarkeerd. De num-
mers van de digitale ingangen (I1, I2, ...) komen overeen
met de nummers van de ingangsklemmen aan de LOGO!
Basic en aan de aangesloten digitale modules in de monta-
gevolgorde. Zie het volgende beeld.
2) Analoge ingangen
De LOGO!-varianten LOGO! 24, LOGO! 24o,
LOGO! 12/24RC en LOGO! 12/24RCo hebben de ingan-
gen I7 en I8, die naargelang de programmering ook als AI1
en AI2 gebruikt kunnen worden. Worden de ingangen als I7
en I8 gebruikt, wordt het aanwezige signaal als digitale
waarde geïnterpreteerd. Bij gebruik van AI1 en AI2 worden
de signalen als analoge waarde geïnterpreteerd. Als er een
analoge module wordt aangesloten, dan vindt de numme-
ring van de ingangen plaats overeenkomstig die van de
reeds bestaande analoge ingangen. Bij speciale functies
die aan de ingangszijde alleen zinvol met analoge ingan-
gen kunnen worden verbonden, worden in de program-
meermodus bij slectie van het ingangssignaal alleen de
analoge ingangen AI1 t/m AI8, analoge merktekens
AM1...AM6, het bloknummer van een functie met analoge
uitgang of de analoge uitgangen AQ1 en AQ2 ter keuze
aangeboden.
Uitgangen
1) Digitale uitgangen
Digitale uitgangen worden met een Q aangeduid. De num-
mers van de uitgangen (Q1, Q2, ...Q16) komen overeen
met de nummers van de uitgangsklemmen aan de LOGO!
Basic en aan de aangesloten uitbreidingsmodules in de
montagevolgorde. Zie het volgende beeld.

LOGO!-Handboek
92 A5E00228752-01
LOGO! functies

Verder bestaat de mogelijkheid, 16 niet bedrade uitgangen


te gebruiken. Deze uitgangen worden met een x aangeduid
en kunnen in een schakelprogramma niet meer worden
gebruikt (in tegenstelling tot bijv. de merktekens). In de lijst
verschijnen alle geprogrammeerde niet bedrade uitgangen
alsmede een nog niet geprogrammeerde niet bedrade uit-
gang. Het gebruik van een niet bedrade uitgang is bijv. bij
de speciale functie “Meldteksten” (zie hoofdstuk 4.4.23 )
zinvol, als in samenhang van het schakelprogramma alleen
de meldtekst van belang is.
2) Analoge uitgangen
Analoge uitgangen worden met AQ aangeduid. Er staan u
twee analoge uitgangen, AQ1 en AQ2, ter beschikking. Op
een analoge uitgang kunt u enkel een analoge waarde
schakelen, dus een functie met een analoge uitgang of een
analoog merkteken AM.
Ingangen

L+ M I1 I2 I3 I4 I5 I6 AI1 AI2 L+ M I9 I10 I11I12 L+ M L+ M L+ M I13I14I15 I16

RUN/STOP RUN/STOP RUN/STOP

PE
1 2 1 2 1 2 1 2
Q5 Q6 INPUT 2x (..10V/..20mA) Q9 Q10

1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 A!3 M3U3AI4M4 U4 1 2 1 2
Q1 Q2 Q3 Q4 Q7 Q8 Q11 Q12

Uitgangen Analoge ingangen

Merktekens
Merktekens worden met een M resp. AM aangeduid. Merk-
tekens zijn virtuele uitgangen die aan hun uitgang dezelfde
waarde hebben als aan hun ingang. Er staan u in LOGO!
24 digitale merktekens M1 ... M24 en 6 analoge merkte-
kens AM1 ... AM6 ter beschikking.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 93
LOGO! functies

Aanloopmerkteken
Merkteken M8 is in de eerste cyclus van het applicatiepro-
gramma gezet en kan dientengevolge in uw schakelpro-
gramma als aanloopmerkteken worden gebruikt. Nadat de
eerste cyclus van de programma-afwerking is doorlopen
wordt het automatisch teruggezet.
In alle verdere cycli kan merkteken M8 voor wat het zetten,
wissen en evalueren betreft worden gebruikt zoals de an-
dere merktekens.

Wenk
Aan de uitgang van het merkteken is altijd het signaal van
de vorige programmacyclus te vinden. Binnen een pro-
grammacyclus wordt de waarde niet veranderd.

Schuifregisterbits
U kunt de schuifregisterbits S1 tot S8 gebruiken. De schuif-
registerbits S1 tot S8 kunnen in een schakelprogramma
alleen worden gelezen. De inhoud van de schuifregisterbits
kan alleen met de speciale functie “Schuifregister” worden
gewijzigd (zie hoofdstuk 4.4.25).
Toetsingangen
U kunt 4 cursortoetsen C , C , C  en C  gebruiken
(”C” voor “Cursor”). De cursortoetsen worden in een scha-
kelprogramma zoals de andere ingangen geprogram-
meerd. De cursortoetsen kunt u in een daarvoor voorzien
display in RUN (zie hoofdstuk 3.6.6) en in een geactiveerde
meldtekst activeren. (ESC + gewenste toets). Het gebruik
van cursortoetsen maakt het mogelijk schakelaars en in-
gangen te besparen en manueel in het schakelprogramma
in te grijpen.

LOGO!-Handboek
94 A5E00228752-01
LOGO! functies

Niveaus
Spanningsniveaus worden met hi en lo aangeduid. Als aan
een blok constant de toestand “1” = hi of de toestand “0” =
lo gegeven moet zijn, wordt de ingang voorzien van de
schakeling met het vaste niveau of de constante waarde hi
of lo.
Open klemmen
Wordt een aansluiting van een blok niet gebruikt, kunt u
deze aansluiting met een x aanduiden.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 95
LOGO! functies

4.2 Lijst basisfuncties - BF


Basisfuncties zijn eenvoudige basisverbindingselementen
van de Boole-algebra.
U kunt ingangen van basisfuncties afzonderlijk negeren,
d.w.z. bevindt zich aan de bepaalde ingang een “1”, dan
gebruikt het schakelprogramma een “0”; bij een “0” wordt
een “1” gebruikt. Zie voorbeeld voor de programmering in
hoofdstuk 3.6.3.
Bij het invoeren van een schakeling vindt u de blokken voor
basisfuncties in de BF-lijst. LOGO! heeft de volgende ba-
sisfuncties:

Weergave in het Weergave in Benaming van de


schakelschema LOGO! basisfunctie
AND
Serieschakeling (EN)
maakcontacten (zie pagina 98)

AND met
flankanalyse
(zie pagina 98)

NAND
(EN niet)
(zie pagina 99)

Parallelschakeling
verbreekcontacten
NAND met
flankanalyse
(zie pagina 100)

LOGO!-Handboek
96 A5E00228752-01
LOGO! functies

Weergave in het Weergave in Benaming van de


schakelschema LOGO! basisfunctie
OR
(OF)
(zie pagina 101)

Parallelschakeling
maakcontact
NOR
Serieschakeling (OF niet)
verbreekcontact (zie pagina 102)

XOF (XOR)
(exclusief OF)
Dubbel omscha- (zie pagina 102)
kelcontact

NIET (NOT)
Verbreek- (Negatie, inverter)
contact (zie pagina 103)

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 97
LOGO! functies

4.2.1 EN (AND)
Serieschakeling van meerdere Symbool in LOGO!:
maakcontacten in het schakel-
schema:

De uitgang van EN (AND) staat alleen dan in stand 1, als


alle ingangen in stand 1 staan, of met andere woorden,
gesloten zijn.
Als er een ingang van dit blok niet wordt gebruikt (x) geldt
voor de ingang: x = 1.
Logische tabel voor EN (AND)
1 2 3 4 Q
0 0 0 0 0
0 0 0 1 0
0 0 1 0 0
0 0 1 1 0
0 1 0 0 0
0 1 0 1 0
0 1 1 0 0
0 1 1 1 0
1 0 0 0 0
1 0 0 1 0
1 0 1 0 0
1 0 1 1 0
1 1 0 0 0
1 1 0 1 0
1 1 1 0 0
1 1 1 1 1

4.2.2 EN (AND) met flankanalyse

Symbool in
LOGO!:

LOGO!-Handboek
98 A5E00228752-01
LOGO! functies

De uitgang van EN (AND) met flankanalyse gaat pas in de


stand 1 staan, als alle ingangen de stand 1 hebben en in
de vorige cyclus minstens één ingang de stand 0 had.
Als er een ingang van dit blok niet wordt gebruikt (x) geldt
voor de ingang: x = 1.
Timingdiagram voor EN (AND) met flankanalyse

1
2
3
4
Q
Cyclus 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

4.2.3 NEN (NAND) (EN niet)


Parallelschakeling van meerdere ver-
breekcontacten in het schakelschema: Symbool in LOGO!:

De uitgang van NEN (NAND) staat alleen dan in stand 0,


alsalle ingangen in stand 1 staan, of met andere woorden,
gesloten zijn.
Als er een ingang van dit blok niet wordt gebruikt (x) geldt
voor de ingang: x = 1.
Logische tabel voor NEN (NAND)
1 2 3 4 Q
0 0 0 0 1
0 0 0 1 1
0 0 1 0 1
0 0 1 1 1
0 1 0 0 1
0 1 0 1 1

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 99
LOGO! functies

1 2 3 4 Q
0 1 1 0 1
0 1 1 1 1
1 0 0 0 1
1 0 0 1 1
1 0 1 0 1
1 0 1 1 1
1 1 0 0 1
1 1 0 1 1
1 1 1 0 1
1 1 1 1 0

4.2.4 NEN (NAND) met flankanalyse

Symbool in LOGO!:

De uitgang van NEN (NAND) met flankanalyse gaat pas in


de stand 1 staan, als minstens één ingang de stand 0
heeft en in de vorige cyclus alle ingangen de stand 1 had-
den.
Als er een ingang van dit blok niet wordt gebruikt (x) geldt
voor de ingang: x = 1.
Timingdiagram voor EN (NAND) met flankanalyse

1
2
3
4
Q
Cyclus 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

LOGO!-Handboek
100 A5E00228752-01
LOGO! functies

4.2.5 OF (OR) (OF)


Parallelschakeling van meerdere
maakcontacten in het schakel-
schema: Symbool in LOGO!:

De uitgang van OF (OR) staat alleen dan in stand 1, als-


minstens één ingang in stand 1 staat, of met andere woor-
den, gesloten is.
Als er een ingang van dit blok niet wordt gebruikt (x) geldt
voor de ingang: x = 0.
Logische tabel voor OF (OR)
1 2 3 4 Q
0 0 0 0 0
0 0 0 1 1
0 0 1 0 1
0 0 1 1 1
0 1 0 0 1
0 1 0 1 1
0 1 1 0 1
0 1 1 1 1
1 0 0 0 1
1 0 0 1 1
1 0 1 0 1
1 0 1 1 1
1 1 0 0 1
1 1 0 1 1
1 1 1 0 1
1 1 1 1 1

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 101
LOGO! functies

4.2.6 NOF (NOR) (OF niet)


Serieschakeling van meerdere Symbool in LOGO!:
verbreekcontacten in het scha-
kelschema:

De uitgang van NOF (NOR) gaat pas in de stand 1 staan,


als alle ingangen in de stand 0 staan, dus uitgeschakeld
zijn. Zodra ergens ook maar één ingang wordt ingescha-
keld (stand 1), wordt de uitgang van NOF (NOR) op 0 ge-
zet.
Als er een ingang van dit blok niet wordt gebruikt (x) geldt
voor de ingang: x = 0.
Logische tabel voor NOF (NOR)
1 2 3 4 Q
0 0 0 0 1
0 0 0 1 0
0 0 1 0 0
0 0 1 1 0
0 1 0 0 0
0 1 0 1 0
0 1 1 0 0
0 1 1 1 0
1 0 0 0 0
1 0 0 1 0
1 0 1 0 0
1 0 1 1 0
1 1 0 0 0
1 1 0 1 0
1 1 1 0 0
1 1 1 1 0

4.2.7 XOF (XOR) (exclusief OF)


XOF (XOR) in het schakelschema Symbool in LOGO!:
als serieschakeling van 2 omscha-
kelcontacten:

LOGO!-Handboek
102 A5E00228752-01
LOGO! functies

De uitgang van XOF (XOR) gaat in de stand 1 staan, als de


ingangen in verschillende standen staan.
Als er een ingang van dit blok niet wordt gebruikt (x) geldt
voor de ingang: x = 0.
Logische tabel voor XOF (XOR)

1 2 Q
0 0 0
0 1 1
1 0 1
1 1 0

4.2.8 NIET (NOT) (negatie, inverter)


Eén verbreekcontact in het Symbool in LOGO!:
schakelschema:

De uitgang staat in de stand 1, als de ingang in de stand 0


staat. Het blok NIET (NOT) keert de toestand aan de in-
gang om.
Het voordeel van het NOT is bijvoorbeeld: Voor LOGO!
hebt u geen verbreek-contacten meer nodig. U gebruikt
een maakcontact en transformeert het met NIET in een
verbreekcontact.
Logische tabel voor NIET (NOT):
1 Q
0 1
1 0

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 103
LOGO! functies

4.3 Basiskennis speciale functies


Speciale functies onderscheiden zich op het eerste zicht
van de basisfuncties door de andersoortige benaming van
hun ingangen. De speciale functies omvatten tijdfuncties,
remanentie en de meest verschillende parametreermoge-
lijkheden om het schakelprogramma aan te passen aan
wat u er persoonlijk mee wilt gaan doen.
In dit hoofdstuk willen wij u een kort overzicht geven van de
ingangsbenamingen en enkele speciale achtergronden toe-
lichten met betrekking tot de speciale functies. De beschrij-
ving van de afzonderlijke speciale functies vindt u in hoofd-
stuk 4.4.

LOGO!-Handboek
104 A5E00228752-01
LOGO! functies

4.3.1 Benaming van de ingangen


Verbindingsingangen
Hier vindt u de beschrijving van de aansluitingen die met
andere blokken of met de ingangen van de LOGO!-toestel-
len kunnen worden verbonden.
 S (set):
Via de ingang S kunt u de uitgang op “1” zetten.
 R (reset):
De terugzetingang R heeft voorrang voor andere ingan-
gen en schakelt uitgangen op “0”.
 Trg (trigger):
Via deze ingang start u de uitvoering van een functie.
 Cnt (count):
Via deze ingang worden telimpulsen opgenomen.
 Fre (frequency):
Te analyseren frequentiesignalen worden aan de ingang
met deze omschrijving gelegd.
 Dir (direction):
Via deze ingang legt u de richting vast waarin bijvoor-
beeld een teller dient te tellen.
 En (enable):
Deze ingang activeert de functie van een blok. Staat de
ingang op “0”, worden andere signalen door het blok
genegeerd.
 Inv (invert):
Het uitgangssignaal van het blok wordt geïnverteerd,
indien deze ingang wordt aangestuurd.
 Ral (reset all):
Alle interne waarden worden teruggezet.
Klem X aan de ingangen van de speciale functies
Indien u uitgangen van speciale functies met de klem x
schakelt, worden deze met de waarde 0 bezet. D.w.z. dat
aan de ingangen een low-signaal ligt.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 105
LOGO! functies

Parameteringangen
Aan sommige ingangen brengt u geen signalen aan, maar
u parametreert het blok met bepaalde waarden. Voorbeel-
den:
 Par (parameter):
Deze ingang wordt niet geschakeld. Hier stelt u parame-
ters (tijden, in–/uitschakeldrempels etc.) in voor het blok.
 T (time):
Deze ingang wordt niet geschakeld. Hier stelt u tijden in
voor een bouwsteen.
 No (nokken):
Deze ingang wordt niet geschakeld. Hier stelt u het tij-
draster in.
 P (priority):
Deze ingang wordt niet geschakeld. Hier legt u prioritei-
ten vast en u beslist of de melding in RUN moet worden
bevestigd.

4.3.2 Tijdsgedrag
Parameter T
Bij enkele speciale functies kan een tijdwaarde T worden
geparametreerd. Voor het instellen van de tijd dient u erop
te letten dat de in te voeren waarden zich richten naar de
tijdsbasis:

Tijdbasis __ : __
s (seconds) seconden : 1/ seconde
100
m (minutes) minuten : seconden
h (hours) uren : minuten

Instelling van de tijd T voor 250 minu-


B1 + ten:
T =04:10h Eenheid uren h:
04:00 uren 240 minuten
00:10 uren +10 minuten
= 250 minuten

LOGO!-Handboek
106 A5E00228752-01
LOGO! functies

Wenk
Voer altijd een tijd T  0,02 s in. Voor T 0,02 s is de tijd
T niet gedefinieerd.

Nauwkeurigheid van T
Alle elektronische onderdelen vertonen minieme verschil-
len. Daardoor kunnen er afwijkingen van de ingestelde tijd
T optreden. Bij LOGO! bedraagt de afwijking maximaal
 0,02 %.
Is 0,02 % van de tijd T kleiner dan 0,02 seconden, dan be-
draagt de afwijking maximaal 0,02 seconden.
Voorbeeld:
Bij 1 uur (3600 seconden) bedraagt de afwijking maximaal
 0,02 %, d.w.z.  0,72 seconde.
Bij 1 minuut (60 seconden) bedraagt de afwijking maximaal
 0,02 seconde.
Nauwkeurigheid van de schakelklok (week–, jaarschakelklok)
Om een onnauwkeurige werking van de klok bij de C-va-
rianten ten gevolge van deze afwijking te voorkomen, wordt
de schakelklok regelmatig vergeleken met een uiterst
nauwkeurige tijdbasis en bijgeregeld. Er ontstaat een loo-
pafwijking loopafwijking van maximaal 5 seconden per
dag.

4.3.3 Bufferen van de klok


Bij LOGO! loopt de interne klok ook verder als de netspan-
ning uitvalt, met andere woorden de klok beschikt over een
loopreserve. De duur van de loopreserve wordt door de
omgevingstemperatuur beïnvloed. Bij 25°C omgevingstem-
peratuur bedraagt de loopreserve standaard 80 uren.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 107
LOGO! functies

4.3.4 Remanentie
Bij de speciale functies is het mogelijk om de schakeltoe-
standen en de getalwaarden remanent te houden. Dat be-
tekent dat bijv. bij een netuitval de actuele gegevens be-
houden blijven, zodat na het herhaalde Net–Aan de functie
op die plaats wordt voortgezet waar ze werd onderbroken.
Een tijd bijv. wordt niet nieuw opgetrokken, maar er loopt
de resttijd af. De voorwaarde is, dat bij de betreffende func-
ties de remanentie ingeschakeld is. Er zijn twee mogelijke
instellingen:
R: De actuele gegevens blijven behouden.
/: De actuele gegevens blijven niet behouden (voorinstel-
ling). Zie voorbeeld pagina 72.
Een uitzondering vormt de bedrijfsurenteller, die principieel
remanent is.

4.3.5 Beveiligingswijze
Met de instelling voor de bescherming van de parameters
kunt u bepalen of de parameters in de modus Parametre-
ren in LOGO! weergegeven en gewijzigd kunnen worden.
Twee instellingen zijn mogelijk:
+: De parameterinstellingen worden ook in de parametreer-
modus weergegeven en kunnen gewijzigd worden (voorin-
stelling).
-: De parameterinstellingen worden niet in de parametreer-
modus weergegeven en kunnen alleen in de programmeer-
modus gewijzigd worden. Zie voorbeeld pagina 72.

4.3.6 Gain en offsetberekening bij analoge waarden


Aan een analoge ingang is een sensor aangesloten, die de
te meten grootte in een elektrisch signaal omvormt. Dit si-
gnaal ligt in een voor de sensor typisch waardebereik.
De LOGO! vormt de zich aan de ingang bevindende elektri-
sche signalen steeds in digitale waarden van 0 tot
1000 om.

LOGO!-Handboek
108 A5E00228752-01
LOGO! functies

Met de parameters Versterking (Gain) (versterking) en Off-


set kan de interne voorstelling van een analoge waarde
aan de werkelijke meetwaarde worden aangepast.
Een klemspanning (aan de ingang AI) van 0 tot 10 V wordt
intern op waarden van 0 tot 1000 afgebeeld. Een klem-
spanning die groter is dan 10 V, wordt als interne waarde
1000 weergegeven.
Omdat u echter niet altijd het door LOGO! voorgegeven
waardebereik van 0 tot 1000 kunt verwerken, bestaat de
mogelijkheid de digitale waarden met een versterkingsfac-
tor (Gain) te vermenigvuldigen en daarna het nulpunt van
het waardebereik te verschuiven (Offset). Zo kunt u nu een
analoge waarde op het display van de LOGO! uitvoeren,
die met de daadwerkelijk gemeten waarde overeenkomt.

Karakteristieke grootte Minimum Maximum


Klemmenspanning (in V) 0 ≥ 10
Interne waarde 0 1000
Gain 00,00 10,00
Offset –10000 +10000

Rekenvoorschrift
Actuele waarde Ax =
(interne waarde aan de ingang Ax  Gain) + Offset
Bepaling van Gain en Offset
De bepaling van Gain en Offset gebeurt door gebruik van
de twee hoogste en laagste waarden van de functie.
Voorbeeld 1:
Er staan thermogevers met de volgende technische gege-
vens ter beschikking : –30 tot +70C, 0 tot 10V DC (dus 0
tot 1000 in LOGO!).
Actuele waarde = (interne waarde  Gain) + Offset, dus
–30 = (0  A) + B, d.w.z, Offset B = –30
+70 = (1000  A) –30, d.w.z. Gain A = 0,1

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 109
LOGO! functies

Voorbeeld 2:
Een drukopnemer vormt een druk van 1000 mbar in een
spanning van 0 V en een druk van 5000 mbar in een span-
ning van 10 V om.
Actuele waarde = (interne waarde  Gain) + Offset, dus
1000 = (0  A) + B, d.w.z. Offset B = 1000
5000 = (1000  A) +1000, d.w.z. Gain A = 4
Voorbeelden van analoge waarden

Meet- Span- Interne Gain Offset aangege-


waarde ning (V) waarde ven
waarde
(Ax)
–30 C 0 0 0,1 –30 –30
0 C 3 300 0,1 –30 0
+70 C 10 1000 0,1 –30 70
1000 mbar 0 0 4 1000 1000
3700 mbar 6,75 675 4 1000 3700
5000 mbar 10 1000 4 1000 5000
0 0 0,01 0 0
5 500 0,01 0 5
10 1000 0,01 0 10
0 0 1 0 0
5 500 1 0 500
10 1000 1 0 1000
0 0 10 0 0
5 500 10 0 5000
10 1000 10 0 10000
0 0 0,01 5 5
5 500 0,01 5 10
10 1000 0,01 5 15
0 0 1 500 500
5 500 1 500 1000
10 1000 1 500 1500
0 0 1 –200 –200
5 500 1 –200 300
10 1000 1 –200 800

LOGO!-Handboek
110 A5E00228752-01
LOGO! functies

Meet- Span- Interne Gain Offset aangege-


waarde ning (V) waarde ven
waarde
(Ax)
0 0 10 –10000 –10000
10 1000 10 –10000 0
0,02 2 0,01 0 0
0,02 2 0,1 0 0
0,02 2 1 0 2
0,02 2 10 0 20

Een toepassingsvoorbeeld vindt u in de beschrijving van de


speciale functies “Analoge comparator” op pagina 168.
Over de analoge ingangen, zie ook hoofdstuk 4.1.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 111
LOGO! functies

4.4 Lijst speciale functies - SF


Bij het invoeren van een schakelprogramma in LOGO!
vindt u de blokken voor de speciale functies in de SF-lijst.
U kunt ingangen van speciale functies afzonderlijk nege-
ren, d.w.z. bevindt zich aan de bepaalde ingang een “1”,
dan gebruikt het schakelprogramma een “0”; bij een “0”
wordt een “1” gebruikt. Zie voorbeeld voor de programme-
ring in hoofdstuk 3.6.3. In de tabel is aangegeven, of de
betreffende functie parametreerbare remanentie bezit
(Rem). Er zijn de volgende speciale functies:

Weergave Benaming van de Rem


in LOGO! speciale functies
Tijden
Vertraagde inschakeling Rem

(zie pagina 114)

Vertraagde uitschakeling Rem

(zie pagina 120)

Vertraagde in–/uitschake- Rem


ling

(zie pagina 122)

Vertraagde inschakeling Rem


met accumulatie
(zie pagina 124)

Sleepcontactrelais (impul- Rem


suitvoer)
(zie pagina 126)

LOGO!-Handboek
112 A5E00228752-01
LOGO! functies

Weergave Benaming van de Rem


in LOGO! speciale functies
Sleepcontact met flanko- Rem
verbrugging

(zie pagina 128)

Asynchrone impulsgever Rem

(zie pagina 131)

Toevalsgenerator

(zie pagina 133)

Trappenlichtschakelaar Rem

(zie pagina 135)

Comfortschakelaar Rem

(zie pagina 138)

Weekschakelklok

(zie pagina 141)

Jaarschakelklok

(zie pagina 146)

Teller
Voor–/achterwaartsteller Rem

(zie pagina 149)

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 113
LOGO! functies

Weergave Benaming van de Rem


in LOGO! speciale functies
Bedrijfsurenteller Rem

(zie pagina 153)

Drempelwaardeschakelaar
Fre
(zie pagina 158)

Analoog
Analoge drempelwaarde-
schakelaar
(zie pagina 161)

Analoge differentie-drem-
pelwaardeschakelaar
(zie pagina 164)

Analoge comparator

(zie pagina 166)

Analoge waardebewaking

(zie pagina 171)

Analoge versterker

(zie pagina 177)

LOGO!-Handboek
114 A5E00228752-01
LOGO! functies

Weergave Benaming van de Rem


in LOGO! speciale functies
Andere
Houdrelais Rem

(zie pagina 179)

Stroomstootrelais Rem

(zie pagina 181)

Meldteksten

P (zie pagina 184)

Softwareschakelaar Rem
En
Q
Par (zie pagina 191)

Schuifregister Rem

(zie pagina 195)

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 115
LOGO! functies

4.4.1 Vertraagde inschakeling


Korte beschrijving
Bij de vertraagde inschakeling wordt de uitgang pas na een
parametreerbare tijd doorgeschakeld.

Symbool bij Schakeling Beschrijving


LOGO!
Ingang Trg Via de ingang Trg (Trigger)
start u de tijd voor de ver-
traagde inschakeling.

Parameter T T is de tijd waarna de uit-


gang wordt ingeschakeld
(het uitgangssignaal wisselt
van 0 naar 1).
Remanentie:
/ = geen remanentie
R = de toestand wordt re-
manent opgeslagen.
Uitgang Q Q wordt na verstrijken van
de geparametreerde tijd T
ingeschakeld, als Trg dan
nog is ingesteld.

Parameter T
Neem de aangegeven waarden voor de parameter T in
hoofdstuk 4.3.2 in acht.
De aangegeven tijd voor de parameter T kan ook een ac-
tuele waarde van een reeds geprogrammeerde andere
functie zijn. U kunt de actuele waarden van de volgende
functies gebruiken:
 Analoge comparator (actuele waarde Ax – Ay, zie
hoofdstuk 4.4.18)
 Analoge drempelwaardeschakelaar (actuele waarde Ax,
zie hoofdstuk 4.4.16)
 Analoge versterker (actuele waarde Ax, zie hoofdstuk
4.4.20) en
 Teller (actuele waarde Cnt, zie hoofdstuk 4.4.13).

LOGO!-Handboek
116 A5E00228752-01
LOGO! functies

De gewenste functie selecteert u via het bloknummer. De


tijdbasis is instelbaar. Neem de volgende opstelling in acht:
Geldigheidsgebieden van de tijdbasis, als T = parameter

Tijdbasis max. waarde kleinste re- Nauwkeurig-


solutie heid
s (seconds) 99:99 10 ms + 10 ms
m (minutes) 99:59 1s +1s
h (hours) 99:59 1m +1m

Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren (voorbeeld):

B12 +R
T =04:10h

Geldigheidsgebieden van de bijdbasis, als T = actuele waarde


van een reeds geprogrammeerde functie

Tijdbasis max. waarde Nauwkeurig-


Betekenis
heid
ms 99990 Aantal ms + 10 ms
s 5999 Aantal s +1s
m 5999 Aantal m +1m

Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren (voorbeeld):

B12 +R
T B006s

Levert het blok (in het voorbeeld B6) een waarde buiten het
geldigheidsgebied, wordt naar de volgende waarde naar
boven of naar beneden afgerond.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 117
LOGO! functies

Parameterinstelling voor parameter = actuele waarde van een


reeds geprogrammeerde functie
Zo bindt u de actuele waarde van een reeds geprogram-
meerde functie in:
1. Verplaats de cursor met de toets op het gelijkteken
van de parameter T.

B12 +R 2x
B12 +R
T =04:10h toets  T =04:10h
drukken

2. Wijzig met de toets het gelijkteken in een pijl. Er wordt


een eventueel het laatst gereferenceerd blok met zijn
tijdbasis getoond.

B12 +R
T B006s

3. Verplaats de cursor met de toets op de “B” van het


getoonde blok en selecteer met de toets het gewenste
bloknummer.
4. Verplaats de cursor met de toets op de tijdbasis van
het getoonde blok en selecteer met de toets de ge-
wenste tijdbasis.

B12 +R
T B006m

LOGO!-Handboek
118 A5E00228752-01
LOGO! functies

Weergave in de bedrijfsmodus Parametreren (voorbeel-


den):

B12 B12
T =04:10
=04:10h of T B006m
actuele
Ta =02:00h tijd
Ta =02:00h
Timingdiagram

Trg Het vetgedrukte ge-


deelte van het timing-
Q diagram vindt u terug
in het symbool voor
T T de vertraagde inscha-
Ta loopt keling.

