Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 4

Gender en diversiteit les 2

Deel 3 diversiteit en intersectionaliteit

 Wat is diversiteit:
- hot topic in sociale wetenschappen en humanities maar ook in publieke sfeer
o In het publieke domein:
- jaren 60 new social movements gebaseerd op groepsidentiteit, drang gelijkheid in
maatschappij
-> rond 1 identiteitskenmerken = single-unit movements
- representatie in media, willen erkenning, rechten
- aparte groepen die niet mengen
- middel tot politieke mobilisatie -> kritiek op, gaan tegen elkaar terwijl zelfde doel
o In regelgeving en wetten:
- verschillende wetten die veranderen doorheen tijd voor de bestrijding van
discriminatie
- moeilijk te kiezen welke wet van toepassing
o In wetenschap:
- grenzen zijn niet absoluut, geen of of denken
- gezien de context kan 1 meer beklemtoond zijn, gaan dus over grenzen heen
bewegen, groepen en categorieën doorbreken
-> perspectieven vullen elkaar aan, openen door met andere te praten en
identiteit te verbreden
- verschillende soorten studies rond, interdisciplinair door diversiteit als
overkoepelende rubriek
- gaan veronderstellingen die als vanzelfsprekend genomen worden bevragen, te
maken met verschil
- diversiteitsstudies = sociale diversiteit en zijn verschillende vormen en hoe het leid
tot onderdrukking, hoe bepaald sociale positie
o In gender:
- 2000 invloed poststructuralisme met taal
- binair gender of hegemonie of dominante discours bevragen
- groepen zijn intern ook zeer divers maar krijgt jong al bepaald beeld mee
- hegemonic masculinity van Connell komt op
-> 1 dominante en maatschappelijk erkende vorm maar zijn meerdere
-> oorzaak vormen geweld omdat moeten aan vol doen
-> wat verbind mannen als groep
o Dit vak:
- verschillende aspecten van diversiteit
- klasse en armoede minder
- kruisbestuiving, kritische reflectie op normen
o Diversiteit?
- is alles en zeer vaag
- etnische culturele diversiteit is slechts een deel
- intersectionaliteit
 Intersectionaliteit:
1. Ontstaan van intersectionaliteit:
 Oorsprong:
- Sojourner Truth in 1851 eerste die aandacht vroeg voor specifieke situatie
Gender en diversiteit les 2

zwart vrouwen of de intersectie van gender en etniciteit


- zwarte vrouwen konden hun niet identificeren met witte feministen
 Theoretisch perspectief:
- Kimberlé Crenshaw komt met term op
- discriminatie in rechtzaak waar ze moesten onderzoeken of het een klacht
was van rassendiscriminatie of geslachtsdiscriminatie zeiden dat geen beide
was terwijl alle twee te gelijk was
- intersectionaliteit als theoretisch model die aandacht geeft aan
kruisbestuiving identiteiten en posities mensen
- meerdere dimensies onderdrukt, bewegingen erkennen niet = structurele
en politieke onderdrukking
 Black feminisme:
- werken intersectionaliteit verder uit
 Intersectionaliteit theorie:
- rekening houden met alles gelang persoon en context
- diversiteit binnen groep zien
- leven complex en meerder fronten vechten
- feminisme was wit en westers, middenklasse, heteronormatief
- minderheidsgroepen ervaren verschillende vormen discriminatie
2. Kernideeën intersectionaliteit:
 Kruisende posities:
- groepen focussen op 1 ding en geven realiteit niet weer
- macroniveau (ongelijkheidsstructuren die fungeren
als sociale positionering) en microniveau (subjectieve ervaringen van
discriminatie en identiteitsvorming als uitgesloten groep) die in interactie
gaan
- hoe categorieën op meerder niveaus in uitwisseling staan wat leid tot
uitsluiting, onrecht
- mensen geduwd wat voor hen past, groep op bepaalde manier door
samenleving gezien
 Intersectionaliteit:
- artikel: factoren interageren, specifieke vormen onderdrukking,
wisselwerking, bepalen ervaring
- niet enkel multipliciteit overheen identeitsconstructies ook binnen kijken
- intersectionaliteit is een raamwerk voor analyseren van manier meerder
sociale locaties elkaar informeren en vormen <-> modellen identiteiten
primaire status krijgen
- identificatie met meer dan 1 sociale groep die totaal nieuwe vormen van
subjectieve ervaring brengt, niet herleidbaar tot de oorspronkelijke
identiteiten
- veelvoud, oorzaken niet meer van belang
- eerst in VS later in UK waar ook privileges worden aan gekoppeld
 Privileges:
- mannelijkheid, witheid en heteroseksualiteit
- onzichtbaar voor die die het hebben
- Michael Kimmel mannelijkheid ook voordeel aan gendergelijkheid
- Gloria Wekker witheid kan ook bestudeerd worden als een standpunt van
de wereld zien, als een privilege, culturele activiteiten
Gender en diversiteit les 2

