..................Naam: ...................... Nr.

:
..................Klas: ......................... Datum:
..................Leervak:
..................Leerkracht:

Het oprichten van een loodlijn in een punt.................................................................................1

Het tekenen van de middelloodlijn in een punt van een rechte..................................................1
Het verdelen van een lijnstuk in n gelijke delen.........................................................................2
Het tekenen van een regelmatig ingeschreven n-hoek................................................................2
Het tekenen van een bissectrice van 2 rechten............................................................................3
Het tekenen van kegelsneden......................................................................................................4
De ellips..................................................................................................................................4
De parabool.............................................................................................................................5
De hyperbool...........................................................................................................................6
Het tekenen van raaklijnen aan een punt in een kegelsnede.......................................................7
De raaklijn aan een ellips........................................................................................................7

Raaklijn aan een parabool.......................................................................................................8

Raaklijn aan een hyperbool.....................................................................................................9

Het oprichten van een loodlijn in een punt

Werkwijze:
Rechte a tekenen
We tekenen een cirkel met middelpunt B
Vanuit de snijpunten van die cirkel met a construeren we de middelloodlijn (zie punt 2)

Het tekenen van de middelloodlijn in een punt van een rechte

Werkwijze:
Vanuit A tekenen we een cirkel, vanuit B tekenen we een identieke cirkel.
Door de snijpunten van deze 2 cirkels tekenen we een rechte, dit is de middelloodlijn van dit
lijnstuk.

Het verdelen van een lijnstuk in n gelijke delen

Het tekenen van een regelmatig ingeschreven n-hoek.

Werkwijze: We construeren een rechte vanuit A door het middelpunt van de cirkel. Het
snijpunt met de cirkel van deze rechte is X. We verdelen het lijnstuk [XA] in 5 gelijke delen.
We construeren in X en A een cirkel met straal gelijk aan de [XA]. Het snijpunt van deze
cirkels noemen we P. We tekenen een rechte door P en Q (2de deel rechte). Het nieuwe
snijpunt met de cirkel is B. Nu passen we de afstand tussen B en A af en construeren een
identieke cirkel met middelpunt A nieuwe snijpunt is C, Van uit C herhalen we de vorige stap,
het nieuwe punt is D, idem nieuw punt is E. We verbinden ABCDE met elkaar en dit is onze
regelmatige 5-hoek

Het tekenen van een bissectrice van 2 rechten.

We construeren een cirkel met middelpunt A. Vanuit de snijpunten met p en q passen we 2

identieke cirkels af. Het snijpunt van die 2 cirkels verbinden we met A, dit is onze bissectrice.
Het tekenen van kegelsneden.
De ellips.

werkwijze: We construeren een lijnstuk [AB] met middelloodlijn [CD]. We bepalen de

brandpunten f en f’ door de afstand AM af te passen vanuit D op ÄB, de snijpunten zijn f en
f’. We duiden tussen f en f’ een aantal willekeurige punten af we duiden deze heir aan met
nummers. Nu tekenen we een cirkel met r = |A1| vanuit F en F’ en de cirkel met r = |B1|
vanuit F en F’. De snijpunten zijn onze eerste punten van de ellips. We doen nu hetzelfde voor
de punten 2,3. We construeren nu door deze punten een kromme, dit is onze ellips.
De parabool

Werkwijze: We construeren een cirkel met middelpunt P aan deze cirkel tekenen we een
raaklijn.. Op deze cirkel kiezen we ons brandpunt F, we construeren een rechte d loodrecht op
de raaklijn aan de cirkel door F. Op het lijnstuk [Df] zoeken we het middelpunt T, dit wordt de
top van de parabool. Vanaf T plaatsen we een aantal willekeurige punten op de rechte d, deze
duiden we hier aan met nummers. We tekenen vanuit ieder zo’n punt een loodrechte op d. We
tekenen een cirkel met r = [D1] vanuit f het snijpunt met de loodrechte vanuit 1 zijn onze
eerste 2 punten van de parabool. We doen nu hetzelfde voor de punten 2,3,4,5 en 6. We
construeren nu een kromme door al deze snijpunten, dit is de parabool door P met top T.
De hyperbool

Werkwijze: We construeren een rechte d waarop we de brandpunten F en F’ willekeurig

plaatsen. We bepalen van het lijstuk [FF’] het middelpunt en passen een cirkel af met r < |Mf|
de snijpunten van deze cirkel met d zijn de toppen A en A’ van de hyperbool. Vanuit A en A’
construeren we een loodlijn op d, daarna construeren we de cirkel met middellijn [FF’]. Door
de snijpunten van deze cirkel met de loodlijnen door A en A’ construeren we diagonaal 2
rechten, dit zijn de asymptoten van de hyperbool. We passen een cirkel af met straal [A1] op F
en F’ dan passen we een cirkel met straal [A’1] af op F en F’. De snijpunten van de cirkels met
r = [A1] en de cirkels met r = [A’1] zijn de 4 eerste punten van de hyperbool. Dit herhalen we
voor punten 2,3 en 4. Dab verbinden we alle snijpunten aan 1 kant van de verticale as met
elkaar en alle punten aan de andere kant met elkaar. Dit is onze hyperbool met de toppen A en
A’.
Het tekenen van raaklijnen aan een punt in een kegelsnede.

De raaklijn aan een ellips.

Werkwijze: We tekenen de raaklijn aan de ellips in het punt P. In een ellips wordt de raaklijn
bepaald door de bissectrice van de buitenhoek van de rechten gaande door de brandpunten en
dat punt. We construeren dus de rechten FP en F’P. We zoeken nu de bissectrice van de
buitenhoek (voor de werkwijze zie p.3). Nu construeren we deze bissectrice, dit is de raaklijn
aan de ellips in P.
Raaklijn aan een parabool.

Werkwijze: We nemen een punt P op de parabool hier gaan we de raaklijn aan tekenen. We
tekenen een evenwijdige aan e door P. Het snijpunt tussen de rechte d loodrecht op e door R
en de evenwijdige aan e door P is het punt Q. We verbinden het brandpunt F met Q. Nu geldt
dus dat P op de middelloodlijn van [FQ] moet liggen. We construeren de middelloodlijn van
[FQ] deze lijn gaat dus door P en is de raaklijn aan de parabool in P.
Raaklijn aan een hyperbool.

Gegeven: Een hyperbool met toppen T en T’ met een willekeurig punt P op de hyperbool.
Werkwijze:
- We construeren de rechten FP en F’P
- We construeren de bissectrice van de buitenhoeken tussen FP en F’P
- Deze bissectrice gaat door P en is de raaklijn aan de hyperbool in P