Functiebeschrijving
Als de ingang Trg van de stand 0 naar 1 wisselt, dan begint
de tijd Ta te lopen (Ta is de actuele tijd in LOGO!).
Als de ingang Trg minstens voor de duur van de geparame-
treerde tijd T in de stand 1 blijft, dan wordt de uitgang na
verstrijken van de tijd T op 1 gezet (de uitgang wordt ten
overstaan van de ingang vertraagd ingeschakeld).
Wisselt de toestand aan ingang Trg voor verstrijken van de
tijd T weer naar 0, dan wordt de tijd teruggezet.
De uitgang wordt weer op 0 gezet, als de ingang Trg op de
stand 0 staat.
Is remanentie niet ingeschakeld, worden na een netuitval
de uitgang Q en de reeds afgelopen tijd weer teruggezet.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 119
LOGO! functies

4.4.2 Vertraagde uitschakeling


Korte beschrijving
Bij de vertraagde uitschakeling wordt de uitgang pas na
een parametreerbare tijd teruggezet.

Symbool bij Schakeling Beschrijving


LOGO!
Ingang Trg Met de vallende flank (wis-
selen van 1 naar 0) aan in-
gang Trg (Trigger) start u de
tijd voor de vertraagde uit-
schakeling
Ingang R Via de ingang R (Reset) zet
u de tijd terug voor de ver-
traagde uitschakeling en zet
u de uitgang op 0
Parameter T is de tijdspanne waarna
de uitgang wordt uitgescha-
keld (het uitgangssignaal
wisselt van 1 naar 0).
Remanentie:
/ = geen remanentie
R = de toestand wordr re-
manent opgeslagen.
Uitgang Q Q schakelt met Trg in en
blijft ingeschakeld tot na
afloop van T.

Parameter T
Neem de aangegeven waarden voor de parameter T in het
hoofdstuk 4.3.2 in acht.
De aangegeven tijd voor de parameter T kan ook een ac-
tuele waarde van een reeds geprogrammeerde andere
functie zijn. U kunt de volgende functies gebruiken:
 Analoge comparator (actuele waarde Ax – Ay, zie
hoofdstuk 4.4.18)
 Analoge drempelwaardeschakelaar (actuele waarde Ax,
zie hoofdstuk 4.4.16)

LOGO!-Handboek
120 A5E00228752-01
LOGO! functies

 Analoge versterker (actuele waarde Ax, zie hoofdstuk


4.4.20) en
 Voor–/achterwaartsteller (actuele waarde Cnt, zie hoofd-
stuk 4.4.13).
De gewenste functie selecteert u via het bloknummer. De
tijdbasis is instelbaar. Zie verklaringen over de geldigheids-
gebieden en de parameterinstelling in hoofdstuk 4.4.1.
Timingdiagram

Trg Het vetgedrukte ge-


deelte van het ti-
R
mingdiagram vindt u
Q terug in het symbool
voor de vertraagde
Ta loopt T T uitschakeling.

Functiebeschrijving
Als de ingang Trg op de stand 1 gaat staan, dan schakelt
de uitgang Q meteen in stand 1.
Wisselt de ingang Trg van de stand 1 naar 0, dan start in
LOGO! de actuele tijd Ta opnieuw, de uitgang blijft gezet.
Als Ta de via T ingestelde waarde bereikt (Ta=T), dan wordt
de uitgang Q op de stand 0 teruggezet (vertraagd uitscha-
kelen).
Als de ingang Trg opnieuw wordt in- en weer uitgescha-
keld, wordt de tijd Ta opnieuw gestart.
Via de ingang R (Reset) zet u de tijd Ta en de uitgang te-
rug, voordat de tijd Ta verstreken is.
Is remanentie niet ingeschakeld, worden na een netuitval
de uitgang Q en de reeds afgelopen tijd weer teruggezet.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 121
LOGO! functies

4.4.3 Vertraagde in-/uitschakeling


Korte beschrijving
Bij de in-, uitschakelvertraging wordt de uitgang na een pa-
rametreerbare tijd doorgeschakeld en na een parametreer-
bare tijd teruggezet.

Symbool bij Schakeling Beschrijving


LOGO!
Ingang Trg Met de stijgende flank (wis-
selen van 0 naar 1) aan in-
gang Trg (Trigger) start u de
tijd TH voor de vertraagde
inschakeling.
Met de vallende flank (wis-
selen van 1 naar 0) start u
de tijd TL voor de ver-
traagde uitschakeling.
Parameter Par TH is de tijd waarna de uit-
gang wordt ingeschakeld
(het uitgangssignaal wisselt
van 0 naar 1).
TL is de tijd waarna de uit-
gang wordt uitgeschakeld
(het uitgangssignaal wisselt
van 1 naar 0).
Remanentie:
/ = geen remanentie
R = de toestand wordt re-
manent opgeslagen.
Uitgang Q Q wordt ingeschakeld na
verstrijken van de gepara-
metreerde tijd TH, als Trg
dan nog gezet is en uitge-
schakeld na verstrijken van
de tijd TL als Trg intussen
niet opnieuw is gezet.

LOGO!-Handboek
122 A5E00228752-01
LOGO! functies

Parameters TH en TL
Neem de aangegeven waarden voor de parameters TH en
TL in hoofdstuk 4.3.2 in acht.
Timingdiagram

Het vetgedrukte
Trg gedeelte van het
Q timingdiagram
vindt u terug in het
T T T symbool voor de
vertraagde in-/uit-
TH loopt schakeling.
T
T T
TL loopt

Functiebeschrijving
Als de stand aan ingang Trg van 0 naar 1 wisselt, dan be-
gint de tijd TH te lopen.
Blijft de stand aan ingang Trg minstens voor de duur van
de geparametreerde tijd TH op 1 staan, dan wordt na het
verstrijken van de tijd TH de uitgang op 1 gezet (de uitgang
wordt ten overstaan van de ingang vertraagd ingescha-
keld).
Wisselt de stand aan ingang Trg vóór het verstrijken van de
tijd TH weer naar 0, dan wordt de tijd teruggezet.
Indien de toestand aan de ingang Trg weer naar 0 wisselt,
loopt TL.
Blijft de stand aan ingang Trg minstens voor de duur van
de geparametreerde tijd TL op 0 staan, dan wordt na het
verstrijken van de tijd TL de uitgang op 0 gezet (de uitgang
wordt ten overstaan van de ingang vertraagd uitgescha-
keld).
Wisselt de stand aan ingang Trg vóór het verstrijken van
de tijd TL weer naar 1, dan wordt de tijd teruggezet.
Is remanentie niet ingeschakeld, worden na een netuitval
de uitgang Q en de reeds afgelopen tijd weer teruggezet.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 123
LOGO! functies

4.4.4 Vertraagde inschakeling met accumulatie


Korte beschrijving
Na een ingangsimpuls loopt een parametreerbare tijd af, na
het verstrijken ervan wordt de uitgang ingesteld.

Symbool bij Schakeling Beschrijving


LOGO!
Ingang Trg Via de ingang Trg (Trigger)
kunt u de tijd voor de ver-
traagde inschakeling star-
ten.
Ingang R Via de ingang R zet u de tijd
terug voor de vertraagde in-
schakeling en zet u de uit-
gang op 0.
Parameter T T is de tijd waarna de uit-
gang wordt ingeschakeld
(uitgangstand wisselt van 0
naar 1).
Remanentie:
/ = geen remanentie
R = de toestand wordt re-
manent opgeslagen
Uitgang Q Q wordt na verstrijken van
de tijd T ingeschakeld.

Parameter T
Neem voor de aangegeven waarden de aanwijzing in het
hoofdstuk 4.3.2 in acht.
De aangegeven tijd voor de parameter T kan ook een ac-
tuele waarde van een reeds geprogrammeerde andere
functie zijn. U kunt de actuele waarden van de volgende
functies gebruiken:
 Analoge comparator (actuele waarde Ax – Ay, zie
hoofdstuk 4.4.18)
 Analoge drempelwaardeschakelaar (actuele waarde Ax,
zie hoofdstuk 4.4.16)

LOGO!-Handboek
124 A5E00228752-01
LOGO! functies

 Analoge versterker (actuele waarde Ax, zie hoofdstuk


4.4.20) en
 Voor-/achterwaartsteller (actuele waarde Cnt, zie hoofd-
stuk 4.4.13).
De gewenste functie selecteert u via het bloknummer. De
tijdbasis is instelbaar. Zie de verklaringen over de geledig-
heidsgebieden en de parameterinstelling in hoofdstuk
4.4.1.
Timingdiagram
Trg
R
Q

Ta loopt T T
Het vetgedrukte gedeelte van het timingdiagram vindt u terug in het
symbool voor de vertraagde inschakeling met accumulatie.

Functiebeschrijving
Als de toestand aan ingang Trg van 0 naar 1 wisselt, dan
begint de actuele tijd Tate lopen. Bereikt Ta de tijd T, dan
wordt de uitgang Q op 1 gezet. Opnieuw schakelen aan
ingang Trg heeft geen uitwerking op Ta.
De uitgang en de tijd Ta worden pas weer op 0 teruggezet,
als de ingang R in de stand 1 staat.
Is remanentie niet ingeschakeld, worden na een
netuitval de uitgang Q en de reeds afgelopen tijd weer te-
ruggezet.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 125
LOGO! functies

4.4.5 Sleepcontact - impulsuitvoer


Korte beschrijving
Een ingangsimpuls brengt aan de uitgang een signaal voort
van parametreerbare duur.

Symbool bij Schakeling Beschrijving


LOGO!
Ingang Trg Via de ingang Trg (Trigger)
kunt u de tijd voor het sleep-
contactrelais starten.
Parameter T T is de tijdspanne waarna
de uitgang wordt uitgescha-
keld (het uitgangssignaal
wisselt van 1 naar 0).
Remanentie:
/ = geen remanentie
R = de toestand wordt re-
manent opgeslagen.
Uitgang Q Q wordt met Trg ingescha-
keld en blijft ingeschakeld
als de tijd Ta loopt en de in-
gang op 1 gezet is.

Parameter T
Neem voor de parameter T de aanwijzing in het hoofdstuk
4.3.2 in acht.

Timingdiagram

Het vetgedrukte gedeelte van het ti-


Trg
mingdiagram vindt u terug in het
symbool voor het sleepcontact.
Q

Ta loopt T
T is niet volledig verstreken

LOGO!-Handboek
126 A5E00228752-01
LOGO! functies

Functiebeschrijving
Indien de ingang Trg de toestand 1 krijgt, dan schakelt de
uitgang Q naar toestand 1. tegelijkertijd start de tijd Ta, de
uitgang blijft gezet.
Bereikt Ta de via T ingestelde waarde (Ta=T), dan wordt de
uitgang Q op de stand 0 teruggezet (impulsuitvoer).
Wisselt de ingang Trg van 1 naar 0 voordat de vooraf inge-
stelde tijd is verstreken, dan wisselt ook de uitgang meteen
van 1 naar 0.
Is remanentie niet ingeschakeld, worden na een
netuitval de uitgang Q en de reeds afgelopen tijd weer te-
ruggezet.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 127
LOGO! functies

4.4.6 Sleepcontact met flankoverbrugging


Korte beschrijving
Een ingangsimpuls brengt na een parametreerbare tijd aan
de uitgang een parametreerbaar aantal signalen voort van
parametreerbare in–/uit–duur (hertriggerbaar).

Symbool bij Schakeling Beschrijving


LOGO!
Ingang Trg Via de ingang Trg (Trigger)
start u de tijden voor het
sleepcontact met flankover-
brugging.
Ingang R Via de ingang R zet u de ac-
tuele tijd (Ta) en de uitgang
op nul terug.
Parameter De impulspauzeduur TL en
de impulsduur TH kunnen
worden ingesteld.
N geeft het aantal van de
pauze/impuls-cycli TL/TH
aan:
Waardebereik: 1...9
Remanentie:
/ = geen remanentie
R = de toestand wordt re-
manent opgeslagen.
Uitgang Q Q schakelt met afloop van
de tijd TL in en na afloop
van TH uit.

Parameter T
Neem voor de parameter T de aanwijzing in het hoofdstuk
4.3.2 in acht.

LOGO!-Handboek
128 A5E00228752-01
LOGO! functies

Timingdiagram A

Trg Het vetgedrukte gedeelte van het ti-


mingdiagram vindt u terug in het
Q symbool voor het sleepcontact met
Ta loopt T T flankoverbrugging.

Timingdiagram B
Trg
Q Timingdiagram voor het para-
metreer–voorbeeld
N=2 TL TH TL TH

Functiebeschrijving
Als de ingang Trg de toestand 1 krijgt, dan start de tijd TL
(Time Low). Na afloop van de tijd TL wordt de uitgang Q
voor de duur van de tijd TH (Time High) op toestand 1 ge-
zet.
Wisselt de ingang Trg vóór het verstrijken van de inge-
stelde tijd (TL + TH) opnieuw van 0 naar 1 (hertriggeren),
dan wordt de tijd T a teruggezet en de pauze/impuls–cyclus
weer gestart.
Is remanentie niet ingeschakeld, worden na een netuitval
de uitgang Q en de reeds afgelopen tijd weer teruggezet.
Parameterinstelling Par
Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren (voorbeeld):

B25 1+R Veiligheidsgraad en remanentie

TL =02:00s Impulspauzeduur
TH =03:00s Impulsduur

Toets drukken

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 129
LOGO! functies

B25 2
N =1 Aantal pauze/impuls-
cycli (voorbeeld)

Weergave in de bedrijfsmodus Parametreren (voorbeeld):

B25
TL =02:00s
TH =03:00s
actuele waarde van de im-
Ta =01:15s pulslengte TL of TH

LOGO!-Handboek
130 A5E00228752-01
LOGO! functies

4.4.7 Asynchrone impulsgever


Korte beschrijving
De impulsvorm van de uitgang kan via de parametreerbare
impuls-/pauzeverhouding worden gewijzigd.

Symbool bij Schakeling Beschrijving


LOGO!
Ingang En Via de ingang EN schakelt u
de asynchrone impulsgever
in en uit.
Ingang INV Via de ingang INV kan het
uitgangssignaal van de ac-
tieve asynchrone klokpuls-
gever worden geïnverteerd.
Parameter Par De impulsduur TH en de im-
pulspauzeduur TL kunnen
ingesteld worden.
Remanentie:
/ = geen remanentie
R = de toestand wordt re-
manent opgeslagen.
Uitgang Q Q wordt cyclisch met de
kloktijden TH en TL in- en
uitgeschakeld.

Timingdiagram
En
Inv
Q

TH TL TH TL TH TH TL

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 131
LOGO! functies

Functiebeschrijving
Via de parameters TH (Time High) en TL (Time Low) kun-
nen de impulsduur en de impulspauze worden ingesteld.
De ingang INV maakt het omkeren van de uitgang moge-
lijk. Als het blok via EN is geactiveerd, heeft ingang INV
een negeren van de uitgang tot gevolg.
Is remanentie niet ingeschakeld, worden na een netuitval
de uitgang Q en de reeds afgelopen tijd weer teruggezet.

LOGO!-Handboek
132 A5E00228752-01
LOGO! functies

4.4.8 Toevalsgenerator
Korte beschrijving
Bij de toevalsgenerator wordt de uitgang binnen een para-
metreerbare tijdt in- of weer uitgeschakeld.

Symbool bij Schakeling Beschrijving


LOGO!
Ingang En Met de stijgende flank (wis-
selen van 0 naar 1) aan de
vrijschakelingang En (Ena-
ble) start u de tijd voor de
vertraagde inschakeling van
de toevalsgenerator.
Met de vallende flank (wis-
selen van 1 naar 0) start u
de tijd voor de vertraagde
uitschakeling van de toe-
valsgenerator.
Parameter Par De vertraagde inschakeling
wordt toevallig bepaald en
ligt tussen 0 s en TH.
De vertraagde uitschakeling
wordt toevallig bepaald en
ligt tussen 0 s en TL.
Uitgang Q Q schakelt na afloop van de
inschakelvertragingstijd in,
indien En dan nog gezet is
en schakelt na afloop van
de uitschakelvertragingstijd
uit, indien En inmiddels niet
opnieuw werd gezet.

Parameters TH en TL
Neem de aangegeven waarden voor de parameters TH en
TL in hoofdstuk 4.3.2 in acht.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 133
LOGO! functies

Timingdiagram

En Het vetgedrukte ge-


Q deelte van het timing-
diagram vindt u terug
in het symbool voor
de vertraagde in-/uit-
T schakeling.
loopt TL
TH

Functiebeschrijving
Als de stand aan ingang En van 0 naar 1 wisselt, dan wordt
toevallig een tijd (vertraagde inschakeltijd) tussen 0 s en TH
bepaald en gestart. Als de stand aan ingang En minstens
voor de duur van de vertraagde inschakeltijd op 1 blijft
staan, wordt de uitgang na verstrijken van de vertraagde
inschakeltijd op 1 gezet.
Wisselt de stand aan ingang En vóór het verstrijken van de
vertraagde inschakeltijd weer naar 0, dan wordt de tijd te-
ruggezet.
Wisselt de stand aan ingang En weer naar 0, dan wordt
toevallig een tijd (vertraagde uitschakeltijd) tussen 0 s en
TL bepaald en gestart.
Blijft de stand aan ingang En minstens voor de duur van de
vertraagde uitschakeltijd op 0 blijft staan, dan wordt de uit-
gang na verstrijken van de vertraagde uitschakeltijd op 0
gezet.
Als de stand aan ingang En vóór het verstrijken van de ver-
traagde uitschakeltijd weer naar 1 wisselt, dan wordt de tijd
teruggezet.
Na een onderbreking van de stroomtoevoer wordt de reeds
verstreken tijd teruggezet.

LOGO!-Handboek
134 A5E00228752-01
LOGO! functies

4.4.9 Trappenlichtschakelaar
Korte beschrijving
Na een ingangsimpuls (flankbesturing) loopt een parame-
treerbare tijd af. Na het verstrijken ervan wordt de uitgang
teruggezet. Vóór het verstrijken van de tijd kan een uitscha-
kelwaarschuwing worden gegeven.

Symbool bij Schakeling Beschrijving


LOGO!
Ingang Trg Via de ingang Trg (Trigger)
start u de tijd voor de trap-
penlichtschakelaar (ver-
traagde uitschakeling).
Parameter T is de tijd waarna de uit-
gang wordt uitgeschakeld
(uitgangstand wisselt van 1
naar 0).
T! is de aangegeven tijd
voor het begin van de uit-
schakelwaarschuwingstijd.
T!L is de lengte van de uit-
schakelwaarschuwingstijd.
Remanentie:
/ = geen remanentie
R = de toestand wordt re-
manent opgeslagen.
Uitgang Q Q wordt na verstrijken van
de tijd T uitgeschakeld.
Vóór het verstrijken van de
tijd kan een uitschakelwaar-
schuwing worden gegeven.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 135
LOGO! functies

Timingdiagram
Trg

Q
T!L
Ta loopt T!
T

Functiebeschrijving
Indien op de ingang Trg de toestand 0 naar 1 wisselt, wordt
de uitgang Q op 1 gezet. Indien de toestand op Trg weer
van 1 naar 0 wisselt, dan start de actuele tijd Ta en de uit-
gang Q blijft gezet.
Bereikt Ta de tijd T, dan wordt de uitgang Q op 0 terugge-
zet. Vóór afloop van de vertraagde uitschakeling (T – T!)
kunt u een uitschakelwaarschuwing geven, die Q voor de
duur van de uitschakelwaarschuwingstijd T!L op 0 terugzet.
Als de ingang Trg opnieuw in- en uitgeschakeld wordt, ter-
wijl Ta loopt, dan wordt Ta teruggezet (retriggermogelijk-
heid).
Is remanentie niet ingeschakeld, worden na een netuitval
de uitgang Q en de reeds afgelopen tijd weer teruggezet.
Parameterinstelling Par
Neem voor de aangegeven waarden de aanwijzing in
hoofdstuk 4.3.2 in acht.

Wenk
Alle tijden moeten dezelfde tijdbasis hebben.

LOGO!-Handboek
136 A5E00228752-01
LOGO! functies

Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren (voorbeel-


den):

B9 1+R Veiligheidsgraad en remanentie

T =60:00s vertraagde uitschakelingstijd

Toets drukken

B9 2
T! =05:00s Begin uitschakelwaarschuwingstijd
(T – T!)
T!L =00:10s Uitschakelwaarschuwingstijd

Weergave in de bedrijfsmodus Parametreren (voorbeeld):

B9 1
T =60:00s

Ta =06:00s actuele waarde van de tijd T

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 137
LOGO! functies

4.4.10 Comfortschakelaar
Korte beschrijving
Schakelaar met 2 verschillende functies:
 Stroomstootschakelaar met vertraagde uitschakeling
 Schakelaar (constant licht)
Symbool bij Schakeling Beschrijving
LOGO!
Ingang Trg Via de ingang Trg (Trigger)
schakelt u de uitgang Q in
(constant licht) of met ver-
traagde uitschakeling uit. Als
de uitgang Q ingeschakeld is
kan deze met Trg teruggezet
worden.
Ingang R Via de ingang R zet u de ac-
tuele tijd (Ta) en de uitgang
op 0 terug.
Parameter T is de tijd waarna de uitgang
wordt uitgeschakeld (de uit-
gangsstand wisselt van 1 op
0).
TL is de tijdsspanne gedu-
rende welke de ingang moet
worden gezet om de functie
Constant licht te activeren.
T! is de aangegeven tijd voor
het begin van de uitschakel-
waarschuwingstijd.
T!L is de lengte van de uit-
schakelwaarschuwingstijd.
Remanentie:
/ = geen remanentie
R = de toestand wordt rema-
nent opgeslagen.
Uitgang Q De uitgang Q wordt met Trg
ingeschakeld en wordt naar-
gelang de lengte van de im-
puls aan Trg weer uitgescha-
keld of continu ingeschakeld
of wordt door opnieuw active-
ren van Trg teruggezet.

LOGO!-Handboek
138 A5E00228752-01
LOGO! functies

Timingdiagram
Trg
TL TL
Q
T!L
Ta loopt T!
T

Functiebeschrijving
Als aan de ingang Trg de stand 0 naar 1 wisselt, wordt de
uitgang Q op 1 gezet.
Is de uitgang Q = 0 en wisselt de ingang Trg tenminste
voor de tijd TL van 0 naar 1, dan wordt de functie Continu
licht geactiveert en de uitgang Q continu ingeschakeld.
Wisselt de stand aan de ingang Trg vóór verstrijken van de
tijd TL terug naar 0, wordt de vertraagde uitschakeltijd T
gestart.
Bereikt de afgelopen tijd Ta de Zeit T, dan wordt de uitgang
Q op 0 teruggezet.
Vóór verstrijken van de vertraagde uitschakeltijd (T – T!)
kunt u een uitschakelwaarschuwing geven, die Q voor de
duur van de uitschakelwaarschuwingstijd T!L op 0 terugzet.
Opnieuw schakelen aan de ingang Trg wordt T teruggezet
en de uitgang Q wordt uitgeschakeld.
Is remanentie niet ingeschakeld, worden na een netuitval
de uitgang Q en de reeds afgelopen tijd weer teruggezet.
Parameterinstelling Par
Neem voor de aangegeven waarden de aanwijzing in
hoofdstuk 4.3.2 in acht.

Wenk
De tijden T, T! en T!L moeten dezelfde tijdbasis hebben.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 139
LOGO! functies

Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren (voorbeel-


den):

B5 1+R Veiligheidsgraad en remanentie

T =60:00s vertraagde uitschakeltijd


TL =10:00s continu licht inschakeltijd

Toets drukken

B5 2
Begin uitschakelwaarschuwingstijd
T! =30:00s (T – T!)
T!L =20:00s Uitschakelwaarschuwingstijd

Weergave in de bedrijfsmodus Parametreren (voorbeeld):

B5 1
T =60:00s
TL =10:00s
Ta =06:00s actuele waarde van de tijd TL of T

LOGO!-Handboek
140 A5E00228752-01
LOGO! functies

4.4.11 Weekschakelklok
Korte beschrijving
De uitgang wordt via een parametreerbare in- en uitscha-
keldatum gestuurd. Elke mogelijke combinatie van weekda-
gen wordt ondersteund. De selectie van actieve weekda-
gen komt tot stand door het verbergen van niet-actieve
weekdagen.

Wenk
Omdat LOGO! 24/24o geen klok heeft, is de weekschakel-
klok bij deze variant niet te gebruiken.

Symbool bij Schakeling Beschrijving


LOGO!
Parameter Via de parameter No stelt u
No 1, No 2 de inschakel- en uitschakel-
No 3 tijdstippen in voor telkens
één Nok van de weekscha-
kelklok. Hierbij parametreert
u de dagen en de tijd.
Uitgang Q Q wordt ingeschakeld als de
parametreerbare nok inge-
schakeld is.

Timingdiagram (3 gevallen als voorbeeld)

No 1 21 1 1 1 1 3 1 3
Q
Monday Wednesday Friday Sunday
Tuesday Thursday Saturday

No1: dagelijks: 06:30 uur tot 08:00 uur


No2: dinsdag: 03:10 uur tot 04:15 uur
No3: zaterdag en zondag: 16:30 uur tot 23:10 uur

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 141
LOGO! functies

Functiebeschrijving
Elke weekschakelklok heeft drie instelnokken, waarmee u
telkens een tijdvenster kunt parametreren. Met deze nok-
ken stelt u het inschakel- en het uitschakeltijdstip in. Op
een inschakeltijdstip schakelt de weekschakelklok de uit-
gang in, voor zover de uitgang nog niet ingeschakeld is.
Op een uitschakeltijdstip schakelt de weekschakelklok de
uitgang uit, voor zover de uitgang nog niet uitgeschakeld
was. Als u voor een weekschakelklok een inschakeltijdstip
en een uitschakeltijdstip op dezelfde tijd maar aan verschil-
lende nokken instelt, dan spreken de in- en uitschakeltijden
elkaar tegen. In dat geval heeft nok 3 voorrang op nok 2 en
deze op zijn beurt voorrang op nok 1.
De schakelstand van de weekschakelklok is afhankelijk van
alle drie nokken No1, No2 en No3.
Parametreervenster
Het parametervenster voor nok No1 ziet er bijv. als volgt
uit:
Blok B1 Nok No 1 zie Parameters weergeven/
verbergen – Beveiligingswijze
op pagina 72
B1 1+
Weekdagen (dagelijks)
D=MTWTFSS
Inschakeltijdstip
On =06:30 (06.30 uur)
Off=08:00 Uitschakeltijdstip
(08:00 uur)

Weekdag
De letters achter “D=” (Day) hebben de volgende beteke-
nis:
 M : maandag (Monday)
 T : dinsdag (Tuesday)
 W : woensdag (Wednesday)
 T : donderdag (Thursday)
 F : vrijdag (Friday)
 S : zaterdag (Saturday)
 S : zondag (Sunday)

LOGO!-Handboek
142 A5E00228752-01
LOGO! functies

Een hoofdletter betekent weekdag geselecteerd. Een “-”


betekent weekdag niet geselecteerd.
Schakeltijdstippen
Elke tijd tussen 00:00 en 23:59 uur is instelbaar.
--:-- betekent geen in-/uitschakelen.
Weekschakelklok instellen
U kunt de schakeltijdstippen als volgt instellen:
1. Plaats de cursor op een van de parameters No van de
tijdschakelklok (b. v. No1).
2. Druk op de OK-toets. LOGO! opent het parameterfen-
ster voor de nokken. De cursor staat op de weekdag.
3. Selecteer met de toetsen en een of meer dagen.
4. Verplaats de cursor met de toets naar de eerste posi-
tie voor de inschakeltijd.
5. Stel de inschakeltijd in.
De waarde op de desbetreffende positie kunt u wijzigen
met de toetsen en . Tussen de afzonderlijke posities
kunt u de cursor verplaatsen met de toetsen en .
Alleen op de eerste plaats kunt u de waarde --:-- selec-
teren
(--:-- betekent: geen schakeling).
6. Verplaats de cursor met de toets naar de eerste posi-
tie voor de uitschakeltijd.
7. Stel de uitschakeltijd in (zoals in punt 5).
8. Zo sluit u uw invoer af: Druk op de OK-toets.
De cursor staat op de parameter No2 (nok 2). U kunt nu
een volgende nok parametreren.

Wenk
Informatie over de nauwkeurigheid van de schakelklok
vindt u onder de Technische gegevens en in hoofdstuk
4.3.2.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 143
LOGO! functies

Weekschakelklok: Voorbeeld
De uitgang van de weekschakelklok moet dagelijks van
05:30 uur tot 07:40 uur ingeschakeld zijn. Bovendien moet
de uitgang op dinsdag van 03:10 tot 04:15 uur en in het
weekend van 16:30 tot 23:10 uur ingeschakeld zijn.
Daar hebt u drie nokken voor nodig.
Hier nu de parametreervensters van de nokken 1, 2 en 3
uit het bovenstaande timingdiagram.

Nok 1
Nok 1 moet de uitgang van de weekschakelklok elke dag
van 05:30 uur tot 07:40 uur inschakelen.

B1 1+
D=MTWTFSS
On =05:30
Off=07:40
Nok 2
Nok 2 moet de uitgang van de weekschakelklok elke dins-
dag van 03:10 uur tot 04:15 uur inschakelen.

B1 2
D=–T–––––
On =03:10
Off=04:15

LOGO!-Handboek
144 A5E00228752-01
LOGO! functies

Nok 3
Nok 3 moet de uitgang van de weekschakelklok elke zater-
dag en zondag van 16:30 uur tot 23:10 uur inschakelen.

B1 3
D=–––––SS
On =16:30
Off=23:10
Resultaat

No 1 21 1 1 1 1 3 1 3
Q
Monday Wednesday Friday Sunday
Tuesday Thursday Saturday

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 145
LOGO! functies

4.4.12 Jaarschakelklok
Korte beschrijving
De uitgang wordt via een parametreerbare in- en uitscha-
keldatum gestuurd.

Wenk
Omdat LOGO! 24/24o geen klok heeft, is de jaarschakel-
klok bij deze variant niet te gebruiken.