-> wordt in stand gehouden door het ontkennen van racisme en uitdrukking
onschuld
- spreekt uit eigen ervaring die toelaat dat je kan zien en bespreken
3. Controverses:
- Helma Lutz: concept op zich is op heel wat manieren ontwikkeld
 Verschillen die belangrijk zijn:
- ras/klasse/geslacht is basis, vele vormen bij
- verwijt van willekeur
- gelang onderzoek wat naar voor
 Ras en klasse betekenis in verschillende conceptualisaties:
-etniciteit in plaats van ras maar is niet helemaal hetzelfde
 Intersectionaliteit:
- wat is het nu juist
- is alles
4. Methode:
 Standpunttheorie:
- kennis = gesitueerd en relationeel, niet objectief tegenover objecteive
waarheid = situated knowledges
- gemarginaliseerde groepen hebben geleefde ervaringen machtsdynamiek
en kunnen vanuit rand dingen in vraag stellen over centrum = gesitueerde
kenners
- er is geen neutrale positie
- strong objectivity = die er altijd buiten stonden zijn meer objectief, vergeten
groepen stellen algemeen aanvaarde visie in vraag -> bewust zijn van eigen
positie
 Methode:
- kijken hoe in echte leven aan bod, niet louter theorie
- macht op macro en micro, dynamieken die het creëren, machtsrelaties
- asking the other question: niet direct bevraagde zoeken maar verder dan 1
iets kijken
- zie complexiteit, situationele, nooit enkel bevoorrecht of onderdrukt ->
kijken naar ongemarkeerde categorieën kijken, moet ook mainstream
onderzoeken
 Praktijk:
- problematiseer de norm
- analyses rekening met impact alle categorieën
- focus interactie macro en micro
5. De vries model:
- rekening met alles in prisma dat kneedbaar is, kan draaien en anders bekijken,
flexibiliteit in denken
- aspecten dan nog gaan uitdiepen, kenmerken zien bij wat door maatschappij is
uitgelicht
- kies een startpunt maar kijk verder
- normatieve en gemarginaliseerde posities
 Toepassing:
- transgender onderzoek die hun gender niet los dragen van andere sociale
posities
- dominante verhalen of gekende door maatschappij, ras niet aanbod
Gender en diversiteit les 2

- interview 31 mensen
-> stigmatisering van politie bij zwarte trans, vinden geen steun
-> komt omdat agenten vertrouwen op opvattingen dat mannen zwart
gevaarlijker zijn
-> op werk wanneer in hogere klasse gezien als goede tussen slechte
- vrouwen worden gezien als dom
 Conclusie:
- we plakken labels op mensen van groepsidentiteit vs specifieke uitdagingen
voor bepaalde groepen
- naar gemarginaliseerde groepen kijken
- Welke sociale posities of categorieën includeren? Gender, ras/etniciteit,
social klasse = start, Lutz: 14 lijnen van verschil (2002), de Vries: model van
12 categorieën
- Hoe dichotome opvattingen te vermijden? ondervraag de veelzijdige
aspecten, de ruimtes ertussen, de intra-groep verschillen, hiërarchie:
normaal / afwijkend, problematisch, gemarkeerd
- Aandacht voor macht is de sleutel : bestaande machtsstructuren (politiek,
economisch, religieus, ...) hebben voordeel om deze dichotomieën in stand te
houden en tegenover elkaar te zetten : ‘including an analysis of institutional
power is a key component’.
- Hoe toepassen in onderzoek en beleid? (cfr nota Ella vzw):
“Kruispuntdenken of intersectioneel denken is een onmisbaar instrument
voor iedereen die strijdt tegen verschillende vormen van uitsluiting en
onderdrukking.

You might also like