Symbool bij Schakeling Beschrijving


LOGO!
Parameter No Via de parameter No stelt u
het inschakel- en uitscha-
keltijdstip in voor de nokken
van de jaarschakelklok.
Uitgang Q Q wordt ingeschakeld als de
parametreerbare nok inge-
schakeld is.

Timingdiagram
feb. mar. apr.

MM.DD+ On
On=02.20 Off
Off=04.03

20 februari 3 april
om 00:00 uur om 00:00 uur

Functiebeschrijving
Op het inschakeltijdstip schakelt de jaarschakelklok de uit-
gang in en op een uitschakeltijdstip schakelt de jaarscha-
kelklok de uitgang uit. De uitschakeldatum is de dag waa-
rop de uitgang weer op 0 is gezet. De eerste waarde staat
voor de maand, de tweede waarde staat voor de dag. U
kunt voor “MM” een joker (**) selecteren, zodat het in–
resp. uitschakelen op een bepaalde dag in elke maand ge-
beurt.

LOGO!-Handboek
146 A5E00228752-01
LOGO! functies

Voorbeeld van een parametrering


De uitgang van een LOGO! moet jaarlijks op 1 maart inge-
schakeld en op 4 april uitgeschakeld worden alsook op 7
juli weer in- en op 19 november weer uitgeschakeld wor-
den. Hiervoor hebt u 2 jaarschakelklokken nodig die tel-
kens voor die bepaalde inschakeltijd worden geparame-
treerd. De uitgangen worden dan met behulp van een
OF-blok (OR) verbonden.

B01:No
MM.DD
On =03.01 op 1 maart inschakelen
Off=04.04 op 4 april uitschakelen

B02:No
MM.DD daarnaast nog:
On =07.07 op 7 juli inschakelen
Off=11.19 op 19 november uitschakelen

Resultaat
On
B01 B02
Off
1 maart 7 juli
om 00:00 uur om 00:00 uur

4 april 19 november
om 00:00 uur om 00:00 uur

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 147
LOGO! functies

Verdere voorbeelden

B11 +
**–DD
altijd op de 1e van een maand
On =**–01 inschakelen, op de 2e van de maand
Off=**–02 uitschakelen

B12 +
**–DD
On =**–10
van de 10e tot 20e van elke maand
Off=**–20

B13 +
**–DD
On =**–25 van de 25e tot de 05e van de
Off=**–05 volgende maand

LOGO!-Handboek
148 A5E00228752-01
LOGO! functies

4.4.13 Voor– en achterwaartsteller


Korte beschrijving
Naargelang de parametrering wordt door een ingangsim-
puls een interne getalwaarde op- of afgeteld. Als de para-
metreerbare getalwaarde is bereikt, wordt de uitgang inge-
steld resp. teruggezet. De telrichtung kan via de ingang Dir
worden gewijzigd.

Symbool bij Schakeling Beschrijving


LOGO!
Ingang R Via de ingang R stelt u de
interne getalwaarde en de
uitgang terug op nul.
Ingang Cnt De functie telt aan de in-
gang Cnt de toestandsve-
randeringen van toestand 0
naar toestand 1. Een wisse-
ling van de toestand van 1
naar 0 wordt niet geteld.
Gebruik
 de ingangen I5/I6 voor
snelle telprocessen (en-
kel LOGO! 12/24 RC/
RCo en LOGO! 24/24o):
max. 2 kHz.
 een willekeurige andere
ingang of schakelge-
deelte voor lage telfre-
quenties (5 Hz).
Ingang Dir Via de ingang Dir geeft u de
telrichtung aan:
Dir = 0: voorwaarts tellen
Dir = 1: achterwaarts tellen

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 149
LOGO! functies

Timingdiagram
R
Cnt
Dir

Par interne
getalwaarde
0 Cnt
Q
Functiebeschrijving
Bij elke positieve flank aan de ingang Cnt wordt de interne
teller met één verhoogd (Dir = 0) of met één verlaagd
(Dir=1).
Met de terugzetingang R kunt u de interne getalwaarde en
de uitgang op ’000000’ terugzetten. Zolang R=1, staat ook
de uitgang op 0 en worden de impulsen aan ingang Cnt
niet meegerekend.
Is remanentie niet ingeschakeld, worden na een netuitval
de uitgang Q en de interne getalwaarde weer teruggezet.
Rekenvoorschrift
 Als inschakeldrempel (On)  uitschakeldrempel (Off),
dan geldt:
Q = 1, als Cnt  On
Q = 0, als Cnt < Off.
 Als inschakeldrempel (On) < uitschakeldrempel (Off),
dan is Q = 1, als On  Cnt < Off.

LOGO!-Handboek
150 A5E00228752-01
LOGO! functies

Parameterinstelling On/Off
De aangegeven grenswaarden voor de parameters On en/
of Off kan ook een actuele waarde van een reeds gepro-
grammeerde andere functie zijn. U kunt de actuele waar-
den van de volgende functies gebruiken:
 analoge comparator (actuele waarde Ax – Ay, zie hoofd-
stuk 4.4.18)
 analoge drempelwaardeschakelaar (actuele waarde Ax,
zie hoofdstuk 4.4.16)
 analoge versterker (actuele waarde Ax, zie hoofdstuk
4.4.20) en
 voor–/achterwaartsteller (actuele waarde Cnt).
De gewenste functie selecteert u over het bloknummer.
Voor de uitvoering van de parameterinstelling zie de verkla-
ringen in hoofdstuk 4.4.1.

Wenk
De controle, of de teller de grenswaarde heeft bereikt,
vindt eenmaal per cyclus plaats.
Als de impulsen aan de snelle ingangen I5/I6 sneller zijn
dan de cyclustijd, dan schakelt de speciale functie even-
tueel pas nadat de aangegeven grenswaarde overschre-
den is.
Voorbeeld: Er kunnen 100 impulsen per cyclus worden
geteld; 900 impulsen werden reeds geteld. On = 950; Off =
10000. De uitgang schakelt in de volgende cyclus, als de
waarde reeds 1000 is. (Als de Off-waarde = 980 was, zal
de uitgang helemaal niet schakelen.)

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 151
LOGO! functies

Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren (voorbeel-


den):

B3 +R B3 +R
On =001234 of
On =123456
Off=000000 OffB021

Als het blok (in het voorbeeld B21) een waarde buiten het
geldigheidsbereik levert, dan wordt naar de volgende gel-
dige waarde naar boven of beneden afgerond.
Weergave in de bedrijfsmodus Parametreren (voorbeel-
den):

B3 B3
of
On =001234 On =123456
Off=000000 OffB021
actuele
Cnt=000120 telwaarde
Cnt=000120

LOGO!-Handboek
152 A5E00228752-01
LOGO! functies

4.4.14 Bedrijfsurenteller
Korte beschrijving
Als de controle–ingang wordt ingesteld, loopt een parame-
treerbare tijd af. De uitgang wordt ingesteld als de tijd is
verstreken.

Symbool bij Schakeling Beschrijving


LOGO!
Ingang R Met de stijgende flank (wis-
sel van 0 naar 1) aan de te-
rugzetingang R (Reset)
wordt de teller voor de re-
sterende tijd (MN) op de
parametreerde waarde MI
gezet en de uitgang Q wordt
teruggezet.
Ingang En En is de controle-ingang.
LOGO! meet de tijd, waarin
deze ingang ingesteld is.
Ingang Ral Met de stijgende flank aan
de terugzetingang Ral (Re-
set all) wordt de teller voor
de resterende tijd (MN) op
de parametreerde waarde
MI gezet en de bedrijfsuren-
teller (OT) en de uitgang
worden teruggezet. D.w.z.
nu wordt
 uitgang Q = 0,
 gemeten bedrijfsuren
OT = 0 en
 resterende tijd van het
onderhoudsinterval MN
= MI.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 153
LOGO! functies

Symbool bij Schakeling Beschrijving


LOGO!
Parameter MI: preventieve onder-
houdsinterval in de
eenheid uren
Waardebereik:
0000...9999 h
OT: totale verstreken be-
drijfstijd
Waardebereik:
00000...99999 h
Q0:
 Selectie “R”:
Q = 1, als MN = 0;
Q = 0, als R = 1 of Ral
=1
 Selectie “R+En”:
Q = 1, als MN = 0;
Q = 0, als R = 1 of Ral
= 1 of En = 0.
Uitgang Q Als de resterende tijd MN =
0 is, wordt de uitgang inge-
steld.
De uitgang wordt terugge-
zet:
 Bij “Q0:R+En”, als
R = 1 of Ral = 1 of En =
0
 Bij “Q0:R”, als R = 1 of
Ral = 1.
MI = geparametreerd tijdsinterval
MN= resterende tijd
OT= verstreken totale tijd sinds het laatste 1-signaal aan de
Ral-ingang
Deze waarden worden principieel remanent gehouden!

LOGO!-Handboek
154 A5E00228752-01
LOGO! functies

Timingdiagram

En

Ral

MN=MI Par:
MI=5h

MN=0

OT

MI = geparametreerd tijdsinterval
MN = resterende tijd
OT = verstreken totale tijd sinds het laatste 1-signaal aan de Ral-ingang

Functiebeschrijving
De bedrijfsurenteller controleert de ingang En. Zolang aan
deze ingang een waarde 1 aanwezig is, berekent LOGO!
de verstreken tijd en de resterende tijd MN. De tijden wor-
den door LOGO! in de modus Parametreren getoond. Is de
resterende tijd MN gelijk aan 0, dan wordt de uitgang Q op
1 ingesteld.
Via de terugzetingang R wordt de uitgang Q teruggezet en
de teller voor de resterende tijd wordt op de geprogram-
meerde waarde MI ingesteld. De bedrijsurenteller OT gaat
door met tellen.
Met de terugzetingang Ral zet u de uitgang Q terug en de
teller voor de resterende tijd op de ingestelde waarde MI.
De bedrijfsurenteller OT wordt teruggezet op 0.
Al naargelang van uw parametrering van de parameter Q
wordt de uitgang teruggezet, als een Reset-signaal
(R of Ral) 1 wordt (”Q0:R”), of dan, als een Reset-
signaal 1 of het En-signaal 0 wordt (”Q0:R+En”).

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 155
LOGO! functies

MN en OT-waarden bekijken
 LOGO! Basic met display: In de parametreermodus kan
men, terwijl het schakelprogramma loopt (RUN), de ac-
tuele waarden voor MN en OT bekijken.
 LOGO! Basic zonder display: met LOGO!Soft Comfort
kunt u via de online–test deze waarden als volgt lezen
(zie hoofdstuk 7 voor verdere informatie).
Grenswaarde voor OT
Als u de bedrijfsurenteller met het signaal R terugzet, blij-
ven de opgelopen bedrijfsuren in OT behouden. Zolang En
= 1 is, telt de bedrijfsurenteller OT verder, onafhankelijk van
de toestand van de terugzetingang R.
De grenswaarde van de teller ligt voor OT bij 99999 h.
Bereikt de bedrijfsurenteller deze waarde, dan worden er
geen uren meer geteld.
U kunt de beginwaarde voor OT in de bedrijfsmodus Pro-
grammeren instellen. Als u een andere waarde dan 0 in-
stelt begint de bedrijfsurenteller het tellen met deze
waarde. De resterende tijd (MN) wordt bij de START auto-
matisch uit MI en OT berekend
(voorbeeld: MI = 100, OT = 130, daaruit resulteert
MN = 70).
Parameterinstelling Par
Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren:

B16 + B16 +
MI = 0100h of MI = 0100h
Q0:R+En Q0:R
verstre-
OT =00000h ken tijd
OT =00000h
MI is het parametreerbare tijdsinterval. Het mag tussen 0
en 9999 uren liggen.

LOGO!-Handboek
156 A5E00228752-01
LOGO! functies

Weergave in de bedrijfsmodus Parametreren:

B16
MI = 0100h Tijdsinterval

MN = 0017h resterende tijd

OT =00083h verstreken bedrijfsuren

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 157
LOGO! functies

4.4.15 Drempelwaardeschakelaar
Korte beschrijving
De uitgang wordt afhankelijk van twee parametreerbare
frequenties in- en uitgeschakeld.

Symbool bij Schakeling Beschrijving


LOGO!
Ingang Fre De functie telt aan de in-
Fre gang Fre de toestandswijzi-
gingen van toestand 0 naar
toestand 1. Een wissel van
de toestand van 1 naar 0
wordt niet geteld
Gebruik
 de ingangen I5/I6 voor
snelle telprocessen (en-
kel LOGO! 12/24 RC/
RCo en LOGO! 24/24o):
max. 2 kHz.
 een willekeurige andere
ingang of schakelge-
deelte voor geringe tel-
frequenties (5 Hz).
Parameter On: inschakeldrempel
Waardebereik:
0000...9999
Off: uitschakeldrempel
Waardebereik:
0000...9999
G_T: Tijdsinterval of poort-
tijd, waarin de aanlig-
gende impulsen wor-
den gemeten.
Waardebereik:
00:05 s...99:99 s
Uitgang Q Q wordt in afhankelijkheid
van de drempelwaarden in-
gesteld of teruggezet.

LOGO!-Handboek
158 A5E00228752-01
LOGO! functies

Timingdiagram

Q
G_T

Fre On = 9
fa = 9 fa = 10 fa = 8 fa = 4 Off = 5

fa = ingangsfrequentie

Functiebeschrijving
De drempelwaardeschakelaarr meet de signalen aan de
ingang Fre. De impulsen worden over een parametreerbare
tijdsduur G_T geregistreerd.
De uitgang Q wordt in afhankelijkheid van de ingestelde
drempelwaarden ingesteld of teruggezet. Zie het volgende
rekenvoorschrift.
Rekenvoorschrift
 Als inschakeldrempel (On)  uitschakeldrempel (Off),
dan geldt:
Q = 1, als fa > On
Q = 0, als fa  Off.
 Als inschakeldrempel (On) < uitschakeldrempel (Off),
dan is Q = 1, als:
On  fa < Off.
Parameterinstelling Par

Wenk
De controle, of de teller de grenswaarde heeft bereikt,
vindt eenmaal per interval G_T plaats.

Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren (voorbeeld):

B15 1+ Veiligheidsgraad

On =0009 Inschakeldrempel
Off =0005 Uitschakeldrempel

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 159
LOGO! functies

Toets drukken

B15 2
G_T=01:00s Tijdsinterval voor impulsen
(voorbeeld)

Wenk
Hier is als tijdbasis “Seconden” vast vooraf ingesteld.
Als u de tijd G_T met 1 s instelt, levert LOGO! in de para-
meter fa de actuele frequentie in Hz terug.

Voorstelling in de bedrijfsmodus Parametreren (voorbeeld):

B15
On =0009 Inschakeldrempel
Off =0005 Uitschakeldrempel

fa =0010 Q = 1 (fa > On)

Wenk
fa is altijd de som van de gemeten impulsen per tijdeen-
heid G_T.

LOGO!-Handboek
160 A5E00228752-01
LOGO! functies

4.4.16 Analoge drempelwaardeschakelaar


Korte beschrijving
De uitgang wordt ingeschakeld, als de analoge waarde een
parametreerbare inschakeldrempel overschrijdt. De uitgang
wordt uitgeschakeld, als de analoge waarde lager is dan
een parametreerbare uitschakeldrempel (hysteresis).

Symbool bij Schakeling Beschrijving


LOGO!
Ingang Ax Aan ingang Ax brengt u het
analoge signaal aan dat ge-
ëvalueerd moet worden.
Gebruik de analoge ingan-
gen AI1...AI8 (*), analoge
merktekens AM1...AM6, het
bloknummer van een functie
met analoge uitgang of de
analoge uitgangen AQ1 en
AQ2.
Parameter A: Versterking (Gain)
Waardebereik:
00,00...10,00
B: Nulpuntverschuiving
(Offset)
Waardebereik:
10.000
On: Inschakeldrempel
Waardebereik:
20.000
Off: Uitschakeldrempel
Waardebereik:
20.000
p: Aantal plaatsen achter
de komma
Waardebereik: 0, 1, 2, 3
Uitgang Q Q wordt in afhankelijkheid
van de drempelwaarden in-
gesteld of teruggezet.
* AI1...AI8: 0...10 V komt overeen met 0...1000 (interne waarde).

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 161
LOGO! functies

Parameters Gain en Offset


Neem voor de parameters Versterking (Gain) en Offset de
opmerkingen in hoofdstuk 4.3.6 in acht.
Parameter p (Aantal plaatsen na de komma)
Geldt alleen voor de weergave van de waarden On, Off en
Ax in een meldtekst.
Geldt niet voor de vergelijking met On- en Off-waarden!
(Het weergegeven punt wordt bij de vergelijking geïgno-
reerd).
Timingdiagram

1000

On
Off
Ax 0

Functiebeschrijving
De functie leest de analoge waarde van het signaal in dat
op de analoge ingang Ax aanligt.
Deze waarde wordt met de parameter A (Gain) vermenig-
vuldigd. De parameter B (Offset) wordt vervolgens bij de
analoge waarde opgeteld, dus
(Ax  Gain) + Offset = actuele waarde Ax.
De uitgang Q wordt in afhankelijkheid van de ingestelde
drempelwaarden ingesteld of teruggezet. Zie het volgende
rekenvoorschrift.
Rekenvoorschrift
 Als inschakeldrempel (On)  uitschakeldrempel (Off),
dan geldt:
Q = 1, als actuele waarde Ax > On
Q = 0, als actuele waarde Ax  Off.
 Als inschakeldrempel (On) < uitschakeldrempel (Off),
dan is Q = 1, als:
On  actuele waarde Ax < Off.

LOGO!-Handboek
162 A5E00228752-01
LOGO! functies

Parameterinstelling Par
De parameters Versterking (Gain) en Offset dienen om de
gebruikte sensoren aan te passen an de betreffende appli-
catie.
Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren (voorbeeld):

B3 1+ Veiligheidsgraad

On =+04000 Inschakeldrempel
Off =+02000 Uitschakeldrempel

Toets drukken

B3 2
A =01.00 Gain
B =+00000 Offset

p =2 Plaatsen achter de komma in


de meldtekst

Weergave in de bedrijfsmodus Parametreren (voorbeeld):

B3
On =+04000 Inschakeldrempel
Off =+02000 Uitschakeldrempel

Ax =+05000 Q = 1 (Ax > On)

Weergave in de meldtekst (voorbeeld):

+050.00 Ax, als p = 2


Q = 1 (Ax > On)

B02:Par
SW =+400
SW =+200
Ax =+20

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 163
LOGO! functies

4.4.17 Analoge differentie-drempelwaardeschake-


laar
Korte beschrijving
De uitgang wordt in afhankelijkheid van een parametreer-
bare drempel– en differentiewaarde in– en uitgeschakeld.

Symbool bij Schakeling Beschrijving


LOGO!
Ingang Ax Aan ingang Ax brengt u het
analoge signaal aan dat ge-
ëvalueerd moet worden.
Gebruik de analoge ingangen
AI1...AI8 (*), analoge merkte-
kens AM1...AM6, het blo-
knummer van een functie met
analoge uitgang of de analoge
uitgangen AQ1 en AQ2.
Parameter A: Versterking (Gain)
Waardebereik:
00,00...10,00
B: Nulpuntverschuiving
(Offset)
Waardebereik: 10.000
On: In-/uitschakeldrempel
Waardebereik: 20.000
: Differentiewaarde voor
berekening van de Off-
parameter
Waardebereik: 20.000
p: Aantal plaatsen na
de komma
Waardebereik: 0, 1, 2, 3
Uitgang Q Q word in afhankelijkheid van
de drempel– en differentie-
waarde ingesteld of terugge-
zet.
* AI1...AI8: 0...10 V komt overeen met 0...1000 (interne waarde).

LOGO!-Handboek
164 A5E00228752-01
LOGO! functies

Parameter Gain en Offset


Neem voor de parameters Versterking (Gain) en Offset de
opmerkingen in hoofdstuk 4.3.6 in acht.
Parameter p (Aantal plaatsen achter de komma)
Geldt alleen voor de weergave van de waarden On, Off en
Ax in een meldtekst.
Timingdiagram A: Functie met negatieve differentiewaarde 

O
n
Off = On + 

Ax

Timingdiagram B: Functie met positieve differentiewaarde 

Off = On + 

On

Ax

Functiebeschrijving
De functie leest de analoge waarde van het signaal in dat
op de analoge ingang Ax aanligt.
Deze waarde wordt met de parameter A (Gain) vermenig-
vuldigd. De parameter B (Offset) wordt vervolgens bij de
analoge waarde opgeteld, dus
(Ax  Gain) + Offset = actuele waarde Ax.
De uitgang Q wordt in afhankelijkheid van de ingestelde
drempelwaarde (On) en de differentiewaarde () ingesteld
of teruggezet. Zie het volgende rekenvoorschrift. Daarbij
berekent de functie de parameter Off zelfstandig: Off = On
+ , waarbij  positief of negatief kan zijn. Zie het vol-
gende rekenvoorschrift.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 165
LOGO! functies

Rekenvoorschrift
 Als u een negatieve differentiewaarde  parametreert,
is de inschakeldrempel (On)  uitschakeldrempel (Off),
en er geldt:
Q = 1, als actuele waarde Ax > On
Q = 0, als actuele waarde Ax  Off.
Zie timingdiagram A.
 Als u een positieve differentiewaarde  parametreert, is
de inschakeldrempel (On) < uitschakeldrempel (Off), en
is = 1, als:
On  actuele waarde Ax < Off.
Zie timingdiagram B.
Parameterinstelling Par
De parameters Versterking (Gain) en Offset dienen om de
gebruikte sensoren aan te passen aan de betreffende ap-
plicatie.
Weergave in de bedrjfsmodus Programmeren (voorbeeld):

B3 1+ Veiligheidsgraad

On =+04000 In–/uitschakeldrempel
 =–02000 Differentiewaarde voor in–/uit-
schakeldrempel

Toets drukken

B3 2
A =01.00 Gain
B =+00000 Offset
Plaatsen na de komma in de
p =2 meldtekst

Weergave in de bedrijfsmodus Parametreren (voorbeeld):

B3
On =+04000 Inschakeldrempel

 =–02000 Differentiewaarde voor


uitschakeldrempel
Ax =+05000 Q = 1 (Ax > On)

LOGO!-Handboek
166 A5E00228752-01
LOGO! functies

Toets drukken

B3
Off =+02000 Uitschakeldrempel

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 167
LOGO! functies

4.4.18 Analoge comparator


Korte beschrijving
De uitgang wordt ingeschakeld, als het verschil Ax - Ay de
ingestelde schakeldrempel overschrijdt.

Symbool bij Schakeling Beschrijving


LOGO!
Ingangen Ax Aan de ingangen Ax en Ay
en Ay brengt u de analoge signalen
aan, waarvan het verschil
moet worden geëvalueerd.
Gebruik de analoge ingangen
AI1...AI8 (*), analoge merkte-
kens AM1...AM6, het bloknu-
mer van een functie met ana-
loge uitgang of de analoge uit-
gangen AQ1 en AQ2.
Parameter A: Versterking (Gain)
Waardebereik:
00,00...10,00
B: Nulpuntverschuiving
(Offset)
Waardebereik: 10.000
On: Inschakeldrempel
Waardebereik: 20.000
Off: Uitschakeldrempel
Waardebereik: 20.000
p: Aantal plaatsen na
de komma
Waardebereik: 0, 1, 2, 3
Uitgang Q Q wordt in afhankelijkheid van
het verschil Ax – Ay en de in-
gestelde drempelwaarden in-
gesteld/teruggezet.
* AI1...AI8: 0...10 V komt overeen met 0...1000 (interne waarde).

LOGO!-Handboek
168 A5E00228752-01
LOGO! functies

Parameters Versterking (Gain) en Offset


Neem voor de parameters Versterking (Gain) en Offset de
opmerkingen in hoofdstuk 4.3.6 in acht.
Parameter p (Aantal plaatsen achter de komma)
Geeldt alleen voor de weergave van de waarden Ax, Ay,
On, Off en  in een meldtekst.
Geldt niet voor de vergelijking met On- en Off-waarden!
(Het weergegeven punt wordt bij de vergelijking geïgno-
reerd.)
Timingdiagram
1000

Ax 0

1000

Ay 0

1000

200
Ax-Ay 0

Q
voor Ax - Ay > 200

Functiebeschrijving
De functie leest de analoge waarde van de signalen in die
op de analoge ingangen Ax en Ay aanliggen.
Deze waarde wordt met de parameter A (Gain) vermenig-
vuldigd. De parameter B (Offset) wordt vervolgens bij de
analoge waarde opgeteld, dus
(Ax  Gain) + Offset = actuele waarde Ax resp.
(Ay  Gain) + Offset = actuele waarde Ay.
De functie vormt het verschil (””) van de actuele waarden
Ax – Ay.
De uitgang Q wordt in afhankelijkheid van het verschil van
de actuele waarden Ax – Ay en de ingestelde drempel-
waarden ingesteld of teruggezet. Zie het volgende reken-
voorschrift.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 169
LOGO! functies

Rekenvoorschrift
 Als inschakeldrempel (On)  uitschakeldrempel (Off),
dan geldt:
Q = 1, als:
(actuele waarde Ax – actuele waarde Ay) > On
Q = 0, als:
(actuele waarde Ax – actuele waarde Ay)  Off.
 Als inschakeldrempel (On) < uitschakeldrempel (Off), is
Q = 1, als:
On  (actuele waarde Ax – actuele waarde Ay) < Off.

Parameterinstelling Par
De parameters Versterking (Gain) en Offset dienen om de
gebruikte sensoren aan te passen an de betreffende appli-
catie.
Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren:

B3 1+ Veiligheidsgraad

On =+00000 Inschakeldrempel
Off =+00000 Uitschakeldrempel

Toets drukken

B3 2
A =00.00 Gain
B =+00000 Offset

p =0 Plaatsen achter de komma in


de meldtekst

Voorbeeld
Voor het besturen van een verwarming dienen de voorloop-
en retourtemperatuur Tv (b.v. via sensor aan AI1) en Tr
(b.v. via sensor aan AI2) met elkaar te worden vergeleken.
Indien de retourtemperatuur met meer dan 15 C van de
voorlooptemperatuur afwijkt, dient er een schakeling te
worden geactiveerd (b.v. brander in). Bedraagt het verschil
minder dan 5 C, wordt de schakeling teruggezet.
LOGO!-Handboek
170 A5E00228752-01
LOGO! functies

In de bedrijfsmodus Parametreren dienen de werkelijke


temperatuurwaarden te worden getoond.
Er zijn thermogevers met de volgende technische gege-
vens beschikbaar : -30 tot +70C, 0 tot 10V DC.

Applicatie Interne voorstelling


-30 tot +70 C = 0 tot 10V DC 0 tot 1000
0 C 300
 Offset = -300
Waardebereik: 1000
–30 tot +70 C = 100  Gain = 100/1000 = 0,1
Inschakeldrempel = 15 C Drempelwaarde = 15
Uitschakeldrempel = 5 C Drempelwaarde = 5
Zie ook hoofdstuk 4.3.6.

Parametrering:

B3 1+ Veiligheidsgraad

On =+00015 Inschakeldrempel
Off =+00005 Uitschakeldrempel

Toets drukken

B3 2
A =00.10 Gain
B =–00030 Offset

p =0 Plaatsen achter de komma in


de meldtekst (indien gebruikt)

Weergave in de bedrijfsmodus Parametreren (voorbeel-


den):

B3 1
On =+00015 Inschakeldrempel
Off =+00005 Uitschakeldrempel

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 171
LOGO! functies

Toets drukken

B3 2
Ax =+00010 Temperatuurwaarde
Ay =–00020
 =+00030 Q = 1 (differentiewaarde >
On)

Weergave in de meldtekst (voorbeeld):

Ax =+00010
Ay =–00020

Ingangsgevoeligheid van de analoge comparator verminderen


De uitgang van de analoge comparator kunt u met de spe-
ciale functies “Vertraagde inschakeling” en “Vertraagde uit-
schakeling” selectief vertragen. Daardoor bereikt u dat de
uitgang Q alleen dan wordt ingesteld, als de aanliggende
triggerwaarde Trg (=uitgang van de analoge comparator)
langer dan de gedefinieerde vertraagde inschakeltijd is. Is
de uitgang Q ingesteld, kan hij alleen worden teruggezet,
als de aanliggende triggerwaarde langer is dan de gedefi-
nieerde vertraagde uitschakeltijd.
Op die manier bereikt u een kunstmatige hysteresis, die de
ingang minder gevoelig voor korte veranderingen maakt.
Schakelschema
AI1
AI
Analoge comparator
B1
A Vertraagde inschakeling
AI2 B2
AI Vertraagde uitschakeling
B3

Q1

LOGO!-Handboek
172 A5E00228752-01
LOGO! functies

4.4.19 Analoge waardebewaking


Korte beschrijving
Deze speciale functie slaat een aan de analoge ingang
aanliggende waarde op en schakelt de uitgang in zodra de
actuele waarde aan de analoge ingang deze opgeslagen
analoge waarde plus een parametreerbare differentie-
waarde onder– resp. overschrijdt.

Symbool bij Schakeling Beschrijving


LOGO!
Ingang En Met de stijgende flank (wis-
sel van 0 naar 1) aan de
vrijschakelingang En (Ena-
ble) wordt de analoge
waarde aan de ingang Ax
opgeslagen (”Aen”) en het
analoge waardebereik Aen
  wordt bewaakt.
Ingang Ax Aan de ingang Ax legt u het
analoge signaal aan, dat
moet worden bewaakt.
Gebruik de analoge ingan-
gen AI1...AI8 (*), analoge
merktekens AM1...AM6, het
bloknummer van een functie
met analoge uitgang of de
analoge uitgangen AQ1 en
AQ2.
* AI1...AI8: 0...10 V komt overeen met 0...1000 (interne waarde).

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 173
LOGO! functies

Symbool bij Schakeling Beschrijving


LOGO!
Parameter A: Versterking (Gain)
Waardebereik:
00,00...10,00
B: Nulpuntverschuiving
(Offset)
Waardebereik:
10.000
: Differentiewaarde voor
Aen– in-/uitschakel-
drempel
Waardebereik:
20.000
p: Aantal plaatsen achter
de komma
Waardebereik: 0, 1, 2, 3
Uitgang Q Q wordt in afhankelijkheid
van de opgeslagen analoge
waarde en de ingestelde dif-
ferentiewaarde ingesteld/te-
ruggezet.

Parameter Gain en Offset


Neem voor de parameters Gain en Offset de opmerkingen
in hoofdstuk 4.3.6 in acht.
Parameter p (aantal plaatsen achter de komma)
Geldt voor de weergave van de waarden Aen, Ax en  in
een meldtekst.
Timingdiagram

En
Aen + 

Aen

Aen – 

Ax

LOGO!-Handboek
174 A5E00228752-01
LOGO! functies

Functiebeschrijving
Als de toestand aan de ingang En van 0 naar 1 wisselt, dan
wordt de analoge waarde van het signaal aan de analoge
ingang Ax opgeslagen. Deze opgeslagen actuele waarde
wordt als “Aen” aangeduid.
De actuele waarden Ax en Aen worden met de parameter
A (Gain) vermenigvuldigd. De parameter B (Offset) wordt
vervolgens bij de analoge waarde opgeteld, dus
(Ax  Gain) + Offset = actuele waarde Aen, als de ingang
En van 0 naar 1 wisselt resp..
(Ax  Gain) + Offset = actuele waarde Ax.
De uitgang Q wordt ingesteld, als de ingang En 1 is en de
actuele waarde aan de ingang Ax buiten het bereik Aen 
 ligt.
De uitgang Q wordt teruggezet, als de actuele waarde aan
de ingang Ax binnen het bereik Aen   ligt of de ingang
En naar 0 wisselt.
Parameterinstelling Par
De parameters Versterking (Gain) en Offset dienen om de
gebruikte sensoren aan te passen aan de betreffende ap-
plicatie
Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren:

B3 1+ Veiligheidsgraad

 =00000 Differentiewaarde voor


in-/uitschakeldrempel

Toets drukken

B3 2
A =00.00 Gain
B =+00000 Offset
Plaatsen achter de komma in
p =0 de meldtekst

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 175
LOGO! functies

Weergave in de bedrijfsmodus Parametreren (voorbeeld):

B3
 =00010
Aen =–00020
Q = 1 (Ax ligt buiten het bereik
Ax =+00005 Aen  )

LOGO!-Handboek
176 A5E00228752-01
LOGO! functies

4.4.20 Analoge versterker


Korte beschrijving
Deze speciale functie versterkt een aan de analoge ingang
aanliggende waarde en voert deze waarde aan de analoge
uitgang uit.

Symbol bei Schakeling Beschrijving


LOGO!
Ingang Ax Aan de ingang Ax legt u het
analoge signaal aan, dat
moet worden versterkt.
Gebruik de analoge ingan-
gen AI1...AI8 (*), analoge
merktekens AM1...AM6, het
bloknummer van een functie
met analoge uitgang of de
analoge uitgangen AQ1 en
AQ2.
Parameter A: Versterking (Gain)
Waardebereik:
00,00...10,00
B: Nulpuntverschuiving
(Offset)
Waardebereik:
10.000
p: Aantal plaatsen achter
de komma
Waardebereik: 0, 1, 2, 3
Uitgang AQ Deze speciale functie heeft
een analoge uitgang! Deze
kan alleen met een analoge
ingang van een functie of
een analoog merkteken
worden verbonden.
Waardebereik voor AQ:
–32768...+32767
* AI1...AI8: 0...10 V komt overeen met 0...1000 (interne waarde).

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 177
LOGO! functies

Parameter Gain und Offset


Neem voor de parameters Gain en Offset de opmerkingen
in hoofdstuk 4.3.6 in acht.
Parameter p (plaatsen achter de komma)
Geldt voor de weergave van de AQ-waarde in een meld-
tekst.
Functiebeschrijving
De functie leest de analoge waarde van het signaal, dat
aan de analoge ingang Ax aanligt.
Deze waarde wordt met de parameter A (Gain) vermenig-
vuldigd. De parameter B (Offset) wordt vervolgens bij de
analoge waarde opgeteld, dus
(Ax  Gain) + Offset = actuele waarde Ax.
De actuele waarde Ax wordt aan de uitgang AQ uitgevoerd.
Parameterinstelling Par
De parameters Versterking (Gain) en Offset dienen om de
gebruikte sensoren aan te passen an de betreffende appli-
catie
Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren (voorbeeld):

B3 +
A =02.50 Gain
B =–00300 Offset

p =0 Plaatsen achter de komma in


de meldtekst

Weergave in de bedrijfsmodus Parametreren (voorbeeld):

B3
AQ =–00250

LOGO!-Handboek
178 A5E00228752-01
LOGO! functies

4.4.21 Houdrelais
Korte beschrijving
Via een ingang S wordt de uitgang Q gezet. Via een andere
ingang R wordt de uitgang weer teruggesteld.

Symbool bij Schakeling Beschrijving


LOGO!
Ingang S Via de ingang S zet u de uit-
gang Q op 1.
Ingang R Via de ingang R zet u de uit-
gang Q weer op 0. Als S en R
tegelijkertijd 1 zijn, dan wordt
teruggezet.
Parameter Remanentie:
/ = geen remanentie
R = de toestand wordt rema-
nent opgeslagen

Uitgang Q Q wordt met S ingeschakeld


en blijft ingeschakeld tot de in-
gang R wordt ingesteld.

Timingdiagram
R
S

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 179
LOGO! functies

Schakelgedrag
Een houdrelais is een eenvoudig binair geheugenelement.
De waarde aan de uitgang hangt af van de standen aan de
ingangen en van de stand tot dan toe aan de uitgang. In de
volgende tabel wordt de logica nogmaals aangetoond:

Sn Rn Q Opmerking
0 0 x Toestand blijft behouden
0 1 0 Terugzetten
1 0 1 Instellen
1 1 0 Terugzeten (terugzetten heeft voorrang op
instellen)

Bij ingeschakelde remanentie staat na uitvallen van de


stroom het signaal aan de uitgang die voor het uitvallen
van de stroom actueel was.

LOGO!-Handboek
180 A5E00228752-01
LOGO! functies

4.4.22 Stroomstootrelais
Korte beschrijving
Het instellen en terugzetten van de uitgang wordt door een
korte impuls aan de ingang bewerkstelligd.

Symbool bij Schakeling Beschrijving


LOGO!
Ingang Trg Via de ingang Trg (Trigger)
schakelt u de uitgang Q in
en uit.

Ingang S Via de ingang S zet u de uit-


gang op 1.
Ingang R Via de ingang R zet u de uit-
gang terug op 0.
Parameter Keuze:
RS (voorrang ingang R)
of
SR (voorrang ingang S)
Remanentie:
/ = geen remanentie
R = de toestand wordt re-
manent opgeslagen.
Uitgang Q Q wordt door Trg ingescha-
keld en door de volgende
Trg weer uitgeschakeld, als
S en R = 0.

Timingdiagram

Trg Het vetgedrukte gedeelte van


het timingdiagram vindt u terug
S in het symbool voor het stroom-
stootrelais.
R

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 181
LOGO! functies

Functiebeschrijving
Telkens wanneer de toestand aan de ingang Trg van 0 naar
1 wisselt en de ingangen S en R = 0, verandert de uitgang
Q van toestand, d.w.z. de uitgang wordt ingeschakeld of
uitgeschakeld.
De ingang Trg heeft geen invloed op de speciale functie als
S = 1 of R = 1 is.
Via de ingang S zet u het stroomstootrelais, d.w.z. de uit-
gang wordt op 1 gezet.
Via de ingang R zet u het stroomstootrelais terug in de uit-
gangstoestand, d.w.z. dat de uitgang op 0 wordt gezet.
Toestandsdiagram

Par Qn–1 S R Trg Qn


* 0 0 0 0 0
* 0 0 0 0 –>1 1**
* 0 0 1 0 0
* 0 0 1 0 –>1 0
* 0 1 0 0 1
* 0 1 0 0 –>1 1
RS 0 1 1 0 0
RS 0 1 1 0 –>1 0
SR 0 1 1 0 1
SR 0 1 1 0 –>1 1
* 1 0 0 0 1
* 1 0 0 0 –>1 0**
* 1 0 1 0 0
* 1 0 1 0 –>1 0
* 1 1 0 0 1
* 1 1 0 0 –>1 1
RS 1 1 1 0 0

LOGO!-Handboek
182 A5E00228752-01
LOGO! functies

Par Qn–1 S R Trg Qn


RS 1 1 1 0 –>1 0
SR 1 1 1 0 1
SR 1 1 1 0 –>1 1

*: RS of SR
**: Triggersignaal heeft werking, omdat S=0 en R=0.

In afhankelijkheid van de parametrering heeft de ingang R


voorrang boven de ingang S (d.w.z. de ingang S werkt niet
zolang R = 1) of omgekeerd de ingang S heeft voorrang
boven de ingang R (d.w.z. de ingang R werkt niet zolang S
= 1).
Na een spanningsuitval is het stroomstootrelais teruggezet
en de uitgang Q op 0, als u de remanentie niet hebt inge-
schakeld.
Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren:

B29 R
B29 R Taste Par=SR
Par=RS  oder
 drük-
ken

In de bedrijfsmodus Parametreren kan deze speciale func-


tie niet worden geselecteerd.

Wenk
Als Trg = 0 en Par = RS, komt de speciale functie “Stroom-
stootrelais” overeen met de speciale functie “Houdrelais”
(zie hoofdstuk 4.4.21).

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 183
LOGO! functies

4.4.23 Meldteksten
Korte beschrijving
Weergave van een geparametreerde meldtekst (message)
in de run-mode.

Symbool bij Schakeling Beschrijving


LOGO!
Ingang En Een wisselen van de stand
van 0 naar 1 aan ingang En
(Enable) start de uitvoer van
de meldtekst.

Ingang P P: Prioriteitt van de meld-


tekst
Waardebereik: 0...30
Quit: Bevestiging van de
meldtekst
Parameter Text: Invoer van de meldtekst
Par:Parameter of actuele
waarde van een reeds ge-
programmeerde andere
functie (zie “Weer te ge-
ven parameters of actuele
waarden”)
Time: Indicatie van de continu
geactualiseerde actuele
tijd
Date: Indicatie van de continu
geactualiseerde actuele
datum
EnTime: Indicatie van het tijd-
stip van de En-toestands-
wissel van 0 naar 1
EnDate: Indicatie van de da-
tum van de En-toestands-
wissel van 0 naar 1
Uitgang Q Q blijft gezet zolang de meld-
tekst actief is.

LOGO!-Handboek
184 A5E00228752-01
LOGO! functies

Beperking
Er zijn maximaal 10 meldtekst-functies mogelijk.
Functiebeschrijving
Indien de toestand aan de ingang En van 0 naar 1 wisselt,
wordt in het display in de RUN-mode de door u geparame-
treerde meldtekst (actuele waarde, tekst, tijd, datum) weer-
gegeven.
Bevestiging gedeactiveerd (Quit = Off):
Als de toestand aan de ingang En van 1 naar 0 wisselt,
wordt de meldtekst verwijderd.
Bevestiging geactiveerd (Quit = On):
Als de toestand aan de ingang En van 1 naar 0 wisselt,
blijft de meldtekst staan, totdat deze met de toets OK wordt
bevestigd. Zolang En de toestand 1 behoudt, kan de meld-
tekst niet worden bevestigd.
Werden er meerdere meldtekst-functies met En=1 geacti-
veerd, dan wordt de meldtekst weergegeven, die de hoog-
ste prioriteit (0=laagste, 30=hoogte) heeft. Dat betekent
ook, dat een nieuw geactiveerde meldtekst alleen dan
wordt getoond als zijn prioriteit hoger is dan de prioriteit
van de tot dus ver geactiveerde meldteksten.
Als een meldtekst werd gedeactiveerd of bevestigd, wordt
automatisch de tot dus ver geactiveerde meldtekst met de
hoogste prioriteit getoond.
Een wissel tussen de indicatie in de RUN–modus en het
meldtekst–display is met de toetsen en mogelijk.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 185
LOGO! functies

Voorbeeld
Zo kunnen twee meldteksten worden weergegeven:

Indicatieveld van LOGO! in RUN

Motor 5
STOPP UM
10:12 Voorbeeld: meldtekst met prioriteit 30
!!Aktion!!

Toets

Motor 2
3000
Stunden Voorbeeld: meldtekst met prioriteit 10
WARTUNG!

Toets

Datum en momentele tijd


Mo 09:00 (alleen bij varianten met klok).
2003-01-27

Parametrering ingang P
Zo parametreert u de prioriteit en de bevestiging (bedrijfs-
modus Programmeren):
“+” betekent: parameter en actuele
B33 + waarden kunnen in een geactiveerde
Priority meldtekst worden gewijzigd
00 Prioriteit

Quit=Off Toestand van de bevestiging

1. Prioriteit op 1 verhogen: Cursor op ’0’ + toets


2. naar ’Quit’ wisselen: toets
3. ’Quit’ activeren: toetsen of
LOGO! toont:

LOGO!-Handboek
186 A5E00228752-01
LOGO! functies

B33 +
Priority
01 Prioriteit 1
Quit=On Toestand van de bevestiging ’On’

4. Gegevens bevestigen OK-toets


Weer te geven parameters of actuele waarden
De volgende parameters of actuele waarden kunnen in een
meldtekst worden weergegeven:

Speciale functie Parameters of actuele


waarden, die in een meld-
tekst kunnen worden weer-
gegeven
Tijden
Vertraagde inschakeling T, Ta
Vertraagde uitschakeling T, Ta
Vertraagde in–/uitschake- Ta, TH, TL
ling
Vertraagde inschakeling T, Ta
met accumulatie
Sleepcontact T, Ta
(impulsuitvoer)
Sleepcontact met flankover- Ta, TH, TL
brugging
Asynchrone impulsgever Ta, TH, TL
Toevalsgenerator TH, TL
Trappenlichtschakelaar Ta, T, T!, T!L
Comfortschakelaar Ta, T, TL, T!, T!L
Weekschakelklok 3*On/Off/Tag
Jaarschakelklok On, Off

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 187
LOGO! functies

Speciale functie Parameters of actuele


waarden, die in een meld-
tekst kunnen worden weer-
gegeven
Teller
Voor– achterwaartsteller Cnt, On, Off
Bedrijfsurenteller MI, Q, OT
Drempelwaardeschakelaar fa, On, Off, G_T
Analoog
Analoge On, Off, A, B, Ax
drempelwaardeschakelaar
Analoge differentie- On, , A, B, Ax, Off
drempelwaardeschakelaar
Analoge comparator On, Off, A, B, Ax, Ay, A
Analoge waardebewaking , A, B, Ax, Aen
Analoge versterker A, B, Ax
Andere
Houdrelais –
Stroomstootrelais –
Meldteksten –
Softwareschakelaar On/Off
Schuifregister –

Parameterwijziging in een geactiveerde meldtekst


Parameters en actuele waarden kunnen in een geacti-
veerde meldtekst worden gewijzigd als u dat parametreert
door in de eerste regel een “+” in te voeren. Wilt u dat niet
toelaten, voert u een “–” in.
Is de meldtekst actief, komt u met de toets ESC in de wijzi-
gingsmodus.

LOGO!-Handboek
188 A5E00228752-01
LOGO! functies

Wenk
U moet de toets ESC tenminste 1 seconde lang gedrukt
houden

Met de toetsen en selecteert u de gewenste regel (u


kunt alleen de regels met parameters selecteren). Druk op
OK, om de parameter te wijzigen. Gebruik daarvoor de
toetsen , , en .
Met OK worden de wijzigingen overgenomen. U kunt nu
nog verdere parameters in de meldtekst wijzigen (indien
aanwezig). Met ESC verlaat u de bewerkingsmodus.
Toetsdruksimulatie in een geactiveerde meldtekst
U kunt de 4 cursortoetsen C , C , C  en C  in een
geactiveerde meldtekst activeren. Daartoe moet u op de
ESC–toets drukken en houden en bovendien op de gewen-
ste cursortoets drukken.
Parameterinstelling Par
Zo parametreert u de meldtekst (Bedrijfsmodus Program-
meren):

.. Parametreervenster voor Par

..
..
..
Met de toets kiest u een regel uit, die een meldtekst dient
te bevatten.
Met de toetsen en selecteert u de gewenste soort van
de meldtekst (Text, Par, Time...). Met OK bevestigen.
Bij de keuze van “Text” of “Par” moet u nog verdere invoe-
ren uitvoeren:
Met de toetsen en selecteert u de letter die moet ver-
schijnen. Tussen de afzonderlijke posities kunt u de cursor
verplaatsen met de toetsen en .

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 189
LOGO! functies

De lijst met verschillende beschikbare karakters is dezelfde


als bij de schakelprogrammanaam. Een font vindt u in het
hoofdstuk 3.6.4.
Met OK worden de wijzigingen overgenomen, door te druk-
ken op de toets ESC verlaat u de bewerken-modus.
Om in een regel een parameter (bijv.: weergave van een
meet- of functiewaarde) als meldtekst uit te voeren, selec-
teert u deze regel met de toets en drukt op de toets :

Par
..
..
..
Door op de OK-toets te drukken komt u in de bewerkings-
modus.

B01>T

Met de toetsen en kiest u tussen de te tonen blokken


en de betreffende parameters.
Met de toetsen en kiest u het blok of de te tonen para-
meter uit.
Om de parameter te selecteren, drukt u op OK.
Door op de ESC-toets te drukken verlaat u de parametreer-
modus. Hierbij worden uw wijzigingen overgenomen.

LOGO!-Handboek
190 A5E00228752-01
LOGO! functies

4.4.24 Softwareschakelaar
Korte beschrijving
Deze logische functie heeft de werking van een mechani-
sche knop resp. schakelaar.

Symbool bij Schakeling Beschrijving


LOGO!
Ingang En Een wisseling van de toestand
En van 0 naar 1 aan de ingang
Par Q
En (Enable) schakelt de uit-
gang Q in, indien daarnaast in
de bedrijfsmodus Parametre-
ren ’Switch=On’ werd beve-
stigd.
Parameter Bedrijfsmodus Programmeren:
En Laat de keuze of de functie als
Par Q
knop voor een cyclus of als
schakelaar wordt gebruikt.
Start: On- of Off-toestand, die
in de eerste cyclus bij de
programmastart wordt
overgenomen, als rema-
nentie uitgeschakeld is.
Remanentie:
/ = geen remanentie
R = de toestand wordt rema-
nent opgeslagen.
Bedrijfsmodus Parametreren
(RUN-mode):
Switch: schakelt de toets resp.
schakelaar in of uit.
Parameter
En
Par Q Par
Uitgang Q Schakelt in, indien En=1 en
Switch=On met OK werd be-
vestigd.

Afleveringstoestand
In afleveringstoestand is ’Par’ op ’knop’ ingesteld.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 191
LOGO! functies

Timingdiagram
En

Switch

Functiebeschrijving
Wanneer de ingang En gezet wordt en in de bedrijfsmodus
Parametreren de parameter ’Switch’ in de stand ’On’ ge-
schakeld en met OK bevestigd is, schakelt de uitgang in.
Dit is onafhankelijk van het feit of de functie als schakelaar
of als knop werd geparametreerd.
De uitgang wordt in de volgende drie gevallen op ’0’ terug-
gezet:
 Indien de toestand aan de ingang En van 1 naar 0 wis-
selt.
 Indien de functie als knop geparametreerd werd en na
het inschakelen een cyclus is afgelopen.
 Indien in de bedrijfsmodus parametreren de parameter
’Switch’ in de stand ’Off’ geschakeld en met OK werd
bevestigd.
Is remanentie niet ingeschakeld, wordt na een netuitval de
uitgang Q in afhankelijkheid van de parametrering van de
“Start”-parameter gezet of teruggezet.
Parameterinstelling Par
Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren (voorbeeld):
1. Kies de functie ’Softwareschakelaar’ uit.
2. Bepaal de ingang En en bevestig met de toets OK. De
cursor bevindt zich nu onder ’Par’.
3. Naar de invoermodus van de ’Par’ wisselen: Toets OK
(de cursor bevindt zich dan op ’On’)

LOGO!-Handboek
192 A5E00228752-01
LOGO! functies

B33 +/ De toestand is niet remanent


On= Functie als ’Toets’ ingesteld
Q is in de eerste cyclus na de
Start=On programmastart ingeschakeld

Zo verandert u ’Par’ in ’Schakelaar’ en wijzigt u de toestand


in de eerste cyclus bij de programmastart.:
4. Tussen ’Knop’ en ’Schakelaar’ wisselen:
toetsen of

B33 +/ De toestand is niet remanent


On/Off Functie als ’Schakelaar’

Start=On Q is in de eerste cyclus na de


programmastart ingeschakeld

5. Wisselen op de start-toestand: toetsen of


6. Start-toestand wijzigen: toetsen of

B33 +/ De toestand is niet remanent


On/Off Functie als ’Schakelaar’

Start=Off Q is in de eerste cyclus na de


programmastart uitgeschakeld

7. Gegevens bevestigen: Toets OK


Weergave in de bedrijfsmodus Parametreren (voorbeeld):
Hier kunt u de parameter ’Switch’ in- en uitschakelen (On/
Off). In RUN toont LOGO! het volgene display:

B33

Hier is de toets/schakelaar uitge-


Switch=Off schakeld

Hier kunt u de parameter ’Switch’ in- en uitschakelen (On/


Off). In RUN toont LOGO! het volgende display:

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 193
LOGO! functies

Stel u wilt ’Switch’ inschakelen (On).


1. Naar de invoermodus wisselen: Toets OK
(de cursor bevindt zich dan op ’Off’)
2. Van ’Off’ naar ’On’ wisselen: toetsen of
3. Gegevens bevestigen: OK-toets

B33

Hier is de toets/schakelaar inge-


Switch=On schakeld

LOGO!-Handboek
194 A5E00228752-01
LOGO! functies

4.4.25 Schuifregister
Korte beschrijving
Met de functie schuifregister kunt u de waarde van een in-
gang uitlezen en bitgewijs verschuiven. De waarde van de
uitgang komt overeen met de waarde van de geparame-
treerde schuifregisterbit. De schuifrichting kan via een bij-
zondere ingang worden veranderd.

Symbool bei Schakeling Beschrijving


LOGO!
Ingang In Ingang, waarvan de waarde
bij de start van de functie
wordt uitgelezen.
Ingang Trg Met de stijgende flank (wis-
sel van 0 naar 1) aan de in-
gang Trg (Trigger) start u de
speciale functie. Een wissel
van de toestand van 1 naar
0 is niet relevant.
Ingang Dir Via de ingang Dir geeft u de
schuifrichting voor de
schuifregisterbits S1...S8
aan:
Dir = 0: opwaarts schuiven
(S1 >> S8)
Dir = 1: afwaarts schuiven
(S8 >> S1)

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 195
LOGO! functies

Symbool bei Schakeling Beschrijving


LOGO!
Parameter Schuifregisterbit, dat de
waarde van de uitgang Q
bepaalt.
Mogelijke instelling:
S1 ... S8
Remanentie:
/ = geen remanentie
R = de toestand wordt re-
manent opgeslagen.
Uitgang Q De waarde van de uitgang
komt overeen met de
waarde van de geparame-
treerde schuifregisterbit.

Functiebeschrijving
Met de stijgende flank (wissel van 0 naar 1) aan de ingang
Trg (Trigger) leest de functie de waarde van de ingang In
in.
Afhankelijk van de schuifrichting wordt deze waarde in de
schuifregisterbits S1 of S8 overgenomen.
 Opwaarts schuiven: S1 neemt de waarde van de ingang
In over; de voorafgaande waarde van S1 wordt naar S2
verschoven; de voorafgaande waarde van S2 wordt
naar S3 verschoven; etc.
 Afwaarts schuiven: S8 neemt de waarde van de ingang
In over; de voorafgaande waarde van S8 wordt naar S7
verschoven; de voorafgaande waarde van S7 wordt
naar S6 verschoven; etc.
Aan de uitgang Q wordt de waarde van de geparame-
treerde schuifregisterbit uitgevoerd.
Is remanentie niet ingeschakeld, begint na een netuitval de
schuiffunctie opnieuw bij S1 resp. S8. Ingeschakelde rema-
nentie geldt steeds voor alle schuifregisterbits.

LOGO!-Handboek
196 A5E00228752-01
LOGO! functies

Wenk
U kunt de speciale functie Schuifregister slechts eenmaal
in het schakelprogramma gebruiken.

Timingdiagram
In
Trg
Q
Dir

S1 0 1 0 1 1 0 1
S2 0 0 1 0 1 1 1
S3 0 0 0 1 0 1 0
S4 0 0 0 0 1 0 1 S4 = Q (voorbeeld)
S5 1 0 0 0 0 1 0
S6 1 1 0 0 0 0 0
S7 0 1 1 0 0 0 0
S8 0 0 1 1 0 0 1
opwaarts afwaarts
schuiven schuiven

Parameterinstelling Par
Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren:
B3 R Remanentie ingeschakeld

Q=S8 Voorinstelling

Toets drukken
B3 R
Q=S7
etc. Ter keuze staan S8...S1.

In de bedrijfsmodus Parametreren kan deze speciale func-


tie niet worden geselecteerd.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 197
LOGO! functies

LOGO!-Handboek
198 A5E00228752-01
5 LOGO! parametreren
Onder parametreren verstaan wij het instellen van de para-
meters van blokken. U kunt vertragingstijden van tijdfunc-
ties, schakeltijden van de schakelklokken, de drempel-
waarde van een teller, het controle-interval van een
bedrijfsurenteller en de in- en uitschakeldrempels van de
drempelwaardeschakelaar instellen.
De parameters kunt u instellen
 in de modus Programmeren of
 in de modus Parametreren.
In de modus Programmeren stelt de programmeur van het
schakelprogramma de parameters in.
Wij hebben de modus Parametreren ingevoegd, opdat pa-
rameters zouden kunnen worden gewijzigd zonder dat het
programma hoeft te worden veranderd. Op deze manier
kan b.v. een gebruiker parameters veranderen, zonder
naar de bedrijfsmodus Programmeren te hoeven wisselen.
Het voordeel: Het programma (en zodoende de schake-
leing) blijft beschermd en kan toch door de gebruiker vol-
gens instellingen worden aangepast.

Wenk
In de modus Parametreren werkt LOGO! het programma
verder af.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 199
LOGO! parametreren

5.1 Overgaan naar de modus Parametreren


In de RUN-mode en om naar de bedrijfsmodus Parametre-
ren te wisselen, drukt u op de toets ESC:

Mo 09:00 ... ESC drukken


2003-01-27

Wenk
Voor vroegere toestelversies tot 0BA2 geldt:
 In de bedrijfsmodus Parametreren komt u door gelijktij-
dig drukken van de twee toetsen ESC en OK.

LOGO! wisselt in de bedrijfsmodus Parametreren en toont


het Parametreermenu:
>Stop
Set Param
Set Clock
Prg Name
Verklaring van de 4 menu-items (opties) in het parametreermenu
 Stop
Onder dit menu-item zult u uw programma stoppen en dien
ten gevolge naar de bedrijfsmodus Programmeren in het
hoofdmenu wisselen. Ga als volgt te werk:
1. Verplaats de ’>’ naar ’Stop’: toetsen of
2. neem ’Stop’ over: OK-toets

LOGO!-Handboek
200 A5E00228752-01
LOGO! parametreren

Stop Prg
>No
Yes

3. Verplaats de ’>’ naar ’Yes’: toetsen of


4. Bevestig ’Yes’: OK-toets
LOGO! toont het hoofdmenu in de bedrijfsmodus Program-
meren:
LOGO! keert terug naar het hoofdmenu:
>Program..
PC/Card..
Clock..
Start
 Set Param
De verschillende parameters worden in de volgende para-
grafen 5.1.1 t/m 5.1.3 toegelicht.
 Set Clock
Het menu-item ’Set Clock’ wordt alleen uithgevoerd, indien
u LOGO! met klok hebt (LOGO!..C). Via ’Set Clock’ zet u
de klok van LOGO!. Nadere informatie hieromtrent in para-
graaf 5.2.
 Prg Naam
Onder dit menu-item kunt u de naam van uw schakelpro-
gramma alleen lezen. In de bedrijfsmodus Parametreren is
het niet mogelijk de schakelprogrammanaam te wijzigen.
(Zie hoofdstuk 3.6.4.)

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 201
LOGO! parametreren

5.1.1 Parameter

Wenk
De volgende verklaring over de parameters veronderstelt,
dat in de bedrijfsmodus Programmeren de vooraf inge-
stelde beveiligingswijze (”+”) werd behouden. Dat is voor-
waarde voor de indicatie en het wijzigen van parameters in
de bedrijfsmouds Parametreren! Zie hoofdstuk 4.3.5 en het
voorbeeld op pagina 72.

Parameters zijn:
 vertragingstijden van een tijdrelais
 schakeltijden (nokken) van een schakelklok
 drempelwaarden voor een teller
 bewakingstijden voor een bedrijfsurenteller
 schakeldrempels voor een drempelwaardeschakelaar
Elke parameter wordt gekenmerkt door het bloknummer en
de parameterafkorting. Voorbeelden:
B01:T

bloknummer parameterafkor-
ting

 T: ...is een instelbare tijd.


 MI: ...is een instelbaar tijdsinterval.

Wenk
Met LOGO!Soft Comfort kunt u de blokken ook namen toe-
wijzen (zie hoofdstuk 7 voor verdere informatie).

LOGO!-Handboek
202 A5E00228752-01
LOGO! parametreren

5.1.2 Selecteren van de parameters


Om een parameter te selecteren, moet u als volgt te werk
gaan:
1. Kies in het parametreermenu de optie ’Set Param’
toetsen of
Stop
>Set Param
Set Clock
Prg Name
2. Druk op de OK-toets
LOGO! toont de eerste parameter. Kunt u geen parame-
ter instellen, dan kunt u met ESC terugspringen in het
parametreermenu.
Bloknummer
B9 1 Displaynummer bij functies met
meerdere displays
T =60:00s de ingestelde waarde van de
parameter T (tijd)
de in LOGO! actuele
Ta =06:00s waarde van de tijd

No Param Geen parameter veranderbaar:


ESC voert terug in het
Press ESC parametreermenu

3. Kies nu de gewenste parameter:


toetsen of
LOGO! laat u telkens een parameter zien in een eigen
venster.
4. Als u een parameter wilt wijzigen, selecteer die parame-
ter dan en druk op de OK-toets.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 203
LOGO! parametreren

5.1.3 Wijzigen van de parameters


Om een parameter te wijzigen, moet u die parameter eerst
selecteren (zie hoofdstuk 5.1.2).
U kunt de waarde van de parameter op dezelfde manier
wijzigen zoals u hem in de modus Programmeren hebt in-
gevoerd:
1. Cursor naarde plaats bewegen waar u iets wilt
veranderen: toetsen of
2. Waarde op de plaats veranderen: toetsen of
3. Waarde overnemen: OK-toets
Wijzigen: toets  of 
B9
T =80:00s Bewegen: toets  of 

Ta =06:00s Klaar: toets OK

Wenk
Bij het wijzigen van de tijdparameter in de RUN-mode is
ook een wijziging van de tijdbasis mogelijk (s = seconden,
m = minuten, h = uren). Dat geldt niet als de tijdparameter
een resultaat van een andere functie is (zie bijv. hoofdstuk
4.4.1). In dat geval kunt u noch de waarde noch de tijdba-
sis wijzigen.
Bij het wijzigen van de tijdbasis wordt de actuele waarde
van de tijd op 0 teruggezet.

Actuele waarde van een tijd T


Als u in de modus Parametreren een tijd T gaat bekijken,
dan ziet dat er als volgt uit:

B9
T =80:00s geparametreerde tijd T

Ta =06:00s actuele tijd Ta

De geparametreerde tijd T kunt u wijzigen.

LOGO!-Handboek
204 A5E00228752-01
LOGO! parametreren

Actuele waarde van de schakelklok


Indien u in de bedrijfsmodus Parametreren een nok van
een tijdschakelkok bekijkt, dan ziet dat er bijvoorbeeld als
volgt uit:

B1 1
D=M–W–F––
On = 09:00
Off=10:00
Het in- en uitschakeltijdstip (On, Off) en de dag kunt u wijzi-
gen.
Actuele waarde van een teller
Indien u in de parametreermodus de parameter van een
teller bekijkt, dan ziet dat er als volgt uit:

B3 B3
of
On =001234 On =123456
Off=000000 OffB021
actuele
Cnt=000120 getal-
Cnt=000120
waarde

De in- en uitschakeldrempel (On, Off) kunt u wijzigen. Dat


geldt niet als de in– of uitschakeldrempel een resultaat van
een andere functie is (in het voorbeeld B21, zie hoofdstuk
4.4.13).
Actuele waarde van een bedrijfsurenteller
Indien u in de bedrijfsmodus Parametreren de parameters
van een bedrijfsurenteller bekijkt, dan ziet dat er als volgt
uit:

B16
MI = 0100h Tijdsinterval

MN = 0017h resterende tijd

OT =00083h verstreken bedrijfsuren

Het geparametreerde tijdsinterval MI kunt u wijzigen.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 205
LOGO! parametreren

Actuele waarde van een drempelwaardeschakelaar


Indien u in de bedrijfsmodus Parametreren de parameter
van een drempelwaardeschakelaar bekijkt, dan ziet dat er
als volgt uit:

B15
On =0009 Inschakeldrempel
Off =0005 Uitschakeldrempel

fa =0010 gemeten waarde

De in- en uitschakeldrempel (On, Off) kunt u wijzigen.

LOGO!-Handboek
206 A5E00228752-01
LOGO! parametreren

5.2 Kloktijd en datum instellen (LOGO! ... C)


De kloktijd en de datum kunt u
 in de modus Parametreren of
 in de bedrijfsmodus Programmeren zetten.
Kloktijd en datum in de bedrijfsmodus Parametreren zetten:
1. Ga naar de bedrijfsmodus Parametreren
(Zie hoofdstuk 5.1)
2. Kies in het parametreermenu ’Set Clock’ (toetsen of
) en druk op de toets OK.

Set Clock
De cursor staat op de
Mo 15:30 weekdag.
YYYY-MM-DD
2003-01-27
3. Kies de weekdag uit: toetsen of
4. Verplaats de cursor naar de volgende positie:
toetsen of
5. Wijzig de waarde op die plaats: toetsen of
6. Stel de klop op de juiste tijd in, stappen 4 en 5 herhalen
7. Stel de datum correct in, stap 4 en 5 herhalen
8. Sluit de invoer af: OK-toets
Kloktijd en datum in de bedrijfsmodus Programmeren zetten:
1. Ga naar de bedrijfsmodus Programmieren (ESC /
>Stop). (Zie hoofdstuk 3.6.1.)
2. Kies in het hoofdmenu ’Clock..’ (toetsen of ) en druk
op OK.
3. Kies in het klokmenu ’Set Clock’ (toetsen of )
en druk op de toets OK.
Zoals hierboven (vanaf stap 3.) beschreven, kunt u nu de
weekdag, de kloktijd en de datum instellen.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 207
LOGO! parametreren

LOGO!-Handboek
208 A5E00228752-01
6 LOGO! Programmamodule
U kunt in LOGO! maar één programma in het geheugen
behouden. Wilt u het programma wijzigen of een volgend
programma schrijven, zonder het eerste programma te wis-
sen, dan moet u dat ergens archiveren. Een van de moge-
lijkheden bestaat in het gebruik van programmamodules/
Cards.
Het programma dat in LOGO! is opgeslagen, kunt u op een
programmamodule/Card kopiëren. Deze programmamo-
dule/Card kunt u dan in een andere LOGO! steken om zo
het programma naar de andere LOGO! te kopiëren. Via de
programmamodule/Card kunt u:
 programma’s archiveren
 programma’s verveelvoudigen
 programma’s per post versturen
 Programma’s op kantoor schrijven, testen en vervolgens
in een LOGO! in de schakelkast sturen.
LOGO! wordt met een afdekkap geleverd. De programma-
module/Card wordt afzonderlijk van het apparaat geleverd.

Wenk
Voor het programma in uw LOGO! hebt u geen module
voor permanente beveiliging nodig.
Bij de beëindiging van de modus Programmeren is het
LOGO!-programma reeds permanent opgeslagen.

Hierna stellen wij u de programmamodule (Card) voor, die


u voor LOGO! kunt aankopen. Het kan het complete scha-
kelprogrammageheugen van een LOGO! opnemen.
Bestelnummer zie appendix.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 209
LOGO! Programmamodule

Compatibiliteit
... onder actuele varianten (0BA4-toestellen):
Een programmamodule (Card), die in een 0BA4-variante
werd beschreven, kan in alle andere 0BA4-varianten wor-
den gelezen.
... onder voorloperversies (0BA0- tot 0BA3-toestellen):
Een programmamodule (Card), die in een voorloperversie
(0BA0-0BA3-Geräte) werd beschreven, kan in de
LOGO!-toestellen van de 0BA4-generatie niet meer worden
gebruikt. Als bij een Net-Aan een ’oude’ programmamodule
(Card) in de LOGO! steekt, verschijnt op het display “Card
unknown / Press ESC”.
Ebenzo kan omgekeerd de 0BA4 programmmodule (Card)
bij de LOGO!-toestellen 0BA0 tot 0BA3 niet worden ge-
bruikt.
Opwaartse compatibiliteit van schakelprogramma’s
Schakelprogramma’s voor de voorloperversies 0BA0-0BA3
kunt u alleen met LOGO!Soft Comfort in 0BA4 overnemen.

LOGO!-Handboek
210 A5E00228752-01
LOGO! Programmamodule

6.1 Veiligheidsfunctie (CopyProtect)


Principieel wordt onderscheiden tussen een programma-
module (Card) met of zonder schakelprogramma en ko-
pieerbeveiliging.
Niet beveiligde programmamodule (Card)
U kunt schakelprogramma’s zonder beperkingen bewerken
en van de programmamodule (Card) in het toestel overdra-
gen en omgekeerd.
Beveiligde programmamodule (Card)
Een schakelprogramma is beveiligd als het door de pro-
grammamodule (Card) in de LOGO! wordt overgedragen.
Opdat een beveiligd schakelprogramma loopt, moet de be-
veiligde programmamodule (Card) gedurende de gehele
looptijd in LOGO! gestoken blijven, d.w.z. het schakelpro-
gramma op de programmamodule (Card) kan niet in ver-
schillende LOGO!–toestellen worden gekopieerd.
Bovendien kan een beveiligd schakelprogramma niet wor-
den bewerkt.
Een schakelprogramma met paswoord wordt niet meer
beveiligd als het juiste paswoord wordt ingevoerd, d.w.z.
het bewerken van het schakelprogramma en het trekken
van de module zijn dan mogelijk.

Wenk
Als u een schakelprogramma voor een beveiligde pro-
grammamodule (Card) aanmaakt en het later wilt wijzigen,
moet u reeds bij het aanmaken van het schakelprogramma
een paswoord toewijzen (zie hoofdstuk 3.6.5).

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 211
LOGO! Programmamodule

Samenspel tussen paswoord en veiligheidsfunctie

Paswoord Bescher- Bewerken Kopiëren Wissen


ming
(Protect)
– – Ja Ja Ja
Ja – Ja, met Ja Ja, met
paswoord paswoord
– Ja Nee Nee Ja
Ja Ja Ja, met Ja, met Ja, met
paswoord paswoord paswoord

Veiligheidsfunctie toewijzen
De toewijzing, of bij de programmamodule (Card) schakel-
programmabeveiliging en kopieerbeveiliging actief zijn,
kunt u in de bedrijfsmodus Programmeren onder het
menu–item “Card” uitvoeren.
1. Schakel LOGO! in de bedrijfsmodus Programmeren
(ESC / >Stop).
2. U bevindt zich nu in het hoofdmenu. Kies het menu–
item ’Card’: toetsen of
3. ’Card’ overnemen: toets OK
4. ’>’ op ’CopyProtect’ bewegen: toetsen of
5. ’CopyProtect’ overnemen: toets OK
LOGO! toont het volgende display:

>No
Yes
CopyProtect:
No
De actuele instelling van de veiligheidsfunctie wordt in de
onderste regel getoond. In de uitleveringstoestand is deze
instelling uitgeschakeld (”No“: gedeactiveerd).

LOGO!-Handboek
212 A5E00228752-01
LOGO! Programmamodule

Veiligheidsfunctie activeren
U wilt de veiligheidsfunctie activeren:
1. ’>’ op ’Yes’ bewegen: toetsen of
2. ’Yes’ bevestigen: toets OK
LOGO! toont het volgende display:

>No
Yes
CopyProtect:
Yes

Wenk
Hiermee genereert u een programmamodule (Card) met
schakelprogrammabeveiliging en kopieerbeveiliging; het
schakelprogramma zelf moet afzonderlijk door LOGO! op
de programmamodule (Card) worden overgedragen (dat is
ook vooraf mogelijk).
De toestand “No” (veiligheidsfunctie gedeactiveerd) kan
altijd in de toestand “Yes” (veiligheidsfunctie geactiveerd)
worden gewijzigd.
De toestand “Yes” (veiligheidsfunctie geactiveerd) kan al-
leen dan in de toestand “No” (veiligheidsfunctie gedeacti-
veerd) worden gewijzigd, als zich op de programmamodule
(Card) geen schakelprogramma bevindt.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 213
LOGO! Programmamodule

6.2 Programmamodule (Card) verwijderen en


aanbrengen
Als u een programmamodule (Card) met schakelprogram-
mabeveiliging en kopieerbeveiliging verwijdert, dient u het
volgende in acht te nemen: het op de programmamodule
(Card) opgeslagen schakelprogramma loopt alleen wan-
neer de programmamodule (Card) er ingestoken is en ge-
durende de gehele looptijd ingestoken blijft.
Als de programmamodule (Card) wordt verwijderd, meldt
LOGO! ’No Program’. De verwijdering van de programma-
module (Card) tijdens het bedrijf heeft ongeoorloofde be-
drijfstoestanden tot gevolg.
In ieder geval echter dient u de volgende wenken in acht te
nemen:

Waarschuwing
! Pak niet met een vinger, een metalen of geleidend voor-
werp in de open schacht van de Programm-module/card.
De bus voor de programma-module/card kan bij het ver-
wissleen van L1 en N onder spanning staan.
Het vervangen van de programmamodule/Card mag alleen
door een vakman gebeuren.

LOGO!-Handboek
214 A5E00228752-01
LOGO! Programmamodule

Programmamodule verwijderen
Zo kunt u de programmamodule/Card verwijderen:

Steek voorzichtig een schroevendraaier in de sleuf van het


bovenste gedeelte van de programmamodule/Card en haal
de programmamodule/Card een stukje uit de schacht.
U kunt de programmamodule/Card nu verwijderen.
Programmamodule/Card insteken
De schacht voor de programma-module/card is aan de
rechterkant onderaan afgeschuind. De programma-module/
card heeft eveneens een afgeschuinde kant.Op die manier
wordt voorkomen dat u de programma-module/card er ver-
keerd om insteekt. Steek de programma-module/card in de
schacht, tot deze vergrendelt.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 215
LOGO! Programmamodule

6.3 LOGO! op de module kopiëren


Ga als volgt te werk om een programma op de programma-
module/Card te kopiëren:
1. Schuif de programmamodule/Card in de schacht
2. Schakel LOGO! in de bedrijfsmodus Programmeren
(ESC / >Stop).
>Program.. LOGO!-hoofdmenu
Card..
Clock..
Start
3. U bevindt zich nu in het hoofdmenu. Kies het menu–
item ’Card’: toetsen of
4. Druk op OK. U komt in het Transfermenu.

> "Card
Card" = LOGO!
CopyProtect

5. Verplaats de ’>’ op ’LOGO ³ Card’ (indien nodig)


toetsen of
6. Druk u op OK. U komt nu in het Transfermenu
LOGO! kopieert nu het schakelprogramma op de program-
mamodule/Card.

LOGO!-Handboek
216 A5E00228752-01
LOGO! Programmamodule

Nadat LOGO! klaar is met kopiëren, bevindt u zich automa-


tisch in het hoofdmenu:
>Program..
Card..
Clock..
Start
Nu staat het schakelprogramma ook op de programmamo-
dule/Card. U kunt de programmamodule/Card verwijderen.
Niet vergeten: Afdekklep er weer opsteken.
Indien het net uitvalt, terwijl LOGO! kopieert, moet u na te-
rugkeer van de netstroom het programma nogmaals ko-
piëren.

Wenk
Indien het programma in LOGO! d.m.v. een paswoord X
beveiligd is, wordt - na het kopieren - het programma in de
module/card met hetzelfde paswoord x beveiligd.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 217
LOGO! Programmamodule

6.4 Kopiëren van de programmamodule naar


LOGO!
U hebt een programmamodule/Card waarop uw pro-
gramma staat. U kunt dat programma op twee manieren
naar LOGO! kopiëren:
 Automatisch kopiëren bij het opstarten van LOGO!
(STROOM-AAN) of
 Via het menu “Card” van LOGO!.

Wenk
Indien het programma in de module/card met een pas-
woord X beveiligd is, wordt - na het kopiëren - het pro-
gramma in de LOGO! met hetzelfde paswoord X beveiligd.

Automatisch kopiëren bij het opstarten van LOGO!


Ga daarvoor als volgt te werk:
1. Schakel de stroomvoorziening van LOGO! uit
(STROOM-UIT)
2. Verwijder de schachtafdekking.
3. Schuif de programmamodule/Card in de daarvoor be-
stemde schacht.
4. Schakel de stroomvoorziening van LOGO! weer in.
Resultaat: LOGO! kopieert het programma van de pro-
gramma-module/card naar LOGO!. Zodra LOGO! met het
kopiëren klaar is, geeft LOGO! het hoofdmenu weer:

>Programma..
Card..
Clock..
Start

LOGO!-Handboek
218 A5E00228752-01
LOGO! Programmamodule

Wenk
Voordat u LOGO! in de RUN-mode schakelt, moet u er
zich van overtuigen dat er van de installatie die u met
LOGO! bestuurt, geen gevaar uitgaat.

1. Verplaats de ’>’ naar Start: toetsen of


2. Druk op de OK-toets
Kopiëren via het menu “Card”
Let op hoofdstuk 6.2 voor het verwisselen van de program-
mamodule (Card).
Zo kopieert u een programma van de programmamodule
(Card) naar LOGO!:
1. De programmamodule/Card insteken
2. Schakel LOGO! in de modus Programmeren (ESC /
>Stop).

>Program..
Card..
Clock..
Start
3. Verplaats de ’>’ op ’Card’: toetsen of
4. Druk op OK. U komt nu in het Transfermenu.
5. Verplaats de ’>’ naar ’Card ³ LOGO’:
Tasten of

"Card
>Card" = LOGO!
CopyProtect

6. Druk op OK.
LOGO! kopieert het programma van de programmamodule/
Card naar LOGO!. Als LOGO! klaar is met kopiëren, bent u
automatisch in het hoofdmenu.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 219
LOGO! Programmamodule

LOGO!-Handboek
220 A5E00228752-01
7 LOGO!-Software
Als programmeringspakket voor de PC is het programma
LOGO!Soft Comfort verkrijgbaar. U ontvangt met de soft-
ware de volgende diensten:
 grafische off–line-aanmaak van uw schakelprogramma
als Ladder Diagram (contactschema / stroomloop-
schema) of als Function Block Diagram (functieschema)
 Simulatie van uw schakelprogramma op de computer
 Genereren en afdrukken van een overzichtplan van de
schakeling
 Gegevensbeveiliging van het programma op de harde
schijf of op een andere gegevensdrager
 Vergelijken van schakelprogramma’s
 comfortabele parametrering van de blokken
 Overdragen van het schakelprogramma
– van LOGO! naar de PC
– van de PC naar LOGO!
 Aflezen van de bedrijfsurenteller
 Kloktijd instellen
 Zomer-/wintertijdomstelling
 Online-test: indicatie van toestanden en actuele waar-
den van LOGO! in de RUN-mode:
– Toestanden van alle digitale ingangen, -uitgangen,
merktekens, schuifregisterbits en cursortoetsen
– Waarden van alle analoge ingangen, -uitgangen en
merktekens
– Resultaten van alle blokken
– Actuele waarden (inclusief tijden) van geselecteerde
blokken
 Stoppen van de afwerking van het schakelprogramma
vanuit de PC (STOP).

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 221
LOGO!-Software

Het alternatief
Met LOGO!Soft Comfort krijgt u dus een alternatief gebo-
den voor de traditionele planning:
1. Eerst en vooral ontwikkelt u uw schakelprogramma aan
uw schrijftafel
2. U simuleert het schakelprogramma in de computer en
controleert de functionaliteit ervan nog voordat het scha-
kelprogramma effectief wordt ingezet
3. U kunt het schakelprogramma commenteren en afdruk-
ken.
4. U archiveert uw schakelprogramma’s in uw PC-be-
standssysteem. Daardoor staat een schakelprogramma
bij latere wijzigingen onmiddellijk opnieuw ter beschik-
king.
5. U transfereert het schakelprogramma met enkele toets-
drukken naar LOGO!.
LOGO!Soft Comfort
Met LOGO!Soft Comfort kunt u uw schakelprogramma’s
efficiënt, comfortabel en overzichtelijk aan de PC aanma-
ken (”bedraden per toetsdruk“). De programma-aanmaak
geschiedt via “drag and drop” aan de PC. Na het aanma-
ken van het programma kunt u laten analyseren welke
LOGO!-variant voor het kant en klare programma wordt
benodigd of u bepaalt vooraf voor welke LOGO!-variant u
het schakelprogramma wilt aanmaken.
Bijzonder gebruikersvriendelijk is onder andere de off-line-
programmasimulatie, waardoor de gelijktijdige statusweer-
gave van meerdere speciale functies mogelijk is, alsook de
uitgebreide documentatie ervan. Bovendien heeft deze op-
tionele programmeersoftware op CD-ROM een uitgebreide
on-line-help te bieden.
LOGO!Soft Comfort loopt onder Windows 95/98,
Windows NT 4.0, Windows Me, Windows 2000, Win-
dows XP, Linux en Mac OS X. LOGO!Soft Comfort kan
op een server lopen en biedt u maximaal comfort bij de
aanmaak van uw schakelprogramma.

LOGO!-Handboek
222 A5E00228752-01
LOGO!-Software

LOGO!Soft Comfort V4.0


Dat is de actuele versie van LOGO!Soft Comfort. Vanaf
versie 4.0 vindt u alle functies en functionaliteiten weer,
waarover ook de nieuwe toestellen beschikken zoals ze
hier in het handboek zijn beschreven.
Upgrade van LOGO!Soft Comfort V1.0 tot V3.0
De upgrade kan alleen worden geïnstalleerd wanneer er
een volledige versie van LOGO!Soft Comfort V1.0 resp.
V3.0 aanwezig is.
Bestelnummers zie in de appendix E.
Updates & Infos
Onder het in het voorwoord aangegeven internetadres kunt
u gratis upgrades en demoversies van de software down-
loaden.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 223
LOGO!-Software

7.1 LOGO! aan een PC koppelen


PC-kabel aansluiten
Om LOGO! op een PC te kunnen aansluiten, hebt u een
LOGO!-PC-kabel nodig.
(Bestelnr. zie in de appendix E).
Verwijder de afdekkap resp. de programmamodule/card
aan uw LOGO! en sluit de kabel daar aan. Het andere ui-
teinde van de kabel wordt met de seriële interface van uw
PC verbonden.
PC-kabel aan USB-interface aansluiten
Als u PC alleen over USB-interfaces (Universal Serial Bus)
beschikt, hebt u een converter inclusief besturingspro-
gramma nodig, dat de verbinding van de LOGO!-kabel met
de USB-interface van uw PC mogelijk maakt. Neem bij de
installatie van het besturingsprogramma voor de converter
de aanwijzingen van de producent in acht. Let bij de keuze
van het besturingsprogramma erop de versie van uw Win-
dows–bedrijfssysteem juist aan te geven.
LOGO! in de bedrijfsmodus PC LOGO schakelen
1. Schakel LOGO! met/zonder display vanuit de PC in
STOP (zie online-hulp voor LOGO!Soft Comfort) of kies
aan het toestel met display ESC / >Stop en bevestig de
keuze met ’Yes’.
Gedurende LOGO! in STOP en met de PC verbonden is,
worden de volgende PC-commando’s geaccepteerd:
 LOGO! in de RUN-mode schakelen
 Schakelprogramma lezen/schrijven
 Tijd, zomer-/wintertijd lezen/schrijven.

LOGO!-Handboek
224 A5E00228752-01
LOGO!-Software

2. Als u de Upload/Download in STOP start, verschijnt au-


tomatisch de volgende indicatie:

PC = LOGO!

Wenk
Voor vroegere toestelversies met/zonder display tot 0BA3
geldt de automatische omschakeling in de bedrijfsmodus
PC LOGO:
1. Schakel de spanningsvoorziening van LOGO! uit.
2. Verwijder de afdekkap resp. de programmamodule
(Card) en sluit de kabel daar aan.
3. Schakel het net weer in.
LOGO! gaat automatisch in de bedrijfsmodus PC LOGO.
De PC heeft nu toegang tot LOGO!. Hoe dat functioneert
leest u a.u.b. in de online-hulp voor LOGO!Soft Comfort
na.
Voor LOGO!-varianten zonder display zie ook appendix C.

Bedrijfsmodus PC LOGO beëindigen


Na de gegevensoverdracht wordt de verbinding met de PC
automatisch beëindigd.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 225
LOGO!-Software

Wenk
Indien het met LOGO!Soft Comfort aangemaakte pro-
gramma een paswoord heeft, wordt met de ’PC  LOGO’
het programma en het paswoord in LOGO! gekopieerd. Na
het einde van de gegevensoverdracht wordt de paswoor-
dopvraag ingeschakeld.
Het uploaden van een met LOGO! aangemaakt en d.m.v.
een paswoord beveiligd schakelprogramma is alleen na
het invoeren van het passende paswoord in LOGO!Soft
Comfort mogelijk.

LOGO!-Handboek
226 A5E00228752-01
8 Toepassingen
Om u een idee te geven van de veelzijdige toepassingsmo-
gelijkheden van LOGO!, hebben wij voor u enkele toepas-
singen uitgekozen. Voor deze voorbeelden hebben wij het
schakelschema van de oorspronkelijke oplossing nog een
keer opgetekend en er de oplossingen met LOGO! tegeno-
ver gesteld.
U vindt hier oplossingen voor de volgende taakstellingen:
Pagina
Verlichting van trappenhuis of gang . . . . . . . . . . . . . . . 229
Automatische deur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
Ventilatiesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 240
Fabriekspoort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 245
Centraal aansturen en bewaken van meerdere
fabriekspoorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 249
Lichtbanen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 253
Pomp voor gebruikswater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 257
Andere toepassingsmogelijkheden . . . . . . . . . . . . . . . . 261

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 227
Toepassingen

Wenk
De toepassingen van LOGO! staan onze klanten gratis ter
beschikking. De voorbeelden die daarin zijn beschreven
zijn niet-bindend en dienen veeleer als algemene informa-
tie over de toepassingsmogelijkheden van LOGO!. De voor
de klant specifieke oplossing kan heel verschillend zijn.
De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor het reglementair
gebruik van het systeem. Wij verwijzen telkens naar de
geldende specifieke landelijke normen en installatievoor-
schriften met betrekking tot het systeem.
Ofschoon u bij de logische verbindingen (basisfuncties, zie
hoofdstuk 4.2) vier ingangen ter beschikking staan, worden
om redenen van de overzichtelijkheid in de volgende af-
beeldingen maximaal drie ingangen weergegeven. U para-
metreert en programmeert de vierde ingang zoals de an-
dere drie ingangen.
Vergissingen en wijzigingen voorbehouden.

Deze toepassingen - en tips voor andere toepassingen -


vindt u ook onder het in het voorwoord aangegeven inter-
netadres:

LOGO!-Handboek
228 A5E00228752-01
Toepassingen

8.1 Trappenhuis- of gangverlichting

8.1.1 Eisen die aan een trappenhuisverlichting wor-


den gesteld
Aan de verlichtingsinstallatie van een trappenhuis worden
in principe de volgende eisen gesteld:
 Terwijl iemand het trappenhuis betreedt, moet het licht
branden.
 Als zich niemand in het trappenhuis bevindt, moet het
licht uit zijn om energie te sparen.

8.1.2 De tot dusver gebruikte oplossing


Tot nu toe waren twee mogelijkheden bekend om de ver-
lichting in en uit te schakelen:
 met een relais met vergrendeling
 met een trappenlichtautomaat
De bedrading voor de beide verlichtingsinstallaties is de-
zelfde.

ÎÎÎ ÎÎÎ
ÎÎÎ ÎÎÎ
Lampen

Verdeeldoos

Verdeling met
Relais met ver- Knoppen
grendeling
of
trappenlicht-
automaat

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 229
Toepassingen

Gebruikte componenten
 Knoppen
 Trappenlichtautomaat of relais met vergrendeling
Verlichtingsinstallatie met relais met vergrendeling
Als een relais met vergrendeling wordt gebruikt, werkt de
verlichtingsinstallatie als volgt:
 Willekeurige toets indrukken: De verlichting wordt inge-
schakeld
 Willekeurige toets opnieuw indrukken: De verlichting
wordt uitgeschakeld.
Nadeel: Vaak wordt vergeten om het licht uit te schakelen.
Verlichtingsinstallatie met trappenlichtautomaat
Als een trappenlichtautomaat wordt gebruikt, werkt de ver-
lichtingsinstallatie als volgt:
 Willekeurige toets indrukken: De verlichting wordt inge-
schakeld
 Nadat de vooraf ingestelde tijd is verstreken, wordt de
verlichting automatisch uitgeschakeld.
Nadeel: Het licht kan niet gedurende langere tijd (b.v. om
schoon te maken) worden ingeschakeld. De schakelaar
voor constant licht bevindt zich meestal aan de trappen-
lichtautomaat, die niet of slechts moeilijk toegankelijk is.

8.1.3 Verlichtingsinstallatie met LOGO!


U kunt de trappenlichtautomaat of het relais met vergren-
deling door een LOGO! vervangen. U kunt beide functies
(tijdsafhankelijk uitschakelen en relais met vergrendeling)
in één apparaat onderbrengen. Daarbij kunt u zonder iets
aan de bedrading te veranderen nog andere functies toe-
voegen. Wij geven u enkele voorbeelden:
 Relais met vergrendeling met LOGO!
 Trappenlichtautomaat met LOGO!
 Comfortschalter met LOGO!
– Licht inschakelen
– Constant licht inschakelen
– Licht uitschakelen

LOGO!-Handboek
230 A5E00228752-01
Toepassingen

Bedraden van de verlichtingsinstallatie met LOGO! 230RC

Lampen
ÏÏ
ÏÏ ÏÏ
ÏÏ
N
L
PE
L1 N I1 I2 I3
II3 I1
II4 I3
I5 I6 I7 I8

Knoppen

Q1 Q2 Q3 Q4

De externe bedrading van de verlichtingsinstallatie met een


LOGO! verschilt niet van de traditionele gang- of trappen-
huisverlichting. Alleen de trappenlichtautomaat of het relais
met vergrendeling worden vervangen. Bijkomende functies
worden rechtstreeks in LOGO! ingevoerd.
Relais met vergrendeling met LOGO!

Knop: I1
x Q1
Lampen

Bij een drukimpuls aan ingang I1 schakelt de uitgang Q1


om.
Trappenlichtautomaat met LOGO!

Knop: I1
T Q1
06:00m Lampen

Bij een drukimpuls aan ingang I1 schakelt de uitgang Q1 in


en blijft gedurende 6 minuten ingeschakeld.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 231
Toepassingen

Comfortschalter met LOGO!

Knop: I1
TH / TL Q1
Lampen

Bij een tastimpuls op ingang I1 schakelt de uitgang Q1 ge-


durende een vooraf bepaalde tijd TH in.
Als de knop gedurende een vooraf bepaalde tijd TL onon-
derbroken wordt ingedrukt, dan is de continu-lichtfunctie
geactiveerd.

8.1.4 Bijzonderheden en uitbreidingsmogelijkheden


Andere mogelijkheden om het comfort te verhogen of om
energie te besparen zijn bijvoorbeeld:
 u kunt voorzien in een knipperfunctie, voordat het licht
automatisch wordt gedoofd.
 u kunt verschillende centrale functies integreren:
– centraal uit
– centraal aan (paniekknop)
– sturing van alle lampen of van afzonderlijke kringen
via een schemeringsschakelaar
– sturing via de geïntegreerde schakelklok
(bijv. constant licht slechts tot 24 uur, geen vrijgave
op bepaalde tijdstippen)
– automatisch uitschakelen van het constant licht na
een vooraf ingestelde tijd (bijv. na 3 uren)

LOGO!-Handboek
232 A5E00228752-01
Toepassingen

8.2 Automatische deur


Automatische deurbesturingen vindt u vaak aan de in-
gangsdeuren van supermarkten, openbare gebouwen, ban-
ken, ziekenhuizen enz.

8.2.1 Eisen die aan een automatische deur worden


gesteld
 Als een persoon de deur nadert, moet de deur automa-
tisch opengaan.
 De deur moet zolang openblijven tot er zich niemand
meer in de doorgang bevindt.
 Als er zich niemand meer in de doorgang bevindt, moet
de deur na een korte wachttijd automatisch dichtgaan.

ÑÑÑÑÑ ÌÌÌÌÌ
bewegingsmelder
buiten B1

binnen
ÑÑÑÑÑÌÌÌÌÌ S1

B2
dicht
S2
eindschakelaar
eindschakelaar
open

Q1 hoofdschakelaar
bewegingsmelder

bewegingsmelder

ÑÑÑÑ
ÑÑÑÑ ÌÌÌÌ
ÌÌÌÌ
ÑÑÑÑ
ÑÑÑÑ ÌÌÌÌ
ÌÌÌÌ
hoofdschakelaar

ÑÑÑÑÌÌÌÌ
ÑÑÑÑ ÌÌÌÌ
ÑÑÑÑÌÌÌÌ
ÑÑÑÑÌÌÌÌ
De deur wordt meestal aangedreven door een motor, die
de deur aandrijft via een slipkoppeling. Zo wordt vermeden
dat iemand tussen de deur geklemd raakt en letsel oploopt.
De volledige besturing wordt via een hoofdschakelaar op
het net aangesloten.
LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 233
Toepassingen

8.2.2 De tot dusver gebruikte oplossing


hulpstroomkring
L1

S2

K3 K3 B1 B2 K3 K3

S2 S1 K4 B1

K2 K1 B2

K1 K2 K3 K4
N

openen sluiten deur openen wachttijd

Zodra een van de bewegingsmelders B1 of B2 een per-


soon detecteert, wordt via K3 het openen van de deur ge-
start.
Als het detectiebereik van de twee bewegingsmelders ge-
durende een minimumtijd vrij is, start K4 de sluitbeweging.

LOGO!-Handboek
234 A5E00228752-01
Toepassingen

8.2.3 Deursturing met LOGO!


Met LOGO! kunt u de schakeling aanzienlijk vereenvoudi-
gen. U sluit alleen nog de bewegingsmelder, de eindscha-
kelaars en de magneetschakelaars aan op LOGO!.
Bedraden van de deursturing met LOGO! 230RC
L1

S1 S2
B1 B2

L1 N I1 I2 I3 I4 I5 I6 I7 I8

1 2 1 2 1 2 1 2
Q1 Q2 Q3 Q4

K1 K2
N

openen sluiten

Gebruikte componenten
 K1 magneetschakelaar openen
 K2 magneetschakelaar sluiten
 S1 (verbreekcontact) eindschakelaar gesloten
 S2 (verbreekcontact) eindschakelaar open
 B1 (maakcontact) i nfrarood bewegingsmelder
buiten
 B2 (maakcontact) infrarood bewegingsmelder
binnen

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 235
Toepassingen

Deursturing met LOGO!-schakelschema

1
I1 Q2
&
I2
RS I4 Q1
x
openen
1 &
I4 1
x T=
4s &
I3 Q2

1
Q1 sluiten

Zo ziet het schakelschema eruit dat overeenstemt met het


schakelschema van de traditionele oplossing.
U kunt deze schakeling vereenvoudigen wanneer u de
functies van LOGO! gebruikt. Met behulp van de ver-
traagde uitschakeling kunt u het houdrelais en de ver-
traagde inschakeling vervangen. Deze vereenvoudiging is
in het volgende functieschema te zien:

bewegings-
1
I1 Q2 &
melder
I2 Q1
x x openen
10 s

eindschakelaar
I4
deur geopend

&
eindschakelaar I3 Q2
deur gesloten sluiten
1
Q1

LOGO!-Handboek
236 A5E00228752-01
Toepassingen

8.2.4 Bijzonderheden en uitbreidingsmogelijkheden


Andere mogelijkheden om het comfort te verhogen en de
gebruiksvriendelijkheid op te voeren zijn bijvoorbeeld:
 U kunt een extra besturingsschakelaar aansluiten met
de instellingen: Open - Automatisch - Gesloten (O-A-G)
 U kunt aan een uitgang van LOGO! een zoemer aans-
luiten, om daarmee het sluiten van de deur aan te kon-
digen.
 U kunt een tijds- en richtingafhankelijke vrijgave voor
het openen van de deur inplannen (Openen alleen tij-
dens de winkelopeningstijden; na winkelsluitingstijd al-
leen nog van binnen te openen).

8.2.5 Uitgebreide oplossing met LOGO! 230RC


De uitgebreide LOGO!-oplossing bedraden
L1

B1 B2 S1 S2 S3 O-A-G

L1 N I1 I2 I3 I4 I5 I6 I7 I8

1 2 1 2 1 2 1 2
Q1 Q2 Q3 Q4

K1 K2 H1
N

openen sluiten zoemer

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 237
Toepassingen

Schakelschema van de uitgebreide LOGO!-oplossing


No1: Beweging herkennen
Day= Ma..vr
On = 09:00
Off =18:00
No2:
Day= Za
On = 08:00 x
Off =13:00
I1 x
bewegingsmelder B1
x
No1: T= 10 s
Day= Ma..Vr
On = 09:00
Off =19:00
No2:
Day= Za x
On = 08:00
Off =14:00 I2
bewegingsmelder B2

Motor voor het openen aansturen

uitgang sluiten Q2
x Q1
eindschakelaar openen
deur open I4
stuurschakelaar I5
deur openen

Motor voor het sluiten aansturen

eindschakelaar I3
deur gesloten

x Q2
uitgang openen Q1
sluiten
bewegingsmelder B1 I1
bewegingsmelder B2 I2

stuurschakelaar I6
deur sluiten

LOGO!-Handboek
238 A5E00228752-01
Toepassingen

Beweging herkennen
Tijdens de openingsuren opent de bewegingsmelder B1 de
deur zodra iemand van buiten de winkel wil binnenkomen.
De bewegingsmelder B2 opent de deur wanneer iemand
de winkel wil verlaten.
Na sluitingstijd opent de bewegingsmelder B2 de deur nog
1 uur langer om de klanten de kans te geven de winkel te
verlaten.
Motor voor het openen aansturen
De uitgang Q1 is ingeschakeld en opent de deur, als
 de stuurschakelaar aan I5 geactiveerd is (deur moet
constant geopend zijn) of
 de bewegingsmelders melden dat iemand de deur na-
dert en
 de deur nog niet volledig geopend is (eindschakelaar
aan I4).
Motor voor het sluiten aansturen
De uitgang Q2 is ingeschakeld en sluit de deur, als
 de stuurschakelaar aan I6 geactiveerd is (deur moet
constant gesloten zijn) of
 de bewegingsmelders melden dat er zich niemand in de
nabijheid van de deur bevindt en
 de deur nog niet volledig gesloten is (eindschakelaar
aan I3).
zoemer
De zoemer moet u aan uitgang Q3 aansluiten. Bij het slui-
ten van de deur weerklinkt heel even (hier 1 seconde) de
zoemer. In het schakelschema voert u aan Q3 de volgende
schakeling in:
Q2
uitgang
sluiten

x Q3
zoemer
T= 1 s

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 239
Toepassingen

8.3 Ventilatiesysteem

8.3.1 Eisen die aan een ventilatiesysteem worden


gesteld
Met een ventilatiesysteem wil men ofwel frisse lucht naar
een vertrek transporteren of de in een ruimte aanwezige
verontreinigde lucht gericht afvoeren. Laten wij het vol-
gende voorbeeld even bekijken:

ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ
ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ
ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ
ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ
Toevoerventilator

ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ
Stromingsbeveiliging

ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ
ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ
ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ
Stromingsbeveiliging

ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ
ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ
Afzuigventilator

 De kamer is uitgerust met een afzuigventilator en een


toevoerventilator.
 Beide ventilatoren worden door een stromingsbeveili-
ging gecontroleerd.
 In de kamer mag op geen enkel tijdstip overdruk ont-
staan.
 De toevoerventilator mag alleen worden ingeschakeld,
als de stromingsbeveiliging de veilige werking van de
afzuigventilator aangeeft.
 Een signaallampje geeft aan wanneer een ventilator
uitvalt.

LOGO!-Handboek
240 A5E00228752-01
Toepassingen

Zo ziet het schakelschema eruit voor de oplossing die tot


dusver werd toegepast:
hulpstroomkring
L1

S0

S1 K1
K2 K4 K5

K5 S2

S2 v> S3 v>

K1 K2 K3 K4 H1 K5 H2
N
verbruikte lucht voor frisse lucht werking storing

De ventilatoren worden gecontroleerd door middel van stro-


mingsbeveiligingen. Als na een korte wachttijd geen luchts-
troom wordt gemeten, wordt de installatie uitgeschakeld en
wordt een storing gemeld die door het drukken op de uit-
schakeltoets kan worden bevestigd.
De ventilatorcontrole vereist naast de stromingsbeveiligin-
gen ook een evaluatieschakeling met meerdere schakel-
toestellen. De evaluatieschakeling kan door één enkele
LOGO! worden vervangen.
Bedraden van het ventilatiesysteem met LOGO! 230RC
L1

S1 S0 S2 v> S3 v>

L1 N I1 I2 I3 I1
I4 I3
I5 I6 I7 I8

1 2 1 2 1 2 1 2
Q1 Q2 Q3 Q4

K1 K2 H1 H2
N
afvoerventilator toevoerventilator

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 241
Toepassingen

Gebruikte componenten
 K1 magneetschakelaar
 K2 magneetschakelaar
 S0 (verbreekcontact) STOP-knop
 S1 (maakcontact) START-knop
 S2 (maakcontact) Stromingsbeveiliging
 S3 (maakcontact) Stromingsbeveiliging
 H1 signaallamp
 H2 signaallamp
Schakelschema van de LOGO!-oplossing
Het schakelschema voor de ventilatiebesturing met LOGO!
ziet er als volgt uit:
inschakelen I1

storing Q3

Q1
x afzuig-
uitschakelen I2 ventilator

Afzuigventilator Q1
Q2
x toevoer-
stromingsbeveili-
ventilator
afzuigventilator Q1 ging verbruikte lucht I3

stromingsbevei-
liging verbruikte x
lucht
I3 x
T=
10 s x
afzuigventilator Q2

stromingsbevei- x
liging toege- x
voerde lucht
I4 T= 10 s

uitschakelenI2 Q3
storing

LOGO!-Handboek
242 A5E00228752-01
Toepassingen

8.3.2 Voordelen bij het gebruik van LOGO!


Als u LOGO! gebruikt, hebt u minder schakelapparatuur
nodig. Daardoor bespaart u montagetijd en plaats in de
schakelkasten. Het kan best gebeuren dat een kleinere
schakelkast volstaat.
Bijkomende mogelijkheden bij het gebruik van LOGO!
 De vrije uitgang Q4 kan als potentiaalvrij signaalcontact
bij storingen of als de stroom uitvalt worden gebruikt.
 Na het uitschakelen is een trapsgewijs uitschakelen van
de ventilatoren mogelijk.
Deze functies staan ter beschikking zonder dat u daarvoor
bijkomende schakelapparaten nodig hebt.
Functieschema van de uitgebreide LOGO!-oplossing
De beide ventilatoren aan Q1 en Q2 worden via de vol-
gende schakeling in-/uitgeschakeld:
inschakelen I1
storing Q3

Q1
I2 afzuig-
ventilator
uitschakelen x T=
30 s

stromingsbeveili- I3
ging verbruikte lucht Q2
x x toevoer-
afzuigventilator Q1 T= ventilator
10 s
stromingsbevei-
liging verbruikte x
lucht I3 T=
10 s
x
afzuigventilator Q2
x
stromingsbe- T=
veiliging toe- 10 s
gevoerde I4
lucht
uitschakelen I2 Q3
storing

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 243
Toepassingen

Daarnaast kunt u via uitgang Q4 nog een signaal genere-


ren:

Q3 Q4
storing signaal

De relaiscontacten van uitgang Q4 zijn steeds gesloten als


de installatie in werking is. Alleen als de netspanning uitvalt
of als een storing in de installatie optreedt schakelt het re-
lais Q4 uit. Dit contact kan bijvoorbeeld voor een afstands-
signaal worden gebruikt.

LOGO!-Handboek
244 A5E00228752-01
Toepassingen

8.4 Fabriekspoort

ÔÔ
ÔÔ veiligheidsdruklijst
ÔÔ
ÔÔ
waarschu-
wingslamp

ÔÔ
ÔÔ ÔÔ
ÔÔ
ÔÔ
ÔÔ ÔÔ
ÔÔ
ÔÔ
ÔÔ ÔÔ
ÔÔ
De toegang tot het terrein van een firma is in veel gevallen
met een poort afgesloten. Die poort wordt alleen geopend
als voertuigen het terrein willen op- of afrijden.
Een portier bedient de poortsturing.

8.4.1 Eisen aan de poortsturing


 De poort wordt door drukken op knoppen vanuit het por-
tiershokje geopend of gesloten. De portier kan hierbij de
werking van de poort controleren.
 De poort wordt gewoonlijk volledig geopend of volledig
gesloten. De beweging kan willekeurig worden onder-
broken.
 Een knipperlicht is 5 seconden voor het begin en tijdens
de beweging van de poort ingeschakeld.
 Een veiligheidsdruklijst garandeert dat bij het sluiten van
de poort niemand gewond wordt of geen zaken inge-
klemd en beschadigd geraken.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 245
Toepassingen

8.4.2 De tot dusver gebruikte oplossing


Voor het aandrijven van automatische poorten worden ver-
schillende besturingssystemen gebruikt. Het schakel-
schema laat één mogelijke schakeling voor de poortsturing
zien.
hulpstroomkring
L1
S0

S1 K1 S2 K3 K1 K3

S2
S1

S5 p> S5 p>
K3 K1 K2 K4

S3 S4
K6 K5

K1 K2 K3 K4 H1 K5 K6
N
openen sluiten knipperlicht openen sluiten

Bedraden van de poortsturing met LOGO! 230RC


L1
S3 S4
S0 p>
stop S5
S1
open S2
dicht

L1 N I1 I2 I3 I4 I5 I6 I7 I8

1 2 1 2 1 2 1 2
Q1 Q2 Q3 Q4

S5 p>

K1 K3 H1
N

openen sluiten knipperlicht

LOGO!-Handboek
246 A5E00228752-01
Toepassingen

Gebruikte componenten
 K1 magneetschakelaar
 K2 magneetschakelaar
 S0 (verbreekcontact) STOP-knop
 S1 (maakcontact) OPEN-knop
 S2 (maakcontact) DICHT-knop
 S3 (verbreekcontact) positieschakelaar OPEN
 S4 (verbreekcontact) positieschakelaar GESLOTEN
 S5 (verbreekcontact) veiligheidsdruklijst
Functieschema van de LOGO!-oplossing

Q2

Startknop I1
Startknop OPEN T= Q1
DICHT I2 5s ope-
STOP–knop I3 nen
poort is I4
open x
x Q3
TH= Knip-
TL=2 s perlicht
Startknop Q1
Inv=lo
DICHT x
Startknop I2
DICHT T=
Q2
5s
sluiten
Startknop I1
OPEN
x

STOP–knop I3
Veiligheidslijst I6
Poort is gesloten I5

Met de startknop OPEN of DICHT wordt de beweging van


de poort gestart, op voorwaarde dat de tegenrichting niet is
ingeschakeld. De beweging wordt beëindigd door de knop
STOP of de desbetreffende eindschakelaar in te drukken.
Het sluiten van de poort wordt bovendien door de veilig-
heidslijst onderbroken.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 247
Toepassingen

8.4.3 De uitgebreide LOGO!-oplossing


In onze uitgebreide oplossing moet de poort automatisch
weer openschuiven als de veiligheidslijst wordt geacti-
veerd.

Veiligheids-
lijst I6

Q2

x Q1
x
ope-
STOP–knop I3 nen
poort is open I4

Q2 T=
5s
x
Startknop OPEN I1

Q3
TH= Knipper-
TL=2 s licht
Q1
Inv=lo
x
Startknop I2
DICHT
T= Q2
STOP–knop I3 5s Sluiten
Veiligheidslijst I6
Poort is gesloten I5

LOGO!-Handboek
248 A5E00228752-01
Toepassingen

8.5 Centraal sturen en controleren van


meerdere fabriekspoorten

Ô
Ô
1
ÔÔ
2

ÔÔ
Ô ÔÔ
AS-
Poort Interf.
I

Ô
Ô
1 ÔÔ
ÔÔ
2

Ô ÔÔ

Master
AS-
Poort Interf.

Ô ÔÔ II

Ô 1
ÔÔ
2

Ô
Ô ÔÔ
ÔÔ
Poort
III
AS-
Interf.

1 Veiligheidsdruklijst

2 Knipperlicht

De toegang tot het terrein van een firma is in veel gevallen


van verschillende zijden mogelijk. Niet alle poorten kunnen
steeds door personeel ter plaatse worden gecontroleerd.
Daarom moeten ze door de portier van een centrale contro-
lepost te bedienen en te controleren zijn.
Daarnaast moeten de poorten echter ook rechtstreeks door
het personeel kunnen worden geopend en gesloten.
Voor iedere poort wordt een LOGO! 230RC en een com-
municatiemodule AS-interface toegepast. Via de bus zijn
de modules aan elkaar en aan een master gekoppeld.
In dit hoofdstuk beschrijven wij de poortsturing voor één
poort. De andere poortsturingen zijn identiek opgebouwd.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 249
Toepassingen

8.5.1 Eisen aan de poortsturing


 Elke poort wordt met behulp van een trekschakelaar
geopend of gesloten. De poort wordt hierbij volledig
geopend of volledig gesloten.
 Daarnaast kan elke poort ter plaatse met een knop wor-
den geopend en gesloten.
 Via de busverbinding kan de poort van de portiersloge
uit worden geopend en gesloten. De toestand POORT
OPEN of POORT GESLOTEN wordt weergegeven.
 Een knipperlicht is 5 seconden voor het begin en tijdens
de beweging van de poort ingeschakeld.
 Een veiligheidsdruklijst garandeert dat bij het sluiten van
de poort niemand gewond wordt of geen zaken inge-
klemd en beschadigd geraken.
Bedraden van de poortbesturing met LOGO! 230RC en
CM AS-interface
L1

p>
S0 S1 S2 S3 S4 S5 S6

L1 N I1 I2 I3 I4 I5 I6 I7 I8

AS-interface

1 2 1 2 1 2 1 2
Q1 Q2 Q3 Q4

p>
S6

K1 K2
N

Poort Poort Knipperlicht


open dicht

LOGO!-Handboek
250 A5E00228752-01
Toepassingen

Gebruikte componenten
 K1 magneetschakelaar openen
 K2 magneetschakelaar sluiten
 S0 (maakcontact) trekschakelaar OPEN
 S1 (maakcontact) trekschakelaar DICHT
 S2 (maakcontact) OPEN-knop
 S3 (maakcontact) DICHT-knop
 S4 (verbreekcontact) positieschakelaar POORT
OPEN
 S5 (verbreekcontact) positieschakelaar POORT
GESLOTEN
 S6 (verbreekcontact) veiligheidsdruklijst
Overlay-besturing
 Q5 positieschakelaar POORT OPEN
 Q6 positieschakelaar POORT GESLOTEN
 I9 externe knop POORT OPEN
 I10 externe knop POORT DICHT

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 251
Toepassingen

Functieschema van de LOGO!-oplossing


Poort is open
I5

I1 Poort open 1 & x


1
Poort open
I9 Q1
x x
T= Poort
5s open

I5 Poort is open

I3
Poort van hand open &
I5 Poort is open
x

I4
Poort van hand dicht & x 1 =1 &
I6 Poort is dicht Q2
Veiligheidslijst T=
I7 x 5s Poort
Poort is dicht
I6 dicht

I2
dicht 1 &
zu
I10
x
I7
Veiligheidslijst
1
I6
Poort is dicht &
Veiligheidslijst Q3
I7 x TH=
x Knip-
TL=2 s
perlicht
Inv=lo

Poort is open
I5 Q5

op
dic
ht
Poort is dicht Q6
I6

Met de startknop POORT OPEN of POORT DICHT wordt


de beweging van de poort gestart, op voorwaarde dat de
tegenrichting niet is ingeschakeld. De beweging wordt be-
ëindigd met de desbetreffende eindschakelaar. Het sluiten
van de poort wordt bovendien door de veiligheidslijst on-
derbroken.

LOGO!-Handboek
252 A5E00228752-01
Toepassingen

8.6 Lichtbanen
ÉÉ
ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ
ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ
É
ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ
ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ
lichtbaan 1 lichtbaan 2

ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ
ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ
ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ
lichtbaan 3 lichtbaan 4

ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ
ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ
kantoor

ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ gang

ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ
ÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉÉ
Bij de planning van verlichtingsinstallaties in bedrijfsruimten
worden de aard en het aantal lampen bepaald volgend de
gewenste verlichtingssterkte. Vaak worden wegens het zui-
nig verbruik TL-lampen ingezet, die in de vorm van lichtba-
nen worden aangebracht. De indeling in aparte schakel-
groepen wordt aangepast aan het gebruik van het vertrek.

8.6.1 Eisen die aan de verlichtingsinstallatie worden


gesteld
 De afzonderlijke lichtbanen worden ter plaatse recht-
streeks geschakeld.
 Bij voldoende daglicht worden de lichtbanen aan de
vensterzijde automatisch uitgeschakeld door een licht-
gevoelige schakelaar.
 ’s Avonds om 20 uur wordt het licht automatisch uitge-
schakeld.
 De verlichting moet steeds ter plaatse met de hand kun-
nen worden bediend.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 253
Toepassingen

8.6.2 De tot dusver gebruikte oplossing


L1

lx> K1 K2 S1 S2 K2 S3 S4 K3 K4 K5 K6
B1 E1

E1 K1 K2 K3 K4 K5 K6 E2 E3 E4 E5
N

De lampen worden in- en uitgeschakeld door relais met


vergrendeling, die door knoppen aan de deur worden aan-
gestuurd. Onafhankelijk daarvan worden ze door de scha-
kelklok of door de lichtgevoelige schakelaar via de ingang
Centraal uit teruggezet. De uitschakelopdrachten moeten
door sleepcontactrelais worden verkort, zodat de lampen
ook na het uitschakelen ter plaatse kunnen worden be-
diend.
Vereiste componenten:
 Knoppen S1 tot S4
 Schemeringsschakelaar B1
 Schakelklok E1
 Sleepcontactrelais K1 en K2
 Relais met vergrendeling met Centraal uit K3 tot K6
Nadelen van de tot dusver gebruikte oplossing
 Om de vereiste functies te kunnen uitvoeren, is een
complexe schakelprocedure vereist.
 Door het groot aantal mechanische onderdelen is een
grote slijtage en dus veel onderhoudswerk te verwach-
ten.
 Functiewijzigingen gaan gepaard met veel werk en ko-
sten.

LOGO!-Handboek
254 A5E00228752-01
Toepassingen

8.6.3 Lichtbaansturing met LOGO! 230RC


L1

S1 S2 S3 S4 lx<

B1

L1 N I1 I2 I3 I1
I4 I3
I5 I6 I7 I8

1 2 1 2 1 2 1 2
Q1 Q2 Q3 Q4

E2 E3 E4 E5
N

licht- licht- licht- licht-


baan 1 baan 2 baan 3 baan 4

Gebruikte componenten
 S1 tot S4 (maakcontact) Knoppen
 B1 (maakcontact) schemeringsschakelaar
Functieschema van de LOGO!-oplossing

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 255
Toepassingen

uitschakelimpuls voortgebracht door schakelklok

Mo..Su
20:00 - 20.01
Mo..Su
21:00 - 21.01 T= lichtbaan 3
I3
1s gangzijde
x Q3

uitschakelimpuls voortgebracht door schemeringsschakelaar


lichtbaan 4
I4 gangzijde
schemerings- Q4
schakelaar I5
T=
1s x lichtbaan 1
I1 vensterzijde
I5
x Q1

lichtbaan 2
I2 vensterzijde
x Q2

Voordelen van de LOGO!-oplossing


 U kunt de lampen rechtstreeks op LOGO! aansluiten, op
voorwaarde dat het vermogen van de afzonderlijke uit-
gangen hun schakelvermogen niet overschrijdt. Als gro-
tere vermogens moeten worden geschakeld, dient u een
magneetschakelaar te plaatsen.
 U sluit de lichtgevoelige schakelaar rechtstreeks aan
een ingang van LOGO! aan.
 U hebt geen schakelklok nodig, omdat deze functie in
LOGO! geïntegreerd is.
 Doordat u een kleiner aantal schakelapparaten nodig
hebt, kunt u een kleinere onderverdeling installeren en
plaats sparen.
 Er is een kleiner aantal apparaten in gebruik
 Wijzigingen aan de verlichtingsinstallatie kunnen een-
voudiger worden uitgevoerd.
 Er kunnen naar believen bijkomende schakeltijden wor-
den ingesteld (trapsgewijze uitschakelimpulsen op het
einde van de dag)
 De functie van de lichtgevoelige schakelaar kan gemak-
kelijk op alle lampen of op een gewijzigde lampengroep
worden overgedragen.

LOGO!-Handboek
256 A5E00228752-01
Toepassingen

8.7 Pomp voor gebruikswater


Steeds vaker wordt in woonhuizen naast drinkwater ook
regenwater gebruikt. Dat bespaart geld en is milieuvriende-
lijk. Regenwater kunt u bijvoorbeeld gebruiken om:
 de was te doen,
 de tuin te besproeien,
 de bloemen te gieten,
 de auto te wassen of
 het toilet door te spoelen.
Hoe een dergelijke installatie voor het gebruik van regen-
water werkt, ziet u op de tekening:
regenwater-
toevoer K4 drinkwatertoevoer
drukschakelaar

ÎÎÎ
S1

ÎÎÎ
ÎÎÎ
ÕÕÕ
besturing in de
verdeelkast

ÕÕÕ
ŠŠŠÕÕÕ
pomp

ŠŠŠÕÕÕ
drukvat
M1 gebruikswateraanslu
Vergaarbak ting
voor regenwater
S2
drinkwatertoevoer uit

drinkwatertoevoer aan
S3
droogloopbeveiliging uit
S4
droogloopbeveiliging aan

Het regenwater wordt opgevangen in een vergaarbak. Met


behulp van een pompinstallatie wordt het water uit de ver-
gaarbak in het daarvoor bestemde leidingennet gepompt.
Vandaar kan regenwater worden genomen, zoals dat ge-
woonlijk met drinkwater gebeurt. Als de opvangbak leeg is,
kan drinkwater worden toegevoerd.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 257
Toepassingen

8.7.1 Eisen die aan de besturing van een pomp voor


gebruikswater worden gesteld
 Er moet steeds gebruikswater ter beschikking staan. In
geval vannood moet de besturing automatisch op drink-
water omschakelen.
 Bij het overschakelen op drinkwater mag geen regenwa-
ter in de drinkwaterleidingen terecht komen.
 Als er te weinig water in de regenwatervergaarbak is,
mag het niet mogelijk zijn om de pomp in te schakelen
(beveiliging tegen drooglopen).

8.7.2 De tot dusver gebruikte oplossing


hulpstroomkring
L1

K3 S3 S2

K2 S1 p< S4 K3 S3 K4

K1 K2 K3 K4 Y1
N

pomp uitlooptijd droogloop- drinkwater-


beveiliging toevoer

De besturing van de pomp en van een magneetventiel ge-


beurt via een drukschakelaar en 3 vlotterschakelaars, die in
de vergaarbak voor het regenwater zijn aangebracht. De
pomp moet worden ingeschakeld als de minimumdruk in de
ketel niet wordt bereikt. Nadat de werkdruk is bereikt, wordt
de pomp na een uitlooptijd van enkele seconden opnieuw
uitgeschakeld. De uitlooptijd verhindert dat de pomp voort-
durend wordt in- en uitgeschakeld als gedurende langere
tijd water wordt afgetapt.

LOGO!-Handboek
258 A5E00228752-01
Toepassingen

8.7.3 Pomp voor gebruikswater met LOGO! 230RC


L1

S1
p< S2 S3 S4

L1 N I1 I2 I3 I4 I5 I6 I7 I8

1 Q1 2 1 Q2 2 1 Q3 2 1 Q4 2

K1 Y1
N

pomp drinkwatertoevoer

Afgezien van LOGO! hebt u voor het besturen van de


pomp alleen nog de drukschakelaar en de vlotterschake-
laars nodig. Als een draaistroommotor wordt ingezet, moet
u een magneetschakelaar gebruiken om de pomp te scha-
kelen. Voor installaties met wisselstroommotor moet u dan
in een magneetschakelaar voorzien, als de stroom van de
wisselstroommotor groter is dan het uitgangsrelais Q1 kan
schakelen. Het vermogen van een magneetventiel is te ge-
ring om het normaal direct te kunnen aansturen.
 K1 magneetschakelaar
 Y1 magneetventiel
 S1 (maakcontact) drukschakelaar
 S2 (maakcontact) Vlotterschakelaar
 S3 (verbreekcontact) Vlotterschakelaar
 S4 (verbreekcontact) Vlotterschakelaar

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 259
Toepassingen

Functieschema van de LOGO!-oplossing

drukschakelaar I1
x pomp
T = 20 s x Q1

vlotterschakelaar droog-
loopbeveiliging uit I3

vlotterschakelaar droog-
loopbeveiliging aan I4

vlotterschakelaar
drinkwatertoevoer uit I3 drinkwatertoevoer
Q2

vlotterschakelaar drinkwatertoevoer uit I2

8.7.4 Bijzonderheden en uitbreidingsmogelijkheden


In het schakelschema ziet u hoe u de schakeling voor de
besturing van de pomp en het magneetventiel kunt aan-
brengen. Het functieschema komt qua structuur overeen
met het schakelschema. U hebt echter de mogelijkheid om
voor bepaalde toepassingen bijkomende functies op te ne-
men, die bij het gebruik van de traditionele techniek alleen
door middel van extra toestellen mogelijk zouden zijn:
 vrijgeven van de pomp op bepaalde tijdstippen
 indicatie van een immiment of effectief watertekort
 bericht van bedrijfsstoringen

LOGO!-Handboek
260 A5E00228752-01
Toepassingen

8.8 Verdere toepassingsmogelijkheden


Behalve de hiervoor getoonde toepassingsvoorbeelden
hebben wij een keur aan andere voorbeeldtoepassingen op
het internet gezet (adres zie voorwoord).
Daar vindt u onder meer:
 bevloeien van serreplanten
 besturing van transportbanden
 besturing van een buigmachine
 etalageverlichting
 belinstallatie, bijv. in een school
 controle van parkeerplaatsen voor voertuigen
 buitenverlichting
 besturing van rolluiken
 buiten- en binnenverlichting van een woongebouw
 besturing van een roerinstallatie voor melkroom
 verlichting van een gymnastiekzaal
 gelijkmatig belasten van 3 gebruikers
 volgordebesturing voor kabellasmachines van grote
doorsneden
 trappenschakelaar, bijv. voor ventilatoren
 volgordebesturing voor verwarmingsketels
 besturen van meerdere pompparen met centrale bedie-
ning
 afsnij-inrichting, bijv. voor lonten
 controle van de gebruiksduur, bijv. in een zonnekracht-
centrale
 intelligente voettoets, bijv. voor de selectie van snelhe-
den
 besturing van een hefbrug
 impregneren van textiel, aansturing van verwarmings-
en transportbanden
 besturing van een vulinrichting voor silo’s
en nog veel meer

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 261
Toepassingen

Bij de toepassingsvoorbeelden vindt u in het internet toe-


passingsbeschrijvingen en de bijbehorende schakelpro-
grammaschema’s. Deze *.pdf-bestanden kunt u met de
Adobe Acrobat Reader lezen. En wanneer u de software
LOGO!Soft of LOGO!Soft Comfort op uw computer hebt
geïnstalleerd, dan kunt u met de diskettenbutton de betref-
fende schakelprogramma’s gewoon downloaden, voor uw
toepassing aanpassen en direct via PC-kabel in LOGO!
kopiëren en gebruiken.
Voordelen bij het gebruik van LOGO!
Het loont de moeite om LOGO! te gebruiken, vooral waar u
 door het gebruik van LOGO! meerdere hulpschakelap-
paraten kunt vervangen door geïntegreerde functies.
 bedradings- en montagewerk wilt sparen, want LOGO!
heeft de bedrading ”in het hoofd”.
 de plaats voor de componenten in de schakelkast/ver-
deelkast wilt reduceren. Het kan best dat een kleinere
schakelkast/verdeelkast volstaat.
 functies achteraf wilt toevoegen of wijzigen, zonder een
extra schakelapparaat te moeten monteren of bedraden.
 Uw klanten nieuwe extra functies in de huis- en installa-
tietechniek wilt aanbieden. Voorbeelden:
– Veiligheid in uw eigen huis: Met LOGO! schakelt u
tijdens de vakantie regelmatig een staande lamp in
of u laat rolgordijnen open en dicht maken.
– Verwarmingssysteem: Met LOGO! laat u de circula-
tiepomp slechts dan lopen, wanneer er werkelijk wa-
ter resp. warnte nodig is.
– Koelsystemen: Met LOGO! laat u koelinstallaties
regelmatig automatisch ontdooien; dat bespaart
energiekosten.
– U kunt de verlichting van aquariums en terrariums
met tijdsinstelling regelen.

LOGO!-Handboek
262 A5E00228752-01
Toepassingen

Bovendien kunt u:
 de schakelaars en knoppen gebruiken die in de handel
verkrijgbaar zijn, wat de montage in de huisinstallatie
vergemakkelijkt.
 LOGO! direct op uw huisinstallatie aansluiten; de
geïntegeerde stroomvoorziening maakt mogelijk.
Nadere info’s?
Nadere info’s over het thema LOGO! vindt u op onze inter-
netpagina (adres zie voorwoord).
Hebt u suggesties?
Er zijn beslist nog heel wat nuttige toepassingsmogelijkhe-
den voor LOGO!. Als u een andere toepassing kent, schrijf
ons dan. Wij verzamelen alle suggesties en willen er zoveel
mogelijk van doorgeven. Is uw schakeling met LOGO! bij-
zonder ongewoon of integendeel heel eenvoudig? Schrijf
ons. Wij verheugen ons over elke suggestie.

U kunt schrijven naar


Siemens AG
A&D AS SM MA
Postfach 48 48
D-90327 Nürnberg

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 263
Toepassingen

LOGO!-Handboek
264 A5E00228752-01
A Technische gegevens
A.1 Algemene technische gegevens
Criterium Controle volgens Waarden
LOGO!Basic:
Afmetingen BxHxD 72 x 90 x 55 mm
Gewicht ca. 190 g
Montage op hoedrail 35 mm
4 delingeenheden breed
of wandmontage
LOGO!
uitbreidingsmodule:
Afmetingen BxHxD 36 x 90 x 55 mm
Gewicht ca. 90 g
Montage op hoedrail 35 mm
2 delingseenheden
breed
of wandmontage
Klimatologische omgevingsvoorwaarden
Omgevingstemperatuur Koude volgens
horizontale montage IEC 60068-2-1 0 ... 55 °C
C
Warmte volgens
verticale montage 0 ... 55 °C
IEC 60068-2-2
Opslag / Transport –40 °C ... +70 °C
Relatieve vochtigheid IEC 60068-2-30 van 10 tot 85%
geen bedauwing
Luchtdruk 795 ... 1080 hPa
Schadelijke stoffen IEC 60068-2-42 SO2 10 cm3 /m3, 4 da-
IEC 60068-2-43 gen
H2S 1 cm3 /m3, 4 dagen
Mechanische omgevingsvoorwaarden
Veiligheidsgraad IP 20
Trillingen IEC 60068-2-6 5 ... 9 Hz (constante am-
plitude 3,5 mm)
9 ... 150 Hz (constante
versnelling 1 g)

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 265
Technische gegevens

Criterium Controle volgens Waarden


Schok IEC 60068-2-27 18 Schokken
(Halfsinus 15g/11ms)
Kantelen IEC 60068-2-31 Valhoogte 50 mm
Vrije val,, verpakt IEC 60068-2-32 1m
Elektromagnetische compatibiliteit (EMV)
Storingsuitzending EN 55011/A Grenswaardeklasse B
EN 55022/B Groep 1
EN 50081-1
(woonbereik)
Elektrostatische ontlading IEC 61000-4-2 8 kV luchtontlading
Scherptegraad 3 6 kV contactontlading
Elektromagnetische vel- IEC 61000-4-3 Veldsterkte 10 V/m
den
HF-stroomtoevoer op lei- IEC 61000-4-6 10 V
dingen en leidingscher-
men
Burst-impulsen IEC 61000-4-4 2 kV (voedings- en si-
Scherptegraad 3 gnaalleidingen)
Energierijke enkelimpuls IEC 61000-4-5 1 kV (voedingsleidingen)
(Surge) Scherptegraad 3 symmetrisch
(alleen bij LOGO! 230....) 2 kV (voedingsleidingen)
asymmetrisch
Gegevens over IEC- / VDE - Veiligheid
Berekening van de lucht– IEC 60664, vervuld
en kruipwegen IEC 61131-2,
EN 50178
cULus naar UL
508, CSA C22.2
No. 142
Bij LOGO!
230R/RC ook VDE
0631
Isolatievastheid IEC 61131-2 vervuld

LOGO!-Handboek
266 A5E00228752-01
Technische gegevens

A.2 Technische gegevens: LOGO! 230... en


LOGO! DM8 230R

LOGO! 230RC LOGO! DM8 230R


LOGO!230RCo
Stroomvoorziening
Ingangsspanning 115/240 V AC/DC 115/240 V AC/DC
Toelaatbaar bereik volgens 85 ... 265 V AC 85 ... 265 V AC
100 ... 253 V DC 100 ... 253 V DC
Toelaatbare netfrequentie: 47 ... 63 Hz 47 ... 63 Hz
Opgenomen vermogen
 115 V AC 10 ... 40 mA 10 ... 30 mA
 240 V AC 10 ... 25 mA 10 ... 20 mA
 115 V DC 5 ... 25 mA 5 ... 15 mA
 240 V DC 5 ... 15 mA 5 ... 10 mA
Overbrugging bij stroomuitval
 115 V AC/DC typ. 10 ms typ. 10 ms
 240 V AC/DC typ. 20 ms typ. 20 ms
Vermogensverlies bij
 115 V AC 1,1 ... 4,6 W 1,1 ... 3,5 W
 240 V AC 2,4 ... 6,0 W 2,4 ... 4,8 W
 115 V DC 0,5 ... 2,9 W 0,5 ... 1,8 W
 240 V DC 1,2 ... 3,6 W 1,2 ... 2,4 W
Buffering van de klok bij typ. 80h
25 C
Loopnauwkeurigheid van de typ. 2 s / dag
werkelijke tijd
Digitale ingangen
Aantal 8 4
Potentiaalscheiding neen neen

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 267
Technische gegevens

LOGO! 230RC LOGO! DM8 230R


LOGO!230RCo
ingangspanning L1
 Signaal 0 < 40 V AC < 40 V AC
 Signaal 1 > 79 V AC > 79 V AC
 Signaal 0 < 30 V DC < 30 V DC
 Signaal 1 > 79 V DC > 79 V DC

Ingangsstroom bij
 Signaal 0 < 0,03 mA < 0,03 mA
 Signaal 1 > 0,08 mA > 0,08 mA

Vertragingstijd bij
 0 naar 1 typ. 50 ms typ. 50 ms
 1 naar 0 typ. 50 ms typ. 50 ms
Lengte van de leiding (niet af- 100 m 100 m
geschermd)
Digitale uitgangen
Aantal 4 4
Type uitgangen Relaisuitgangen Relaisuitgangen
Potentiaalscheiding ja ja
In groepen van 1 1
Aansturing van een digitale ja ja
ingang
Onafgebroken stroom Ith max. 10 A per re- max. 5 A per relais
lais
Gloeilampbelasting (25.000
schakelcycli) bij
230/240 V 1000 W 1000 W
115/120 V 500 W 500 W

LOGO!-Handboek
268 A5E00228752-01
Technische gegevens

TL-lampen met elektr. voor- 10 x 58 W (bij 10 x 58 W (bij


schakeltoestel (25.000 scha- 230/240 V AC) 230/240 V AC)
kelcycli)
TL-lampen traditioneel ge- 1 x 58 W (bij 1 x 58 W (bij
compenseerd (25.000 scha- 230/240 V AC) 230/240 V AC)
kelcycli)
TL-lampen niet-gecompen- 10 x 58 W (bij 10 x 58 W (bij
seerd (25.000 schakelcycli) 230/240 V AC) 230/240 V AC)
Kortsluitvastheid cos 1 Vermogensbeveili- Vermogensbeveili-
ging B16 ging B16
600A 600A
Kortsluitvastheid cos 0.5 tot Vermogensbeveili- Vermogensbeveili-
0.7 ging B16 ging B16
900A 900A
Derating geen; in het geheel geen; in het gehele
temperatuurbereik. temperatuurbereik
Parallelschakeling van uit- niet toegelaten niet toegelaten
gangen voor vermogenstoe-
name
Beveiliging van een uitgangs- max. 16 A, max. 16 A,
relais (indien gewenst) karakteristiek B16 karakteristiek B16
Schakelfrequentie
Mechanisch 10 Hz 10 Hz
Weerstandsbelasting/lampbe- 2 Hz 2 Hz
lasting
Inductieve belasting 0,5 Hz 0,5 Hz

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 269
Technische gegevens

A.3 Technische gegevens: LOGO! 24... en


LOGO! DM8 24

LOGO! 24 LOGO! DM8 24


LOGO! 24o
Stroomvoorziening
Ingangsspanning 24 V DC 24 V DC
Toelaatbaar bereik 20,4 ... 28,8 V DC 20,4 ... 28,8 V DC
Beveiliging tegen verkeerde ja ja
poling
Toelaatbare netfrequentie
Opgenomen vermogen uit 30 ... 55 mA 30 ... 45 mA
24 V 0,3 A per uitgang 0,3 A per uitgang
Overbrugging bij stroomuitval
Vermogensverlies bij 24 V 0,7 ... 1,3 W 0,8 ... 1,1 W
Buffering van de klok bij
25 C
Loopnauwkeurigheid van de
werkelijke tijd
Digitale ingangen
Aantal 8 4
Potentiaalscheiding nein nein
Ingangsspanning L+ L+
 Signaal 0 < 5 V DC < 5 V DC
 Signaal 1 > 8 V DC > 8 V DC

LOGO!-Handboek
270 A5E00228752-01
Technische gegevens

LOGO! 24 LOGO! DM8 24


LOGO! 24o
Ingangsstroom bij
 Signasl 0 < 1,0 mA (I1...I6) < 1,0 mA
< 0,05 mA (I7, I8)
 Signals 1 > 1,5 mA (I1...I6) > 1,5 mA
> 0,1 mA (I7, I8)
Vertragingstijd bij
 0 naar 1 typ. 1,5 ms (I1...I4) typ. 1,5 ms
<1,0 ms (I5,I6)
typ. 300 ms (I7,I8)
 1 naar 0 typ. 1,5 ms (I1...I4) typ. 1,5 ms
<1,0 ms (I5,I6)
typ. 300 ms (I7,I8)
Lengte van de leiding (niet af- 100 m 100 m
geschermd)
Analoge ingangen
Aantal 2 (I7 und I8)
Bereik 0 ... 10 V DC
ingangsimpedantie
76 kW
max. ingangsspanning 28,8 V DC
Lengte van de leiding (afge- 10 m
schermd en getordeerd)
Digitale uitgangen
Aantal 4 4
Type van de uitgangen Transistor, Transistor,
P-schakelend P-schakelend
Potentiaalscheiding nee nee
in groepen van
Ansturing van een digitale in- ja ja
gang

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 271
Technische gegevens

LOGO! 24 LOGO! DM8 24


LOGO! 24o
Uitgangsspanning Voedingsspan- Voedingsspan-
ning ning
Uitgangsstroom max. 0,3 A max. 0,3 A
Onafgebroken stroom Ith
Gloeilampbelasting (25.000
schakelcycli) bij
TL-lampen met elektr. voor-
schakeltoestel (25.000 scha-
kelcycli)
TL-lampen traditioneel ge-
compenseerd (25.000 scha-
kelcycli)
TL-lampen niet-gecompen-
seerd (25.000 schakelcycli)
Beveiligd tegen korsluiting en ja ja
overbelasting
Kortsluitstroombegrenzing ca. 1 A ca. 1 A
Derating geen; in het gehele geen; in het gehele
temperatuurbereik temperatuurbereik
Kortsluitvastheid cos 1
Kortsluitvastheid cos 0.5 tot
0.7
Parallelschakeling van uit- niet toelaatbaar niet toelaatbaar
gangen voor vermogenstoe-
name
Beveiliging van een uitgangs-
relais (indien gewenst)

LOGO!-Handboek
272 A5E00228752-01
Technische gegevens

LOGO! 24 LOGO! DM8 24


LOGO! 24o
Schakelfrequentie
mechanisch
elektrisch 10 Hz 10 Hz
Ohmse belasting/lampbela- 10 Hz 10 Hz
sting
Inductieve belasting 0,5 Hz 0,5 Hz

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 273
Technische gegevens

A.4 Technische gegevens: LOGO! 24RC... en


LOGO! DM8 24R

LOGO! 24RC LOGO! DM8 24R


LOGO! 24RCo
Stromvoorziening
Ingangsspanning 24 V AC/DC 24 V AC/DC
Toelaatbaar bereik 20,4 ... 26,4 V AC 20,4 ... 26,4 V AC
20,4 ... 28,8 V DC 20,4 ... 28,8 V DC
Beveiliging tegen verkeerd
poling
Toelaatbare netfrequentie 47 ... 63 Hz 47 ... 63 Hz
Opgenomen vermogen
 24 V AC 40 ... 110 mA 40 ... 110 mA
 24 V DC 20 ... 75 mA 20 ... 75 mA
Overbrugging bij stroomuitval typ. 5 ms typ. 5 ms
Vermogensverlies
 24 V AC 0,9 ... 2,7 W 0,9 ... 2,7 W
 24 V DC 0,4 ... 1,8 W 0,4 ... 1,8 W
Buffering van de tijd bij 25 C typ. 80 h typ. 80 h
Loopnauwkeurigheid van de typ. 2 s / Tag max. 5 s / Tag
werkelijke tijd
Digitale ingangen
Aantal 8, 4,
naar keuze P- of naar keuze P- of
N-schakelend N-schakelend
Potentiaalscheiding nee nee
Ingangspanning L L
 Signaal 0 < 5 V AC/DC < 5 V AC/DC
 Signaal 1 > 12 V AC/DC > 12 V AC/DC

LOGO!-Handboek
274 A5E00228752-01
Technische gegevens

LOGO! 24RC LOGO! DM8 24R


LOGO! 24RCo
Ingangsstroom bij
 Signaal 0 < 1,0 mA < 1,0 mA

 Signaal 1
> 2,5 mA > 2,5 mA
Vertragingstijd bij
 0 naar 1 typ. 1,5 ms typ. 1,5 ms

 1 naar 0 typ. 15 ms typ. 15 ms


Lengte van de leidng (niet af- 100 m 100 m
geschermd)
Analoge ingangen
Aantal
Bereik
max. ingangsspanning
Digitale uitgangen
Aantal 4 4
Type van de uitgangen Relaisuitgangen Relaisuitgangen
Potentiaalscheiding ja ja
in groepen van 1 1
Aansturing van een digitale ja ja
ingang
Uitgangsspanning
Uitgangsstroom
Onafgebroken stroom Ith max. 10 A per relais max. 5 A per relais
Gloeilampbelasting (25.000 1000 W 1000 W
schakelcycli) bij

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 275
Technische gegevens

LOGO! 24RC LOGO! DM8 24R


LOGO! 24RCo
TL–lampen met elektr. voor- 10 x 58 W 10 x 58 W
schakeltoestel (25.000 scha-
kelcycli)
TL-lampen traditioneel ge- 1 x 58 W 1 x 58 W
compenseerd (25.000 scha-
kelcycli)
TL-lampen niet-gecompen- 10 x 58 W 10 x 58 W
seerd (25.000 schakelcycli)
Kortsluitvastheid en overbela-
stingsbeveiliging

Kortsluitstroombegrenzing
Derating geen; in het gehele geen; in het gehele
temperatuurbereik temperatuurbereik
Kortsluitvastheid cos 1 Vermogensbeveili- Vermogensbeveili-
ging ging
B16, 600A B16, 600A
Kortsluitvastheid cos 0.5 tot Vermogensbeveili- Vermogensbeveili-
0.7 ging ging
B16, 900A B16, 900A
Parallelschakeling van uit- niet toelaatbaar niet toelaatbaar
gangen voor vermogenstoe-
name
Beveiliging van een uitgangs- max. 16 A, max. 16 A,
relais (indien gewenst) Karakteristiek B16 Karakteristiek B16
Schakelfrequentie
mechanisch 10 Hz 10 Hz
elektrisch
Ohmse belasting/lampenbe- 2 Hz 2 Hz
lasting
Inductieve belasting 0,5 Hz 0,5 Hz

LOGO!-Handboek
276 A5E00228752-01
Technische gegevens

A.5 Technische gegevens: LOGO! 12/24... en


LOGO! DM8 12/24R

LOGO! 12/24RC LOGO! DM8


LOGO! 12/24RCo 12/24R
Stroomvoorziening
Ingangsspanning 12/24 V DC 12/24 V DC
Toelaatbaar bereik 10,8 ... 28,8 V DC 10,8 ... 28,8 V DC
Beveiliging tegen verkeerde ja ja
poling
Opgenomen vermogen
 12 V DC 30 ... 140 mA 30 ... 140 mA
 24 V DC 20 ... 75 mA 20 ... 75 mA
Overbrugging bij stroomuitval
 12 V DC
 24 V DC typ. 2 ms typ. 2 ms
typ. 5 ms typ. 5 ms
Vermogensverlies
 12 V DC 0,3 ... 1,7 W 0,3 ... 1,7 W
 24 V DC 0,4 ... 1,8 W 0,4 ... 1,8 W
Buffering van de tijd bij 25 C typ. 80 h
Loopnauwkeurigheid van de typ. 2 s / dag
werkelijke tijd
Potentiaalscheiding nee nee
Digitale ingangen
Aantal 8 4
Potentiaalscheiding nee nee
Ingangspanning L+
 Signaal 0 < 5 V DC < 5 V DC
 Signaal 1 > 8 V DC > 8 V DC

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 277
Technische gegevens

LOGO! 12/24RC LOGO! DM8


LOGO! 12/24RCo 12/24R
Ingangsstroom bij
 Signaal 0 < 1, 0 mA (I1...I6) < 1,0 mA
< 0,05 mA (I7, I8)
 Signaal 1 > 1,5 mA (I1...I6) > 1,5 mA
> 0,1 mA (I7, I8)

Vertragingstijd bij
 0 naar 1 typ. 1,5 ms typ. 1,5 ms
<1,0 ms (I5,I6)
typ. 300 ms (I7,I8)
 1 naar 0 typ. 1,5 ms typ. 1,5 ms
<1,0 ms (I5,I6)
typ. 300 ms (I7,I8)
Lengte van de leiding (niet af- 100 m 100 m
geschermd)
Analoge ingangen
Aantal 2 (I7, I8)
Bereik 0 ... 10 V DC
Eingangsimpedanz
76 kW
max. ingangsspanning 28,8 V DC
Lengte van de leiding (afge- 10 m
schermd en getordeerd)
Digitale uitgangen
Aantal 4 4
Type van de uitgangen Relaisuitgangen Relaisuitgangen
Potentiaalscheiding ja ja
in groepen van 1 1
Aansturing van een digitale ja ja
ingang
Uitgangsspanning
Uitgangsstroom
Onafgebroken stroom Ith (per max. 10 A per relais max. 5 A per relais
klem)

LOGO!-Handboek
278 A5E00228752-01
Technische gegevens

LOGO! 12/24RC LOGO! DM8


LOGO! 12/24RCo 12/24R
Gloeilampbelasting (25.000 1000 W 1000 W
schakelcycli) bij
TL–lampen met elektr. voor- 10 x 58 W 10 x 58 W
schakeltoestel (25.000 scha-
kelcycli)
TL–lampen traditioneel ge- 1 x 58 W 1 x 58 W
compenseerd (25.000 scha-
kelcycli)
TL–lampen niet gecompen- 10 x 58 W 10 x 58 W
seerd (25.000 schakelcycli)
Kortsluitvastheid en overbela-
stingsbeveiliging
Korstluitstroombegrenzing
Derating geen; in het gehele geen; in het gehele
temperatuurbereik temperatuurbereik
Kortsluitvastheid cos 1 Vermogensbeveili- Vermogensbeveili-
ging B16 ging B16
600A 600A
Kortsluitvastheid cos 0.5 tot Vermogensbeveili- Vermogensbeveili-
0.7 ging B16 ging B16
900A 900A
Parallelschakeling van uit- niet toelaatbaar niet toelaatbaar
gangen voor vermogenstoe-
name
Beveiliging van een uitgangs- max. 16 A, max. 16 A,
relais (indien gewenst) Karakteristiek B16 Karakteristiek B16
Schakelfrequentie
mechanisch 10 Hz 10 Hz
elektrisch
Ohmse belasting/lampenbe- 2 Hz 2 Hz
lasting
Inductieve belasting 0,5 Hz 0,5 Hz

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 279
Technische gegevens

A.6 Schakelvermogen en levensduur van de


relais-uitgangen
Weerstandsbelasting
Schakelcycli/ miljoen
0.5 12/24 V AC/DC maximaal 10 A
115/120 V AC maximaal 10 A
0.4 230/240 V AC maximaal 10 A

0.3

0.2

0.1

2 4 6 8 10
Schakelstroom / A

Imag. A Schakelvermogen en levensduur van de contacten bij weer-


standsbelasting (verwarming)
Inductieve belasting
Schakelcycli/ miljoen
12/24 V AC/DC maximaal 2 A
1.0 115/120 V AC maximaal 3 A
0.9 230/240 V AC maximaal 3 A
0.8
0.7 20 V DC
240 V DC
0.6
0.5
0.4
0.3
0.2
0.1

1 2 3
Schakelstroom / A

Imag. B Schakelvermogen en levensduur van de contacten bij sterk in-


ductieve belasting volgens IEC 947-5-1 DC13/AC15 (schake-
laarss, magneetspoelen, motoren)

LOGO!-Handboek
280 A5E00228752-01
Technische gegevens

A.7 Technische gegevens: LOGO! AM 2

LOGO! AM 2
Stroomvoorziening
Ingangsspanning 12/24 V DC
Toelaatbaar bereik 10,8 ... 28,8 V DC
Opgenomen vermogen 25 ... 50 mA
Overbrugging bij spanningsuit- typ. 5 ms
val
Vermogensverlies bij
 12 V 0,3 ... 0,6 W
 24 V 0,6 ... 1,2 W
Potentiaalscheiding nee
Beveiliging tegen verkeerde po- ja
ling
PE-klem voor de aansluting van aarde en leiding-
scherm van de analoge meetdraad
Analoge ingangen
Aantal 2
Type Unipolair
Ingangsbereik 0 ... 10 V DC (ingangsimpedantie 76 kW)
of
0 ... 20 mA (ingangsimpedantie <250 W)
Resolutie 10 bit op 0 ... 1000 genormaliseerd
Cyclustijd analoge waardevor- 50 ms
ming
Potentiaalscheiding nein
Lengte van de leiding (afge- 10 m
schermd en getordeerd)
Geverversorging keine
Foutgrens +/– 1,5 %
Stoorfrequentieonderdrukking 55 Hz

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 281
Technische gegevens

A.8 Technische gegevens: LOGO!


AM 2 PT100

LOGO! AM 2 PT100
Stroomvoorziening
Ingangsspanning 12/24 V DC
Toelaatbaar bereik 10,8 ... 28,8 V DC
Opgenomen vermogen 25 ... 50 mA
Overbrugging bij spanningsuit- typ. 5 ms
val
Vermogensverlies bij
 12 V 0,3 ... 0,6 W
 24 V 0,6 ... 1,2 W
Potentiaalscheiding nein
Beveiliging tegen verkeerde po- ja
ling
PE-kle Anschluss von Erde und Leitungsschirm
der Messleitung
Sensoringangen
Aantal 2
Type Weerstandsthermometer Pt100
Aansluiting van de sensoren
 2 geleidertechniek ja
 3 geleidertechniek ja
Meetbereik –50 °C ... +200 °C
–58 °F ... +392 °F

LOGO!-Handboek
282 A5E00228752-01
Technische gegevens

LOGO! AM 2 PT100
Instellingen voor meetwaardein-
dicatie aan de basismodule:
 1 °C-stappen Offset: –200, Gain: 25
 0,25 °C-stappen Offset: –200, Gain: 250
(afgerond op 1 plaats
achter de komma)
 1 °F-stappen Offset: –128, Gain: 45
 0,25 °F-stappen Offset: –128, Gain: 450
(afgerond op 1 plaats
achter de komma)
Linearisatie van de karakteri- nee
stiekl
Meetstroom Ic 1,1 mA
Aantal meetherhalingen afhankelijk van de uitbouw
typ.: 50 ms
Resolutie 0,25 °C
Foutgrenzen van de meetbereikseindwaarde:
 0 °C ... +200 °C +/–1,0 %
 –50 °C ... +200 °C +/–1,5 %
Potentiaalscheiding nee
Lengte van de leiding (afge- 10 m
schermd)
Stoorfrequentieonderdrukking 55 Hz

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 283
Technische gegevens

A.9 Technische gegevens: LOGO!Power 12 V


LOGO! Power 12 V is een stroomvoorziening met primaire
klokimpuls voor LOGO!-apparaten. Er staan twee soorten
stroomsterkten ter beschikking.

LOGO! Power LOGO! Power


12 V / 1,9 A 12 V / 4,5 A
Ingangsgegevens
Ingangsspanning 120 ... 230 V AC
Toelaatbaar bereik 85 ... 264 V AC
Toelaatbare netfrequentie: 47 ... 63 Hz
Overbrugging bij spannings- > 40 ms (bij 187 V AC)
uitval
Ingangsstroom 0,3 ... 0,18 A 0,73 ... 0,43 A
Inschakelstroom (25°C) 15 A 30 A
Apparaatbeveiliging intern
Aanbevolen LS-schakelaar > 6 A Karakteristiek D
(IEC 898) in de voedingslei- > 10 A Karakteristiek C
ding
Uitgangsgegevens
Uitgangsspanning 12 V DC
Totale tolerantie +/- 3 %
Instelbereik 11,1 ... 12,9 V DC
Restrimpel < 200 mVSS
Uitgangsstroom 1,9 A 4,5 A
Overstroombegrenzing 2,4 A 4,5 A
Rendement  80 %
Parallelschakelbaar voor het ja
opvoeren van het vermogen
Elektromagnetische compatibiliteit
Ontstoringsgraad EN 50081-1, EN 55022 klasse B
Storingsbestendigheid EN 50082-2

LOGO!-Handboek
284 A5E00228752-01
Technische gegevens

LOGO! Power LOGO! Power


12 V / 1,9 A 12 V / 4,5 A
Veiligheid
Potentiaalscheiding primair/ ja, SELV (volgens EN 60950 / VDE 0805)
secundair
Veiligheidsklasse II (volgens IEC 536 / VDE 0106 T1)
Veiligheidsgraad IP 20 (volgens EN 60529 / VDE 470 T1)
Certificering-CE ja
Certificering UL/CSA ja; UL 508 / CSA 22.2
Certificering-FM in voorbereiding
Algemene gegevens
Omgevingstemperatuur - be- –20 ... +55°C, natuurlijke convectie
reik
Opslag- en transporttempera- – 40 ... +70°C
tuur
Aansluitingen aan de ingang telkens één klem (1x2,2,5mm2 o. 2x 1,5
mm2 ) voor L1 en N
Aansluitingen aan de uitgang telkens twee klemmen (1x2,2,5mm2 o.
2 x 1,5 mm2 ) voor L+ en M
Montage op profielrail 35 mm met clip
Afmetingen in mm (BxHxD) 72 x 80 x 55 126 x 90 x 55
Gewicht ca. 0,2 kg 0,4 kg

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 285
Technische gegevens

A.10 Technische gegevens: LOGO!


Power 24 V
LOGO! Power 24 V is een stroomvoorziening met primaire
klokimpuls voor LOGO!-apparaten. Er staan twee soorten
stroomsterkten ter beschikking.

LOGO! Power LOGO! Power


24 V / 1,3 A 24 V / 2,5 A
Ingangsgegevens
Ingangsspanning 120 ... 230 V AC
Toelaatbaar bereik 85 ... 264 V AC
Toelaatbare netfrequentie: 47 ... 63 Hz
Overbrugging bij spannings- 40 ms (bij 187 V AC)
uitval
Ingangsstroom 0,48 ... 0,3 A 0,85 ... 0,5 A
Inschakelstroom (25°C) < 15 A < 30 A
Apparaatbeveiliging intern
Aanbevolen LS-schakelaar > 6 A Karakteristiek D
(IEC 898) in de voedingslei- > 10 A Karakteristiek C
ding
Uitgangsgegevens
Uitgangsspanning 24 V DC
Totale tolerantie +/– 3 %
Instelbereik 22,2 ... 25,8 V DC
Restrimpel < 250 mVSS
Uitgangsstroom 1,3 A 2,5 A
Overstroombegrenzing 1,6 A 2,8 A
Rendement > 80 %
Parallelschakelbaar voor het ja
opvoeren van het vermogen
Elektromagnetische compatibiliteit
Ontstoringsgraad EN 50081-1, EN 55022 klasse B

LOGO!-Handboek
286 A5E00228752-01
Technische gegevens

LOGO! Power LOGO! Power


24 V / 1,3 A 24 V / 2,5 A
Storingsbestendigheid EN 50082-2
Veiligheid
Potentiaalscheiding primair/ ja, SELV (volgens EN 60950 / VDE 0805)
secundair
Veiligheidsklasse II (volgens IEC 536 / VDE 0106 T1)
Veiligheidsgraad IP 20 (volgens EN 60529 / VDE 470 T1)
Certificering-CE ja
Certificering UL/CSA ja; UL 508 / CSA 22.2
Certificering-FM ja; Class I, Div. 2, T4
Algemene gegevens
Omgevingstemperatuur - be- -20 ... +55°C, natuurlijke convectie
reik
Opslag- en transporttempera- - 40 ... +70°C
tuur
Aansluitingen aan de ingang telkens één klem (1x2,2,5mm2 o.
2 x 1,5 mm2 ) voor L1 en N
Aansluitingen aan de uitgang telkens twee klemmen (1x2,2,5mm2 o.
2 x 1,5 mm2 ) voor L+ en M
Montage op profielrail 35 mm met clip
Afmetingen in mm (BxHxD) 72 x 80 x 55 126 x 90 x 55
Gewicht ca. 0,2 kg 0,4 kg

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 287
Technische gegevens

A.11 Technische gegevens:


LOGO! Contact 24/230
LOGO! Contact 24 en LOGO! Contact 230 zijn schakelmo-
dules voor de directe schakeling van ohmsche verbruikers
tot 20 A en motoren tot 4 kW (zonder geluidsbelasting,
bromvrij).

LOGO! LOGO!
Contact 24 Contact 230
Bedieningsspanning 24 V DC 230 V AC;
50/60 Hz
Schakelvermogen
Gebruikscategorie AC-1: Schakel ohm-
sche belasting bij 55°C
Bedrijfsstroom bij 400 V 20 A
Vermogen van draaistroomverbruikers 13 kW
bij 400 V
Gebruikscategorie AC-2, AC-3: Moto-
ren met sleepring of kooianker
Bedrijfsstroom bij 400 V 8,4 A
Vermogen van draaistroomverbruikers 4 kW
bij 400 V
Kortsluitingsbeveiliging:
Indeling type 1 25 A
Indeling type 2 10 A
Aansluitleidingen fijndradig met afsluitmoffen
eendradig
2 x (0,75 tot 2,5) mm2
2 x (1 tot 2,5) mm2
1 x 4 mm2
Afmetingen (BxHxD) 36 x 72 x 55
Omgevingstemperatuur –25 ... +55°C
Opslagtemperatuur –50 ... +80°C

LOGO!-Handboek
288 A5E00228752-01
B Cyclusduur bepalen
Het volledig afwerken van een programma, dus hoofdzake-
lijke het inlezen van de ingangen, het bewerken van het
programma en het daaropvolgende uitlezen van de uitgan-
gen, wordt programmacyclus genoemd. De cyclusduur is
de tijd nodig om een programma één keer compleet af te
werken.
De tijd die nodig is voor een programmacyclus, kan met
behulp van een klein testprogramma worden berekend.
Dat testprogramma wordt in LOGO! aangemaakt en levert
tijdens de afwerking ervan in de parametreermodus een
waarde, waaruit de actuele cyclusduur wordt afgeleid.
Testprogramma
1. Stel het testprogramma samen door een uitgang met
een drempelwaardeschakelaar te verbinden en aan de
ingang ervan een genegeerd merkteken te schakelen.

B1
Uitgang Qx of
M1 ander merkteken Mx
Qx
Par

B2
1
M1 M1

2. Parametreer de drempelwaardeschakelaar zoals in de


afbeelding is te zien. Door de negatie van het merkte-
ken wordt in elke programmacyclus een impuls gegen-
ereerd. Het tijdsinterval van de drempelwaardeschake-
lar wordt op 2 seconden ingesteld.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 289
Cyclustijd bepalen

B1 1+ Toets 
B1 2
On =1000 drukken G_T=02:00s
Off=0000

3. Start daarna het programma en schakel LOGO! in de


parametreermodus. In de parametreermodus kunt u de
parameters van de drempelwaardeschakelaar bekijken.

B1
On =1000
Off =0000 fa= is de som van de
gemeten impulsen per
fa =0086 tijdseenheid G_T

4. De reciproke waarde van fa is gelijk aan de cyclusduur


van LOGO! met het programma dat actueel in het ge-
heugen is opgenomen.
1/fa = cyclusduur in s
Toelichting
Bei jedem Durchlauf des Schaltprogramms wechselt der
negierte Merker sein Ausgangssignal. Ein Pegel (high oder
low) dauert also genau einen Zyklus. Eine Periode dauert
also 2 Zyklen.
De drempelwaardeschakelaar geeft de verhouding weer
van perioden per 2 seconden, waaruit dan de verhouding
van cycli per seconde resulteert.
Flankwisseling van genegeerd merk-
teken bij elke schakelprogrammarun

Cyclustijd
1 Periode = 1 Impuls = 2 cycli

Periode

LOGO!-Handboek
290 A5E00228752-01
C LOGO! zonder display
Daar bepaalde speciale toepassingen in het lopende bedrijf
bedieningselementen zoals toetsen en display niet abso-
luut nodig hebben, worden de varianten LOGO! 12/24RCo,
LOGO! 24o, LOGO! 24RCo en LOGO! 230RCo. zonder
display aangeboden.
Zo ziet b.v. LOGO! 230RCo er uit:

L1 N I1 I2 I3 I4 I5 I6 I7 I8

RUN/STOP

1 2 1 2 1 2 1 2
Q1 Q2 Q3 Q4

Enerzijds minder, anderzijds meer!


De varianten zonder display bieden u de volgende voorde-
len:
 een stuk goedkoper dan met bedieningseenheid
 nemen veel minder plaats in de schakelkast in dan de
traditionele hardware
 zijn qua flexibiliteit en aankoopprijs ten overstaan van
de eigen elektronica aanzienlijk voordeliger
 loont al de moeite bij toepassingen waarin twee tot drie
traditionele schakelapparaten kunnen worden vervan-
gen
 kunnen op de meest eenvoudige wijze worden bediend
 zijn beveiligd tegen niet-geautoriseerde bediening
 zijn compatibel met LOGO!-varianten met display
 bieden de mogelijkheid bedrijfsgegevens over
LOGO!Soft Comfort te lezen

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 291
LOGO! zonder Display

Schakelprogramma zonder bedieningseenheid aanmaken


Om een schakelprogramma in een LOGO! zonder display
aan te maken, zijn er twee mogelijkheden:
 Maak een schakelprogramma aan met LOGO!Soft
Comfort op de PC en stuur het programma naar LOGO!
(zie hoofdstuk 7).
 Neem een LOGO! programmamodule (Card), waarop
zich een programma bevindt en kopieer het programma
naar uw LOGO! zonder display (zie hoofdstuk 6).
Werkgedrag
Door LOGO! van spanning te voorzien is LOGO! al bedrijf-
sklaar. LOGO! zonder display wordt uitgeschakeld door de
stroomvoorziening af te klemmen, bijvoorbeeld door de
stekker uit te trekken.
Het schakelprogramma kan bij LOGO!...o-varianten niet
met toetsen worden gestart of gestopt. Daarom hebben de
LOGO!...o-varianten een gewijzigd startgedrag:
Startgedrag
Als zich in de LOGO! of op de ingestoken programmamo-
dule (Card) geen schakelprogramma bevindt, blijft LOGO!
in STOP.
Is er een geldig schakelprogramma in het programmage-
heugen van de LOGO! aanwezig, dan heeft zodra LOGO!
van spanning wordt voorzien een automatische overgang
plaats van STOP naar RUN.
Is er een LOGO! programma-module/card ingestoken, dan
wordt een daar aanwezig schakelprogramma meteen na
het inschakelen van de LOGO! naar het toestel gekopieerd,
waarbij een reds aanwezig schakelprogramma wordt over-
schreven. Er gebeurt een automatische overgang van
STOP naar RUN.
Is er een PC-kabel aangesloten, kan met de PC-software
LOGO!Soft Comfort het schakelprogramma naar de LOGO!
worden overgedragen en gestart (zie hoofdstuk 7.1).

LOGO!-Handboek
292 A5E00228752-01
LOGO! zonder Display

Weergave van de modus


De actuele modi, zoals Power On, RUN en STOP worden
door een LED in de kap aan de voorkant weergegeven.
 LED rood: modus PowerOn/STOP
 LED groen: modus PowerOn/RUN
Na het inschakelen van de voedingsspanning en in alle
toestanden waarbij LOGO! niet in de toestand RUN is,
brandt de LED rood. In de modus RUN is de LED groen.
Actuele gegevens uitlezen
Met LOGO!Soft Comfort (zie hoofdstuk 7) kunt u via de on-
line-test in de RUN–mode de actuele gegevens van alle
functies lezen.
Heeft uw LOGO! zonder display een beveiligde program-
mamodule (Card), kunnen de actuele gegevens alleen dan
worden uitgelezen, als het een schakelprogramma met
paswoord betreft en u het juiste paswoord hebt ingevoerd.
Anders wordt bij het verwijderen van de programmamodule
(Card) (om de PC-kabel aan te sluiten) het schakelpro-
gramma van de LOGO! gewist (zie hoofdstuk 6).

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 293
LOGO! zonder Display

LOGO!-Handboek
294 A5E00228752-01
D LOGO! menustructuur
Menu–overzicht

Geen schakelpro- >Program..


gramma aanwezig Card..
Clock..
No Program
Press ESC Start
Schakelprogramma
loopt (RUN) Zie “Hoofdmenu”
>Stop >Yes
Mo 09:00 Set Param Parameter instellen (hoofd 5.1.1v.)
2003-01-27 Set Clock Tijd/datum instellen (hoofd. 5.2)
Prg Name Schakelprogrammanamen tonen
Zie “Startmenu“ Parametreermenu

Hoofdmenu (ESC / >Stop)

>Program >Edit.. Zie “Programmeermenu”


Card > –>Card Zie “Transfermenu”
Clock >Set Zie “Klokmenu”
>Stop/>Yes Start Clock Zie “Startmenu“
Mo 09:00
2003-01-27

Programmeermenu (ESC / >Stop >Programma)


Schakelprogramma
>Edit.. >Edit Prg Password?
bewerken
(hoofd. 3.6v.)
>Edit Name Schakelprogrammanamen
bewerken (hoofd. 3.6.4)
Vrije geheugenruimte
>Memory?
tonen (hoofd. 3.7)

>Clear Prg Schakelprogramma


wissen (hoofd. 3.6.11)

>Password Paswoord invoeren/wijzigen


(hoofd. 3.6.5)

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 295
LOGO! menustructuur

Transfermenu (ESC / >Stop >Card)

> –>Card Schakelprogramma van LOGO! op program-


mamodule (Card) kopiëren (hoofd. 6.3)

>Card–> Schakelprogramma van programmamodule


(Card) naar LOGO! kopiëren (hoofd. 6.4)

>CopyProtect
Schakelprogrammabeveiliging/kopieer-
beveiliging instellen (hoofd. 6.1)

Klokmenu (ESC / >Stop >Clock)

>Set Clock Tijd/datum instellen (hoofd. 5.2)

>S/W Time Zomer-/wintertijd instellen (hoofd. 3.6.12)

Tijd LOGO! Basic en uitbreidingsmo-


>Sync
dule synchroniseren (hoofd. 3.6.13)

Startmenu (RUN)

Alles
max. 10 meldteksten
klaar?
LOGO!

I: Q: M: ESC+Key
Mo 09:00 0.. 123456789 0.. 123456789 0.. 123456789
2003–01–27 1..0123456789 1..0123456 1..0123456789
2..01234 2..01234

Datum/tijd Ingangen Uitgangen Merktekens Cursortoetsen

>Stop
Set Param
Set Clock
Prg Naam
Parametreermenu

LOGO!-Handboek
296 A5E00228752-01
E Bestelnummers
Tabella A

Variant Omschrijving Bestelnummer


Basic LOGO! 12/24RC * 6ED1052-1MD00-0BA4
LOGO! 24 * 6ED1052-1CC00-0BA4
LOGO! 24RC (AC) 6ED1052-1HB00-0BA4
LOGO! 230RC 6ED1052-1FB00-0BA4
Basic LOGO! 12/24RCo * 6ED1052-2MD00-0BA4
zonder display LOGO! 24o * 6ED1052-2CC00-0BA4
(Pure)
LOGO! 24RCo (AC) 6ED1052-2HB00-0BA4
LOGO! 230RCo 6ED1052-2FB00-0BA4
Digitale module LOGO! DM 8 12/24R 6ED1055-1MB00-0BA1
LOGO! DM 8 24 6ED1055-1CB00-0BA0
LOGO! DM 8 24R 6ED1055-1HB00-0BA0
LOGO! DM 8 230R 6ED1055-1FB00-0BA1
Analoge module LOGO! AM 2 6ED1055-1MA00-0BA0
LOGO! AM 2 PT100 6ED1055-1MD00-0BA0

*: bovendien met analoge ingangen

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 297
Bestelnummers

Tabella A

Toebehoren Omschrijving Bestelnummer


Software LOGO!Soft Comfort V4.0 6ED1058-0BA00-0YA0

Upgrade naar
LOGO!Soft Comfort V4.0 6ED1058-0CA00-0YE0
Programmamo- LOGO! Card 6ED1056-5CA00-0BA0
dule (Card)
Schakelmodule LOGO!Contact 24 V 6ED1057-4CA00-0AA0
LOGO!Contact 230 V 6ED1057-4EA00-0AA0
Power module LOGO!Power 12V/1,9A 6EP1321-1SH01
LOGO!Power 12V/4,5A 6EP1322-1SH01
LOGO!Power 24V/1,3A 6EP1331-1SH01
LOGO!Power 24V/2,5A 6EP1332-1SH41
Overige PC-kabel 6ED1057-1AA00-0BA0
Handboek

LOGO!-Handboek
298 A5E00228752-01
F Afkortingen
AM Analoge module
B1 Bloknummer B1
BN Block Number (bloknummer)
C bij LOGO!–toestelaanduiding: geïntegreerde klok
CM Communicatiemodule
Cnt Count = telingang
Co Connector = connector
Dir Direction = richting (bijv. telrichtung)
DM Digitale module
En Enable = inschakelen (bijvoorbeeld bij klokpulsgever)
Fre Ingang voor te analyseren frequentiesignalen
BF Basisfuncties
Inv Inverteringsingang van het uitgangssignaal
No Nok (parameter van de schakelklok)
z bij LOGO!–toestelaanduiding: zonder display
Par Parameter
R Reset = terugzetingang
R bij LOGO!–toestelaanduiding: Relaisuitgangen
Ral Reset all = terugzetingang voor alle interne waarden
S Set = instellen (bijvoorbeeld bij het houdrelais)
SF Speciale functies
T Time = tijd (parameter)
TE Delingeenheid
Trg Trigger (parameter)
0BA3-apparatuur: meest actuele LOGO! Basic-versie,
wordt in dit handboek beschreven.

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 299
LOGO!-Handboek
300 A5E00228752-01
Index
Getallen B
4 gulden regels, 48 Basisfuncties, 96
EN (AND), 98
met flank, 98
A NEN (NAND), 99
met flank, 100
Aan–/uit, schakelaar, 33 NIET (NOT), 103
NOF (NOR), 102
Aanloopmerkteken, 94
OF (OR), 101
Aansluiten XOF (XOR), 102
Ingangen, 24
Basiskennis speciale functies, 104
Uitgangen, 31
Bedieningsveld , 4, 5
Aansluitingen, niet gebruikte, 40,
46 Bedrijfs–
toestandsweergave, 293
afdekking, 16
urenteller, 153
Afkortingen, 299 MN en OT-waarden uitleĆ
Afmetingen, 15 zen, 156, 293

Afsluitmoffen, 22 Bedrijfsmodus
Bedrijfsmodus–wissell, 48
Analoge module, 2, 7 Parametreren, 50
Analoge versterker, 177 PC–LOGO, 224
Programmeren, 50
Analoge waardebewaking, 173
Bedrijfsurenteller, Bedrijfsuren,
Analoog 153
Comparator, 168
waarden, 108 Betrijfsmodus, Programmeren, 51
Apparatuurtypen, LOGO!, 2 Beveiligingswijze, 72, 108
AS–Interface, 2 Bewerken , 69
AS–interface, 249 BF, 91, 96
Asynchrone impulsgever, 131

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 301
Index

Blok, 42 Delingeenheden, 15
invoegen , 69 delingeenheden, 15
nummer, 42
toekennen, 43 Demontage, 18
wissen, 74 demoversies, 223
met elkaar verbonden blokĆ
ken, 75 Digitale module, 2, 7
BN, 91 Display, 43
drag and drop, 222

C Drempelwaardeschakelaar
Analog, Differenz–, 164
Analoog, 161
CE–teken, 10
Frequenties, 158
Co, 91, 92
Comfortschakelaar, 138
Communicatiemodule, AS–Inter-
E
face, 2, 7, 249 een schakelklok, 1
Compatibiliteit, Varianten, 210 EN niet, 99
Connectors , 92 exclusief OF, 102
Constanten , 92

F
Controle, 73
CSA, 9
cULus–goedkeuring, 9 Flankanalyse, 98, 100
Cursor, 49 FM–goedkeuring, 9
Cursorbeweging, 49 Functieblokken, 42
Cursortoetsen, 40, 189 Functiemodule–ASi, 7
Cyclusduur, 289 Functies, 91

D G
Datum instellen, 207 Gain (versterking), 108
De programmeermodus verlaten, Geheugen
74 bereik, 86

LOGO!-Handboek
302 A5E00228752-01
Index

beslag, 87
J
Grens, 86
Jaarschakelklok, 146
Grootte van een schakeling, 86
gulden regels, 48
K
H Klemmen, 39, 95
hi, 41
Hoedrail, 15 Ingangen, 41
Houdrelais, 179 lo, 41
Uitgangen, 41
Hysteresis, 172 van LOGO!, 40
x, 40, 41, 46, 105

I Klemmen , 92
Kloktijd instellen, 207
Impuls ’Set Clock’, 201, 207
Duur, 129, 132
Pauze, 132
Impulsgever, asynchroon , 131 L
Impulsuitvoer, 126 LCD–display, 4, 5
Ingangen, 92 LED, 293
aansluiten, 24
Analoge ingangen, 26, 92 Lijst
Cursortoetsen, 40 BF, 91, 96, 112
Digitale ingangen, 92 BN, 91
Groepen, 25 Co, 91, 92
negeren, 59, 96, 112 SF, 91
niet gebruikte, 46 Logische module, 1
Snelle Ingangen, 26
LOGO!
toetsingangen, 94
aan een PC koppelen, 224
Inschakeltijdstip, 143 bedraden, 22
Instellen , 72 Bedrijfstoestanden, 36
demonteren, 15
Inverter, 103 herkennen, 7
Invoegen , 69 inschakelen, 33

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 303
Index

monteren, 15 NEN (NAND), 99


Opbouw van, 4 Net
Richtlijnen, 11 Aan, 34
Varianten, 8 Uit, 34
LOGO!–software, 221 NIET (NOT) , 103
LOGO!Soft Comfort, 222 niet bedraade uitgangen, 40
Loopafwijking, 107 niet bedrade uitgangen, 93
niet gebruikte aansluitingen, 40, 46
M niet gebruikte ingangen, 46

Meldteksten, 184 Niveaus, 95


Font, 190 NOF (NOR) , 102
Menu’s Nulpuntverschuiving, 109, 164
Klokmenu, 50
Parametreermenu, 50
Programmeermenu, 50
Transfermenu, 50
O
Menu’s van LOGO!, 50 OF, 101

Menustructuur, 295 OF (OR) , 101

Merktekens, 93 OF niet, 102

Modus, Parametreren, 200 Offset, 108

Montage Omstelling, Zomertijd en Winter-


Boorschma, 21 tijd, 78
Hoedrailmontage, 16 Opbouw, 13
Wandmontage, 20 met verschillende spanningsklas-
sen, 14

N
opbouw, Maximale opbouw, 13
Opbouwrichtlijnen, 11
Naam, 60 Open klemmen, 95
Negatie, 103 Opslag, capaciteit, 86
van een ingang, 59
van een SF–ingang, 96, 112 opwaartse compatibiliteit, 210

LOGO!-Handboek
304 A5E00228752-01
Index

Overzichtsplan, 44 verveelvoudigen, 209


wijzigen, 68

P
Programmacyclus , 289
Programmageheugen, 86
Parameter, 202 freier, 90
’Set Param’, 201 Programmamodule
Ingangen, 106 ’Card ––> LOGO’, 219
T, 106 insteken, 215
weergeven/verbergen, 72 Kopiëren , 218
Parameters verwijderen, 215
instellen, 199 Programmamodule (Card)
selecteren, 203 ’CopyProtect’, 212
wijzigen, 204 Veiligheidsfunctie, 211, 213, 214
Parametreermenu, 200 Programmanaam
Parametreervenster, 142, 186 lezen, 201
Tekenset, 60
Parametreren , 71 toewijzen, 60
Paswoord wijzigen, 61
deactiveren, 64
foutieve ingave, 65
toewijzen, 61 R
wijzigen, 63
PC–kabel, 224 Recycling, 10
USB, 224 Regels, 4 gulden, 48
PC–LOGO, 224 Relais–uitgangen, 280
Planning, 49 Levensduur, 280
Schakelvermogen, 280
Programm–Modul (Card), ’LOGO
––> Card’, 216 Relaisuitgangen, 31

Programma’s Remanentie, 108


’Clear Prg’, 77 einschalten/ausschalten, Rema-
’Edit Name’, 60 nenzart, 72
’Edit Prg’, 51, 52 Remanentie–geheugen, 86
’Paswoord’, 61 Richtlijnen, 11
archiveren, 209
per post versturen, 209 RUN, ’Start’, 66

LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 305
Index

S Analoger Differenz–Schwell-
wertschalter, 164
Schakelaar Analoge versterker, 177
Comfort, 138 Analoge waardebewaking, 173
Trappenlicht, 135 basiskennis, 104
Drempelwaardeschakelaar
Schakelklok, Nauwkeurigheid, 107 Analoog, 161
Schakelprogramma, 86 Frequentie, 158
Impulsgever, asynchroon, 131
Schakelprogramma , 86 Meldteksten, 184
Schakelprogramma’s Relais
invoeren, 54 Stroomstoot, 181
wissen, 77 Vergrendeling, 179
Schakelaar
Schakelschema, 45
Comfort, 138
Schakelstroom, maximale, 32 Trappenlicht, 135
Schakeltoestandswissel, 26 Schakelklok
Jaar, 146
Schuif, 17, 19 Week, 141
Schuifregister, 195 Schuifregister, 195
Sleepcontact
Schuifregisterbits, 40, 94 Impulsuitvoer, 126
Sensoraansluitingen, 28 met flankoverbrugging, 128
Softwareschakelaar, 191
Sensoreigenschappen, 24
Teller, 153
SF, 91, 112 op-/aftellen, 149
Simulatie, 221 toevalsgenerator, 133
Vertraging
Sleepcontact In-/uitschakeling, 122
Impulsuitvoer, 126 Uitschakeling, 120
met flankoverbrugging, 128 vertraging
snelle telprocessen, 26 accum.inschak, 124
inschakeling, 116
software , 221
Start, 66
Softwareschakelaar, 191
Startgedrag, 292
Spanningsniveaus , 95
Stop, 200
Spanningsvoorziening, aansluiten,
Veiligheidsschakeling, 23 Stroom, terugkeer, 33
Speciale functies, 112 Stroomstootrelais, 181
Analoge comparator, 168

LOGO!-Handboek
306 A5E00228752-01
Index

Stroomvoorziening, aansluiten, 22
U
Symbolen, 7
Uitbreidingsmodule
Synchronisatie, 85
Zie ooc Digitalmodul
’Sync’, 85
Digitale moduel, 2
aktivieren, 85
Digitalmodul, 2
Systeemelementen , 86
Uitbreidingsmodules, 2, 39
Analoge modules, 41

T
Bedrijfstoestanden, 36
Communicatiemodule, 2
Digitale module, 41
T. Zie tijd
Uitgangen, 92
Technische gegevens, 265 aansluiten, 31
Algemeen, 265 Analoge uitgangen, 93
LOGO! 12..., 274 Digitale ingangen, 92
LOGO! 230...., 267 niet bedrade, 40, 93
LOGO! 24, 270
LOGO! AM 2 PT100, 282 Uitschakeltijdstip, 143
LOGO! AM2, 277 Upgrade, 223
LOGO! DM8 12/24R, 274, 277
LOGO! DM8 230R, 267 USB, 224
LOGO! DM8 24, 270
LOGO! DM8 24R, 274
LOGO!Contact, 288 V
LOGO!Power 12 V, 281, 284
Veiligheidsaarddraadaansluiting,
Tekenset, 60 23
Teller, op–/aftellen, 149 Verbergen , 72
Tijd, Genauigkeit der, 107 Verbindingsingangen, 105
Tijdbasis, 71, 117 Verbindingsstekker, 16
Tijdsgedrag, 106 Versterker, Analoog–, 177
Tikfouten corrigeren, 76 Versterking, 109
Toepassingen, 227 Pause, 129
Toetsingangen, 94 Vertraagde in–/uitschakeling, 122
Toevalsgenerator, 133 Vertraagde inschakeling, 116
accumulerend, 124
Transistoruitgangen, 32
Trappenlichtschakelaar, 135
LOGO!-Handboek
A5E00228752-01 307
Index

Vertraagde inschakeling met accu- Weergeven, 72


mulatie, 124
Werk–, gedrag, 292
Vertraagde uitschakeling, 120
Wintertijd, 78
Verwijdering, 10
Voor- en achterwaartsteller, 149
Voorbeeld
X
Automatische deur, 233 XOF (XOR) , 102
Fabriekspoort, 245
Aansturen , 249
Controleren , 249
Lichtbanen, 253 Z
Pomp voor gebruikswater, 257 Zomer–/wintertijdomsteling, eigen
Ventilatiesysteem, 240 parameters instellen, 83
Verdere mogelijkheden, 261
Verlichting Zomer–/wintertijdomstelling, 78
Gang, 229 te deactiveren, 84
Trappenhuis, 229 Zommer–/Wintertijdomstelling
’S/W Time’, 78
activeren, 79
W Zommerzeit, 78
Weekdag, 142 zonder display, 291
Bedrijfsmouds PC–LOGO, 224
Weekschakelklok, 7, 141, 143
Bedrijfsurenteller uitlezen, 293
instellen, 143
Schakelprogramma aanmaken,
Voorbeelden, 144
37
Weergave van het display, 43

LOGO!-Handboek
308 A5E00228752-01

You might also like